St. Petruskerk viert veertigjarig bestaan gezondh eidszorg Samenwerking Voorschotense in Bezinning in gemengde" gemeenschap Leiden telt weer meer dan honderdduizend inwoners Burgemeester Vis vanmorgen op bezoek bij Julia Thissen (5) Bewoners mochten meehelpen bij samenstellen van prioriteitenlijst ZATERDAG 28 FEBRUARI 1976LEIDSE COURANTPAGINA 5 Leiden Veertig jaar St. Petruskerk, Lammen- schansweg: „Het is meer 25 jaren sudderen geweest en 15 jaren in de stroomversnelling". Deze deelsom heeft pastor J. H. Jansen voor zichzelf gemaakt. De Petrusparochiegemeenschap verenigt zich nog eens voor een bezinning, op het breukvlak van twee den kwerelden. Veertig jaar, is dat nou zo geweldig om bij stil te staan? Maar ook 40-jarige huwelijken worden met meer luister gevierd dan b.v. een 30-jarig feest. Niet wachten op de halve eeuw; dan is het misschien te laat. Een dergelijke visie bespeuren we lichtelijk bij „de Petrus", die de vier kruisjes is gepasseerd. Het bastion van de Leidse Roomse Sint Pieter lijkt op een feesteling in de hazomer. De meeste schapen lopen vrij rond en de herders zijn niet meer zo zelfbewust. Vanuit de pastorie wordt niet meer gedecreteerd, de zielzorgers heten niet meer pastoor of kapelaan, maar pastores. Herders die het karakter van opbouwwerkers hebben gekregen. En nu maar zien, of het aan- houden we een gelovige ge- slaat. Het kan vriezen of dooien. Zo is een beetje de situatie rond 40-jaar Petruskerk. Leo C. J. Roozen, oud-hoofdredacteur van de Leidse Courant, heeft bij het jubileum een brochure ge componeerd waarin de geschie denis van de kerk boeiend, maar ook met een kritische on dertoon, is getekend. Pastor Jansen: „Geschiedenis is erg mooi, maar ik had bever iets meer „naar de toekomst" vast gelegd willen zien. Hoe gaan we in die stroomversnelbng naar 2000 toe, hoe houden we een levende gemeenschap? Je moet steeds blijven nadenken over dingen die je niet kunt vastleg gen in een instituut; het is tel kens een opnieuw beginnen". Wat doe je met een kerkelijk feest in een tijd, dat de gemeen schap niet meer zo wordt gei- denfiticeerd met het kerkge bouw? Pastor E. C. Hoogervor- st: „Toch hebben we bewust voor deze sobere viering geko zen. We willen onze gemeen schappelijke „zaak" onder de 'aandacht brengen, wat perspec tief geven". Zijn collega Jansen meent, dat daarbij geen plaats is voor nostalgie, „althans niet te veel. Feesten heeft pas zin, als het iets betekent voor de gemeenschap als geheel. Daarin past dankbaarheid, maar het is veel meer een uitdaging: hoe meenschap levend. De mensen moeten het helang van zo'n kerk inzien, dün pas zullen ze zorgen dat die kerk draaiende blijft". Het parochiële leven verloopt in de zeventiger jaren der 20ste eeuw niet meer zo automatisch als vroeger. „Je moet steeds weer impulsen geven aan zo'n parochie", is pastor Jansen zich bewust. „Dat gebeurt door de katechese aan volwassenen en de jeugd, door de begeleiding naar de eerste Commune en het Vormsel. Vooruitkijken..., zo in dié trant moet het bewegen. Wat geweest is, daar moet je niet bij büjven stilstaan. Het gaat niet allemaal even gemakkelijk. Het project Volwassenen-katechese heeft een moeizame start en is nog weinig naar buiten getre den; een kleine begeleidings commissie spreekt het project door. Een duidelijke vooruit gang echter is de in oktober gestarte gezinskatechese, ge richt op de eerste Communie van de kinderen. Die katechese heeft een geweldige beweging doen ontstaan". „Met ons tweeën proberen we hier een groep mensen te krij gen die mee kunnen denken, mee-organiseren, duidelijk ver antwoordelijkheid willen mee dragen", vertelt pastor Hooger- vorst. „Er zijn al mensen die hierin meegroeien, in deze tijd van gebrek aan priesters. Vroe ger werkten we minder intensief met veel meer priesters". „Ja", valt pastor Jansen bij, „ik ge loof, dat we als parochiege meenschap bereid moeten zijn verantwoordelijkheid te delen. Dat is op gang, daar zit nu beweging in". Zijn collega ziet die ontwikkeling niet alleen „uit nood geboren": „het is een na tuurlijk proces met de „groep" als centrum, niet meer de pries ters als middelpunt". Priester Jansen: „Het is zowel het één als het ander: je moet elkaar inspireren. Pastoors en kapelaans bedisselen de zaak niet meer alleen. Destijds werd door hen zo'n beetje de moraal Leiden Na zoveel last nu weer een lust: Leiden is voor de tweede keer binnen elf jaar de honderdduizend-inwoners-grens gepasseerd. De honderdduizend ste is ditmaal 5-jarige Julia Pe- tronella Hendrika, enig kind van de heer en mevrouw This- sen. Vanmorgen kreeg Julia, die met haar ouders sinds eind ja nuari j.l. aan de Cruquiuslaan 85 woont, bezoek van een ge meentelijke deputatie met bur gemeester Vis aan het hoofd. Behalve een aantal welkomstge schenken kreeg Julia ook nog een bronzen herdenkingspen ning die ter gelegenheid van deze heuglijke mijlpaal in Lei- dens geschiedenis is geslagen. De eerste keer, dat Leiden 100.000 inwoners had, was op 27 december 1965, toen een jongge borene, Annette Marlijna Jon ker, als 100.000ste kon worden begroet. Annette is echter al enige tijd geen Leidse meer: ze verhuisde met haar ouders naar Veendam. Leiden bleef een paar jaar in de lift. Toen op 1 juli 1966 de gemeente door annexa tie groter werd, steeg het aantal •inwoners tot 102.425 in 1966; in 1967 waren het er „zelfs" ruim 103.000. Daarna liep het inwo nertal geleidelijk weer terug, tot in het jaar 1971 de grens van 100.000 in omgekeerde richting werd gepasseerd. Het diepte punt werd bereikt in februari '74: 96.771 inwoners. Vooral onder invloed van de oplevering van zeer grote aan tallen nieuwe woningen in de Merenwijk werd sindsdien de opgaande lijn hervat. Daarom ook kozen B. en W., geadviseerd door de afdeling Bevolking ter secretarie, voor de categorie vestigingen teneinde de 100.000ste „binnen te halen". Ditmaal heeft dus het duidelijke vestigingsoverschot Leiden weer bij de gemeenten boven de 100.000 inwoners gebracht, na Rotterdam, Den Haag en Dord recht thans de vierde gemeente in grootte van Zuid-Holland. Het aanwijzen van „de" hon derdduizendste blijft altijd een beetje „natte-vingerwerk". Daarom zijn er sinds Julia, die met vader en moeder vanuit Bergen op Zoom kwam „aan waaien", al weer nieuwe Leide- naars bijgekomen. Niet dat Ju lia zich daar iets van aantrekt Ze hoorde van het grote nieuws pas, toen gisteren de fotografen zich van haar meester maakten. Moeder Thissen, die Julia kreeg op 10 mei 1970, blijft ook vrij kalm onder hei gewicht van het blijde nieuws dat Leiden trof: „Het had net zo goed een ander kunnen zijn", zei ze nuchter. De heer Thissen is momenteel chef- hofmeester bij de Koksschool. Voordien was hij in Bergen op. Zoom banketbakker. Het was nog niet helemaal zeker of hij ter ere van Julia feestelijke ge bakjes zou creëren: „Daar moet je hem nu echt wel toe aanzet ten", meent zijn vrouw, „want hij was eigenlijk al blij, dat hij daar van af was". In 1975 is in Voorschoten een begin gemaakt met de samenwerk ing tussen huisarts, wijkverpleegkundige en maatschappelijk werker. Een stuurgroep waarin de stichting Gezondheidszorg, de maatschappelijke hulpverleningsdienst "Horst en Vliet" en de plaatselijke huisartsen zijn vertegenwoordigd heeft zeer vele gesprekken gevoerd en is tot de conclusie gekomen dat de zgn. eerste lijnsgezondheidszorg in Voorschoten uitvoerbaar is. Ter voorkoming van bepaalde schrikreakties bij de patiënten of cliënten hebben de deelnemers er behoefte aan om hun plannen, die in het beginstadium zijn aan de openbaarheid prijs te.geven. deskundigheid. De patiënt be houdt het recht van de vrije keuze van de huisarts. In de groep van samenwerkende deskundigen in de eerste lijns gezondheidszorg blijft de ge kozen deskundige altijd ver antwoordelijk voor de eigen patiënt Hulp nodig Zowel huisarts, als maatschap pelijk werker of wijkverpleeg kundige maken in de praktijk mee dat er momenten zijn, waarop zij vanuit eigen des kundigheid niet alles kunnen - doen aan problemen, die de mensen voorleggen. Zij heb ben dan eikaars hulp en des kundigheid nodig. In Voor schoten hebben de drie wer kers in de eerste lijnsgezond heidszorg elkaar praktisch al gevonden. Omdt mensen meer zijn dan patiënten of cliënten hebben dezen recht op een bundeling van deskundigheid, waardoor in de eigen omge ving genezing kan worden ge vonden. De samenbundeling van groe pen huisartsen, maatschappe lijk werkers en wijkverpleeg kundigen betekent voor de pa tiënt een samenbundeling van Groepsvorming Huisarts S. van der Kooij, die namens de huisartsen de vor ming van de groepen uiteen zette, is er van overtuigd dat in de beginperiode de groeps vorming voor alle werkers een taakverzwaring betekent. Re gelmatig moeten groepsbe sprekingen worden gehouden. Het voordeel van de werkers is de mogelijkheid om de eigen diagnose te testen, het voor deel voor de patiënt of cliënt is een minder snelle opname in een ziekenhuis voor onder zoek. Dat laatste staat aller minst voorop, maar is gewoon een gevolg van de samenbun deling van de deskundigheid. Vooral de huisarts wordt veel al geconfronteerd met een - ziekteverschijnsel, dat ont staan is uit een maatschappe lijk bijverschijnsel. Samen met de wijkverpleegkundige of de maatschappelijk werker kan dan een oplossing gevon den worden, die beter is dan het voorschrijven van pillen of poeders. Informatie Drs. R. G. Greve legt er na mens de Stichting Gezond heidszorg de nadruk op de medezeggenschap van iedere Voorschotenaar. Daarom is er ook een postbusnummer 114, Voorschoten geopend. Ieder, die veronderstelt door de groepsvorming zich bedreigd te voelen in zijn vrije wil tot het kiezen van medische of maatschappelijke hulp, kan eventueel schriftelijk informa tie vragen. De heer R. Massaar van "Horst en Vliet" ziet een grote uitbreiding van het totale me dische pakket door deze sa menbundeling. Waarschijnlijk nog dit jaar zal onder meer een groep van vijf huisartsen hun praktijkruimte aan huis Intentie Omdat iedere huisarts econo misch gezien een zelfstandige is, dit in tegenstelling tot de wijkverpleegkundigen en de maatschappelijke werkers, moet er binnen de groep van de acht Voorschotense huisart sen nog wel een en ander gere geld worden. Alle huisartsen hebben echter de intentie-ver klaring getekend en dat bete kent de intentie tot meer sa menwerking, tot bundeling van deskundigheid. Er bestaat in Voorschoten ook een overlegorgaan waarin naast huisartsen, maatschap pelijk werkers, wijkverpleeg kundigen tevens zitting heb ben de pastorale werkers in Voorschoten. Ziek worden kan vele oorzaken hebben. De Voorschotenaar heeft binnen kort een team van deskundi gen, dat op alle terreinen gene zend kan werken. Volgens de Voorschotense werkers in de eerste lijnsgezondheidszorg is er thans lang genoeg ehn scheiding geweest tussen de groepen van deskundigen. In de groepspraktijk zijn ze sa men één, terwijl er toch één in de groep verantwoordelijk blijft voor de eigen patiënt of cliënt Dokter Van der Kooij verze kerde nadrukkelijk dat de beoogde groepsvorming niet betekent het opdelen van alle patiënten, maar uitsluitend het samenwerken om de patiënt de beste verzorging te geven. Van een onzer verslaggevers NOORDWIJKERHOUT - De realisering van een verzorgings huis voor bejaarden bij het complex „Puijkendam" moet door de gemeente met voortva rendheid ter hand worden geno men. Dit is de mening van de Noordwijkerhouters, zoals deze tot uiting is gekomen in een enquête, die de gemeente heeft gehouden onder bewoners van 18 jaar en ouder. Door 39 Noordwijkerhouters werd ge bruik gemaakt van de gelegen heid inspraak te hebben in de samenstelling van de prioritei tenlijst voor 1977 door de ge meenteraad Enkele andere zaken die de Noordwijkerhouters op korte UNIEKE VORM VAN INSPRAAK IN NOORDWIJKERHOUT termijn verwezenlijkt willen zien zijn in door hen aangege ven volgorde: De aanleg van fietspaden; Het plaatsen van verkeerslichten op het kruis punt Gooweg/Langelaan; Uit breiding van het schoolzwem men; Woningverbetering voor gehandicapten. De lijst, zoals die door de bewo ners werd samengesteld ver schilt weinig van de gemeente lijke prioriteitenlijst. Tijdens een vergadering van de gemeen teraad deze week wees burge meester Bosma erop, dat de be woners wel punten hebben aan gedragen, die de gemeente over het hoofd heeft gezien. Tijdens die vergadering ontspon zich een kleine woordenstrijd tussen burgemeester Bosma en wethouder Heemskerk. De lat- ste was van mening dat een dergelijke inspraakprocedure veel te duur is. „U geeft ons stank voor dank", was de geïrri teerde repliek van de burge meester. „Met deze procedure zijn we tegemoet gekomen aan het alom gehoorde verlangen naar inspraak." gaan bundelen. Uiterlijk ver andert er voor de patiënt dan niets. De patiënt komt gewoon paar het spreekuur van de ei gen huisarts, wordt behandeld en kan eventueel verwezen worden naar de aanwezige maatschappelijk werker of verpleegkundige. Intern is er inmiddels wel iets veranderd. De huisarts kan bij een twij felgeval te rade gaan bij zijn collegae en behoeft niet direkt een verwijskaart naar elders uit te schrijven. in de parochie bepaald. Dat kan niet meer en dat moet ook niet meer". Als oudere draagt pastor Hoogervorst nog enigszins de „last" van het instituut: „Tóch blijven de mensen komen. Voor sommigen blijf je als priester toch een .autoriteit. Dat brengt je „vak" mee ook. Ze verwach ten wat van je. Nog te veel word je benaderd door mensen die niet buiten de inbreng van de priester kunnen. Dat is geen verwijt aan die mensen, eerder een verwijt aan een verleden. Je moet ze soms teleurstellen. Het kèn niet altijd, als je met z'n tweeën bent. Ja, vroeger, toen had je een toptijd met 5 man op de pastorie, daar dreef alles op, in die oude situatie". Ook in de parochie van St. Pe trus leeft een gemengde ge meenschap: de ouderen, van het 25 jaar sudderen, en de jonge groep met haar vragen rond doop, vormsel, kerkbezoek, ker kelijk trouwen en begraven, kortom: twijfel aan de kerk als bindmiddel. Het kerk-beleven wordt anders: jongeren zoeken naar andere vormen. Pastor Jansen: „Ik weet niet, of die grote kerken nog haalbaar zijn". Pastor Hoogervorst: „Als we 20 jaar verder zijn, zou dit alle maal nog kunnen? Als je nu naar de jongere geheratie kijkt?" Pastor Jansen: „Het is nog niet direct aan de orde, maar soms denk je: wat dóe je met zo'n groot gebouw, met soms zo weinig mensen erin. Er is te veel afstand, vervreemding. Je voelt dan wel eens een soort matheid. Inderdaad, de jonge ren hebben kerkelijk niet zo'n duidelijke betrokkenheid. Dat neemt af, merk je. De mogelijk heid is er, elkaar te ontmoeten via de soos (ruim 200 leden), die aardig loopt. Maar het is de bedoeling, te kijken of we ook wat tot verdieping kunnen ko men. Via de tekstgroepen, het jongerenkoor, zijn er wel wat bindingen". Pastor Hoogervorst: „Op papier hebben we 5500 zielen, maar het is nauwelijks mogelijk ze alle maal in die beweging mee te krijgen. Je voelt steeds je on macht. Je hebt maar één lijf en De pastores J. H. Jansen en E. C. Hoogervorst van de St. Petruskerk: „Wij hebben bewust gekozen voor een sobere viering". je sjouwt wat af..." „Nee", vindt collega Jansen, „je moet meer mensen inschakelen, de groep tot samenwerken versterken. Ouderen èn jongeren horen daarbij". Dat zijn zo van die gedachten rond een achtste lustrum, waar voor eens door de beminde gelo vigen de vlaggen werden uitge stoken. Het uiterlijk vertoon is opgedroogd. Wat nu nog aan priesters over is en ook geacti veerde niet-priesters willen hun kerkelijke gemeenschap uit de rust wakker schudden. Kerkbe- Ieving vraagt in onze dagen meer attentie; het is niet meer zo vanzelfsprekend allemaal. Steeds meer mensen gelukkig kiezen bewust. „Zeer zeker", beaamt pastor Hoogervorst; „na allerlei „schokeffecten" die er geweest zijn en velen van ons „door de mand" hebben laten zakken". Drie zondagen (7, 14 en 21 maart) is het feest. Op de eerste is bisschop Simonis erbij, even als de zaterdag daarvóór, op 6 maart, als hij de jongerenvie ring bijwoont. Het parochiege schenk is een nieuwe verplaats bare altaartafel, artistiek ont werp van Jules Kirch. „Is die oude dan niet goed genoeg meer?", hoorden 'de pastores weieens als kritische vraag. „Nou", zei pastor Hoogervorst dan steevast: „je moet er maar eens tegenaan leunen...." Niettemin peinst deze priester in de vóórfeestelijke dagen: „Als we het nou eens gewoon voorbij hadden laten gaan..., wie zou dat feest nou gemist heb benPriester Jansen: „De huidige „beweging" is vooruit gang. Dat ervaren wij als posi tief, zonder meer. Al zijn het nog zo weinigen, de mensen zijn meer betrokken bij de Kerk". Het komende Petrus-feest legt geen nadruk op de afgelopen 40 jaar, maar op de groep die op weg is naar „straks". Bezinning, wat meer gemotiveerdheid, sa men zijn, dat is de intentie van elk feest. Daarom: tóch feest rond het monument aan de Lammenschansweg, veertig jaar terug opgezet als rotsvast sym bool van een strijdende Kerk met uitzicht op de zegepraal. Ton Pieters X Julia wat verlegen met de belangstelling voor haar persoontje op schoot bij vader Thissen. VOOR DE TWEEDE KEER BINNEN ELF JAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 5