JW In Kenia valt toeristisch manna overvloediger uit de hemel dan regen Neckermann biedt Afrika op maat aan Als je een bord neerhangt met „neger-dansen" komt er geen hond kijken. Dat kan de blanke man ook in zijn eigen land zien. Daarom doet de Zamburu-neger alsof en speelt rolvast een levenslustige Masai. Waar zijn de gelukzalige tijden gebleven, dat Afrika nog een donker continent was, dat exclu sief was voorbehouden aan negers, ontdekkings reizigers, steenrijke jagers, sociaal voelende art sen, kolonisten, zendelingen en missionarissen? Zij waren het, die van hun verre reizen terug keerden met bloedstollende verhalen, die door gaans na korte tijd gebundeld werden. Eén van hen was de Amsterdammer Piet Suasso de Lima de Prado, die zich in de wollen boernoes der Witte Paters met het kapmes van het christen dom door de jungle sloeg teneinde Gods water over de hoofden van Gods negerkinderen te gieten. Zijn missie-activiteiten resulteerden in twee kloeke boeken „Luipaardmannen en slan gendansers" en „Vrouwen van ebbenhout", die het aantal roepingen onder de roomse jeugd niet onaanzienlijk deden stijgen.Een jongen van stavast, die in die dagen één van zijn werken bij de bibliotheek leende kon zich na lezing nauwelijks bedwingen om nog diezelfde dag met de kruisvlag hoog in top scheep te gaan richting Afrika. Dat tijdperk der pioniers is definitief afgesloten en het enige, wat er van is overgebleven zijn de inentingen, die de Afrika-reiziger van nu moeten behoeden voor slopende koortsen en kwalijke karbonkels. Hij begint dan ook aan zijn Derde Wereld-klus met opgestroopte mouwen, die dok toren en verpleegsters in staat stellen de serums tegen pokken, gele koorts, cholera en typhus moeiteloos in zijn bovenarm te spuiten. Ze geven hem ook nog een doos pillen tegen malaria en daarna kan hij pas als een wandelend^ prikbord zijn reis beginnen. De rest is een fluitje van een.cent. De rest is een comfortabel vliegtuig, dat hem over de wol ken naar Kenya draagt. Snoepje bij de start tegen suizende oren, een bleke sandwich en koffie als ontbijt en tussen Cairo en Entebbe een warme hap, die haastig genuttigd wordt. Want tegen de tijd, dat je het drilpuddinkje uit zijn plastic jasje pelt heeft de piloot de landing op het vliegveld van Nairobi al ingezet. Knots en pijl Eenmaal op Afrikaanse bodem wacht je met enige argwaan op de spannende avonturen, die je bekend zijn uit de bibliotheekboeken. Waar zijn al die luipaardmannen, slangemensen en tovenaars, waar zijn de huilende negerstammen, die je 24 uur per dag achtervolgen met knotsen en giftige pijlen? Het enige, wat je ziet zijn douane-ambtenaren en agenten in korte broeken, die de indruk wekken, dat het grootste deel van hun politionele taak op de sportvelden ligt Nairobi geeft je daarna de tweede stoot onder de gordel. Nergens een ordentelijke negerkraal of een sluippad met overhangende lianen. Wel vierbaanswegen, verkeerslichten, toeterende au to's en de prestige-objecten, die het ontwaken van een ontwikkelingsland symboliseren: bank gebouwen met marmeren facades, een conferen tiecentrum met uitbundig spuitende fonteinen op de gazons en een draaiend restaurant op de bovenste verdieping. En in je hotelkamer komt uit de kraan met „hot" erop onmiddellijk warm water. Ook dat nog! 's Avonds in restaurant Marino serveert een ober een dozijn oesters (6 gulden), een lobster thermi- dor (8 gulden) en crêpes suzette (4 gulden). Hij draagt een zwarte smoking en lijkt op een zeer onderbelichte foto. Later op het terras bij het hotelzwembad probeer je met een glas whisky in de hand de Grote'Beer in de tropenhemel te ontdekken. De palmen wuiven doezelig en de duikplank aan de overkant is gevangen in het licht van een schijnwerper. Waarachtig, op dat moment begrijp je pas, waarom vroeger tropen jaren dubbel telden. Brandende speer Kop op, denk je die nacht nog hoopvol, mis schien komen de ontberingen morgen vanzelf. Als je dieper doordringt in het rijk van Jomo Kenyatta, de Brandende Speer, zul je er van lusten. De tam-tams zullen je komst over de savanne doorgeven en tegen de tijd, dat je in het Amboseli-park arriveert is het houtvuur vol doende opgestookt om van je. lichaam een smake lijke gezinsbout voor de avondmaaltijd te maken. De dansers in Namanga dragen als ballet-uitrusting een batik-doek met opdruk „Made in Holland", een ijzeren speer en een Seiko-horloge. Vergeet ook dat maar. Als de volgende ochtend de busjes voorrijden blijkt, dat alleen de chauf feurs colberts en witte overhemden met stropdas dragen. De rest heeft zich gehuld in khaki-safari- pakken, die het gezelschap doen lijken op een onduidelijk vredeskorps, dat vóór de lunch nog gauw een waterput wil slaan. Tel uit je winst. De ontdekkingsreiziger anno 1975 is een buspatiënt geworden, die op zijn krent kan blijven zitten, totdat de eerste olifanten in zicht komen. De chauffeur parkeert de bus langs de kant, tilt het dak omhoog en wacht geduldig, totdat de kleurenfoto's voor het familie album zijn gemaakt. „Kan die olifant niet effe draaien", wordt er geroepen, „ik jcrijg alleen zijn gat erop". „Er komen nog meer olifanten", zegt de chauf feur gapend. „Zal je geraaien zijn vader", wordt er geant woord, „we betalen er toch voor". Seiko-horioges In Namanga volgt spontaan een optreden van jonge Masaidansers. De krijgers wachten al ge ruime tijd in de tuin van het River Hotel en kijken wrevelig op hun Seiko-horloges. Want in 1975 is ook voor een Masai tijd geld en als het even kan wordt hij graag per seconde wijzer. Zodra de camera's uit de tassen zijn gehaald en de belichtingstijden zijn uitgewisseld („denk om de slagschaduw Frits. Je kunt rustig diafragma elf nemen) pakken de dansers hun speren en gaan ze in veerkrachtige springprocessie op pad. Als balletmeester fungeert een jongen, die van tijd tot tijd de groep verlaat en zich onder luide aanmoedigingen van de anderen met zijn tenen Er leiden vele wegen naar Ke nya. Maar mocht u een voor- rangsweg prefereren, geplaveid met goede voornemens, die één voor één worden uitgevoerd, dan heeft Neckermann Vlieg reizen een pasklaar vluchtplan bij de hand. Kies maar uit: één week luieren aan de Indische Oceaan, gegarandeerd zon op de bast en het luxe hotel aan het strand; 1300 gulden. Of een fascinerende safari met alles erop en d'r aan: dikhuiden, to venaars, slangemensen, noem ze maar op: 18 dagen, inclusief die ene week safari, de rest luieren bij de branding, vol pension: 2170 gulden. I) kunt ook in een huurauto de nationale parken van dit gebenedijde land gaan verkennen. Of op camping-safa ri gaan en en passant een paar nachten vertoeven in het kroko- dillenkamp. En daarmee zijn de mogelijkheden nog niet uitge put: er zijn ook Kenia/Tanza- nia-safari's, Mount Kilimanja ro-safari's en uitstapjes naar de Seychellen. Als u deze winter nog die kant uitgaat vliegt u vanaf Amsterdam naar Rome en vandaar naar Nairobi. Deze zomer krijgt het Afrika-pro- gramma zijn start in Dussel- dorf. Voor gratis vervoer van uit Nederland wordt gezorgd. afzet en ruim een meter de lucht ingaat (daar zal meneer Auping wel weer achter zitten). Na afloop van de show volgt een verbroedering, waarbij de dansers vooral belangstelling tonen voor de horloges van de bezoekers. „Ik dacht, dat de. mannelijke Masai bij het volwassen worden hun oren doorboren", zegt iemand, „maar als ik deze jongens aankijk, klopt er niks van". „Ja, nee, wacht even", corrigeert de gids stra lend, „maar dit zijn ook geen Masai-negers. Deze jongens behoren tot de Zamburu-stam. Een echte Masai kijkt wel uit om voor toeristen te dansen. Daar is hij net even te trots voor". „En bij de hotelpoort staat een bord met „bezoek de Masaidansen" erop. Hoe zit dat dan?" „Dat zit heel eenvoudig", meent de gids, „als je een bord neerhangt met „neger-dansen" komt er geen hond kijken. Dat kunnen ze thuis in Europa ook zien. Maar Masai is een begrip, een magisch woord. Om die te zien springen willen ze wel een paar gulden neertellen". Voor de echte Masai moet je aan de andere kant van het dorp zijn. Daar hebben topless-vrouwen langs de kant van de zandweg kramen gebouwd, waar ze hun souvenirs hebben uitgestald. Er zitten verdacht veel kralen en spiegeltjes tussen. Waarschijnlijk zijn de rollen dus eindelijk omge draaid en kan het Westen nu tegen dagkoers de geschenken terugkopen, waarmee het dit land bij het kerstenen heeft bedolven. Sommige vrouwen hebben de zaken sterk ver eenvoudigd en bieden alleen aan om tegen beta ling te poseren. Dat kost één dollar en met de baby erbij twee. Wenst men de hele familie te vereeuwigen, inclusief de tandeloze grootmoeder, dan wordt de prijs afgemaakt op vijf dollar. De pop-art zebra's en giraffen in het park blijken die bron van verdiensten nog niet te hebben aangeboord en laten zich nog steeds gratis foto graferen. Dat geldt ook voor de luipaarden, dassen en cheeta's, die na het bliksemsnel inval len van de duisternis de tuin van de Amboseli Serena Lodge binnensluipen om de brokken vlees weg te slepen, die obers in het gras hebben gegooid. Die voedseluitreiking wordt niet ingege ven door dierenliefde, maar is een service aan de gasten van de lodge. Zodra het eerste roofdier de piste inkomt gaan de schijnwerpers aan en kan men vanuit een gemakkelijke terrasstoel bekijken, wat er zoal wriemelt en wroet in de Afrikaanse nacht, („denk je om je slagschaduw Frits"). Het lijkt op de man van de SRV: het oerwoud bij u thuis gebracht. De volgende morgen: (nu pas blijkt, dat de Kilimanjaro al die tijd met een ijsmuts op tegen over de lodge op ons heeft staan wachten) trek ken de bussen verder door het gortdroge step- CeidócSoivtmxt Sommige Masai-negers hebben de zaken sterk vereenvoudigd door tegen betaling te poseren. Dat kost één dollar; mét de baby erbij twee. De langdurige droogte heeft de drankvoorraad niet merkbaar aangetast en de gins, bloody mary's en ijskoude pilsen worden als vanouds in bevrijdend tempo genuttigd. Eén der vlijtigste afnemers is de eigenaar van de lodge, een gelooi de Engelsman met een purperen aubergine als neus. Hij woont sinds 1935 in Kenya en denkt er niet aan om op huis aan te gaan. „Wat moet ik in Engeland zoeken?" geeft hij als verontschul diging door, „ik heb het paradijs al gevonden". Hij geeft zijn getuigenis door onder een bord, dat vermeldt: „Dieren worden verzocht om rustig te zijn, als de gasten drinken. En vice versa". Zalig zijn de dorstige Britten, die in Kenya zijn gebleven. Datzelfde type Engelsman kruist overal in het land je zanderige pad. Ze staan aan de bar van de lodges en acteren nog steeds met de vanzelf sprekende autoriteit, die bij voorbaat uitsluit, dat Kenya niet langer van hen is. Nog onlangs bezochten Sir Geoffrey Baker en zijn vrouw Lady Valerie het Tsavo-park. Hij diende inder tijd als generaal onder Montgomery in Noord- Afrika en is nu directeur van de sjieke Londense Grindslay-bank. In de Kilaguna-lodge heeft hij op een avond uit volle borst het „Rule Brittannia, Britt'annia rules the waves" gezongen. Old Sol- diers never die. Britse sfeer Aan de kust van de Indische Oceaan hebben de Engelsen hun leidende positie inmiddels wel verloren. De hotels in Malindi en buiten Mombas- sa ademen weliswaar nog steeds een broos Brits sfeertje, maar de ligstoelen rondom de zwemba den worden nu grotendeels bemand door wel doorvoede Duitsers. Ze worden in volle Jumbo jets aangevoerd en hebben, terdege ingevet, bij de branding van de zee hun egelstellingen be trokken. Als je in de tropische tuin van het spectaculaire „Two Fishes"-hotel even je ogen sluit voor het verblindend zonlicht heb je dan ook gelijk het gevoel, dat je op een terras in Beieren zit. De sauerkreten zijn niet van de lucht en iedere aanwezige man blijkt Hans, Helmuth of Heinrich te heten, iedere vrouw Gertrud of Hildegard. En de oude Jomo, de Brandende Speer, die eens als Mau-Mau-leider dood en verderf zaaide op de steppen wuift zich koelte toe met zijn waaier. En ziet, dat het goed is. Uit de hemel valt het toeristisch manna al jaren overvloediger op zijn land dan de regen. Zolang hij en zijn hele familie in de drup zitten heeft hij er vrede mee. (apropos Frits, denk je om de slagschaduw?). LEO THURING foto's: GUUS DE JONG penlandschap, dat als een luchtspiegeling voort durend van kleur verschiet Het ene moment zijn de heuvels steenrood, een minuut later lijkt het, of ze de blauwe toogjes voor een Maria-lof hebben aangeschoten. Langs de zandweg liggen links en rechts de karkassen van zeboe's, die de lange, hete strijd niet gehaald hebben. De Masai-stam, die van veeteelt leeft, wordt sinds 1974 geteisterd door de droogte. Er is in twee jaar geen regen van betekenis meer gevallen en de vel over been-kud den, die over de savanne worden gejaagd sterven van de dorst De zwakken haken op een gegeven moment af, zakken door de knieën en wachten roerloos in de brandende zon op hun einde. Vanuit de boomtoppen wordt hun doodsstrijd gadegeslagen door gieren, die in Kenya de collec tieve lijkbezorging uitvoeren. Zodra een dier de geest heeft gegeven strijken ze neer om het de laatste eer te betuigen. In de Kilaguni-lodge merk je weinig van de onbarmhartige wetten, die voor de jungle gelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 9