Ster van Frank Church in Amerika snel rijzend Deze twee militairen die vechten aan de zijde van het MPLA laten met hun Castro-vechtpet op en een sigaar in de mond geen twijfel bestaan over hun land van herkomst: Cuba. Van onze correspondent Richard Gott HAVANA Kort geleden, op het hoogte punt van de MPLA-opmars naar het zuid en van Angola, verscheen Raul Castro, Fidels broer en Cuba's minister van defen sie, op de televisie om de Cubaanse kij kers mee te delen dat de Benguela-spoor- lijn in Angola, die de verbindingslijn vormt voor de koperexporten van Zambia en Zaire naar de Atlantische Oceaan vol ledig in handen van de MPLA was geval len. Hij vertelde niet hoeveel Cubanen voor de regering in Loeanda bij de strijd waren ingeschakeld - de CIA schat dat het er meer dan 10.000 zijn - maar het feit dat die militairen daar zijn werd al lang open lijk en trots door Fidel Castro toegegeven. Volgens de Cubanen is hun hulp door de MPLA ingeroepen op het moment dat Loeanda vorig jaar gevaar liep in handen van de Zuidafrikaanse troepen te vallen. De Cubanen zullen zich terugtrekken, wan neer de MPLA-president dr. Agostinho Ne- to daarom zal verzoeken. Cuba is een van de machtigste economi sche centra van Latijns-Amerika. Het Cu baanse leger is waarschijnlijk het beste van het hele continent Cuba redeneert dat het zo'n leger nodig heeft om de dagelijkse zichtbare dreiging van de Verenigde Staten het hoofd te bieden. Een bedreiging die voortdurend blijft be staan, ondanks het gepraat over een ont- spanningspolitiek in de geest van Kissin ger. Het is nogal verbazingwekkend om de Cubanen zo ver van huis aan te treffen als in Angola, maar zij hebben uiteindelijk dan ook altijd gezegd dat zij bereid zijn steun te verlenen aan „progressieve rege ringen en revolutionaire bewegingen" in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Hoewel hun militaire deskundigheid al vaker ter beschikking is gesteld van progressieve regeringen - het Peru van Velasco, het Chili van Allende, het Panama van Torrij- os - en van een aantal revolutionaire guer rilla-bewegingen, is het toch maar zelden voorgekomen dat Cubaanse eenheden in het buitenland zijn ingezet onder omstan digheden die hen blootstellen aan het risico van sneuvelen in de strijd. De Cubanen die dienden naast de Argen tijnse guerrilla's in 1964 en in Bolivia in 1966 en 1967, waren dan ook een uitzonder ing op de regel. Zij vormden in feite een privé-lijfwacht voor Che Guevara. Het is zo goed als zeker dat zij onder het bevel van het ministerie van binnenlandse zaken (de geheime dienst) stonden en niet onder defensie. In 1965 verliet Che Guevara Cuba om een reis rond de wereld te maken. Hij bracht een bezoek aan Vietnam en belandde ui teindelijk in wat nu Zaire is, als adviseur van de troepen die zich tegen Moboetoe verzetten. Che Guevara bleef daar lang genoeg om een paar woorden Swahili op te pikken. Woorden die als bijnamen voor zijn kameraden werden gebruikt bij de latere campagne in Bolivia. Maar hij kwam in 1966 in Latijns-Amerika terug met een diepe desillusie over de mogelijkheden voor een Afrikaanse revolutie. Tot op de dag van vandaag zijn de Cuba nen terughoudend in hun commentaar op zijn activiteiten daar. De langverwachte officiële biografie van Che Guevara, is nog steeds niet uitgegeven. Er heerst een soort gelijke terughoudendheid over de militaire betrekkingen van Cuba met Vietnam. Ca stro heeft de Vietnamezen altijd voorge houden dat hij alles zou doen wat ze hem maar zouden vragen. Er zijn ook inder daad voorraden naar Haifong gedirigeerd, maar de Vietnamezen hebben nooit om troepen gevraagd. Niet alle Cubanen deelden Che Guevara's verdraaide kijk op Afrika. Met de onafhan kelijkheid van grote delen van Afrika en met de Cubaanse steun aan Afrikaanse revolutionairen werd in veel gevallen een begin gemaakt in de periode vóór de onaf hankelijkheid. Een van de eerste dingen, die de revolutie gedaan heeft, aldus Fidel Castro afgelopen december, was wapens te sturen naar de Angolese onafhankelijkheidsstrijders. Hij wees er toen ook op dat Cuba de MPLA en de bevolking van Angola steun verleen de, omdat Havana met hen al relaties had onderhouden vanaf het allereerste begin van hun strijd om onafhankelijkheid tegen het Portugese kolonialisme in 1961. De hulpverlening aan Afrika heeft volgens Castro nogal eens verschillende vormen aangenomen. „Soms hebben we wapens gestuurd, bij andere gelegenheden troepen. We hebben militaire instructeurs gestuurd, of artsen of bouwvakkers, en soms ook alle drie". Castro houdt vol dat de Cubanen in Ango la zijn omdat „wij een Latijns-Amerikaans volk zijn, maar ook een Latijns-Afrikaans. Er stroomt een rijkelijke hoeveelheid Afri- Cubaanse vissers aan kust Afrika (Van onze correspondent David Fairhall) LOEANDA Een van de motieven voor de Cubaanse betrokkenheid in Angola, een motief dat tot nu toe nog nauwelijks door iemand werd opgemerkt, is het verkrijgen van een basis voor wat dan spoedig een van de grootste diepzeevis-industrieën ter wereld zal zijn. Velen hebben er hun verbazing over uitgesproken Cubaanse soldaten zo ver van huis aan te treffen. Toch is de aanwezigheid van Cubaanse treilers voor de kusten van Angola en Zuidwest-Afrika al een aantal jaren een gewoon verschijnsel. De koude Benguela-golfstroom, die langs die kusten gaat voert een rijke hoeveelheid vis met zich mee. Het waren de communis tische visverwerkingsvloten, waaronder de Cubaanse, die daar op af zijn gekomen om van die situatie gebruik te maken. Vanuit hun gezichtspunt wordt die visserij niet zozeer bedreigd door overbevissing dan wel door het mogelijke vooruitzicht dat het voorbeeld van IJsland met zijn visserij- grens van 200 mijl - wat toch al niet het eerste voorbeeld is - binnenkort over de hele wereld gevolgd zal worden. Het ligt in de bedoeling van Cuba om zijn nationale visvangst van 150.000 ton per jaar te verhogen tot ongeveer een half miljoen ton. Als onderdeel van dat plan hebben de Cubanen dan ook onlangs de ongekend grote order van 21 reusachtige visverwerkingstreilers geplaatst bij twee Spaanse werven. Elk schip zal tussen de 20 en 25 miljoen gulden kosten met zijn motoren van 4000 pk en honderdkoppige bemanning. Het eerste schip werd afgelopen zomer al afge leverd en is bij de diepzeevisserijvloot gevoegd die uiteindelijk misschien wel 36 schepen zal gaan tellen. Het ligt in de bedoeling van de Cubanen om het grootste deel van die vloot te stationeren in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. Een van de meest voor de hand liggende havenbases zou Mocamedes zijn, in het zuidelijk deel van Angola. Er was dan ook wel sprake van enige plaatselijke verbol genheid bij de Zuidafrikaanse gemeen schap in Walvis Baai, de Namibische ha ven iets verder naar het zuiden, dat com munistische visserij schepen daarvan ge bruik mochten maken, terwijl tegelijkertijd Zuidafrikaanse soldaten het leven lieten in de Angolese burgeroorlog. Het wachten is nu op het afkondigen van een 200-mijlgrens door de Angolese rege ring, waarbinnen dan bevriende naties zul len mogen vissen, misschien in ruil voor hulp bij het opzetten van een industrie waarin de plaatselijke bevolking werk kan vinden. Cuba zal dan bovenaan de lijst staan. (Copyright The Guardian) kaans bloed door onze aderen. Velen van onze voorvaderen zijn als slaven uit Afrika gekomen". Dat zou misschien een rechtvaardiging kunnen lijken om in Angola te blijven, maar Castro heeft daarnaast ook opge merkt dat „de geschiedenis heeft aange toond dat, in tegenstelling tot het kapitalis me Tiet socialisme niet dwangmatig aan anderen opgelegd hoeft te worden door hen te verslaan of buitenlandse oorlogen te voeren. Het socialisme wordt door het volk opgebouwd". Waarbij de socialisten natuurlijk wel door hun vrienden geholpen moeten worden. (Copyright The Guardian) Cubaanse militairen rusten uit na de verovering van Ambrizete, een stad op 250 kilometer van Loeanda. De opzienbarende onthullingen over han del en wandel van de Amerikaanse bui tenlandse inlichtingendienst CIA en van de Amerikaanse multinationals hebben Frank Church die het senaatsonderzoek in deze zaken leidt in het middelpunt van de publieke belangstelling geplaatst. De senator uit de staat Idaho, die tot vorig jaar ook in eigen land niet algemeen bekend was, is dinds juni vorig jaar zo naar voren getreden dat hij spoedig ge noemd werd als goede kanshebber voor de Democratische kandidatuur voor het presidentschap. Hij vindt dat zelf kenne lijk ook, want hij heeft bekend gemaakt dat hij zich op 18 maart officieel kandi daat zal stellen. Toch achten velen het niet uitgesloten dat de Democraten juist een man als Church zoeken om het vertrouwen in binnen- en buitenland te herstellen na het sneeuwba leffect dat de Watergate-affaire heeft ge had. Juist zijn rol in het onderzoek door de Senaat heeft hem immers de lof van ook de Republikeinen bezorgd. Dit jaar viert Church zijn vierde lustrum in de Senaat. Hij werd in 1956 tot Demo cratisch senator gekozen en de als liberaal bekende Church is de enige Democraat die ooit door het conservatieve Idako werd herkozen, en wel tot driemaal toe. Bij zijn laatste verkiezingscampagne, twee jaar ge leden, probeerde vooral de extreme John Birch Society hem de voet dwars te zetten met de beschuldiging dat hij door de com munisten werd gecontroleerd via een van zijn medewerkers. Frank Church heeft uitgesproken ideëen over wat Amerika zich wel en niet kan veroorloven. Aan het eind van de jaren zestig was hij een van de leidende figuren in de Senaat in de strijd tegen de Ameri kaanse militaire inmenging in Indo-China. "Onze buitenlandse politiek is overdreven gericht geweest op inmenging. We hebben op ons genomen de rol van politieman, bankier en rechter van de wereld te n en het is tijd om het evenwicht te h tel len", zei hij vorig jaar in een interview. Hij wil Amerika niet isoleren van di v.» reld, maar zegt dat de Amerikaanse be moeienis met het buitenland beperkt dient te blijven tot gebieden waar de vitale Amerikaanse belangen duidelijk op net spel staan. Als lid van de Senaatscommis sie voor buitenlandse betrekkin :en heeft hij zijn standpunt op dit punt duidelijk gesteld. Ook als voorzitter van de subcommissie i voor het onderzoek naar de in' chtin^en- diensten en de multination Church zijn mening niet onrlc oo' banken. In een vraaggesp r h' gazine Time over de open' 1 resultaten van het onderzoek r. door zijn commissie zei Chur gel zal zijn dat openbare h zit'.: zullen worden gehouden wanr. d. !:an en dat besloten hoorzittingen !len w >r- den gehouden wanneer dat mi Betref fende illegale operaties, tegen A lerikaan- se burgers dienen in het openbr r be pro ken te worden en elke'eventuele jnwettige daad dient aan het licht te komen". Op de vraag of moord op een buitenlands staatshoofd door de CIA ooit gerechtvaar dig zou kunnen worden, antwoordde Chur ch: "Nee. Bij het ontbreken van de staat Senator Frank Church. van oorlog kan aan geen regeringsinstantie vergunning tot moord worden verleend. De president is geen verheerlijkte Peetvader". Inmiddels heeft Church voorgesteld een internationale bijeenkomst te houden om een eind te maken aan het betalen van steekpenningen in ruil voor winstgevende vliegtuigverkopen. Ook is hij voorstander van opheffing van het Zwitserse bankge heim, omdat veel steekpenningen op Zwit serse banken terecht komen. Church werd 25 juli 1924 in Boise (Idaho), geboren als zoon van een winkelier in sportartikelen. Tijdens de oorlog diende hij aanvankelijk als soldaat, later als officier bij de militaire inlichtingendienst in China, Birma en India. Na zijn diensttijd trouwde hij Betina Clark, dochter van de Democra tische gouverneur van Idaho. Zijn liefde voor spreken - hij won een onderscheiding bij een wedstrijd in wel sprekendheid op 16-jarige leeftijd - levert hem af en toe het verwijt op dat hij pretenties heeft, maar volgens zijn vrien den geeft hij de voorkeur aan vergelijk boven confrontatie. Frank Church mag zich vastgebeten heb ben in het Senaatsonderzoek, dat wil be paald niet zeggen dat hij het president schap niet ambieert. Hij zegt hierover: "Ik denk niet dat je je leven aan de politiek kunt wijden zonder het meest verheven ambt aanlokkelijk te vinden. Maar ik heb altijd gedacht dat een man in de Senaat ook belangrijk werk zou kunnen verrich ten. Ik lig er dus niet wakker van". ÜHÜiS sas&i&sssss «SWisÜ w» «n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 14