Tweewieler blijft in Motorkleding vrolijker en modieuzer SNORREN, BROMMEN, TRAPPEN Nieuwtjes te kust en te keur De helmpaal en zijn toepassing. Een fabrikant in Nunspeet heeft een zogeheten „helmpaal" ontworpen die zowel helm als brom mer tegen diefstal beveiligt. De paal, die op een betonblok in de grond staat, heeft bovenaan een dwarsstuk waarop in V-vorm twee beugels schuin omhoog steken. Daartussen plaatst men de helm die vervolgens met een derde, verticaal scharnierende beugel in het midden wordt opge sloten. Een kabel- of kettingslot door het oog in deze laatste beugel en om een 'wiel heen houdt helm én brommer tegelijkertijd vast. Merknamen en felle strepen accentueren de motoroveralls. van nauwsluitende kleding van veu- lenleer. Die leersoort hebben we met opzet gekozen omdat het enkele ken merkende eigenschappen heeft die het uitermate geschikt maken voor lede ren motorkleding. Na het looiingspro- ces ontstaat er een huid, die dankzij de structuur een enorme slijtvastheid bezit, waardoor de kleding bij een eventuele val niet scheurt maar schaaft. De veulenhuiden hebben een dikte van 0,8 tot 0,9 mm en zijn prak tisch rekvrij, hetgeen de pasvorm ten goede komt. In een vat-verfbad wor den de huiden gekleurd; deze methode garandeert een door en door kleuring. Na deze behandeling ondergaat de huid een impregneerbehandeling wel ke de grootst mogelijke water-, olie- en benzinebestendigheid aan het leer geeft". Ook de heer Pollemans onderkent een duidelijke modetrend in de motorkle ding. Waren de pakken vijf jaar gele den nog overheersend zwart, daarna kwamen de zachte pasteltinten, daar na weer de tweekleurenpakken, om nu, net als in de skimode, met felge kleurde banen getooid te worden. De unisexgedachte overheerst Omdat de motorrijder een typische individualist is, kan hij zijn pak ver fraaid krijgen met een merknaam, zijn eigen naam of wat hij maar wil. Maat werk is iets heel gewoons en niet zoveel duurder. De prijzen voor een overall variëren van 375 tot 595 gulden. Voor een tweedelig pak moet 35 gulden meer worden betaald. Laarzen kosten van 90 tot 175 gulden. PRINSENBEEK Met de motorfiet sen wordt ook de motorkleding steeds feller, vrolijker en fraaier van uitvoe ring. Het sombere en ook zeer onveilige zwart werd al jaren gele den opgeborgen in de kast. Dë moder ne motorkleding is opvallend vrolijk van kleur en ontwerp, een ontwikke ling die alleen maar toe te juichen is, niet in het minst vanwege het automatisch hiermee verweven vei ligheidsaspect van betere zichtbaar heid in het verkeer. "Een aspect waarmee door de motor kledingfabrikanten terdege rekening gehouden wordt, getuige bijvoorbeeld het verwerken van banen reflecteren de stof op de overalls en tweedelige pakken", zo vertelde ons de heer J. Pollemans, van Damen Leathers uit Prinsenbeek, een van de grootste mo torkledingfabrikanten van Europa. "De tijd van de lange leren jas, onhan dig en gevaarlijk, is lang voorbij. We leggen ons toe op het vervaardigen Snelle patronen in vrolijke kleuren. Modebeeld in veulen. Veel accent op kleurige regenkleding dit jaar. AMSTERDAM Geschiedenis is eigenlijk een leuk vak. Als je het tenminste ontdoet van saaie jaartallen. En als je het eens niet over kabinetten en oorlogen hebt, maar bijvoor beeld over fietsen. Ga er eens even voor zitten. Kijk nu eens naar het begin van deze eeuw. In Amsterdam bestonden toen fietsscholen, die zo ongeveer het midden hielden tussen een dansschool en een paardrij- school. De enkelingen die zich een fiets konden veroorloven gebruikten die voor een recrea tief, sportief ritje. Als echt ver voermiddel, nee, dat duurde nog een hele tijd. Eigenlijk gebruikten na verloop van tijd alleen de PTT en de politie de fiets schoorvoetend als echt vervoermiddel en bleef het straatbeeld overheerst door voetgangers. Langzamerhand werd de fiets echter een alge meen ingeburgerd vervoermid del, geschikt om de dagelijkse verplaatsingen binnen een ac ceptabele tijd af te leggen. Daarbij kwam dat het autobezit nog laag was; in de jaren dertig registreerde men één auto op honderd inwoners, terwijl het rijwielbezit zeker vijfentwintig maal zo hoog was. In deze glo rietijd van de fiets nam men bij tellingen in Amsterdam tien ,maal zoveel fietsen als auto's waar. Toen kwam in de jaren vijftig de kentering. De auto kwam net als de fiets dertig jaar terug binnen ieders bereik. Het fiets- verkeer nu in een stad als Am sterdam is mede daardoor sinds 1960 meer dan gehalveerd, hoe wel er toch nog behoorlijke aan tallen verkocht werden. Inmiddels is ook de mechanise ring van de fiets doorgedron gen. Het rijwiel met hulpmotor, later de brommer, heeft grote aantallen mensen verleid de ge zonde trapbeweging, zeker voor langere afstanden, maar te ver geten. Goed het is wat duurder natuurlijk, maar toch, de brom fiets kost in het gebruik het minst, zowel in vergelijking met de andere vervoermiddelen, als met het openbaar vervoer. Maar de brommer houdt niet alleen rekening met de porte monnee, hij biedt ook nog vele andere voordelen: snelheid, geen last van files, direct be schikbaar, vervoer van huis tot huis, weinig plaatsruimte nodig voor parkeren en stallen. Het is dan ook geen wonder dat zoveel Nederlanders dit goedkope ver voermiddel gebruiken voor woon-werk verkeer, het gaan naar school en universiteit, het maken van tochtjes, het bood schappen doen of op visite gaan. De brommer stelt iede reen in staat, zich voor zeer weinig geld snel te verplaatsen - diverse malen sneller dan met het openbaar vervoer in de ste den, zoals een vergelijkend on derzoek vorig jaar heeft uitge- De fiets kwam zo weer even in de verdrukking, tot de brom fietsverkopen recentelijk weer een geduchte knauw kregen van de helmdraagplicht In een kort geleden gehouden enquête noemden maar liefst 28 procent van de ondervraagden de val helmdraagplicht als reden van het feit dat zij minder hun bromfiets gebruikten. Door de jaren heen speelde nog een andere tweewieler een be langrijke rol, de motorfiets, of wel de „armeluisauto". Zeker in de jaren vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog. Een rol die geleidelijk aan minder werd tot het erop leek dat de motor fiets geheel van de weg zou gaan verdwijnen. Maar zie, er komt een opbloei van de motor fiets. Puur door liefhebbers, voor toeristisch gebruik, voor sport. De fiets gaat mee met de trend. Wordt sportiever van ui terlijk. En voilé, de geschiedenis is rond. Net als in het begin van deze eeuw hebben motorfiets en fiets een sportieve en recreatie ve functie herkregen. Geschie denis blijft een leuk vak. De bromfiets is „werkpaard" gebleven. De Bromfietsafdeling van de RAI liet medio 1975 een bromfietsonderzoek uitvoeren onder een representatief aantal Nederlanders van 15 jaar en ouder, dat in dat opzicht enkele interessante resultaten oplever de. Een van de vragen was: voor welke doeleinden gebruikt u uw bromfiets? Het meest genoemd werd het boodschappen doen (47%) gevolgd door het gebruik van de bromfiets om naar en van het werk te gaan (35%). Uit de antwoorden bleek duidelijk dat de bromfiets ook een zeer grote rol speelt bij de sociale contacten; 32 procent gaf name lijk op ermee op visite te gaan. De brommer heeft verder nog steeds een belangrijk aandeel in de recreatie, getuige het feit dat onder andere 37 procent van de geënquêteerden de bromfiets gebruikt voor het maken van tochtjes en om ermee op vakan tie te gaan. Andere opgegeven gebruiks- doelen waren onder meer het vervoer naar school en cursus (niet minder dan 37 procent van de 15 tot 20-jarigen), en naar sportveld en -zaal, het uitgaan naar bioscoop en dergelijke. Op de vraag waarvoor men de brommer nu het allermeest ge bruikt bleek dat voor 28 procent het woon-werkverkeer op de eerste plaats kwam. Het is logisch dat er in die jaren ook heel veel veranderd is in de Nederlandse Tweewielerindus- trie en -handel. Daarin heeft zich de laatste decennia een pro ces van samenwerking en fusies voltrokken, waardoor uiteinde lijk een betrekkelijk klein aan tal grotere bedrijven is overge bleven. Daarnaast trad een ver schuiving van fabricage naar import op. De cijfers hierover spreken duidelijke taal. In 1960 waren er in ons land 22 fietsen- fabrieken en 15 ondernemingen die bromfietsen vervaardigden. Thans zijn er drie grote en zes kleinere fietsenfabrieken en nog twee fabrieken van bromfietsen en twee assembleurs. Het aantal importeurs van bromfietsen steeg van 9 naar 19. Deze verschuivingen zijn ook het gevolg van een proces van internationalisering dat op de tweewielermarkt kan worden geconstateerd. De Nederlander koopt meer buitenlandse fietsen en bromfietsen dan tien of vijf tien jaar geleden, maar omge keerd worden er ook veel meer Nederlandse twee wieiers, vooral fietsen, in het buitenland ver kocht Men vraagt zich nu af of de overheid niet had moeten ingrij pen, vele jaren terug, om de bromfiets en de fiets te bevorde ren in plaats van de auto. Want het is niet anders, lange tijd zijn de fiets en de bromfiets bij de overheidsbemoeiingen stiefkin deren geweest De laatste jaren komt daar duidelijk verande ring in. Voor 1975 stelde de regering voor het eerst uit alge mene middelen een bedrag van drie miljoen gulden voor fietspaden beschikbaar, wat toen door een lid van de Tweede Kamer een lachertje werd ge noemd. Voor 1976 werd een bedrag van 25 miljoen gulden voor fiets- en bromfietspaden uitgetrokken, een subsidiebedrag dat zal stij gen tot 35 miljoen in 1978. Ook bij de provinciale en gemeente lijke overheden komen de fiets en de bromfiets meer in de be langstelling. De activiteiten van allerlei fietswerkgroepen die hun belangen doorgaans met overtuiging weten te verdedigen spelen daarbij een belangrijke rol. De laatste tijd heeft vooral het instellen van (brom)fietsrou- tes in steden en dorpen aan dacht gekregen, dat wil zeggen het aanwijzen van speciale ver bindingsroutes voor fietsers en bromfietsers vanuit de woonwij ken naar scholen, concentraties van werkgelegenheid en winkel centra. Op deze routes wordt ander verkeer dan permanent of gedurende bepaalde uren ge heel of gedeeltelijk geweerd. Daarbij wordt ook gezocht naar de kortste en veiligste verbin ding waarbij voorzieningen wor den getroffen bij kruisingen. Opmerkelijk is het tot stand ko men van vele (brom)fietstunnels en (brom)fietsbruggen, waarvan het aantal met sprongen om hooggaat. Aan het instellen van (brom)fietsroutes liggen door gaans uitvoerige verkeersplan nen ten grondslag met als ge volg dat tussen de plannenma kerij en realisatie nogal wat tijd verloopt Toch is de ontwikke ling in bijvoorbeeld steden als Amsterdam, Den Haag, Delft Rotterdam, Utrecht Groningen, Eindhoven, Haarlem en Tilburg al in een vergevorderd stadium. Al veel eerder is door particu lier initiatief heel wat tot stand gekomen. Er is geen land ter wereld waar in verhouding tot de totale oppervlakte zoveel ki lometer fietspad is te vinden als in ons land. De door de Stich ting „Het Drentse Fietspad" aangelegde honderden kilome ters fietspad mogen een voor beeld genoemd worden. Uit vele landen - tot uit Japan en Ameri ka - is men naar Drente geko men om te kijken hoe men daar de zaak heeft aangepakt Het mag dan zijn dat het Neder landse fietspadennet de aan dacht trekt dat wil niet zeggen dat de situatie al bevredigend kan worden genoemd. Met de snelle opkomst van het gemoto riseerde verkeer zijn de fietspa den wat in de verdrukking ge raakt Toen de fiets zo'n jaar of tien geleden sterk terugkeerde en ook in de recreatie een steeds belangrijker rol ging spelen bleek de situatie compleet on voldoende. Niet alleen door het uitblijven van een aangepaste uitbreiding van het fietspaden- net Vele wegen die fietsers voorheen gebruikten, waren zo danig door gemotoriseerd ver keer in beslag genomen, dat het fietsen en bromfietsen er niet langer veilig kon worden ge noemd. Zoals dat met het tot stand komen van voorzieningen meestal gaat, gaat het ook met de fietspaden: tussen plannen makerij en realisatie ligt een lange, soms zeer lange tijd. Het gevolg is dat de fietspadvoorzie ningen achter zijn gebleven bij de behoefte. Dat is een kwalijke zaak omdat het stimuleren van het fietsgebruik van betekenis is voor het oplossen van allerlei nijpende verkeersproblemen, terwijl in het bijzonder de brommer een grote rol speelt bij het woon/werk en woon/school- verkeer. Daarbij komt dat ook de toegenomen vraag naar re creatiemogelijkheden de behoef te aan (brom)fietspaden bevor dert Veel natuurgebieden moe ten nog door fietspaden worden ontsloten, terwijl bovendien veel natuurgebieden voor ander ver keer zijn afgesloten. De laatste ontwikkeling op tweewielergebied is de snorfiets. Een milieuvriendelijke, zich met een slakkegangetje van twintig door het verkeer slingerde krui sing van fiets en bromfiets. Be langrijkste voordeel: zonder helm te berijden. Maar nog niet toegestaan. Een ding is zeker: Als minister Westerterp het ver lossende woordje ,',ja" uit spreekt komt er een rush op dit vervoermiddel. Want de twee wieler blijft in, om te snorren, te brommen, te trappen. GERARD CRONE V-1000 Hydro-Convert, een machine voor de motorrij der, die de gemakken van een hydraulische koppel- omvormer en een voorkeu zen-versnellingsbak op prijs weet te stellen. Uit legerontwikkelingen en de terreinsport kenden we al enkele jaren automati sche motoren met „vario- matic" (Rokon en Hag- glund), maar Guzzi durfde het als eerste aan om een automaat voor de gewone motorrijder te brengen. Guzzie zal waarschijnlijk niet de enige blijven, want bij Honda wordt reeds lan ge tijd proef gereden met een automatische versie van de CB750 en het lijkt aannemelijk dat ook voor de GL-1000 een automati sche versie te verwachten is. De president-directeur van Honda, mr. Kihachiro Kawashima, heeft enkele maanden geleden in een in terview het bestaan van prototypen met automati sche versnellingsbak toege geven. In de sportsector verbaasde het Zweedse merk Husq- varna onlangs vriend en vijand met het uitbrengen van een terreinmodel met automatisch schakelende 4-versnellingsbak. De eer ste testritten met deze ma chine verliepen althans vol gens de Amerikaanse vak pers zeer bevredigend. Qua vormgeving staat de motorrijder nog veel te wachten in de toekomst Italiaanse ontwerpers toon den op de Motorshow in Milaan eind 1975 enkele knappe doorbraken. Met name de prototypen van de Benei li en Guzzi 250cc vier- cylinders waren oogstre lend door hun strakke mo derne lijnen, waarbij voor een aantal onderdelen een andere plaats gevonden was, dan de tot dusver ge bruikelijke. Honda deed met de GL 1000 al een stap in deze richting door de benzine tank naar een plaats onder de buddyseat te laten ver huizen, terwijl bij Guzzi en Benelli de instrumenten in gebouwd werden in de ben zinetank. Van de „zware jongens" over naar de fiets. Worden de motoren steeds zwaar der, de fietsen steeds lich ter. Een racefiets van 4,9 kilo is al nauwelijks meer opzienbarend. Hoogtens de prijs. Gitane spant in dat opzicht de kroon, met een racefiets van 2400 gulden. Een grapje op fietsgebeid is de hefboomfiets, waarvan de pedalen rechtstandig op en neer moeten worden be wogen. Maar wie weet slaat dat even goed aan als de driewieler boodschappen- fiets die ook op de RAI te vinden is. In elk geval is het allemaal de moeite van het bekijken waard. Een ritje naar Am sterdam is nooit weg ten slotte. En de tweewieler is gauw even gepakt niet waar. AMSTERDAM - De ware tweewielerminnaar die van dinsdag 24 tot en met zondag 29 februari de RAI bezoekt zal daar zijn hart kunnen ophalen aan de nieuwtjes, die voor hem uitgestald staan. Het groot ste nieuws is natuurlijk de snorfiets. Niet minder dan acht fabrikanten tonen prototypes van Nederlands nieuwste vervoermiddel. Twee fabrikanten, Unikap en Velenzo, brengen zelfs elektrisch aangedreven (snor)fietsen, die, als we ons niet vergissen, wel zeer gauw als „zoemfietsen" aangeduid zullen gaan worden. Bromfietsen met waterkoe ling, met aluminium gego ten wielen, bromfietsen in nostalgisch „ouderwetse" uitvoering, ze staan er ook. Te kust en te keur. Meer echt nieuws, waarin ook een duidelijke ontwik kelingstrend te onderken nen valt, is er bij de motor fietsen. Zo is duidelijk het aantal tweetaktmotorfiet- sen aan het afnemen, voor al van de Japanse fabrie ken. Lanceerde men enkele jaren geleden nog het ene na het andere nieuwe twee- takt model, die ontwikke lingspolitiek is nu stopgezet en men kan ontwikkelingen zien in de richting van de viertakt motor, waarvan het verbrandingsproces heel wat eenvoudiger dan bij de tweetakt „milieu vriendelijk" is te maken. De rol van de tweetakt mo tor is zeker nog niet uitge speeld als wedstrijdmo tor is de tweetakt op dit moment niet te kloppen maar wat de standaardpro- duktie betreft lonkt men nu duidelijk naar de viertakt. Bij de Japanse Kawasaki- fabriek was deze tendens het eerst waarneembaar. De snelle twee- en driecy- linder tweetakt modellen van dit merk waren geliefd vanwege hun sportieve mo torprestaties, maar ruim drie jaar geleden gooide de fabriek het roer om met de De „cockpit" van de zware BMW R90S Nog een andere ontwikke ling, die opvalt, is de ten dens naar de automatische versnellingsbak. Wat enkele jaren geleden nog voor on mogelijk werd gehouden voor een zo sportief ver voermiddel als de motor fiets, werd begin 1975 wer kelijkheid: Motor Guzzi in troduceerde de eerste zwa re motorfiets met automati sche versnellingsbak, de De Unikap snorfiets, die beter zoemfiets kan heten. Elektrisch aangedreven zoemt hij zachtjes door beemden en langs dreven. 900 cc viercylinder viertakt ook een mannetjesputter trouwens terwijl eind 1974 de „milieu-vriendelij ke" KZ 400 parallel twin volgde, een viertakt met een matig vermogen, maar met een uitermate „schone" motor wat de verbranding betreft Vorig jaar volgde in de KZ-serie de 750 cc twin, die met dezelfde in tenties gebouwd is. Bij Yamaha en Suzuki is dezelfde tendens waar neembaar. De vroegere tweetakt modellen worden hoofdzakelijk technisch vervolmaakt, maar de re search gaat in de richting van de viertakt. Ook bij tweetakt-reus Su zuki zijn er viertakten in ontwikkeling. Hoewel de fabriek hier weinig over los laat, heeft men in Japan al meermalen experimentele modellen gesignaleerd, waarbij geruchten spreken over een 750 tot 1000 cc viercylinder viertakt met bovenliggende nokkenas- sen. Naast de RE-5 Wankel van Suzuki kan de motor- enthousiast dus binnen af zienbare tijd ook een vier takt „superbike" van deze Japanse tweetakt reus verwachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 17