m 4 d '-*• ff m i y*tMf 'V y ^xv, KERSTMIS 1975 O* Het is lange tijd stil geweest rond de kerststal. Stil als de nacht. In deze schreeuwerige wereld, waarin alles op z'n kop werd gezet, paste de schone schijn van de profane kerstboom beter dan de eenvoud van de verstilde uitbeelding van het grote mysterie. De sensatie van het behoedzaam uitpakken van de herdertjes, de schaapjes, Jozef en Maria en van het kindje, de ongeschoolde klank van kerst liedjes en de geur van brandende kaarsjes en vers mos werden evenzovele jeugdher inneringen. Is het de algemeen heersende zucht naar romantiek die het in gips, terracotta, kunststof of hout uitgebeelde kerstgebeu ren ineens weer in het middelpunt van de belangstelling lieeft geplaatst? Of spreekt behoefte aan bezinning weer sterker? Feit is wel, dat het daarvoor benodigde sfeertje beter wordt opgeroepen door de kerststal dan door de vaak al tot kunststof gewor den kerstboom. Een eeuwenoude traditie lijkt, zoals elders in dit kerstnummer blijkt, weer tot leven te komen; een traditie die onnavolgbare meesterwerkjes opleverde in de wereldberoemde Napolitaanse, barokke kerststallen, waarin de kunstenaars het hele stadsgebeuren bij de geboorte be trokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 13