'MOTIVATIE IS
BELANGRIJK'
'VNL niet duidelijk
prestatiegericht'
'Kampioenschap zou
leuk slot zijn
Vertrouwensfunctie
moet er zijn'
Over clubkassen en
een 'professionele
aanpak'
Perdijk: „Bij eersteklassers mag je een goede accommodatie verwachten."
Quick Boys-trainer Ger Perdijk:
KATWIJK „Een goede
trainingsaccommodatie is on
geveer dertig procent van de
prestaties", weet Ger Perdijk
- nu voor het tweede seizoen
trainer van Quick Boys.
„Maar", vervolgt hij, „het
verschil tussen topamateurs
en onderbond wordt beslist
niet voor het grootste gedeel
te gevormd door een betere
of slechte accommodatie. De
motivatie van de spelers
spreekt nog veel sterker
mee."
Perdijk heeft zelf de nodige
ervaring in het afdelingsvoet
bal. Hij startte zijn carrière
als seniorentrainer bij de
Goudse afdelingsclub Oude
water, om vervolgens via het
Haagse Westerkwartier bij
het Katwijkse Quick Boys te
belanden.
„Bij Oudewater trainden we
met één lamp; bij Wester
kwartier met drie lichtmasten
en wat pitjes en hier bij
Quick Boys ben je ook 's
avonds bijna nog in daglicht
bezig. Natuurlijk zit daar een
groot verschil in. Maar het
belangrijkste verschil wat ik
in die periode heb leren ken
nen is toch echt de motivatie
van de jongens zelf. Ook in
die eerste twee clubs waar ik
training gaf, liepen echt goe
de voetballers rond. Maar die
jongens gingen of zakten ge
woon weg. Omdat elke goede
pass wel door anderen werd
verpest. Of omdat ze zelf
nooit een goede bal kregen.
En om die reden krijg je ook
al eerder een opbouw zoals
die nu is; dat er bij mindere
verenigingen gewoon minder
goede spelers zijn. Voor die
lager genoteerde clubs wordt
het dan nog moeilijker uit
een afdeling te komen. Dat is
logisch."
Naast motivatie en accommo
datie, noemt Perdijk ook het
punt jeugdtraining als erg be
langrijk punt „Bij Quick
Boys hebben we twee gedi
plomeerde jeugdtrainers. Vol
komen terecht natuurlijk,
want juist in de jeugd moet
het belangrijkste werk wor
den verricht. Als seniorentrai
ner krijg je gearriveerde voet
ballers; bij de jeugd moet je
ze maken."
Ger Perdijk vindt het overi
gens niet meer dan normaal
dat de accommodatie bij
Quick Boys (het „Nieuw-Zuid-
stadion") gewoon goed is.
„Dat mag je verwachtn van
een eersteklasser; dat mag je
als trainer ook eisen. Zoals je
ook van de spelers in zo'n
club mag eisen dat ze er zijn
op de trainingen. Ze willen
topamateursport bedrijven,
daar moet je dan veel voor
over hebben.
Dat dat bij lagere clubs an
ders is, is ook weer normaal.
Maar het is wel weer een ver
schil, waardoor het gat tussen
de top en verre achtervolgers
alleen maar groter wordt."
Begeleiding en verzorging
zijn voor Perdijk eveneens
pure noodzaak om tot presta
ties te kunnen komen. „Een
goede elftalbegeleider is
goud waard. Een goede ver
zorger ook."
VOORZITTER CAREL GIEZEN:
AFDELINGSHOEK
kan je nogal 's van profite
ren".
Waar SVOW qua niveau zou
moeten worden geplaatst,
KNVB of Afdeling, weten
Langereis en Van de Wete-
ringh eigenlijk niet precies.
Ed: „Soms speel je wedstrij
den waardoor je denkt dit is
zeker KNVB-voetbal en dan
een week later denk je-na
een mindere partij weer dat 't
amper afdelingsvoetbal is
Toch gaan beiden dit seizoen,
met de voltallige, wel veel
trainende selectie, op zoek
naar het kampioenschap.
Langereis: „Het zou een leuk
slot zijn. Volgend jaar verhuis
ik naar Hoofddorp en dan is
het wat mij betreft echt wel
afgelopen met voetbal". En
Van de Weteringh: „Misschien
dat het voor mij ook het laat
ste seizoen is. Volgend jaar
zit ik met allerlei examens
(Van onze sportredactie)
LEIDEN/KATWUK De tegenstellingen, de verschillen
zijn soms wel erg groot Ook in het amateurvoetbal. Ver
enigingen die zich onderscheiden door een zogenaamde
„professionele aanpak". En verenigingen waarvoor dat pro
fessionele eigenlijk allemaal „niet zo hoeft". Die zich dan
ook, soms noodgedwongen, soms ook vrijwillig, maar in ie
der geval zonder al teveel moeite neerleggen bij de be
staande situatie.
Quick Boys, de Katwijkse zaterdageersteklasser is een club
uit die eerste categorie; die duidelijk in de amateurtop wil
meedraaien, de mogelijkheden heeft om op het gebied van
trainers, accommodaties en begeleiding een goed klimaat te
creëren en dat ook doet
VNL, de Leidse afdelingsvereniging op het complex aan de
Vliet is een vertegenwoordiger van die andere groep. Waar
wordt gesteld recreatief bezig te zijn en waar ook bijvoor
beeld na een jaar „proef' geen gediplomeerde oefenmeester
meer rondstapt. Eenvoudig omdat de clubkas een dergelijke
belasting niet aan kan.
LEIDEN - Card Giezen is
nu vijf jaar voorzitter van de
tweehonderdtwintig leden
tellende Leidse afdelingsver
eniging VNL. Bij zijn vereni
ging geen trainers, verzorgers
of „daglicht in de nacht".
Maar toch een redelijk tevre
den sfeer. Giezen: „Niet zo
vreemd eigenlijk. VNL is
niet zo duidelijk prestatiege
richt Goed, onze selectiespe
lers behoren wel tweemaal in
de week op de training te
verschijnen. Zo'n eerste elftal
blijft natuurlijk altijd het vi
sitekaartje van een club. En
natuurlijk, als er een kans is,
zal VNL echt wel proberen
uit die afdeling te komen.
Maar het doel heiligt bij ons
de middelen niet. Als er op
een gegeven moment blijkt
dat er eenvoudig geen geld is
om een trainer te betalen,
zonder dat we ons daarvoor
in de schulden steken, dan
zeggen we „dan maar geen
trainer". En proberen we dat
op een andere, minder kost
bare wijze op te lossen. In
Natuurlijk leven er onder de
Vlietbewoners wel wensen.
„Het zou ongezond zijn als er
geen wensen waren. Maar in
feite heeft VNL het in verge
lijking met vroeger al heel
best. Voordat we op de Vliet
kwamen, hadden we helemaal
niets. Geen eigen veld, geen
eigen accoijunodatie. Alleen
maar een voetbalvereniging
die bij anderen te gast was.
En dan mag het zo zijn dat je
hier op de Vliet moeilijk zit
met een trainingsaccommoda
tie, maar dan nog.
Trouwens. Vier maanden ge
leden hebben de clubs op dit
complex de beschikking ge
kregen over een trainingsveld.
Voor ons al weer een belang
rijke verbetering. Al blijft het
probleem van de jeugd, die
alleen nog maar op het speel
veld kan trainen, wel bestaan.
Want als het ook maar even
regent, dan mag het veld al
niet meer op trainingsavon
den worden gebruikt Dan
moet je de jeugd, binnens
huis, weer op andere manie
ren proberen op te vangen.
Maar nogmaals, op dit mo
ment overheerst nog altijd de
dankbaarheid dat we nu een
eigen home hebben. Al laten
we ons niet in slaap sussen
en proberen we steeds weer
andere mogelijkheden te vin
den die in onze situatie een
verbetering zouden kunnen
betekenen."
VNL. Op dit moment met
acht jeugd- en zeven senio
renteams op één veld uitko
mend. Naast dat overbespeel-
de veld en de wekelijkse drie
uur op het verharde trai
ningsveld, weinig trainings
mogelijkheden. Maar toch te
vreden. Of, zoals Giezen zegt:
„De toestand is nu beter dan
ooit tevoren. We zijn van de
hel in de hemel gekomen. Al
blijft er natuurlijk nog wel
een stukje „hel" over.
En moet je blijven hopen op
meer velden, meer mogelijk
heden. Maar dat ziet er nogal
uitzichtsloos uit. Als je al
leen maar eens die door de
Sportstichting uitgegeven
structuurnota leest, weet je
al dat je in Leiden met alles,
hoe klein ook, blij moet zijn
Van onze sportredactie
OUDE WETERING Na vij
fentwintig jaar KNVB-voet
bal op rij, moest» SVOW het
afgelopen seizoen gedwongen
een stap terug doen. Met
Oegstgeest degradeerde de
zaterdagvierdeklasser uit Ou
de Wetering naar de Afdeling
Leiden. „Een wat ongelukki
ge degradatie", menen Rinie
van de Weteringh (25) en Ed
Langereis (bijna zevenen
twintig). „We haalden vorig
jaar meer punten dan in het
seizoen er voor. Maar omdat
er toevallig twee clubs de
gradeerden, gingen we toch
het schip nog in".
Een degradatie die zich ech
ter al eerder had aangekon
digd. SVOW „hing" al seizoe
nen lang tegen de onderste
plaats in diezelfde KNVB.
Eens moest het gewoon ge
beuren. Langereis: „Ja, het
zat er wel in. We speelden in
de KNVB gewoon te wissel
vallig. Het laatste seizoen ook.
Toen wonnen we wel een
paar keer van ploegen die
veel hoger stonden, maar te
gen lagere teams kwam het
er helemaal niet uit".
Dit seizoen evenwel, draait
SVOW in de zaterdagafdeling
erg goed mee. Na twaalf wed
strijden staat de Weteringse
formatie op een tweede plek
achter Hazerswoudse Boys.
Op een punt achterstand,
LANGEREIS EN VAN DE WETERINGH:
maar ook met een wedstrijd
minder gespeeld. Langereis
(ook dit seizoen weer de ge
makkelijk scorende spits; nu
al weer met 11 doelpunten):
„We staan er op dit moment
zonder meer goed voor. Maar
er zijn meer clubs die nog al
le kans hebben op een kam
pioenschap. Je kan nu ook
nog niet zeggen of we de reis
zullen halen. Maar een ding is
zeker. Het gaat de laatste
wedstrijden steeds beter. Mis
schien ook al omdat Rinie er
weer bij is".
Rinie van de Weteringh. Ook
hij had in het „verleden"
vaak een groot aandeel in de
betere SVOW-prestaties. Dit
jaar echter leek de linkerspits
voor SVOW verloren.
Van de Weteringh wilde in
eerste instantie z'n studie
Landschapskunde in Arnhem
laten prevaleren. Maar kwam
toch terug op dat besluit.
„Als zo'n seizoen een tijdje
aan de gang is krijg je er
steeds meer zin in. En toen
ben ik toch maar weer begon
nen. Eerst in het tweede elf
tal, nu al weer zo'n vijf wed
strijden in het eerste".
In die vijf wedstrijden maak
te het „gouden duo" van
SVOW zich weer volledig
waar. Er werden negen pun
ten behaald en beiden scoor
den er lustig op los. Rinie
van de Weteringh in het laat
ste duel tegen concurrent Val-
ken'68 zelfs viermaal: 4—0.
„Maar dat geeft wel een ver
tekend beeld", weet hij zelf.
„Valken speelde een goede
wedstrijd, maar wij hadden
het geluk dat we die bal er in
trapten
Langereis en Van de Wete
ringh beiden trainen overi
gens nauwelijks; Langereis
„minder ambitie", Van de We
teringh „bijna geen tijd door
mijn studie in Arnhem"
komen in de Afdeling Leiden
overigens beter tot hun recht.
„Niet zo vreemd", vindt Rinie
van de Weteringh. „In de af
deling trappen ze wat meer
over een bal heen. En daar
waardoor ik in ieder geval
minder zal kunnen spelen.
Misschien wel helemaal niet".
Prognoses
Deze week in de afdelings-
hoek twee voorspellers. Ed
Langereis en Rinie van de
Weteringh gaan trachten zich
hoog op de topscorerslijst te
plaatsen. De stand tot nu toe:
1 Ruud de Groot (ZLC)
61.11%; 2 Vic Boutier (VTL)
57.69%; 3 Piet Paauw (Oegst
geest), Hans de Rijk (Kic-
kers'69) en Frans Bahlmann
(Alphense Boys) allen met
50%; 6 Pim van der Meer
(DOSR) 48.38%.
Ed Langereis neemt in de nu
volgende prognoses steeds het
eerste cijfer voor zijn reke
ning: Rinie van de Weteringh
het tweede:
GROEP A: Alphense Boys
Nicolaas Boys 1—1; Es-
to—Alphia 1—2.
GROEP B: Ammerstol—D-
SOR 3—2; Schoonhoven
Nieuwerkerk 2—1; Meerbur-
g-WOA 1-1.
ZATERDAG EERSTE KLAS
SE: Woubrugge—Kagia 3—3;
LSW70—SVOW 2-2; Valke-
n'68—Leiden 1—1; Oegstgees-
t-KRV 1-1.
TWEEDE KLASSE: Abbene-
s—Stompwijkse Boys 1—1:
Bernardus—Kickers'69 1—1;
MVKV—Meerburg 1—1.
eerste instantie zijn we als
vereniging ree
eatief bezig, gezelligheid is
erg belangrijk bij VNL."
Katwijk Jan Roos is zo'n
verzorger. Anderhalf jaar ge
leden bij Quick Boys geko
men; nu een onmisbare fi
guur bij de Katwijkse blauw-
witten. Minstens tweemaal in
de week is Roos voor Quick
Boys in de weer. Op de don
derdagavond houdt hij
„spreekuur". Van zeven tot
tien uur is Jan Roos (in het
bezit van de NSF-Iicentie en
lid van het Nederlands Ge
nootschap voor sportmassa
ge) dan bezig met het bijmas-
seren van daarvoor „gevoeli
ge" spelers cn het begeleiden
van spelers met een blessure
En ook zaterdags is Roos
aanwezig. Als masseur (voor
de wedstrijd) en als verzor
ger (tijdens het duel).
VERZORGER JAN ROOS:
Giezen: „Natuurlijk le
ven er wensen."
„Een noodzaak", meent ook
hij. „Massage wordt door ve
len, vooral ouderen, overdre
ven geacht. Die zeggen dan
dat ze vroeger, zonder massa
ge, ook wel kampioen wer
den, ook tot top-prestaties in
staat waren. Maar massage
heeft wel degelijk een functie.
'Het voor een wedstrijd active
ren van de spieren bijvoor
beeld is misschien al nuttiger
dan een warming-up. En het
na de wedstrijd weer afvoe
ren van afvalstoffen, waar
door krampverschijnselen
worden weggewerkt. Ook ge
woon noodzakelijk. En na
tuurlijk kun je als masseur
preventief werken. Als je de
spelers voor de wedstrijd
even „doorloopt" is de kans
op spierblessures miniem ge
worden".
Tijdens de wedstrijden heeft
Roos als verzorger ook in
spraak. „Er is een afspraak
gemaakt dat als er een speler
geblesseerd raakt we het drie
minuten aankijken. Als ik
dan van mening ben dat het
niet goed gaat, wordt er - na
overleg met begeleider en
trainer natuurlijk, gewisseld".
Ook psychisch werkt een ver
zorger positief op de groep
spelers door. Roos: „Het is
gewoon belangrijk dat je er
bij bent. Niet alleen voor de
blessures, maar ook voor al
lerlei kleine dingetjes. Je kan
het zo gek niet opnoemen, of
ik heb het wel in mijn tas.
Toiletpapier bijvoorbeeld,
voor het geval dat. OF roeis-
paantjes voor die gelegenhe
den dat er wel suiker is maar
geen lepeltjes zijn. 't Hoort er
allemaal bij
„Nee sportmassage is tegen
woordig een „must" gewor
den. Maar dan moet het wel
door een gediplomeerde vent
gebeuren. Die er verstand
van heeft Anders kan je nog
heel wat verpesten".
Roos is overigens geen beun
haas, dat wordt in de Quick
Boys-kleedkamer al spoedig
duidelijk. Ook door het ver
trouwen dat de spelers over
duidelijk in hem stellen. Jan
Roos: „Je moet voor de spe
lers een steun zijn, iemand
die ze vertrouwen en waar ze
tegen aan kunnen praten.
Vooral die vertrouwensfunctie
moet er zijn".
Jan Roos: „Massage is niet overdreven".
Rinie van de Weteringh (links) en Ed Langereis: het „gouden duo" van SVOW.