Glastuinbouw behoudt concurrentiepositie WEER EN PRIJZEN BEPALEN 'T IN 1976 BEZORGDE EN OPTIMISTISCHE KLANKEN Oliesubsidies voor glastuinbouw Stankbestrijding veeteeltbedrijven maakt vordering GROENTE, FRUIT, BLOEMEN EN BOLLEN MAANDAG 29 DECEMBER 1975 ]-.EiDbE COURAN'l PAGINA 6 ONDANKS HOGERE KOSTEN DAN OPBRENGSTEN Den Haag Zuiver econo misch bezien is het niet zo moeilijk de gang van zaken in de Nederlandse glastuinbouw in het bijna voorbije jaar te beoordelen. Die waardebepa ling valt licht negatief uit. Het algemene beeld is, dat de op brengsten de kosten van be drijfsvoering en van het ge- zinsverbruik niet hebben goed gemaakt. Sectorsgewijs bete kent dit, dat de groenteteelt onder glas er dit jaar beter, of zo men wil minder slecht, is afgekomen dan de bloemen teelt onder glas. Oorzaken zijn de weersomstandigheden, de sterk gestegen loon- en ener giekosten en de omstandighe den, waaronder zelfstandige ondernemers in Nederland hun beroep uitoefenen: kort weg aangeduid met het onder nemersklimaat. In 1975 bleek opnieuw duide lijk, dat het „vrije" onderne merschap in onze huidige maatschappij vele beperkin gen kent. Diezelfde „vrije" on dernemer vraagt ook om be scherming als het gaat om bij voorbeeld importen uit niet- EEG-landen. In een kort aan tal jaren is er op dit punt, mede onder dwang van de om standigheden, nogal wat ver anderd Broekriem De dit jaar gevoerde discus sies over een eventueel mini muminkomen voor zelfstandi ge ondernemers getuigen daarvan. Hieraan moet echter wel onmiddellijk worden toe gevoegd, dat het juist de over heid is geweest, die de ge sprekken over dit onderwerp op gang heeft gebracht. Met name in glastuinbouw-kringen blijkt men over het algemeen (nog) weinig te voelen voor een minimuminkomensbeleid. Men houdt graag de eigen broek op in de glastuinbouw, maar dan moet de overheid wel zorgen, dat er een ondernemerskli maat komt, dat recht doet aan de bijzondere positie van de zelfstandige in vergelijking met de loontrekkende. De on dernemers zijn dan gaarne be reid de broekriem tijdelijk nauwer aan te halen als de noodzaak daartoe als gevolg van bepaalde produkten-om- standigheden aanwezig is. Het weer Eerder wezen we al op het belang van de weersomstan digheden voor de onderne mers in hun glazen kassen, die daarbinnen het klimaat zo nauwgezet naar hun hand we ten te zetten. Waar ze echter géén invloed hebben is een zachte, donkere winter of een hete zomer, een mooie herfst, een koud en laat voorjaar. Stuk voor stuk omstandighe den, die van grote invloed zijn op de voor de Hollandse telers voor hun produkten te beha len opbrengsten. Niet zozeer door de weersomstandigheden in eigen land, maar vooral in de ons beconcurrerende West- europese en zelfs Noordafri- kaanse landen, die allemaal vechten om een stukje van de groente- en bloemenmarkt. Een plotselinge vorst in Zuid- Europa kan de goedkope Hol landse sla snel duur maken. Een hete zomer doet de bloe- menprijzen kelderen en een laat voorjaar is weer gunstig voor onze telers van tomaten, omdat de buitenlandse concur rentie dan weer wat langer wegblijft.. Nog steeds zijn de weersomstandigheden bijzon der belangrijk voor het ui teindelijke bedrijfresultaat in de bloemen- en groentesector onder glas, omdat een groot deel van het concurrerende aanbod nu eenmaal niet onder glas vandaan komt. Energiekosten Opnieuw stond 1975 aan de kostenkant vooral in het teken van de sterk stijgende loon- en energiekosten. Vooral over dat laatste is weer heel wat te doen geweest. Vanuit de geor ganiseerde tuinbouw werd aangetoond, dat de opgelegde gasprijsverhoging voor veel ondernemers zou kunnen lei den tot een niet aanvaardbaar bestaansminimum. Vooralsnog zag men geen kans de voor 1976 berekende totale kosten stijging voor de glastuinbouw - ongeveer 16 procent - op te vangen uit hogere inkomens. Pogingen om tot enige verlich tingen aan de kostenkant te komen werden door de over heid niet gehonoreerd. Deze gang van zaken heeft nogal wat onrust onder de glastuin ders te weeg gebracht. Deze onrust komt vooral voort uit de grote onzekerheid over het in 1976 te behalen inkomen. Enerzijds ziet men de sterk stijgende kosten en de inflatiespiraal. Aan de an dere kant is er slechts de vei- lingklok, die dagelijks zal aangeven hoeveel de Westeu- ropese consument in 1976 wenst uit te geven voor het Hollandse kwaliteitsprodukt. Zoals gezegd, zullen de weers omstandigheden dat in be langrijke mate bepalen. Hierbij dient ook het derde- landenbeleid direct te worden betrokken, omdat ook van bui ten de EEG-landen groenten en bloemen op de Westeurope- se markt komen. Dan denken we aan de Marokkaanse toma ten, die in het voorjaar van 1975 zorgden voor een zeer slechte prijsvorming van de Hollandse tomaten. Bloemen uit Middellandse-Zeelanden en zelfs Kenia en Columbia, om enkele voorbeelden te noemen, stromen in toenemende mate naar West-Europa en bedrei gen daardoor in de winter maanden onder meer de Hol landse kwekers van rozen en anjers. Het derde-landenbe- leid, dat vanuit „Brussel" wordt geproclameerd, moet voor de nodige bescherming zorgen voor de eigen produ centen. De problematiek van de ontwikkelingslanden komt dan onmiddellijk om de hoek kijken. De groentensector be schikt over een redelijke be scherming; voor de bloemen- kwekers kon dit in 1975 nog niet worden verwezenlijkt. Een eerste aanzet is er wel, maar het nu uitgedokterde systeem biedt bepaaldelijk niet die bescherming, die door het georganiseerd bedrijfsle ven is gevraagd. Doorgaan Er zijn in de loop van dit jaar nogal wat negatieve geluiden gehoord uit de glastuinbouw sector (energiekosten, derde- landenbeleid, inkomenssitua tie). Daaruit de conclusie trek ken dat de concurrentiepositie van de glastuinbouw in Euro pees verband gezien ernstig zou zijn aangetast is geheel onjuist. Natuurlijk, de Nederlandse glastuinbouw heeft het moei lijk, zit in een dal, zo lang de kosten niet door opbrengsten worden goedgemaakt. Deze problemen kennen echter ook, en veelal in sterkere mate, de college-kwekers elders in Eu ropa. Hun dal is nog dieper. De glastuinbouw in vooral het Zuidhollands Glasdistrict neemt dank zij haar centrum functie een sterke positie in. Eerder dit jaar wezen zij eens op het belang daarvan. Hoe groot het vertrouwen is in de toekomst van de glastuin bouw in Nederland werd on langs geïllustreerd door de al gemene ledenvergadering van de bloemenveiling CCWS te Honselersdijk. Met algemene stemmen besloot deze coöpe ratie 33 miljoen gulden te in vesteren in verdere nieuw bouw, teneinde de groeiende stroom bloemen te kunnen verwerken. CCWS-voorzitter P. A. J. Enthoven zei er dit over: „Veel wat ons ingegeven is om met deze voorstellen te komen is een rotsvast vertrou wen in onze tuinbouw. Geen vermetel vertrouwen, maar ge woon nuchter, gebaseerd op een stuk ervaring van het ver leden." Paprika De aanvoer van paprika's geeft dit jaar een lichte toename te zien. Daarnaast is er een opvallende verschuiving geweest in de aan voer van groene en rode sorteringen. De aanvoer van de groene sorteringen viel terug en de aanvoer van de rode sorteringen gaf een aanmerkelijke toename te zien. Dit heeft ertoe geleid dat de gemiddelde prijs bij de groene sorteringen hoger kwam te liggen als in 1974 (plm. 80 cent per kg.) Voor de rode sorteringen bleef de gemiddelde prijs onder die van 1974 (plm. 20 cent per kg.). Vooral de nateelt van paprika's heeft goed ge draaid, er is in de meeste gevallen ook een groot aantal kilo's geoogst. De aubergineteelt heeft het afgelopen sei zoen niet over belangstelling te klagen ge had, gezien de sterke uitbreiding. De ver wachtingen waren dan ook hoog gespannen. Aaiivankelijk zag het er naar uit dat de De hoge prijzen aan het begin van het tomatenseizoen hebben niet zo lang stand kunnen houden. Vooral voor de zeer vroege stooktomatentelers is dit een onaangename tegenvaller geweest. Als oorzaak is bekend, de sterke concurrentie van Marokkaanse tomaten op de Westduitse markt. Na verloop van een aantal weken (er ontstond een situatie waarin menig tuinder gespeeld heeft met de gedachten om het volgende seizoen over te schakelen op andere gewassen) bleek de prijs zich te herstellen. Dit prijsherstel heeft gedurende een lange periode stand gehouden, hierdoor konden velen de opgelo pen achterstand inhalen. Het is er tevens de oorzaak van geweest dat velen de teelt zijn 'trouw' gebleven. Er wa ren inmiddels stemmen opgegaan om de referentieprijzen een maand eerder in te voeren voor het volgende siezoen, dus begin maart in plaats van begin april. Deze vraag is pas weer aan de orde geweest en er is door de handel bij de minister tegen gepro testeerd, omdat er in die tijd een aanzienlij ke doorvoerhandel is, die bij een vervroegd ingaan van de referentieprijzen getroffen wordt. Het is dus op het ogenblik nog een open vraag wat er in het voorjaar gaat gebeuren. Schrale troost Bij de herfstteelt van tomaten is de prijs aan het begin van de teelt lange tijd slecht geweest, tegen het eind van de teelt liepen de prijzen op. Over het geheel genomen is het bij de herfstteelt niet helemaal meege vallen. Veel kilo's konden in dit geval wat goed maken, maar dit is bij slechte prijzen altijd nodig en dus een schrale troost. Op grote schaal is er het afgelopen jaar bij de vroege komkommerxeelten gebruik gemaakt van manloze rassen. De gemengd bloeiende rassen zijn bijna helemaal van het toneel verdwenen. De prijzen van de komkommers bij de vroege teelten zijn goed geweest en er wordt ook niet over geklaagd. Veel ge wassen hebben wel van de hete zomer gele den, waardoor in een aantal gevallen de teelt eerder beëindigd moest worden. Voor de vroege teelten zijn de telers alweer gecon fronteerd geweest met een nieuw probleem en wel de hoge stro-prijzen. Er werden prijzen gevraagd tot 240.- per ton. Voor veel bedrijven zou het dit jaar dus een dure broeiveur worden. Dit heeft velen doen besluiten om op grond- verwarming te gaan telen, ook al omdat het elk jaar ook een behoorlijke arbeidsbespa ring betekent. Omdat er op de bedrijven die op grondverwarming overgaan met aardgas wordt gestookt, kan het gemis van C02 van de broeiveur, opgevangen worden door cen traal C02 doseren. De herfstteelt van kom kommers is evenals bij de tomaten slecht van start gegaan wat de prijzen betreft, het hpeft ook vrij lang geduurd voor er sprake was van prijsherstel. Evenals bij de toma tenteelt verkeerden de telers van herfstkom- kommers niet in een hoera stemming over het behaalde resultaat. Opslag van tomatenbakjes in de fustloods voor het volgend seizoen. De aubergineteelt had in 1975 niet over belangstelling te klagen. Hoe dat. in '76 zal zijn valt moeilijk te voorspellen. handel "de zaak" goed aankon, maar na verloop van tijd kwam daar toch verande ring in en daalden de prijzen aanzienlijk. De aanvoer werd maar liefst 4 5 maal zo groot dan vorig jaar, waarbij de concurren tie van het buitenland natuurlijk ook mees peelde. Degenen die vroeg zijn gaan veilen hebben redelijke resultaten kunnen berei ken. Voor velen zijn veel kilo's van grote invloed geweest op het behaalde resultaat. De telers die tijdens de teelt moeilijkheden hebben gehad, bijvoorbeeld door een slechte vruchtzetting, hebben wel een flinke veer moeten laten. Of er voor het komende jaar weer zo'n grote belangstelling is voor deze teelt valt nog moeilijk te voorzien. De slechte sla-prijzen liggen bij velen nog vers in het geheugen, maar als er teruggeke ken wordt naar de maand maart van het afgelopen jaar, toen waren de prijzen ook niet daverend. In april herstelden de prijzen zich echter weer. Door het hete zomerweer is er een aantal teelten op een ongebruike lijk tijdstip beëindigd. Dit heeft waarschijn lijk velen doen besluiten om als tussenteelt sla te zetten, om te voorkomen dat het bedrijf te lang leeg bleef liggen. Naast de grotere aanplant van sla in het buitenland resulteerde dit in de ongekend lage prijzen die gedurende een aantal weken betaald rijn. Bij deze teelt blijft het om in winterse termen te spreken: het kan vriezen en het kan dooien. Teeltplarmen Een tuinder heeft niet zo lang de tijd om terug te kijken. Teeltplannen moeten tijdig gemaakt worden om met de nieuwe teelten weer op tijd van start te kunnen gaan. Veel vroege stookteelten worden nu eenmaal aan het eind van het jaar weer gepoot. Het weer en de prijzen worden met spanning afge wacht. Vooral ook het weer omdat dit van grote invloed is op de groei van de gewassen en ook op de post stookkosten, die bij de bedrijven steeds zwaarder gaat drukken. Voor een stookbedrijf wordt verwacht dat deze kostenstijging toch gauw zo'n 25.000,- zal belopen en deze kosten moeten toch door betere prijzen worden opgebracht. Het is nu nog te vroeg om daar al iets zinnigs over te zeggen, maar het is wel een feit dat er ook het komende jaar wel weer het een en ander komt kijken om met goede resultaten uit de bus te komen... Den Haag mr. A. van der Stee (landbouw en visserij) heeft de subsidie op de aankoop van olie voor de glastuinbouw (groenten, fruit, bloemen) in de periode van 1 juli 1975 t/m 30 juni 1976 als volgt vastgesteld: 31 per 1.000 kg zware olie en 2,9 cent per liter halfzware olie (petroleum), gasolie en lichte stookolie. Deze regeling treedt in de plaats van de in vorige jaren geldende zgn. olievoorschotregeling. Het verschil daarmee is, dat thans de bijdrage zonder meer en rechtstreeks aan de ondernemer wordt betaald; hij behoeft derhalve geen lening meer bij zijn bank te sluiten. Daarnaast is de accijnscompensatie met ingang van dezelfde datum op 100% gebracht, d.w.z. op 14,per ton zware stookolie en 3,26 cent per liter van de genoemde andere minerale oliën. Deze bijdrage kan worden verstrekt aan alle ondernemers, die minerale oliën verbruiken voor het groei proces van tuinbouwprodukten. De Commissie van de Europese Gemeenschappen achtte de oorspronkelijk vorziene subsidie-bedragen te hoog en heeft daarom een onderzoeks-procedure geopend. Hangende het verdere onderzoek van de Commissie zijn de bedragen daarom iets lager vastgesteld. Aanvragen voor de verkrijging van deze bijdragen kunnen vanaf 12 januari 1976 worden ingediend op een bij de Districtsbureauhouder (is D.B.H.) van de Stichting Uitvoering Landbouwmaatregelen verkrijgbaar formulier. Bij de indie ning van de aanvrage moeten de originele rekeningen en opleveringsbewijzen over de periode 1 juli t/m 31 december 1975 worden overlegd. Den Haag Er is thans rond 5 miljoen gulden beschikbaar voor de onderzoek en experimenten op het gebied van de hinder die veeteeltbedrijven vooral door stank kunnen veroorzaken. Sinds in 1972 hiermee is begonnen zijn ver scheidene onderzoekingen met positief resultaat in de prak tijk toegepast. Er zijn oplossingen gevonden voor het stankvrij maken van mest en ventilatielucht, het dragen van kippemest met behulp van ventilatoren en het ontwikkelen van grote transportcom binaties voor mest. Aldus heeft het produktschap voor veevoeder gemeld. Vorde ringen zijn ondermeer gemaakt bij het "afbreken" van mest, het verminderen van stank door rantsoenwijziging bij var kens, het verbeteren van de bruikbaarheid van varkensdrijf- mest, fosfaatverwijdering uit kalvergier, en het gebruik van pluimveemest in rundveevoeding. Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een meetmetho de om de stankhinder te kunnen vaststellen en men verricht onderzoekingen naar processen die stank veroorzaken. Het geld voor de onderzoekingen is beschikbaar gesteld door de commissie hinderpreventie veeteeltbedrijven en de stichting ontwikkelings- en saneringsfonds voor de landbouw. Wie zo eens informeert naar de gang van zaken is het bedrijf van de bloemkwekerij en de handel, kan er niet alleen soms grote verschillen beluisteren, omtrent de gang van zaken in het afgelopen jaar, maar ook met betrekking tot de toekomstverwachtingen. Enerzijds tevreden en dankbare klanken, anderzijds zorgelijkheid over hoe het verder moet. Om vorzitter P. Enthoven van de CCWS is het jongste Contactorgaan van deze veiling te citeren: „Voor de één zal het een jaar van voorspoed zijn geweest, voor de ander daarentegen vol van teleurstellin gen. Voor talloze kwekers is het geen ge makkelijk jaar geweest". Het is met de opbrengstcijfers in een neerwaartse richting gegaan en in lange tijd is men met een daling van de omzet rond de tien procent zoals in dit jaar, niet geconfronteerd ge weest. Niet alleen dat de prijzen lager waren in het algemeen, maar er was ook sprake van top-aanvoeren, voor wat bijvoorbeeld de chrysanten betreft, wel met meer dan vijftig procent. Het bij uitstek fraaie zomerweer heeft de bloemenhandel wel wat in de weg gezeten vanwege de eigen bloementeelt in volks- en andere tuintjes, en ook de ruime invoer van bloemen uit het buitenland, waarvan thans nog de naklanken rijn te horen, was van invloed. De „doordraai" van bloemen is echter nogal meegevallen. „In een groot glasgebied als het Westland en omgeving is, zullen we altijd rekening moeten houden met bepaalde verschuivingen in de cultures. Er hoeft maar wat stagnatie te komen in de groepenteprijzen, en de omschakelaars naar de bloementeelt melden zich, hoewel tot dusver gelukkig in gering aantal. Een geringe procentuele omschakeling in het gla sareaal in genoemd gebied, heeft een miljoe nen omzetvermeerdering in de bloementeelt tot gevolg", aldus de heer Enthoven. Export: het zit goed „Het rit goed met de bloemenexport", wordt geconcludeerd uit de kringen van de expor teurs. „We kunnen nog volop vooruit", zegt ons bloemenexporteur J. van der Meer uit Naaldwijk.„Het was voor ons een goed jaar, ondanks de concurrentie zowel in binnen- als buitenland". De export van Van der Meer richt zich in het bijzonder op de Duitse markten, die voor onze bloemenafzet de grootste betekenis hebben. En daar ziet de heer Van der Meer nog voldoende perspec tieven zitten ondanks de concurrentie niet alleen van de Duitse kwekers zelf, maar ook door invoer uit Italië en in toenemende mate uit Israël. „Maar we vangen elkaar toch wel weer aardig op", zo schetst hij de situatie, want beide laatstgenoemde landen rijn in onze wintermaanden het sterkst aan de markt, vooral met rozen en anjers. Hoewel in het algemeen de Duitse huisvrouw meer geld moet neertellen voor het bosje bloemen, worden er veel bloemen gekocht en wordt per hoofd van de bevolking meer uitgegeven aan de bloemen, dan de Nederlandse huis-' vrouw doet. 'Hoe de exportperspectieven voor 1976 rijn Van der Meer: „Wat ons betreft, we kunnen nog wel wat meer gebruiken van bepaalde soorten, zoals van fresia, chrysanten, irissen en bepaalde soorten rozen". De export riet voor 1976 wel perspectieven voor onze bloemen. Desondanks meende CCWS-voorzitter Ent hoven op sommige export markten, maar ook in het binnenland, tekenen te zien van een martkverzadiging met de bloemen. „We moeten zorgen onszelf niet ih de weg te zitten met enorme aanvoeren". Iedere kwe ker zal daarin een eigen verantwoordelijk heid vinden. Er zal een goede derde-landen- beleid moeten komen. Ook hier rijn de gouden jaren voorbij in de bloementeelt". Winkelier In het kader van wisselende klanken, passen ook de uitlatingen uit de kringen van de bloemenwinkeliers. „Ik heb goede verwach tingen", zegt de één. „Het zal minder wor den, want er gebeuren geke dingen in ons economisch bestel", zegt de ander. „Vooral Moederdag wordt steeds slechter", aldus een conclusie. „Het is moeilijk een éénmanszaak boven water te houden", wordt gesteld. „Het eerste halfjaar 1976 zal goed rijn, maar de tweede helft wordt uitgesproken slecht. Je kunt het nu al merken, op de vaste bloeme- nabonnementen wordt bezuinigd", is een ander geluid. Maar de bloemenkweker: hij kweekte voort...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 6