1
Parijs in opgewonden debat
- over bomen op fraaiste plein
EERSTE STRIJDPERK VAN 1976
Nog enkele dagen, en op 24
februari opent de Ameri
kaanse staat New Hampshi
re de reeks voorverkiezingen
(primaries) waarin de kandi
daten voor het Amerikaanse
presidentschap zullen wor
den getest. Dit jaar zijn er
meer kiezers dan ooit bij die
voorverkiezingen betrokken:
de voorverkiezingen zullen
worden gehouden in zeven
staten meer dan in 1972.
De voorverkiezingen zijn er
om de kandidaten voor de
nationale partijconventies
aan te wijzen. Maar de stem
men die de kandidaten zelf
op hun naam verenigen, zijn
in veel staten bepalend voor
de steun die de kandidaten
op de conventies uit de ver
schillende staten zullen ont
vangen. In de overige 21 sta
ten worden de afgevaardig
den naar de conventies gese
lecteerd via partijvergade
ringen en staatsconventies.
De Republikeinen houden
hun nationale conventie op
16 augustus in Kansas City.
De Democraten gaan op 11
juli al naar New York. de
stad die in 1924 een befaam
de impasse beleefde toen pas
na 104 stemmingen John Da-
vis als presidentskandidaat
werd aangewezen. Ook dit
jaar is bij de Democraten
veel onzekerheid over de ui
teindelijke kandidatuur.
Hiernaast een overzicht van
de stand van zaken en de
kandidaten die dinsdag a.s.
met elkaar de strijd aanbin
den. Een strijd met de na
weeën van de Watergate-af
faire en de feestelijke om
lijsting van het 200-jarig be
staan van de republiek.
Henry Kissinger. Hij beging een grote fout
door Nixon van strafvervolging te vrijwa
ren, en sindsdien ligt hij vrijwel constant
overhoop met het Congres.
Maar ook Reagan heeft zijn zwakheden, in
weerwil van de glamour die Hollywood
achteraf aan deze voormalige tweederangs
acteur heeft verleend. Fords campagnebu
reau is er al in geslaagd wat mensen aan
het denken te zetten over Reagans plannen
om meer bevoegdheden van de centrale
regering over te hevelen naar de staten,
en over Reagans conservatisme. Reagan
verdedigt immers het vrije ondernemer
schap. de particuliere gezondheidszorg en
particuliere energievoorziening als de beste
garanties voor het algemeen belang. En
Reagan heeft ook niet altijd een antwoord
klaar. Dezer dagen stond hij op een po
dium voor zijn eigen portret het lachen
de gezicht van de overwinnaar, met de
slogan: hij zal het nieuwe leiderschap bren
gen waaraan Amerika behoefte heeft
toen een jongetje van 12 13 jaar hem
vroeg wat hij zou doen met Angola. „Ik
weet het niet, evenmin als jij", zei Reagan.
„Maar ik weet het wèl", kaatste de jongen
terug, en de menigte barstte in lachen uit
over Reagans stommiteit.
Toch lijkt Reagan een betere campagne
vechter dan Ford die volgende week en
met name op 9 maart bij de voorverkiezin
gen in de staat Florida en op 16 maart
in de grote staat Illinois het zwaar te
verduren krijgt. Vandaar dat veel Republi
keinse kiezers verwachtingsvol uitkijken
naar de ontwikkelingen bij de Democraten.
Democraten
De Democratische Partij echter heeft sinds
het vertrek van president Johnson te kam
pen met een gebrek aan nationale leiders:
Gouverneur Wallace van Alabama geniet
als enige kandidaat nationale bekendheid,
maar niet voor alle Amerikanen in positie
ve zin. Verder is het licht van de schijnwer
pers verdeeld over heel wat kandidaten,
onder wie Sargent Shriver, Henry Jackson
en Jimmy Carter de duidelijkste indruk
hebben gemaakt.
De campagnevoerders voor de verschillen
de kandidaten, doorgaans vrijwilligers uit
andere staten, hebben het afgelopen week
end becijferd dat ongeveer 70 procent van
de 116.000 geregistreerde Democraten hun
keus nog niet bepaald hadden. En de
meeste van hen wisten niet wie de kandi
daten waren. En daarom hadden de vrij
willigers al hun tijd nodig met het huis-
aan-huis uitdelen van pamfletten en beant
woorden van vragen. Senator Birch Bayh
werd op straat aangehouden door een
vrouw die meer geïnteresseerd was in de
juiste spelling en uitspraak van zijn naam
dan in enige politieke uitspraak. En een
van de mannen die voor senator Frank
Harris van Oklahoma werkt, werd ge
vraagd: „Is dat die korte?". Het eerlijke
antwoord was ja, hoewel de man van
Harris het waardiger probeerde te laten
klinken. Zijn tegenpool, „de lange", is Mor
ris Udall, Congreslid uit Arizona, de
„vriendelijke", is Sargent Shriver, aan
hangsel van de Kennedy-dynastie, en de
man met het zuidelijk accent is Jimmy
Carter, vroeger gouverneur van Georgia.
Er is geen sprake meer van een simpele
tweestrijd als tussen Johnson en McCarthy
in 1968, of toen McGovern en Muskie in
1972 de voorverkiezingen ingingen. De za
ken liggen chaotischer en de persoonlijk
heid van een kandidaat en de organisatie
van zijn campagne kunnen hier even be
langrijk zijn als zijn politieke denkbeelden.
Harris is een van de weinige kandidaten
die geprobeerd hebben een duidelijk stand
punt in te nemen. Hij wil graag bereiken,
waarin McCarthy en McGovern niet ge
slaagd zijn: een coalitie tot stand brengen
tussen werkende klasse en liberale intellec
tuelen, maar anderzijds wil hij van het
radicale image af dat sommige media van
hem hebben getekend. Bovendien zijn de
liberale kiezers, die eerder voor McCarthy
en McGovern hebben gekozen, nu verdeeld
tussen hem en Morris Udall, die volgens
de staf van Harris kan steunen op de
„limousine liberalen", de rijken uit de bete
re voorsteden.
Udall heeft zijn campagne vooral gericht
op het punt van de eerlijkheid in de rege
ring, en daarbij aangehaald dat hij al tegen
de Vietnamese oorlog was toen zijn broer
nog in het kabinet van Johnson zat, en dat
hij de financiële positie van zijn campagne
al openbaar maakte voordat de wet dit
verplicht stelde. Udall wordt in New
Hampshire gesteund door vier van de Con
gresleden van de staat en door Archibald
Cox, de door Nixon ontslagen Watergate-
onderzoeker die sindsdien het symbool van
onkreukbaarheid geworden is.
Aan de andere kant van de Democratische
Partij staat Carter die het voordeel heeft
een goede indruk gemaakt te hebben bij
de presentatie van de kandidaten in Iowa.
Maar die vroege voorsprong heeft ook zijn
nadelen. De pers is begonnen zijn achter
gronden uit te diepen en zijn speeches
beter te analyseren. En enkele andere kan
didaten, zowel de liberale Udall en Bayh
als de conservatieve Wallace, hebben hem
al een weinig principiële opportunist ge
noemd die in heel wat belangrijke kwesties
twee standpunten probeert in te nemen,
zoals in de kwestie van de abortuswetge
ving. Ook de geschiedenis van zijn gouver
neurscampagne in 1970 en zijn verhouding
tot Wallace hebben kritiek opgeleverd, het
geen weer tot verwarring in het kamp van
Carter heeft geleid. Maar toch kan het
sterke conservatief-katholieke element in
New Hampshire, waar Frans-Canadezen,
Italianen en Ieren sterk vertegenwoordigd
zijn, Carter om zijn uitspraken tegen abor
tus een steun in de rug geven.
Blijven over Birch Bayh, wiens uitspraken
onduidelijk zijn, en Sargent Shriver, die
probeert New Hampshire met de Kennedy-
staat Massachusetts te verbinden, in de
hoop dat de twee voorverkiezingen samen
hem de lift zullen geven die hij zo nodig
heeft. Als hij hier niet slaagt, zijn er elders
geen kansen meer voor hem.
Al met al ontbreekt een duidelijke kandi
daat. Veel Democraten rekenen erop dat
ofwel senator Humphrey, Johnsons vice-
president en Democratisch kandidaat in
1968, ofwel senator Edward Kennedy, zich
beschikbaar zullen stellen als de nationale
conventie op 11 juli een beroep op hen doet
bij gebrek aan een duidelijke winnaar.
Beiden scoren hoge cijfers tegen Ford in
de opiniepeilingen. Een andere mogelijk
heid is senator Frank Church, wiens be
kendheid nationaal en internationaal snel
toeneemt als voorzitter van de commissie
die de rol van de inlichtingendiensten en
van de internationale concerns bestudeert.
Church heeft echter gezegd eerst zijn taak
in deze commissie te willen voltooien.
Gouverneur Wallace blijft een hoofdstuk
apart. Hij zal er, onder normale omstandig
heden, niet in slagen de Democratische
kandidatuur te verwerven. Het gevolg zal
zijn dat Wallace opnieuw als zelfstandig
derde kandidaat de verkiezingen ingaat
Een van de weinige zekerheden van de
verkiezingen van dit jaar is dat hij niet
de winnaar zal zijn.
Paul Toby
onj. CONCORD, New Hampshire De Repu
blikeinse kiezers in de Amerikaanse staat
New Hampshire, de eerste staat waar
voor-verkiezingen worden gehouden,
staan voor de moeilijke keuze tussen pre
sident Ford en zijn tegenstander, oud-gou-
vemeur Ronald Reagan van Californië. En
mdat is niet omdat zij beide kandidaten zo
Riinhogelijk bewonderen, maar, integendeel,
strjuist hun fouten zo duidelijk zien, aldus
het oordeel van een journalistenteam van
de Washington Post na een intensieve
speurtocht door deze staat die erom be-
1 nakend staat het gemiddelde van de Ameri-
kaanse kiezers te weerspiegelen.
Te(Volgens deze verslaggevers zijn er twee
3er9dingen uit af te leiden. Op de eerste plaats
auerjdat de stemmenpercentages voor Ford en
w Reagan zo dicht bij elkaar liggen dat een
Kleine misstap van één van hen beslissend
kan zijn. En op de tweede plaats dat de
■^Democraten een flinke kans hebben de
staat straks te winnen hetgeen tevens
inhoudt dat zij in staat zullen zijn de
■^herkiezingen in november te winnen. Als
zij tenminste erin slagen een kandidaat
aan te wijzen die de steun van de hele
hipartij heeft.
ogeFord wordt door veel van zijn partijgeno-
Jen beschouwd als een beste kerel zonder
veel zelfvertrouwen, gehandicapt door een
in meerderheid Democratisch Congres en
■■^overvleugeld door zijn minister van buiten
landse zaken, de steeds meer omstreden
Vol
reize PARIJS Sedert enkele weken
dkop heeft Parijs weer een 'cause
ika e célèbré, waarin ieder zijn me-
idhot ning meent te moeten geven en
die tallozen, die er al dan niet
bij betrokken zijn, tot tegen
standers maakt. Het is een
kwestie van bomen. En van ge-
voel voor schoonheid en van
;ave traditie.
Het fraaiste plein van Parijs, de
Place de Vosges (eertijds Place
wm~ Royale), dat door Hendrik IV
izali0 aangelegd werd, is als gevolg
van de ongeneeslijke iepziekte
van zijn 174 bomen beroofd.
In de afgelopen herfst bleek dat
mmm de iepen niet meer te redden
waren, eenvoudigweg omdat te
gen de zg. ïepziekte niets uit te
RED| richten is. De prefectuur van
Parijs besloot derhalve de zieke
en deels al gestorven bomen te
kappen en te vervangen door
212 zilverlinden. Eind december
rs. J is al het gekapte hout opge
ruimd en men maakt een begin
met het graven van de gaten
voor de linden. En opeens geeft
men er zich rekenschap van dat
L., ei' het plein zonder bomen mooier
ig va en statiger is dan tevoren. Enke-
g Od le duiken in oude documenten
'era* en bewijzen dat het plein vroe
ger geheel en al 'kaal' was, zoals
1 de Place Vendóme, de Place de
la Concorde, de Place des Vic-
■i toires: geen bomen, geen park,
U geen beplanting En meteen
fgd breekt de grote polemiek los: is
gk1 dit niet het ideale ogenblik om
het plein in zijn oorspronkelijke
nobele architectonische puur
heid te herstellen?
De polemiek blijkt niet zo een
voudig. In de tijd van Hendrik
IV werden de twaalfduizend
vierkante meters van het plein
als arena gebruikt, voorname
lijk voor toernooien. Vanzelf
sprekend stond er geen boom.
Maar, zo verklaren anderen,
heel het gebied rond het plein
was landelijk, vol groen en bo
men, het plein was het uiterste
deel van de stad en rondom
begon het glooiende land.
Maar in 1660 werd het centrale
gedeelte in een grasmat her
schapen en door gesmede ijze
ren hekken omgeven. In 1783
plantte men, om het geheel lom
merrijk te maken, twee rijen
linden. Later zijn de linden door
iepen vervangen, en de iepen
zijn nu. zoals gezegd dood en
gekapt.
En het ontvlamde debat onthult
nu ook. dat de architecten van
de stad Parijs al meer dan twin
tig jaar met elkaar over hetzelf
de onderwerp twisten: het plein
zijn groene lommer laten behou
den of het herstellen in zijn
oorspronkelijke harmonische
staat. En met uitvoerige demon
straties wordt aangetoond hoe
het groen de pure harmonie van
de fraaie omliggende huizen
breekt. Voor de meesten is de
Place de Vosges bekend omdat
Victor Hugo er eertijds woonde,
wiens huis in een museum her
schapen is. Maar nu de wijk „Le
Marais", opnieuw in de mode
gekomen is, hebben diverse be
kende artiesten, akteurs en in
tellectuelen zich daar gevestigd,
wier stemmen nu in de pole
miek luid beginnen te klinken.
De omwonenden en dat wil dan
zeggen, het kleine volk dat in de
omgeving gevéstigd is, pleit
hartstochtelijk voor het planten
van de bomen, omdat het plein
het enige groene plekje in de
oude wijk is, het enige waar de
bejaarden in de schaduw kun
nen zitten, waar men de kinde
ren kan laten spelen, waar de
moeders kunnen handwerken
en lezen en de honden de poot
lichten. De schoolbesturen van
de omgeving wijzen op de nood
zaak van het handhaven van
een 'long' in de vorm van een
groep bomen. En op 27 januari
neemt het Parijse gemeentebe
stuur een beslissing en meent
een soort salomons-oordeel te
vellen: de linden worden ge
plant. maar zullen op zijn Frans
gesnoeid worden en mogen niet
hoger dan zes meter worden.
Maar daarop laat dan opeens
president Giscard d'Estaing, die
onder petities en smeekschriften
bedolven is, weten dat hij van
mening is, dat het plein gehand
haafd moet worden in een toe
stand die zoveel mogelijk met
de oorspronkelijke overeen
komt.
De vorst viel in en dit was een
meer dan welkom argument om
het planten van de linden (die
in grote wortelkuipen staan te
De Place de Vosges in zijn „groene tijd" Vanuit de lucht is de fraaie architectuur goed herkenbaar.
wachten) op te schorten. De om
wonenden, de pro-bomen-ijver-
aars, trekken zich van de hard-
bevroren grond niets aan. ko
men met houwelen en spaden
en schoppen en planten symbo
lisch de eerste linde. Nieuwe
polemiek. Hoe moet de eerste
boom genoemd worden: vrij
heidsboom of linde van de re
bellie?
Intussen is de dooi ingetreden
en de 211 overige bomen zouden
nu zonder moeilijkheden ge
plant kunnen worden. Maar de
discussie laait heviger dan ooit
tevoren op. Dag- en week- en
maandbladen wijden er artike
len aan, radio- en televisie-sta
tions interviewen voor- en te
genstanders van de bomen, de
zaak dreigt politieke verwikke
lingen te krijgen, omdat de be
voegdheden van de president er
bij betrokken worden. Maar de
ze heeft niet gezegd wat er dient
te gebeuren, alleen wat hij
denkt dat het beste zou zijn.
Maar de gemeentelijke plantsoe-
nendirektie wil tegen deze voor
keur van Giscard niet ingaan.
En waarom iet?
De heersende status quo is
merkwaardig: een linde is ge
plant, 211 staan te wachten, 199
gaten zijn gegraven. Een derde
groep probeert bemiddelend op
te treden door de hartstochten
af te buigen en te concentreren
op het probleem van het parke
ren rond het plein, op de lelijk
heid van het ijzeren hek. op de
vervallen staat van de gevels.
En met deze goede bedoeling is
alles nog ingewikkelder gewor
den, want nu zijn de automobi
listen in alle staten geraakt, om
dat zij er nagenoeg zeker van
zijn. dat hun parkeerruimte ver
dwijnen zal. Tot voor kort was
het zo. dat een gastvrouw, als
tijdens haar diner een stilte viel.
meende te moeten zeggen: 'en
wat denkt u van de Place des
Vosges?' Nu is het zo, dat zij
haar invités tevoren belooft dat
het onderwerp volkomen taboe
zal zijn.
JAN DRUMMEN
L