65-JARIGE PROFESSOR
WILLEM NAGEL:
Mgr. Simonis: Vormsel vraagt om
ondersteuning van gemeenschap
KOLONEL GADDAFI
UITGENODIGD VOOR
BEZOEK AAN PAUS
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1976
GKIDSE uuuKAN l'
PAGINA 6
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Leiden „Ik ben bang voor de Duitsers: het is een
volk dat Cultureel slecht is opgevoed. Na de Tweede
Wereldoorlog was er een kans op verbetering, maar
de Amerikanen hadden liever de Duitsers van het
oude stempel als bondgenoot. Ik wil de daden van
de Baader-Meinhofgroep zeker niet goedpraten maar
ik ben blij dat er jonge mensen in Duitsland zijn
die tegen het prediken van law and order ingaan.
Mensen die zich afzetten tegen lieden als Franz Josef
Strauss, die nog altijd dezelfde nationaal-socialist is
en de Waffen SS nog steeds verheerlijkt."
Deze boude uitspraak is opgete
kend uit de mond van de Leidse
hoogleraar in de criminologie en
penologie, prof dr. Willem H.
Nagel, die deze week afscheid
nam van college's en studenten
bij het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd.
Prof. Nagel, van mening zijnde
dat een hoogleraar na zijn 65-ste
het onderwijs aan jongeren
moet overlaten, wil zich verder
bezig gaan houden met zijn hob
by: het schrijven en publiceren
van wetenschappelijk én literair
werk, want naast een bekend
hoogleraar is Nagel ook nog
zeer bekend geworden als
schrijver. „Ik heb een tweeledi
ge indentiteit" onder de naam J.
B. Charles, de auteur van onder
meer de naam „Volg het spoor
terug".
De scheidende Leidse hoogle
raar die zijn vakgebied, de cri
minologie. het liefst omschrijft
als micro-polemologie. de leer
van conflicten van mensen met
zich zelf en de maatschappij,
brengt een aantal visies naar
voren waann zijn. volgens hem.
polemische aard ten volle tot
uiting komt
Prof. Nagel noemt zich zelf r.iet
„anti-Duits", maar het is wel
opvallend dat zijn angst voor
Duitsland en de Duitsers telkens
weer bij hem boven kómt. „Het
is een gevaarlijk land", zegt Na
gel. dat naar mijn mening weer
de verkeerde kant opgaat Wat
mij bij het oordelen als leden
van de Bader Meinhofgroep ook
zo ergert is dat men vergeet dat
de vorige generatie miljoenen
misdaden heeft gepleegd van
een zelfde zo niet ernstiger aard
dan die van deze jonge men
sen"
Schijnbaar in tegenspraak met
zijn oordeel over de Duitsers is
de opvatting van de Leidse cri
minoloog dat de drie van Breda
nodig moeten worden vrijgela
ten. „Wat er met deze mensen
gebeurt komt neer op een lang
zame doodstraf. Ik ben een te
genstander van die straf, hoe
dan ook. Men heeft na de oorlog
deze drie echter niet willen
doodschieten en hen gratie ge
geven. Ik vind het laf, dat men
toen niet heeft willen wijzen op
de tijdelijke aard van onze le
venslange gevangenisstraf. Ze
moetn nu maar worden vrijgela
ten ook al ben ik er van over
tuigd. dat ze thuis met muziek
en bloemen zullen worden bin
nengehaald. Wat mij betreft mo
gen de verantwoordelijke hog
nazi-generaals die ook nu nog in
het Duitse leger hoge posities
bekleden, hun plaats voor een
aantal jaartjes innemen. Ik vind
het misselijk dat zij destijds de
dans zijn ontsprongen", zegt
professor Nagel.
Uit zijn ergernis hierover blijkt
wel hoe Nagel over het straf
rechtelijk systeem denkt. Hoe
wel hij zegt er van overtuigd te
zijn dat ons systeem gebrekkig
functioneert, meent hij in tegen
stelling tot sommige van zijn
vooral Rotterdamse collega's,
dat afschaffing van een straf
rechtelijk systeem tot teveel so
ciale onrust zou leiden. „Misdrij
ven moeten beantwoord worden
met gevangenisstraf. Je kunt
niet volstaan met geldboetes.
Het is voor mij weliswaar de
grote vraag of het werkt, maar
toch wijs ik de vergeldingsge
dachte niet helemaal af. Ik vind
het natuurlijk, dat er een pijn
lijk antwoord komt voor de de
linquent op zijn misdrijven.
Voor mij is het te gemakkelijk
om deze gedachte zoals in de
mode is „onmenselijk" te noe
men. Vergelding is voor mij ze
ker geen vies woord," aldus
prof. Nagel.
De scheidende Leidse hoogle
raar heeft een redelijk vertrou
wen in de Nederlandse straf
rechtspleging (meer dan in de
Duitse) al zet hij de nodige
vraagtekens bij het „rommelen
met cijfers" op het ministerie
van Justitie. Hij doelt daarbij op
de problemen die er zijn met het
executeren van vonnissen. Zoals
bekend is daar nog al een ach
terstand in. „Eerst had men het
over 4000, toen werden het er
6000, na het aftreden van staats-
seretaris Glastra van Loon wa
ren het er ineens 12.000 en nu
hoor ik al mensen spreken van
14.000. Dit soort dingen veront
rust mij in hoge mate. Als je dit
bij de fiscus uit zou halen zou
je in de gevangenis terecht ko
men. Het is natuurlijk so-wie-so
raar dat straffen niet ten uit
voer worden gelegd. Maar dat
erop deze manier met cijfers
wordt gerommeld vind ik af
schuwelijk. Ik begrijp niet dat
de Directie Gevangeniswezen
geen rekening houdt met de ten
dens van de rechters om langere
straffen op te leggen. Hierbij
past niet het sluiten van gevan
genissen", zo oordeelt prof. Na
gel.
Wetenschapper, dat is de eerste,
criminologische identiteit van
Prof. Willem Nagel. Hij heeft
echter nog een tweede identiteit,
zoals hij zelf zegt, die van schrij
ver, onder de naam J. B. Char
les.
Beide identiteiten van Willem
Nagel doen beslist niet denken
aan de schizofrenie van dr. Je-
kyll en mr. Hyde. Maar toch
roept een avondlijke entree in
de „kast van een huis" aan de
Warmondse kant van de grens-
straat met Leiden (want dat is
de Warmondseweg nu een keer)
direct de maker van Jekyll en
Hyde in de herinnering: Edgar
Allan Poe. Immers - o griezel -
bij het beroeren van de deurbel
ontwaren we eensklaps in een
stenen nis naast de ingang twee
lichtende ogen. Daaromheen
kromt zich de rug van een zwar
te kat Het blijkt even later een
aardig dier, maar tóch... Niet de
ingemetselde kat van Poe. maar
zwarte Bibi. met een naamko-
kertje aan een halsband. Bibi
blijft buiten afschrikwekkend
doen, „maar hij weet zijn eigen
weggetje naar binnen te vinden:
via de kelder", verklaart zijn
meester K. B. Charles zich na
der. als hij de kat buitensluit.
De hooggeleerde Nagel blijft
hooggeleerd, maar hij stond
vanmorgen niet meer als eerste
op de stoep van zijn criminolo
gisch instituut „dat had ik
nou eenmaal: wilde altijd daar
zijn vóór de anderen kwamen".
„Ik wilde dit grotere huis heb
ben. omdat ik ergens mijn werk
moet kunnen doen als ik bij de
universiteit weg ben. Daar heb
ik ruimte voor nodig. U zag het
Professor W. Nagel als de schrijver J. B. Charles voor zijn rijk voorziene boekenkast.
boven: de „literaire" overloop
met daarnaast mijn kamer als
criminologische afdeling. Ik ga
nu lekker drie boekjes schrijven
op criminologisch gebied. Sep
tember komt het eerst uit bij
Samson: mijn oratie van 20 jaar
geleden en mijn afscheidsrede.
Ik weet niet, of dat een bestsel
ler wordt, maar die héb ik wel
Professor W. Nagel de criminiloog: „Ik wijs bij voorbaat vergelding voor bedreven
misdaden niet af".
gemaakt, o.a. „Van het kleine
koude front", van 1966. zes
drukken (dat vond ik zelf beter
dan het eerste, „Volg het spoor
terug").
Nagel blijft aan het front staan:
polemisch, zoals hij zich altijd
heeft uitgedrukt. Zoals hij ge
boeid en afgesloten heeft. „Ik
ben nou 65, zou mogen door
gaan tot 70 jaar. Maar dat op
houden is niet slecht voor een
hoogleraar die dagelijks met
jonge mensen moet omgaan.
Een ouwe rechter heeft een
opeenstapeling van veel rechts-
en wetskennis. Die kan tot z'n
tachtigste doorgaan. Ik vond het
genoeg. Het was een ver
moeiend leven, hoor. Toch wel.
Maar ik ga door met wat ik
altijd deed, m'n wetenschappe
lijk werk, met schrijven, m'n
gedichten. Vraag me niet waar
over ik dicht. Het is bijna niet
polemisch. Tot nog toe zijn het
7 of 8 bundels. Ik ga ermee
door. In niets hoop ik te veran
deren".
„Als auteur zit ik op een vrij
eenzame post. Ik voel me niet
erg aangetrokken door de club
die schrijvers bindt. Nou ja,
bindt; ze bij elkaar brengt om
zichzelf op te schroeven. Voor
geen 100 gulden kom ik niet de
trappen op van de Amsterdam
se Kring, waar lieden als Mu-
lisch en Schierbeek bijeenko
men. Ik voel niets voor die ont
moetingen. Ik voel ook niets
voor een voorzitterschap
zoals me werd aangeboden
van de Penclub. Het klinkt
hooghartig, maar ik moet die
mensen niet zo hard. Ik ga lie
ver met schilders om dan met
schrijvers; schrijvers staan me
te hoog, zijn minder solidair, te
veel bezig met „goud maken".
Schilders door mijn hele huis
hangen hun werken hebben
het vaak een stuk moeilijker. Ik
wil niet weten waar Mulisch
mee bezig is, wel hoop ik dat
een schilder me laat zien wat hij
onder handen heeft".
Dit was en is nog steeds Willem
Nagel: -een leven rond het nut
van straffen, een bijtende visie
op de betrekkingen tussen men
sen onderling; een blijvende
zucht naar rechtvaardigheid en
betrekkelijkheid. De mens in
zijn waarde laten en niet ter
dood brengen als een „onmens"
met een dierenkop om zijn
hoofd, zoals de Romeinen de
den, omdat ze moeite hadden
met het doden van een mens.
ook al had die de dood ver
diend. „Ik gebruikte mijn pen
tijdens de oorlogsjaren. Ik
schreef toen „strijdende" stuk
ken voor de illegale pers. Men
moet zich niet verbazen als ik
nog steeds strijdend schrijf.
Charles was een codenaam uit
de oorlog. Onder die naam ben
ik door blijven schrijven. J. B.
betekent niets; ik had het gevoel
dat er voorletters voor moesten.
Het schrijven is altijd gebeurd
in de marge van mijn hoofd
werk. Het is eigenlijk hetzelfde.
Ik moet zeggen, dat ik in feite
een heel mooi leven heb ge
had..."
Tekst: Arjen Broekhuizen
Ton Pieters
Foto's: Milan Konvalinka
„Niemand leeft voor zichzelf. Niemand
gelooft op eigen houtje. Je hebt een
gemeenschap nodig, die je draagt en
aanvaardt en waarin je je thuis weet.
Zullen de jongens en meisjes die straks
het Heilig Vormsel gaan ontvangen in
uw parochie mensen ontmoeten, die
hen bemoedigen in hun keuze voor
Christus en zijn kerk? Zullen ze er
mensen vindem die laten zien, hoe men
ook kan groeien in geloof, hoop en
liefde? Of zal hun idealisme stuiten op
onbegrip en onverschilligheid?"
Deze vragen stelt de bisschop van Rot
terdam, mgr. dr A. Simonis, in een
speciale brief, die hij tijdens deze voor
bereidingstijd op het ontvangen van het
sacrament van het Vormsel heeft ge
richt aan priesters, ouders, vormelingen
en alle parochianen in het bisdom.
Door het vormsel, zo stelt mgr. Simonis,
worden de meisjes en jongens geroepen
om persoonlijk en samen mee te wer
ken aan de opbouw van de kerk. Ze
staan voor een nieuwe fase in hun leven
en gaan beseffen, dat ze in een tijd van
enkel ontvangen, nu ook gezonden gaan
worden om te geven. Ze worden eerder
dan vroeger geconfronteerd met de sa
menleving, met de gevolgen van mense
lijke keuze ten goede of ten kwade.
Mgr. Simonis onderkent de problemen,
verbonden met de toediening van het
vormsel op twaalfjarige leeftijd, maar.
zo zegt hij, de Heilige Geest is een gave.
De vormeling behoeft niet biologisch
volwassen te zijn om de Heilige Geest
te kunnen ontvangen. Het vormsel is
eerder het sacrament van het volwassen
wórden dan van van het wolwassen
zijn.
Wel is een goede follow-up vereist in
gezin, pastoraat en katechese; als de
voortgezette geloofsvorming ontbreekt,
moet niet allereerst de leeftijd maar
eerder de begeleiding aan een gewetens-
anderzoek worden onderworpen.
De bisschop heeft wel begrip voor de
juders, die besluiten tot een later tijd
stip van het ontvangen van het vormsel,
maar, zo schrijft hij, „ze zullen ontdek
ken dat aan een later tijdstip toch weer
andere problemen verbonden zijn".
Mgr. Simonis wijst, wat de voorberei
ding betreft, op het informeren over de
tending van de kerken over de missio-
aarissen, zusters en ontwikkelingswer
kers, op de mogelijkheden om priester
)f kloosterling te worden, op het aan
dacht vragen voor allerlei parochiële
groepen van kerkelijk en maatschappe-
jjk dienstbetoon, het inlichten over de
kenaat en bisdom, de kerkprovincie en
andere kerkgemeenschappen ter plaat-
Vlgr. Simonis zegt tenslotte, dat het
goed is om zich bij deze gelegenheid
aijzonder af te vragen „wat God van
eder van ons verwacht". Dit wordt heel
:oncreet en dus in vele opzichten voor
eder weer anders. Buitengewone Gees-
.esgaven hebben altijd bestaan, maar
de vruchten van de Heilige Geest ko
nen doorgaans tot uiting in de meer
kleine dingen van het dagelijks leven:
n huwelijk en gezin, in school, zieken-
auis en bedrijf, in roeping en taal. Het
s daarbij belangrijk om de geesten te
anderscheiden, het kaf van het koren.
De kerk helpt ons daarin. Aldus mgr.
Simonis.
Kerk
en
wereld
Brits voorstel
tot
intercommunie
van de
hand gewezen
De Pastoor van Burnham in
Engeland, die zoals gemeld,
vanaf Witte Donderdag behal
ve zijn katholieke parochia
nen ook de Anglikaanse aan
wezigen wilde uitnodigen deel
te nemen aan de communie,
heeft van bisschop Grant van
Northampton opdracht gekre
gen zijn voorstel in te trek
ken, dat volgens hem in de
strijd is met de huidige voor
schriften van de kerk.
Ook de oecumenische commis
sie van de Britse bisschoppen
conferentie is gekant tegen de
openlijke intercommunie, die
zich niet langer zou beperken
tot de toegestane uitzonder
ingsgevallen. Volgens de com
missie zal een dergelijke inter
communie niet bijdragen tot
de eenheid en evenmin helpen
om dit netelige probleem op te
lossen.
De methodistische bisschop Abel Moe-
zorewa, oud-voorzitter van de Afri
kaanse Nationale Raad, heeft politiek
asiel gevonden in Mozambique, waar
hij voorgoed denkt te blijven. In sep
tember werden hij en de spoorloos
verdwenen ds. Sithole in de leiding van
de Afrikaanse Nationale Raad vervan
gen door politici, die minder hard zou
den zijn in de onderhandelingen met
het blanke minderheidsbewind. Bis
schop Moezorewa voelt zich in Rhodes-
ië niet meer veilig. Naar zijn mening
is de ANR nu uiteengevallen, zodat de
regering Smith nu gemakkelijk spel
heeft.
KORTE METTEN
De internationale Pax Christi organi
seert van 27 juli tot 2 augustus een
stermars voor de vrede naar Trier. Er
worden ongeveer driehonderdzestig
deelnemers, vooral uit West-Europa ver
wacht. Van twaalf startplaatsen uit zul
len zij in tien etappes van ongeveer
vijftien kilometer elk naar een gemeen
schappelijk doel in Trier trekken.
De katholieke hulporganisatie Caritas
Internationalis, waarvan „Mensen in
Nood" de Nederlandse afdeling is, be
steedt de komende drie maanden onge
veer 3,7 miljoen kan Libanon. Ruim 2,7
miljoen is bestemd voor voedsel en
medicijnen, de rest voor gezondheids
zorg in de bergen, waarheen velen zijn
gevlucht en voor herstel van huizen en
het opnieuw installeren van mensen op
het platteland.
De Noordamerikaanse indianen zullen
in grote getale deelnemen aan het ee
nenveertigste eucharistisch wereldcon
gres dat in augustus in Philadelphia in
de Verenigde Staten wordt gehouden.
Ongeveer honderdvijftigduizend kath
olieke indianen, behoren tot zo'n drie
honderd verschillende stammen zullen
naar Philadelphia komen. Het totale
aantal indianen in de Verenigde Staten
is momenteel ongeveer achthonderddui
zend.
Een maronitische monnik uit Libanon,
de zalige Sarbelius Makhlouf, zal de
volgende heilige van de katholieke
kerk zijn. Het decreet over de afslui
ting van het proces tot heiligverklaring
is gepubliceerd in de „Acta Apostoli-
cae Sedis". Paus Paulus zal op het
eerstvolgende consistorie de datum
van de heiligverklaring bekend maken.
Het hoofd van de delegatie van de Heilige Stoel op de
Conferentie in Tripoli over de dialoog tussen christendom en
islam, kardinaal Sergio Pignedoli, heeft de Libische president,
kolonel Moammer Gaddafi, namens de paus uitgenodigd voor
een bezoek aan het Vatikaan.
Kardinaal Pignedoli - wel gedoodverfd als de grootste kansheb
ber op het pausschap na Paulus de Zesde - verstrekte Gaddafi
een uitnodiging tijdens een onderhoud van een uur. Het Libische
staatshoofd heeft de uitnodiging in beginsel aanvaard.
Pignedoli en Gaddafi hebben tijdens hun gesprek vastgesteld
dat christendom en islam de gemeenschappelijke wens hebben,
de jongeren op te vangen die het atheïsme afwijzen.
Gadaffi heeft ook gesproken tijdens het officiële gesprek tussen
de islam en de katholieke kerk, dat tot en met vandaag in Tripoli
is gehouden. Hij ontkende daarbij, dat de koran, het heilige
boek van de islam een^ heilige oorlog kent tegen joden en
christenen: „In de koran bestaat geen heilige oorlog tegen de
beide andere heilige boeken. De koran nodigt ons integendeel
uit tot een dialoog met joden en christenen". De heilige oorlog
heeft volgens Gaddafi alleen betrekking op de „ongelovigen".
Tot deze categorie behoren niet de joden, die in de thora
geloven, en de christenen, die in de bijbel geloven, omdat zij
mensen zijn van de heilige boeken.
Alle moeilijkheden en onbegrip komen volgens de islamitische
president hieruit voort, dat de moslims zich niet uitsluitend door
de koran of door de oorspronkelijke koran laten leiden, en dat
van de andere kant de joden zich niet meer afstemmen op de
oorspronkelijke thora en de christenen zich niet meer alleen
laten leiden door het echte evangelie. Volgens Gaddafi kunnen
alle moeilijkheden worden opgelost, wanneer alle drie de gods
diensten zouden terugkeren naar hun oorspronkelijke heilige
boeken. Verder zuden christenen en joden niet langer het feit
moeten bestrijden, dat Mohammed een profeet is, „de weg voor
de moslims naar God".
De leider van de r.k. delegatie, kardinaal Pignedoli, dankte
Gaddafi voor zijn woorden en voor de uitnodiging de conferentie
in Tripoli te houden. De kardinaal, die aan het hoofd staat van
het sekretariaat voor de niet-christenen, noemde de gesprekken
tot nu toe „zeer vruchtbaar". „Wij allen geloven aan de éne,
genadige God". We hebben dezelfde woorden en we ontmoeten
elkaar in dezelfde theologie. Er zal een dag komen waarop wij
één zullen zijn".