DR. MOJET GENEESHEER DIRECTEUR „ENDEGEEST" Boot benoemd tot directeur Sociale Dienst Leidse inspraak schijnend voorbeeld voor „Politie-man moet in eerste plaats hulpverlener zijn" „Maak einde aan ruimte-nood in Houtkwartier Beslissing Rijnsburgerweg 2 weken verdaagd WETHOUDER VAN AKEN VERDEDIGT BELEID: Niet schijnend, maar schrijnend DINSDAG 2 MAART 1976 LEIDSE COURANT ïwhsissi Hoofdinspecteur Verzijden (rechts) draagt de leiding van het Leids politie-corps over aan commissaris Van Voorden. Commissaris H. van Voorden bij. installatie: Van een onzer verslaggevers LEIDEN „Een politieman moet in eerste instantie hulpverlener zijn. Het is niet zo dat ik van het Leidse politiecorps een groep maatschappelijk werkers wil ma ken, maar de agenten moeten wel bereid zijn eerst andere oplossingen te zoeken, alvorens ze over gaan tot hard optreden." Dit stelde de heer H. van Voor den gisteren na zijn installatie tot commissaris van het Leidse politiecorps. De nieuwe corp schef, die de heer C. Barends opvolgt, is zes jaar commissaris van de Alphense politie geweest. „Vrienden en collega's die hoor den dat ik naar Leiden zou- gaan, fronsden hun wenkbrau wen. Natuurlijk zijn de proble men in Leiden groter dan die in Alphen. Maar problemen zijn er om opgelost te worden," aldus de heer Van Voorden strijdvaar dig. „We leven in een periode van aarzeling Enerzijds gaan er stemmen op om de politie harder te laten optreden, ander zijds is hierop veel kritiek. Het is een uitdaging voor mij om in deze tijd mijn taak goed te ver vullen. Met de volledige inzet van het hele politiecorps, zal dat waarachtig wel lukken." Voordat hij de nieuwe commis saris installeerde, sprak burge meester A. Vis, het hoofd van de Leidse politie, zijn vreugde uit over de vlotte gang van za ken bij de benoemingsprocedu re. „Er waren veel sollicitanten. Voor ons stond echter al gauw vast dat alleen Van Voorden dejuiste man zou zijn. Bij de inspraakprocedure bleek dat het politiecorps er precies zo over dacht," aldus Leidens eerst burger. Even stipte burgemeester Vis nog aan waarom de heer Van Voorden heeft gesolliciteerd in Leiden. „U hebt gezegd dat u er weer eens hard tegenaan wil. Laat nu maar eens zien wat u waard bent," zo daagde de heer Vis de nieuwe commissaris uit. „Wij verwachten veel van u." Hoofdinspecteur Verzijden van de Leidse politie verwelkomde de heer Van Voorden namens zijn collega's. Hij zegde alle me dewerking toe en wenste de nieuwecorpschef een „vrucht bare en goede Leidse tijd." Te vens ging de heer Verzijden in op het personeelstekort bij de Leidse politie. „We komen hier door nauwelijks toe aan preven tief werk, temeer daar er een toename van het aantal geweld misdrijven in Leiden is." Ook de heer Van Marion, groep schef en de politiecorpsen Zuid- Holland en Zeeland en de heer Goedhard, loco-burgemeester van Alphen wensten de heer Van Voorden het allerbeste. „Wij zullen ons in Alphen u altijd blijven herinneren als de man van de kwinkslag en de lach," aldus wethouder Goed hart. Brandbrief openbare bibliotheek aan b. en w.: Van een onzer verslaggevers LEIDEN De leiding van de openbare bibliotheek „Reuvens" heeft b. en w. dringend verzocht een einde te maken aan de ruimtenood in het filiaal aan de Kagerstraat. In een „brandbrief" aan het college wijzen de heer Kool (voorzitter) en de heer Hariot (directeur) erop dat „voor het lenigen van de eerste nood direct een ruimte van 500 m2 noodzakelijk is. Momenteel heeft het filiaal, dat is gevestigd in de Louise de Coligny-scholengemeenschap een oppervlakte van 150 m2. Mede als gevolg van de vorig jaar van kracht geworden nieu we bibliotheekwet is het aantal jeugdige leden enorm gestegen. Een van de bepalingen in de nieuwe wet is immers dat de jeugd tot en met 17 jaar geen contributie voor het lenen van boeken meer hoeft te betalen. Steekpartij op Lage Rijndijk Van een onzer verslaggevers LEIDEN De 16-jarige, uit Su riname afkomstige, Leidenaar- S. H. heeft het afgelopen week- einde met een dolk de aan de Lage Rijndijk wonende heer Van Loon lichte verwondingen toegebracht. De jongeman zat met een vriend en twee meisjes op de auto van een buurman van de heer Van Loon. De eigenaar van de auto had jongelui jongeluis al ver schillende malen verzocht van het voertuig af te gaan. Toen de heer Van Loon zijn buurman bijviel, trok H. zijn dolk en stak hem in de onderarm. „Het einde van de uitbreidings capaciteit is bereikt, ondanks het optimaal bijplaatsen van boekenrekken", aldus de nood kreet van de leiding van de openbare bibliotheek. In de tijd van één jaar nam hejt aantal lezers met 17.5% toe, het aantal uitleningen met 16.5% en het boekenbezit met 15.9%. Keer op keer worden lezers teleurgesteld omdat het boekenbezit in ver band met het ruimtegebrek be perkt moet blijven. Het is niet de eerste keer dat het college op de noodtoestand in het filiaal „Houtkwartier" wordt gewezen. In november vo rig jaar namen de hoofden van de zeven scholen in het Hout kwartier het op voor hun leer lingen. Velen van hen maken gebruik van het boekenbestand in het filiaal. „Het bezoek dat verscheidene docenten met hun klassen aan het filiaal plachten te brengen werd de laatste jaren steeds lastiger, door het gebrek aan ruimte in de bibliotheek". De hoofden van scholen stellen vervolgens in hun brief dat de stimulans van het in werking treden van de nieuwe biblio theekwet volkomen teniet wordt gedaan door het ontstane ruim tegebrek in de bibliotheek. Linkse fracties na drie maanden door de knieën Van onze raadsverslaggever LEIDEN Na de afgelopen drie maanden vele avonden vruchteloos te hebben gedebateerd over de vervulling van de vacature van geneesheer-directeur bij het gemeentelijk psychia trisch ziekenhuis Endegecst, heeft de Leidse gemeenteraad gisteravond unaniem de beslissing genomen dr. G. Mojet met terugwerkende kracht per 1 januari 1976 te benoemen tot geneesheer-directeur van deze inrichting. Dr. Mojet is thans nog waarnemend-directeur van Endegeest en was sinds novem ber vorig jaar de enig overgebleven kandidaat voor deze functie. Het besluit van gisteravond (officieel gaat het om een mo tie waarin het college om een voorstel wordt verzocht) bete kent eigenlijk een nederlaag voor de linkse fracties in de raad. Sinds CDA en WD de kwest- ie-Mojet in december vorig jaar aan de orde stelden, heb ben deze oppositie partijen niet-aflatende pogingen onder nomen tegemoet te komen aan de wensen van het Endegeest- personeel dat duidelijk achter dr. Mojet stond. Alles tot op de dag van gisteren echter te vergeefs. Links Leiden wrong zich in alle mogelijke bochten' om de benoeming van Mojet tegen te houden. In de loop van vorige week zag men in een overleg tussen alle raadsfracties echter de on- Dr. Mojet ...eindelijk benoemd- zinnigheid van deze lijn in en besloten PvdA, PPR/D '66 en PSP zich te scharen achter een door CDA en WD beij verde benoeming van Mojet tot geneesheer-directeur. Het voorstel van de socialist'Hop- pener om deze tijdelijk te la ten zijn werd gisteravond inge trokken. De raad sprak daar op als zijn mening uit, dat de benoeming van Mojet alleen onder die voorwaarde zou moeten geschieden, dat wan neer er ooit nog eens een an dere directiestructuur voor Endegeest zal worden ontwor pen, Mojet genoegen zal moe ten nemen met de functie van medisch-directeur, als hij bij voorbeeld een algemen direc teur naast zich zou krijgen. Toen CDA en WD in decem ber een soortgelijk voorstel de den werd dit door de linkse fracties in de raad van de hand gewezen. Oorspronkelijk ging het voor stel uit van een benoemingsda tum van 1 maart, maar raad en college namen een amende ment van het CDA-raadslid Bleijie over waarin werd ver zocht Mojet al per 1 januari, dus met terugwerkende kracht, te benoemen. De verantwoordelijke wethou der, B. Oosterman, toonde zich gisteravond verheugd over het resultaat: „Ik ben blij dat deze ,zaak nu eindelijk uit de poli tieke sfeer is gehaald. Ik hoop dat de rust op Endegeest nu eindelijk terug zal keren", al dus de wethouder. Van onze raadsverslaggever LEIDEN De uiteindelijke beslissing over het al dan niet doorgaan van de reconstructie van de Rijnsburgerweg zal pas over twee weken in de gemeenteraad worden genomen. Gister avond kon dit agendapunt niet worden afge maakt. wel is duidelijk geworden, dat er zelfs bij de linkse fracties een grote aarzeling bestaat om nog meer vergaderingen aan dit probleem te wijden. Jit Peters (PvdA) constateerde gisteren dat raad en landelijke werkgroep lijnrecht tegen over elkaar blijven staan, dat het huidige voor stel van het college, jdat is aangepast aan de wensen van deze werkgroep, voor hem onaan vaardbaar is en hij vroeg zich daarom af of het nog wel zinvol was dat via amendering toch nog te zoeken naar een aanvaardbaar compro mis. „Op deze manier blijven we nog maanden, jaren bezig met de reconstructie van de Rijns burgerweg, en daar voel ik niet zo veel voor. Ik neig er naar om dan die reconstructie maar niet door te laten gaan en „nee" te zeggen. Hij werd hier in gesteund door Laurens Beijne (PPR) en Anne van de Zande (PSP) voor wie mede door het verdwijnen van een aantal bomen en het feit dat de bs door de fietserstun nel zal gaan rijden, het huidige gewjzigde voor stel, onaanvaardbaar was. Over twee weken komt de rest van de raad aan het woord. CDA en WD hebben zich echter in een eerder stadium al tegenstander van de reconstructie getoond. ONDANKS KRITIEK OP INSPRAAK PERSONEEL Van onze raadsverslaggever LEIDEN De heer C. N. Boot is gisteravond door de Leidse gemeenteraad na de enkelvoudige voordracht van het college benoemd tot directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD). Zijn benoeming gaat 1 april aanstaande in. Boot zag gisteren 34 stemmen op zich verenigd. Twee stemmen werden uitgebracht op wethouder Van Aken (personeelszaken) en een raadslid leverde zijn stcmformulier blanco in. De beslissing over deze nu al bijna twee jaar vacante func tie viel, nadat met name van de kant van CDA en WD nog eens kritiek was geuit op de gevolgde procedure. Zoals wij gisteren al meldden heeft een groot deel van het personeel van de GSD er over geklaagd dat van de toegezegde in spraak wederom niets terecht was gekomen, ondanks de toe zegging van wethouder Van Aken. Een en ander was met name voor het CDA-raadslid drs. W. Bleijie reden om het college ter verantwoording te roepen voor het in deze kwest ie gevoerde beleid. Bleijie vroeg om een nota, waarin dit uiteen zou moeten worden ge zet. Wethouder Oosterman zegde toe op korte termijn al les nog eens op een rijtje te zetten. Kort daarvoor had Bleijie de gang van zaken met betrek king tot de GSD een „school voorbeeld van hoe het niet moet" genoêmd. Daarbij wees hij op de drie sollicitatieron den die er geweest zijn zonder enig resultaat. De kandidaten trokken zich immers steeds op het laatste moment terug. Ver der noemde Bleijie de in spraak nog steeds het „grote struikelblok" en verwees daar bij ook naar de kwestie Ende geest (zie elders op deze pagi na). Voor het CDA en voor de WD, die zich bij het betoog van Bleijie aansloot was dit Bleijie {CDA): „Gang van zaken bij benoeming directeur GSD schoolvoorbeeld van hoe het niet moet." echter geen reden om de be noeming van Boot tot direc teur tegen te houden. Naar de mening van deze partijen zou dat de toestand bij de GSD zeker niet ten goede komen, een mening die door wethou der Oosterman werd onder schreven: „Wij willen onder geen voorwaarde dat de GSD nog eens in elkaar zou klap pen zoals een jaar geleden. Om dat te voorkomen hebben wij gemeend na de brief van waarnemend-directeur Van Overmeire, waarin hij ver zocht per 1 april terug te mo gen gaan naar zijn eigen reini gingsdienst, na overleg met de staf en de diénstcommissie Boot voor te dragen ter benoe ming," zo stelde de wethouder. Hij voegde daaraan toe dat de dienstcommissie (de vertegen woordiging van het personeel) had toegezegd de heer Boot „te zullen gedogen". Niet serieus De brief van het GSD-perso- neel, waarvan wij gisteren melding maakten, was in de raad nauwelijks onderwerp van discussie. PPR-raadslid Van Oosten betitelde hem zelfs als een „anoniem schrij ven dat hij absoluut niet se rieus zou willen nemen." Wel kwam Anne van de Zande (PSP) met een motie waarin zij het college verzocht vóór 1 mei aanstaande met een nieu we inspraakverordening te ko men waarin de inspraak van het personeel bij de benoe ming van leidinggevende amb tenaren zou moeten worden geregeld. Wethouder Van Aken antwoordde door toe te zeggen dat dit onderwerp van gesprek zal zijn in het georga niseerd overleg met de bonden can overheidspersoneel en dat hij daarna wellicht met voor stellen zal kunnen komen. Mo menteel werkt een speciaal hiertoe aangetrokken organi satiesocioloog aan de bestude ring van het „inspraakproi- bleem". Van Aken beloofde het PSP-raadslid over twee weken met een pre-advies ten aanzien van haar motie te zul len komen. LEIDEN Wethouder Tinus van Aken (personeelszaken) is gisteravond eindelijk ingegaan op de talloze beschuldigingen en verwijten die de laatste tijd aan zijn adres zijn geuit ten aanzien van de uiterst ge brekkige inspraak die hij pleegt te verle nen aan met name het personeel van gemeentelijke diensten bij de vervulling van vacante topfuncties. Hij deed dat bij de behandeling van twee sprekende voor beelden van dit vaak als „falend" aange duide beleid: de benoeming van een ge neesheer-directeur voor Endegeest en de benoeming van een directeur van de ge meentelijke sociale dienst De PvdA-wethouder wees de kritiek gro tendeels van de hand en noemde de in spraak die in Leiden gegeven wordt een „schijnend voorbeeld voor andere gemeen ten". „Wij menen voldaan te hebben aan wat het personeel beloofd was", zei Van Aken gis teren. „We hebben er op gewezen, dat we wat de inspraak betreft in een experimen teel stadium verkeren. We werken nog niet met spelregels, maar met wat ik zou willen noemen een „spoorboekje", dat bijgesteld kan worden. En dat hebben we op grond van onze ervaringen dan ook gedaan bij de benoeming van de gemeentesecretaris", aldus de wethouder. Hij wees erop dat de gemeente thans bezig is aan de hand van de ervaringen spelre gels op te stellen, waarlangs de inspraak geregeld zou moeten worden. Dat gebeurt door een speciaal daartoe aangetrokken organisatie-socioloog, die „de inspraak be studeert bij vele gemeenten, bijna alle provincies, ministeries en de Nederlandse Spoorwegen". Van Aken gaf toe weliswaar niet overal volmaakt te zijn geweest. „We moeten ech ter lering trekken uit onze ervaringen en ons van de fouten die in het verleden gemaakt zijn minutieus rekenschap geven bij de het opstellen van spelregels voor de inspraak. Het is de onervarenheid aan beide zijden die voor problemen heeft ge zorgd. We hebben nooit de bedoeling gehad ook maar iets aan de inspraak af te doen. Ik hoop dat we over deze problemen heen zullen komen en dat ze in de toekomst tot een minimum zullen worden gereduceerd", zo zei de wethouder gisteren. Wethouder Van Aken Welk een bemoedigende voortvarendheid legde ons stadsbestuur gisteren aan de dag. In één klap werden twee slopende kwesties voorlopig afgerond: de be noemingen van een tweetal topfunctionarissen. Daarbij'was het opvallend dat links Leiden uiteinde lijk toch het gezond ver stand heeft laten prevale ren en- zijn politieke star heid van de laatste maan den heeft prijsgegeven door akkoord te gaan met de benoeming van dr. Mo jet tot geneesheer-directeur van Endegeest Iets dat echter duidelijk op reke ning moet worden geschre ven van de oppositie in de Leidse raad, die sinds de cember voet bij stuk heeft weten te houden tegen al het gedraai van links in. Het zal ongetwijfeld goed bedoeld zijn, maar toch klonken de woorden van PPR/D'66-wethouder Oos terman gisteren een beetje huichelachtig, toen hij er zijn vreugde over uitsprak dat Eindegeest eindelijk uit de partij-politieke sfeer was gehaald. Het waren tenslotte CDA en WD die in december bij de eerste debatten over Endegeest herhaaldelijk een dringend door Arjen Broekhuizen beroep op hun collega- raadsleden deden om deze zaak niet in de partij-poli tieke sfeer te trekken. Het waren juist de partijen van het progressief akkoord, waartoe ook Oosterman be hoort, die de laatste maan den eigenlijk niets anders hebben gedaan en met muggezifterij probeerden de benoeming van Mojet te verhinderen. Weer een vrucht van wat bekend staat onder de naam „programcollege". Waren de verhoudingen binnen het stadsbestuur wat anders geweest dan zou Mojet ongetwijfeld niet de speelbal van politiek ge hakketak zijn geworden. Wat echter vandaag niet onbesproken mag blijven, zijn de gedenkwaardige woorden van Oostermans collega, wethouder Van Aken. Hij noemde de in spraak die het college geeft „een schijnend voorbeeld voor andere gemeenten". Wel ja zeg, vooruit maar! Eerst weet je gewoon niet wat je hóórt! Het werd op zo'n vastberaden toon ge zegd dat je het haast nog zou geloven ook. Later dringt het pas goed tot je door: „een schijnend voor beeld". Zij het dan in een „experimenteel stadium" met schoonheidsfoutjes die terug te voeren zijn op een stuk „onervarenheid". Ook wel te vergelijken met een „spoorboekje". Waar haalt hij het vandaan. Wethouder Van Aken als machinist van de Leidse inspraak- trein. Een primitieve \stoomlocomotief dan wel uit de tijd van toen de paardentram nog reed. Het klonk allemaal erg mooi en de raadsleden wa ren kennelijk ook perplex: niemand waagde het Van Aken tegen te spreken en er heerste alom een sfeer van verbroedering. In feite is de opmerking van de wethouder echter grenzeloos arrogant. (Als hij tenminste bedoeld heeft wat hij zei). Wanneer hij stelt dat er wat problemen zijn met de inspraak dan komt dat niet omdat de wethouder niet weet in wel ke vorm hij die inspraak zou moeten gieten, maar gewoon omdat hij niet luis teren wil. Het personeel krijgt doorgaans wel de ge legenheid zijn wensen ken baar te maken, maar zodra deze niet overeenkomstig de gedachten van de wet houder zijn ontstaan de problemen. Dan vertikt hij het de wensen te honoreren zoals een goed socialistisch voorstander van medezeg genschap zou betamen, maar gaat hij zich juist in allerlei bochten wringen om het tegendeel te be werkstelligen. Daar ligt het hele probleem. Je hebt er heus geen organisatie-so cioloog voor nodig om dat vast te stellen. Bij de kwestie Endegeest is dat wel gebleken. We zullen het er daarom maar op houden dat wet houder Van Aken zich gis teren gewoon heeft vergist toen hij het over „een schij nend voorbeeld" had: het moest natuurlijk een „schrijnend voorbeeld" zijn....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 3