Geen „vrede op aarde"
voor gegijzelde archeologe
Francoise Claustre
Met het stijgen
der kosten ging
welzijn achteruit
(Van onze correspondent Walter
Schwarz)
PARIJS Een tweede Kerst
mis in gevangenschap in de
koude en kale heuvels van Ts
jaad is wat de Franse archeolo
ge Francoise Claustre te wach
ten staat, die nu al twintig
maanden door rebellen daar
wordt vasthouden. Een woord
voerder van president Giscard
d'Estaing, wiens departement
de zaak in handen heeft over
de hoofden van buitenlande za
ken heen, deelde mee dat de
zaak in een impasse is geraakt.
Er is helemaal niets nieuws te
melden. Mevrouw Claustre
wordt in de Franse pers of op
de radio niet meer genoemd.
Het is al weer drie maanden
geleden dat ze op zo'n hartver
scheurende wijze op de televi
sie verscheen, gefilmd in de
strohut waarin ze moet verblij
ven, waarbij ze zei dat ze al één
Kerstmis in gevangenschap en
gescheiden van haar echtenoot
Pierre had doorgebracht. Ze
voegde daar in tranen aan toe
dat ze niet „over de komende
Kerstmis na durft te denken,
want ik ben er zeker van dat
ik dan nog hier zal zijn. Ik had
nooit gedacht dat de Franse
regering zo laf kon zijn".
Deze keer zal Francoise Claus
tre weer van haar echtgenoot
gescheiden zijn, maar Pierre zal
fysiek niet zo ver van haar ver
wijderd zijn. Hij werd in okto
ber ook gevangen genomen bij
zijn pogingen om voor haar te
bemiddelen, maar hij wordt van
haar gescheiden gehouden. Kort
nadat de zaak voorpagina
nieuws was geworden, in sep
tember heeft de Franse regering
haar lange en moeizame pogin
gen om tot een gesprek met de
rebellen te komen geïntensi
veerd. Maar die pogingen wer
den tegengewerkt door veront
waardigde protesten van de re
gering van Tsjaad, waar Fran
krijk nog 2000 man troepen en
een belangrijke strategische
luchtmachtbasis onderhield.
In september negeerde Frank'
rijk de razende protesten uit
Njamena, de hoofdstad van Ts
jaad. De Franse luchtmacht liet
aan een parachute een krachti
ge radio-installatie neer voor de
rebellen, waarmee de onderhan
delingen heropend werden. De
leider van de rebellen Hissen
Habre, een vroegere Franse re
geringsfunctionaris die Maoist
geworden is, kreeg een losgeld
van 2,5 miljoen gulden en nog
Franpoise Claustre wordt tijdens haar hechtenis voort
durend bewaakt.
eens voor 3,5 miljoen gulden
aan militaire uitrustig, die wer
den afgeleverd op een vliegveld
je in de woestijn.
De onderhandelingen liepen
echter op het laatste moment
vast toen Habre voor een deel
van het losgeld wapens eiste.
Frankrijk weigerde de wapens
te geven omdat dit een inbreuk
zou zijn op hun afspraken met
de Afrikaanse regeringen.
President Giscard d'Estaing
trok er toen schijnbaar zijn han
den van af en gaf de zaak over
aan het Internationale Rode
Kruis. Maar een woordvoerder
van het hoofdkwartier van die
organisatie in Genève liet weten
dat voor hen de zaak nooit van
de grond gekomen is. „Volgens
onze statuten kunnen wij in een
geschil alleen maar optreden
met toestemming van beide zij
den. De regering van Tsjaad
maakte bezwaren, omdat onze
tussenkomst het geschil zou in
ternationaliseren, dus konden
we niets doen".
De onverschilligheid van het
grote publiek op het ogenblik is
waarschijnlijk deels te wijten
aan het feit dat men alom de
indruk heeft dat de echtgenoot
van mevrouw Claustre, en mis
schien zij zelf ook wel, betrok
ken waren bij geheime aktivitei-
ten voor de Franse overheid. De
clandestiene aktiviteiten van de
Fransen in Afrika hebben al
een lange geschiedenis, die veel
verder teruggaat dan hun tus
senkomst ter ondersteuning van
Biafra. In de jaren '60 werden
die aktiviteiten achter de scher
men geleid door de direkteur
van het hoofdbureau van de
Franse gemeenschappen Foc-
card, die tegelijkertijd ook sek-
tiehoofd was van de geheime
dienst
Een eerdere poging om met de
rebellen in Tsjaad te onderhan
delen ten behoeve van mevrouw
Claustre mislukte omdat de on
derhandelaar, majoor Gallopin,
bij de rebellen bekend was als
een Franse geheim agent Zij
berechtten Gallopin en execu
teerden hem. Pierre Claustre
was het hoofd van het immense
Franse bestuurshervormings-
programma in Njamena, waar
de geheime dienst waarschijn
lijk ook een vinger in de pap
had. Toen Francoise gevangen
genomen werd was ze pas ge
trouwd met Pierre, die ze in
Tsjaad had leren kennen.
Haar nieuwe echtgenoot heeft
zich geweldig ingespannen om
haar te helpen. Hij haalde geld
op bij de rebellen en ging voor
hen naar Frankrijk en België
om wapens te kopen. Hij speel
de het ook klaar om wapens te
kopen hoewel hij helemaal
geen ervaring op dat terrein had
en leerde ook om een vlieg
tuig te besturen. Zijn gehuurde
vliegtuigje leverde maar één la
ding wapens af in het gebied
van de rebellen, een lading die
Habre niet voldoende vond.
Bij een tweede vlucht werd het
vliegtuig tot landen gedwongen
in de naburige republiek Niger
en in beslag genomen. Claustre
ging met lege handen terug naar
het gebied van de rebellen en
werd gevangen genomen.
Het ironische van de situatie
waarin het echtpaar zich nu be
vindt is dat volgens de meest
betrouwbare berichten hier
noch Pierre noch zijn vrouw iets
te maken hadden met de gehei
me dienst. Voordat zijn vrouw
gevangen werd genomen was
Pierre een toegewijde functiona
ris in overheidsdienst en verder
niets. Frangoise was een archeo
loge geïnteresseerd in graven
van voor de Moslimtijd. En nu
Kerstmis weer nadert hebben ze
niet eens de troost van de sym
pathie van het publiek in hun
vaderland.
Copyright the Guardian
DE ARTS, GENEZER OF ZIEKMAKER
Generaties lang hebben we aangekeken tegen de
arts als de man die, wanneer ons lichaam ons in
de steek liet, de redder in de nood was. Zo zelfs
dat alleen al het weten onder doktersbehandeling
te zijn voldoende was om ons weer de kracht te
geven beter te worden. De patiënt heeft daarmee
de arts op een ivoren toren geplaatst, een plaats
die de arts zich gedurende eeuwen ook waardig
achtte en waar hij niet graag afkwam en komt.
Vooral de laatste jaren is men gelukkig ook van
artsenzijde het functioneren van de medische
stand in de moderne samenleving kritischer gaan
bekijken. Arts en patiënt zijn dichter bij elkaar
gekomen. De patiënt heeft ontdekt rechten te heb
ben, rechten die generaties artsen systematisch
hebben ontkend. De arts heeft ontdekt dat door
de verkleining van de afstand tussen hem en de
patiënt een andere, betere, behandeling mogelijk
is. Waarmee dan automatisch de ivoren toren wat
minder hoog geworden is en de patiënt beter lijkt
behandeld te worden. Lijkt, want een nog kriti
scher beschouwing van het functioneren van de
arts als het gaat om ziek zijn en beter worden leert
dat de arts door zijn behandeling meer patiënten
maakt dan geneest
In het wereldvermaarde Engelse medische tijd
schrift The Lancet stond enige tijd geleden een
artikel van Ivan Illich, waaruit we deze zin halen:
In de afgelopen tien jaar is de uitoefening van de
medische praktijk in een ernstige bedreiging van
de gezondheid ontaard. Neerslachtigheid, infecties,
arbeidsongeschiktheid, functiestoornissen en andere
„iatrogene" ziekten (ziekten die door artsen zijn
teweeggebracht) veroorzaken meer lijden dan alle
verkeers- of bedrijfsongevallen. Erger nog, de medi
sche praktijk bevordert het ontstaan van ziekten
door een verziekte maatschappij in stand te helpen
houden, daarmee de therapeuten als het ware auto
matisch aan hun clientèle helpend".
Dat zijn woorden die er niet om liegen. Ivan Illich
moet wel van bijzonder goeden huize komen en met
bijzonder goed bewijsmateriaal komen aandragen,
wil hij niet de hele medische stand op zijn dak
krijgen of de risé worden van artsen en patiënten
tegelijk. Nu is Ivan Illich niet de eerste de beste.
Hij schreef vijf boeken, die alle de maatschappij
en de veranderingen in de maatschappij tot onder
werp hadden. In zijn laatste boek, „Het medisch
bedrijf een bedreiging voor de gezondheid",
bewijst hij overtuigend zijn stelling.
Illich ziet het medisch beroep en de gezondheidszorg
als een instituut dat nodig uit de beroepssfeer
gehaald moet worden. De medische wetenschap
heeft het de mens onmogelijk gemaakt zelfstandig
zijn leven in te richten omdat pijn, ziekte en dood
herleid zijn tot een simpel technisch probleem. De
ontevredenheid met de geneeskunde is in het westen
evenredig met haar kosten toegenomen. De gezonds-
heidszorg als instituut maakt een gevaarlijke expan
sie door, de kern van stijgende kosten en achteruit
gang ih het welzijn. De crisis van de medische
wetenschap ligt echter heel wat dieper dan uiterlijk
waarneembaar is en komt overeen met de huidige
crisis van alle industriële instellingen. De ware crisis
vindt haar oorzaak in de ontwikkeling van een
professioneel complex dat door de maatschappij
gestimuleerd wordt om steeds meer gezondheid op
te leveren dankzij de bereidheid van cliëntenpatien-
ten om daarbij tot proefkonijn te dienen. Oftewel,
de patiënt mag geen patiënt meer zijn als hij dat
zelf wil. Want een patiënt is dan pas patiënt als
medische bureaucraten hem ziek verklaren, en de
maatschappij aanvaardt een dergelijke verklaring.
Alle maatschappelijke verhoudingen worden, zegt
Illich, door de afhankelijkheid van een professionele
gezondheidszorg beinvloed. In de rijke landen heeft
de medische groei een ziekmakende omvang be
reikt, de arme landen zullen niet lang achterblijven.
De geneeskunde staat op het punt een van de
voornaamste doelwitten te worden van politieke
actie, gericht op een omwenteling van industriële
samenleving. Alleen zij die weer geleerd hebben
voor elkaar en voor zichzelf te zorgen zullen, bij
het toepassen van de huidige technologie, in staat
zijn de industriële produktiewijze op andere belang-
rijke gebieden eveneens terug te dringen. Een op
de arts gebaseerd systeem van de gezondheidszorg,
dat de grenzen van het toelaatbare heeft overschre
den, is om drie redenen een bedreiging van de
gezondheid, zegt Illich. Allereerst veroorzaakt het
klinische schade, ten tweede verhult het de politieke
omstandigheden die de maatschappij ongezond ma
Ziekenhuizen leveren een groot risico van ongelukken, meer dan de industrie.
ken en ten derde heeft het de neiging die elke mens
heeft om zich zelf te genezen en zijn eigen levensom
standigheden te bepalen ontnomen. Dit soort medi
sche zorg is zo alleen nog maar een hulpmiddel om
mensen die meer dan genoeg van de maatschappij
hebben, ervan te overtuigen dat zij degenen zijn die
ziek, of machteloos zijn en aan een technische
onderhoudsbeurt toe zijn.
Goedkope middelen
Wie oppervlakkig de huidige stand van zaken in de
medische wereld bekijkt zou geneigd zijn de conclu
sie te trekken dat in deze en vorige eeuw de artsen
toch heel wat bereikt hebben. De massale sterfte
veroorzakende ziekten als cholera, dysenterie, tyfus,
tuberculose, roodvonk, difterie, kinkhoest, mazelen,
zijn toch maar mooi onderdrukt. Inderdaad, maar
als we dat toeschrijven aan de medische wetenschap
dan vergeten we een paar dingen. Een bestudering
van de ontwikkeling van ziektepatronen leert dat
artsen in de afgelopen 100 jaar deze patiënten niet
sterker beinvloed hebben dan priesters dat in vroe
ger tijden deden. Tuberculose was al voordat de
antibiotica werden toegepast een ziekte van weinig
betekenis geworden. Cholera, dysenterie en tyfus
namen eveneens af zonder dat het medisch appa
raat er iets aan had gedaan. De sterftecijfers van
difterie van van 1860 tot 1960 en dat geldt ook voor
roodvonk, kinkhoest en mazelen, maken duidelijk
dat bijna 90 pet van de totale terugloop in sterfte
cijfers reeds had plaats gevonden vóór het op de
markt komen van antibiotica en het op grote schaal
inenten tegen difterie. Zo er enige verdienste van
de medische stand is aan te wijzen, dan ligt die
in het wijzen op betere hygiënische omstandigheden
en op betere voedingsgewoonten, waardoor de lij
ders aan deze ziekten meer natuurlijke weerstand
kregen. Het milieu is de voornaamste factor in de
gemiddelde gezondheidstoestand van een bevolking.
De laatste 25 jaar is een beperkt aantal geneeswij
zen doelmatig gebleken. De geneeswijzen echter die
r zijn op wijdverspreide ziekten zijn mees-
r goedkoop. Tenzijn ze gemonopoliseerf wor
den voor professioneel gebruik, vereisen ze een
minimum aan persoonlijke vaardigheden, materiaal
of hoteldiensten van ziekenhuizen. De meest om-
hoogschietende medische uitgaven zijn bestemd
voor diagnosen en behandelingen die weinig of geen
resultaat opleveren.
Men zou, al lijkt dit schromelijk overdreven, kunnen
zeggen dat de medische zorg nutteloos is. Illich
vindt dat nog maar het geringste kwaad dat een
steeds groter wordende medische onderneming de
samenleving kan aandoen. Veel erger is het letsel
dat artsen rechtstreeks patiënten toebrengen. Een
paar cijfers: iedere 24 tot 36 uur slikt 50 tot 80 pet
van de volwassenen in de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië een medisch voorgeschreven che
misch middel. Sommigen nemen het verkeerde mid
del in, anderen te oude medicijnen, weer anderen
gevaarlijke of samen met andere in gevaarlijke
combinaties. In 1971 werden in Amerika tussen de
twaalf en vijftienduizend rechtzaken wegens ver
keerde medische behandeling aangespannen. Het
Amerikaanse ministerie van gezondheid heeft uitge
rekend dat 7 procent van alle patiënten tijdens hun
verblijf in een ziekenhuis letsel wordt toegebracht
Weinigen vragen schadeloosstelling. Het gemiddelde
aantal gemelde ongelukken was daar groter dan in
alle industrieën te zamen, uitgezonder d mijnen en
de bouw op grote hoogten. Een op vijftig kinderen
die in Amerika in het ziekenhuis waren opgenomen
kreeg daar een ongeluk dat een speciale behande
ling vereiste. Cijfers die weliswaar niet op Neder
land slaan, maar op Amerika, maar wie garandeert
ons dat het in Nederland zoveel beter is? De patiënt
is weerloos en kan alleen maar ja dokter, nee dokter
zeggen.
Als het bij ongewilde fouten in de medische praktijk
zou blijven dan zou er nauwelijks van een probleem
gesproken kunnen worden.
Kosten
Erger is het als de hele maatschappij het slachtoffer
wordt van een steeds meer kostende gezondheids-
produktie. We' zijn nu al zover dat de algemene
verwachtingen sneller stijgen dan de beschikbare
hulpbronnen van de gezondheidszorg. Over het
geheel genomen neemt het lijden toe bij het toene
men van de behandeling. Hoe langer hoe meer
patiënten krijgen van hun artsen te horen dat zij
kwade gevolgen ondervinden van vroegere medi
sche behandelingen en dat de behandeling die ^ij
thans ondergaan, nodig werd als gevolg van hun
voorgaande behandeling. Vanuit het Amerikaanse
ministerie van gezondheid komt de mededeling dat
80 procent van alle fondsen die door dat departe
ment werden verdeeld geen duidelijk aantoonbare
voordelen voor de gezondheid opleveren en dat een
groot deel van de overige middelen wordt aange
wend om letsel dat door artsen is toegebracht te
beperken.
Ivan Illich lijkt een zwartkijker die schrijft om te
schokken. In feite is hij een van de zeer weinigen
die het hebben aangedurfd om de maatschappij, en
in dit boek in het bijzonder de medische stand in
deze maatschappij, een spiegel voor te houden. Hij
kan ons, de maatschappij, niet dwingen om te
kijken en nog minder onze bepaald ongezonde
trekken te willen zien. Hoe goed dat ook zou zijn.
Ivan Illich's boek „Het medisch bedrijf een
bedreiging voor de gezondheid?" is uitgegeven in
de serie Anatomie van de Toekomst door uitgeverij
het Wereldvenster in Baarn, de prijs in de boekhan
del is 19,50. Warm aanbevolen voor ieder die met
ons de overtuiging is toegedaan dat het nuttig en
nodig is de medische stand eens onder de loep te
nemen.
Gerard Croné
De cel van Franpoise bestaat uit een door rieten matten omheind stukje grond,
stoel en ligplaats.
Een kampeerbed dient als