TURNPLOEG NU AL OP
OLYMPISCH NIVEAU
Hockeycoach Van Heumen hoopt op
spoedige aanleg kunststofveld
m v
Ruime zege tegen Noorwegen
Van der Helm genoot van triomf
maar speelde als debutant
BONDSTEAM EERSTE, HDM ZEVENDE
CIJFERLIJST
Twee punten
in mindering
„Misschien kunnen we terecht in Rotterdam"
LEIDSE COURANT
PAGINA 22
CaCn
De sprong van Jeanette van Ravensteyn straalde gratie en
souplesse uit. Deze vrije oefening leverde haar een hoogste
persoonlijke score op.
De gedetailleerde uitslag van de •lurninterlandwedstrijd
Nederland—Noorwegen in Opmeer is: (achtereenvolgens
paard, brug, balk, vrije oefening en totaal. Eerste regel
verplichte stof, tweede regel keuze-oefeningen)
NEDERLAND:
Ans Smulders 9.50 9.50 9.35 9.50 37.85 (1
9.35 9.35 9.50 9.45 75.50 (1
Joke Kos 9.45 9.35 9.15 9.15 37.10 (3/4)
9.25 9.40 9.30 9.25 74.30 (3
Ans Dekker 9.30 9.40 9.10 9.30 37.10 (3/4)
9.20 9.35 9.20 9.25 74.10 (4
Petra v.d. Brink 9.20 9.40 8.85 9.30 36.75 (5
9.10 9.25 9.15 9.35 73.60 (5
Monique Bolleboom 9.20 9.20 9.00 8.85 36.25 (7
8.95 9.20 8.65 9.30 72.35 (6/7)
Karin Stubbe 9.10 9.50 8.80 9.15 36.55 (6
9.15 9.15 8.45 9.05 72.35 (6/7)
Jeanette v. Ravensteijn (buiten mededinging)
9.15 9.00 8.35 9.15 35.65
9.10 9.00 8.80 9.25 71.80
Eindstand:
1. Nederland verplicht: 185.65 keuze:
185.00 totaal: 370.65
2. Noorwegen verplicht: 179.35 keuze:
181.10 totaal: 360.45
OPMEER Het ziet er naar uit dat de Nederlandse dames turnploeg
zich in alle rust kan gaan voorbereiden op de Olympische spelen
van Montreal. De royale overwinning op Noorwegen (370,65 - 360.45
punten) het afgelopen weekeinde in de sporthal van Opmeer behaald,
isdan nog geen garantie voor een plaats bij de twaalf landenploegen
die zich kwalificeren voor Montreal maar het is nauwelijks aan te
nemen dat het totaal van de Nederlandse dames door meer dan zes
landen zal worden overtroffen.
Door de beperking van het aantal deelnemers aan de Olympische
turnwedstrijden zullen in Montreal slechts 96 turnsters mogen uitko
men. De Internationale Turn Federatie (FIG) bepaalde in 1973 dat
die 96 plaatsen verdeeld worden over twaalf landenteams van zes
turnsters en 24 individuele deelneemster. De eerste zes landen van
de wereldkampioenschappen, die vorig jaar oktober in Varna werden
gehouden, zijn automatisch geplaatst terwijl om de andere zes plaatsen
ui kwalificatiewedstrijden moet worden gestreden. Tevens stelde het
FIG als eis dat in de kwalificatiewedstrijden tenminste een totaal van
350 punten zou moeten worden behaald, wat neerkomt op een
gemiddelde van 8,75 punten per turnster. De afgelopen maanden is
gebleken dat het bereiken van de 350 punten-grens totaal onvoldoende
is voor het veroveren van een van de zes nog te vergeven plaatsen
voor een landenteam. In de trainingswedstrijden tegen Groot-Brittan-
nië (begin oktober in Groningen) en Zuid-Afrika (eind novemberop
Papendal) haalden de Nederlandse turnsters die eis twee maal royaal
met resp. 356,30 en 365,60 punten.
Succes
In Opmeer stond de selectie van Eva Bartha voor de eerste van
de twee Olympische kwalificatiewedstrijden. De tweede volgt in
maart in een uitwedstrijd tegen Roemenië. De ontmoeting met
Noorwegen is voor Nederland een succes geworden.
Beoordeeld door een neutrale jury behaalden deNederlandse dames
een totaal, dat door Nederland nog nooit bereikt is. De gemiddelde
score van de zes dames in de achtkamp bedroeg 9,26 punten. Zeker
van een plaats in Montreal zijn de ploegen van Rusland, Oost-Duits-
land, Duitsland, Hongarije, Roemenië, Japan en Tsjechoslowakije. De
strijd om de andere plaatsen zal voornamelijk gaan tussen de
Verenigde Staten, West-Duitsland, Duitsland, Nederland, Polen, Ita
lië, Frankrijk, Noorwegen, Bulgarije en Groot Brittannië.
Eva Bartha, de Hongaarse bondscoach van het KNGV die in de bijna
vier jaar dat zij nu in Nederland werkt het damestumen een geweldige
impuls heeft gegeven, was gistermiddag na afloop uitermate tevreden:
„wij zijn er nog niet maar dit resultaat is een geweldige stimulans
voor de ploeg. Wij hebben nog een half jaar voor Montreal. En juist
daarom ben ik nu zo tevreden over dit resultaat". Enkele maanden
geleden zag de Hongaarse het voor haar pupillen somber in. Zij miste
in de sterk verjongde ploeg een routinier als Ans Smulders. Eva
Bartha heeft Ans Smulders, bij de spelen van München met een
negentiende plaats de beste Westeuropese turnster, enkele maanden
geleden overgehaald de training weer op te nemen. In Opmeer bleek
dat Ans Smulders nog steeds van grote internationale klasse is. De
24-jarige Eindhovense veruit de oudste in de ploeg was de beste
individuele turnster met een totaal van 75,50 punten.
Voortreffelijk
Niet alleen Ans Smulders deed het tegen Noorwegen voortreffelijk.
Joke Kos, twee weken geleden in Zutphen nationaal kampioen
geworden, legde beslag op de derde plaats (74,30) en Ans Dekker,
die haar oude vorm na een hardnekkige blessure weer terug lijkt
te hebben, werd vierde.
Het jongere gedeelte van de selectie van Eva Bartha Petra van den
Brink (15), Monique Bolleboom (13) en Karin Stubbe (14) eindigde
eveneens in de bovenste helft van het individuele klassement voor
de rest van de Noorse ploeg. Het was opvallend dat de Nederlandse
dames, die zaterdags al een voorsprong van ruim zes punten hadden
genomen in de verplichte oefenstof voor Montreal een hoger totaal
boekten dan een dag later in de keuzestof (185,65-185.00). Het verlies
in de keuzestof werd gisteren vooral geleden op de evenwichtsbalk,
nog steeds de achilleshiel van het Nederlandse damestumen. Monique
Bolleboom en Karin Stubbe, die overigens pas haar tweede interland
wedstrijd turnde moesten door een evenwichtsfout van de balk en
verspeelden daardoor beiden een half punt.
De Nederlandse ploeg bleek een uitstekende indruk te hebben gemaakt
op het Oostduitse jurylid Ellen Berger. „Deze ploeg is veel sterker
dan het Nederlandse team van München. Het turnen in Nederland
is vooral dit jaar enorm vooruit gegaan. Ik heb gehoord dat Nederland
over bijzonder veel jong en gelijkwaardig talent beschikt. Wanneer
Petra van den Brink, Monique Bolleboom en Karin Stubbe nog
bedreigd worden door anderen dan ziet het er voor Nederland erg
goed uit. Voor mij staat het in elk geval vast dat Nederland in
Montreal vertegenwoordigd zal zijn".
De Nederlandse juniorenploeg heren verloor zaterdagavond in Zurich
een turnwedstrijd tegen het Kanton Zurich met 250.30 tegen 250.50
punten. Frans van Elteren van Pro Patria (Zoetermeer) eindigde als
eerste in het persoonlijke klassement met 52.60 punten.
Nederland had na drie onderdelen nog een voorsprong vqn 3.90
punten, maar zag deze steeds meer slinken. Met alleen nog de
oefeningen aan de rekstok stond Nederland met 1.30 punten voor,
maar de Zwitsers behaalden toch de overwinning.
De plaatsingen van de overige Nederlanders in de individuele stand
waren: 5. Dick Ooykaas (Pro Patria, Zoetermeer) 50.85 punten; 6.
Anton Hoenkamp (K. en V., Utrecht) 49.75; 7. Jan van de Zande
(Vlissingse Turnvereniging) 49.00; 9. Fred de Brouwer (PSV Eindho
ven) 47.80; 12. Ron Lamboo (Pro Patria, Zoetermeer) 43.15.
Uiterste concentratie was voor Ans Smulders nodig om hoogste cijfer
in de interland te veroveren: 9.50 op de evenwichtsbalk.
fin bhmiiii
WIÊÊÊBÊÊÊIÊÊKÊÊÊÊÊÊM
STRAF HATTEM:
DEN HAAG Kritisch toeschouwer bij het zaalhoc-
keytoernooi van HDM was afgelopen weekeinde
bondscoach Wim van Heumen. De sinds een half jaar
in functie zijnde Bosschenaar speelden een soort
dubbelrol. Want niet alleen was Van Heumen coach
van het winnende bondsteam, hij gaf zijn ogen tevens
goed de kost om de in overige deelnemende ploegen
talent te ontdekken.
Het Oranjeteam speelt half februari in Arnhem om
het Europees zaal-kampioenschap, in welk toernooi ons
land de laatste jaren steevast achter West-Duitsland
eindigde. Daarom volgde Van Heumen oplettend de
verrichtingen van zijn en andere spelers, want hij wil
- hoewel hij het niet met zo veel woorden zegt - de
Duitse positie wel eens proberen aan te tasten.
Wim van Heumen beziet het optreden van de hockeyers
in de zaal overigens ook in een breder prespectief.
Zoals bekend wordt het toernooi van de Olympische
Spelen op kunstgras gespeeld en met het oog daarop
is zaalhockey een wezenlijke bijdrage aan de voorberei
ding. De techniek van de spelers kan worden gestroom
lijnd, maar er kleven toch ook bezwaren aan het
zaalspel. Vooral aan het HAM-toernooi. Er werd in
twee ongelijke zalen gespeeld, dat vergde aanpassing.
Spelen in de zaal heeft, volgens Van Heumen, naast
het voordeel van de buiten beter tot zijn recht komen
de techniek, ook in andere opzichten gelijkenis op het
in Montreal toegepaste spel. „In de zaal", aldus Van
Heumen, „wordt het spel door de beperkte speelruim
te geïntensiveerd. Er komen nauwelijks rustpauzes
voor, hetgeen overeenkomstig is met hockey op kunst
gras".
In ons land is er tot dusvèr nog geen kunstofmat. „Op
18 december wordt in de Utrechtse gemeenteraad het
voorstel behandeld een kunststofveld op het complex
van Kampong aan te leggen. Maar als dat inderdaad
zijn beslag krijgt zal het nog tot half mei duren voor
zo'n veld gebruikt kan worden. Dat is voor onze
voorbereiding te laat. We zullen dan elders ons heil
moeten zoeken. Misschien dat we in Rotterdam terecht
kunnen. Er zijn geruchten dat ze daar al in een ver
gevorderd stadium zijn met een kunstgrasveld. Maar
als dat ook niet tijdig klaar is moeten we naar het
buitenland".
Uitwijken
In Engeland, Frankrijk en West-Duitsland is reeds een
aantal van die ongeveer een miljoen gulden kostende
kunstmatige hockeyvelden in gebruik. De Oranje-se
lectie zal dan ook voor zijn voorbereiding uitwijken
naar Parijs Londen of Limburg aan de Lahn.
„We hopen", vertelt Van Heumen, „dat we alsnog in
eigen land terecht kunnen, want het vele reizen wordt
dan vermeden. Bovendien komen de ploegen van Cana
da, Australië en Nieuw Zeeland hier spelen als we
tenminste maar een kunststofmat hebben".
Wim van Heumen acht de tot dusver afgewerkte
voorbereiding bevredigend. „De integratie van zaal- en
veldhockey gaat goed. De hele selectie, die op dit
moment nog bestaat uit dertig man, is in de zaal actief.
Van dat aantal wil ik tot een groep van twintig spelers
voor Montreal komen, waarna er dan uiteindelijk nog
vier zullen moeten afvallen".
Na het Europees kampioenschap zaalhockey krijgt
„het veld" weer alle aandacht. Met het oog op de dan
met rasse schreden naderende Olympiade speelt het
Nederlandse team nog toernooien in Londen en Edin
burgh, waar men tegen India, Engeland, België, Span
je, Frankrijk en Schotland uitkomt.
Op dit moment is Wim van Heumen bezig met de
uitwerking van zijn bij diens installatie geëtaleerde
plannen: de gedecentraliseerde looptrainingen. „Die
aanpak heeft onder specialist Koppperlaar succes",
vindt Van Heumen. „Er zijn bovendien centrale trainin
gen in Den Haag en Boxtel geweest, maar bij dit
toernooi van HDM werd merkbaar dat de westelijke
en zuidelijke spelers elkaar nog niet voldoende kenden.
Daar moet dus iets aan gebeuren".
Twee problemen
Hoewel de Spelen nog ver weg lijken kampt Wim van
Heumen nu toch al met twee grote problemen ten
Tanzien van de samenstelling van zijn ploeg, waaraan
het wegvallen van Ties Kruize wel voor het meest
debet is.
„Ik mis een echte spits", oordeelt de bondscoach. „Van
het trio dat onlangs tegen België speelde - Boerma,
Ron Steens en Litjens - is eigenlijk alleen de eerste
een specifieke spits. Litjens en Steens zijn middenvel
ders, maar de voor- en achterhoede geven nog proble
men".
Toch hoopt Van Heumen op een plaats bij de eerste
zes in Montreal. „Als dat niet lukt, zou het een grote
teleurstelling voor me zijn".
FRANK WERKMAN
Tafeltennisteam versloeg Denemarken
BEVERWIJK Met trillende hand deelde
Bert van der Helm zaterdagavond laat in de
Beverwijkse sporthal handtekeningen uit. Dat
tafereeltje na de triomf van 43 op Denemar
ken verraadde de emoties van de man die met
zijn ervaring als ruggegraat van het Neder
landse tafeltennisteam mag worden be
schouwd maar zaterdag zeker niet in die rol
optrad. „Ik heb deze week bewust gedacht, dat
ik erg goed was. Terwijl ik wist dat het
omgekeerde waar was". Eerlijke en tegelijker
tijd typerende uitspraak voor Van der Helms
zwakte. Als argument wees de routinier ook
nog op zijn batje, een bekende klacht bij
tafeltennissers. „Omdat het mijne aan een
kant versplinterd was, heb ik een tijdje met
een ander gespeeld. Maar ik verloor van Jan
en Alleman. Daarom heb ik mijn oude bat
vrijdag met vloeibare lijm gemaakt." Met oud
bat en een ervaring als geen ander speelde
Bert van der Helm als een debutant. Meer
onzeker dan ooit.
„Ik was erg onvast", was de enig mogelijke
bekentenis van de veelzoudig kampioen, die
voor het eerst in zijn carrière, en dat was
typerend, op verveling wees. „Sinds de neder
laag (van zijn club Tempo Team red.) tegen
Deltalloyd van 10—0 was voor mij de geestdrift
zoek. De interesse was weg. Met deze interland
had ik gelukkig weer iets te vechten". Deze
voor Van der Helm ongebruikelijke uitspraak
zou een teken kunnen zijn voor een naderend
afscheid. „Nee, hoor. Pas over een jaar of vier
kunnen ze misschien van „good old" gaan
spreken. Ik vind winnen nog steeds machtig.
Zeker als het bij een stand van 3—3 gebeurt.
Dan geniet ik weer".
Bert van der Helm genoot dus toch, maar had
zich moeten schamen als hij het niet had
kunnen doen. Na een gelijkopgaande strijd,
waarin Nederland een voorsprong opgebouwd
door respectievelijk Nico van Slobbe (tegen
Tamberg), Sonja Heltzel (tegen Anny Larssen)
de mixed Heltzel/Van der Helm (Pedersen/Lar-
sen) steeds uit handen had gegeven, was de
eer aan Bert van der Helm de zegepraal te
verzilveren. Het lukte, maar vraag niet hoe.
Niels Ramberg, normaliter de tweede man van
de Denen maar lange tijd verstoken geweest
van tafeltennis op internationaal niveau, was
door Nico van Slobbe op kinderlijk eenvoudige
wijze opzij gezet. De cijfers 21—11, 21—i6
spreken boekdelen. Wie dacht dat hetzelfde
spelbeeld zich zou herhalen in de slotpartij,
kwam bedrogen uit. Pas na een uitbarsting van
woede bij een achterstand van 14—12 was Van
der Helm af en toe de oude. Hij maakte de
partij (na 21—17 en 20—19 in de tweede set)
met een gewaagde smash uit. De onzekerheid
van de veelvoudige kampioen was nog meer
aan het daglicht gekomen tegen Claus Petersen,
zaterdagavond in de sfeerloze Beverwijkse
sporthal onbetwist de sterkste man. (Daarom
wekte het bij sommigen bevreemding dat Van
der Helm later in de mixed, de sleutelpartij,
omdat bij een verlies Pedersen in de volgende
partij de stand zeker op 2—4 zou brengen) toch
naast Sonja Heltzel stond. Met de wetenschap
dat beiden een vast koppel vormen, was die
opstelling logisch. Minder logisch echter was de
selectie van Sonja Heltzel, omdat Marjan van
der Vliet op dit moment de Nederlandse ran
glijst aanvoert. De Haagse was er boos om.
Coach Peter van Straalen zei: „Het was een
moeilijke keus, maar ik geloof dat Sonja de
rechtvaardigheid van haar opstelling wel bewe
zen heeft met de overwinningen".
En hetzelfde argument kon de jonge coach
opgelucht aanvoefen bij Van der Helms selec
tie, wiens onzekere optreden hij toch had kun
nen vermoeden. Op de goede afloop kon Peter
van Straalen alleen maar stralen. Na Neder
lands tweede achtereenvolgende triomf in de
Europese competitie (tweede divisie) wilde hij
toch nog niet al te optimistisch zijn. „De Denen
zijn altijd moeilijke tegenstanders geweest,
maar toch kan je nu nog niet veel van het
eindresultaat zeggen. Wel zou je je kunnen
afvragen, of de intensievere trainingsarbeid
van vooral Nico van Slobbe zijn vruchten heeft
afgeworpen. En dat is nog niet het geval, dacht
ik." Van Slobbe kon niet anders dan het daar
mee eens zijn maar durfde toch te wijzen op
de mogelijkheid van een glansrijke toekomst.
Hij doelde op een eventuele zege tegen Enge
land, dat op papier Nederland de weg naar de
eerste divisie (weer) zal afsnijden. „Het is jam
mer dat we die wedstrijd uit spelen. Maar ik
zie toch wel kansen. We hebben in ieder geval
niets te verliezen". De basis is gelegd met de
zege op het lastige Denemarken. Wel een zeer
smalle basis.
DEN HAAG Het bestuur van de
Hockey-Bond heeft zaterdag beslo
ten hoofdklasser Hattem twee pun
ten in mindering te brengen en het
duel Hattem—Kampong alsnog op
een nader te bepalen datum vast te
stellen. Aanvankelijk had men de
Utrechtse club met 5-0 tot winnaar
verklaard, maar hiertegen had Hat
tem bezwaar gemaakt.
Op 23 november kon de wedstrijd
Hattem—Kampong geen doorgang
vinden, toen vrij laat op de dag
bleek dat het veld van Hattem onbe
speelbaar was. Hattem kon vervol
gens door diverse omstandigheden
niet aan zijn verplichting voldoen
het duel dezelfde dag nog in Utrecht
te spelen, waar wel goede terreinom
standigheden heersten. De KNHB
heeft vastgesteld dat Hattem in deze
zaak zeer onzorgvuldig heeft gehan
deld en achtte daarom strafopleg
ging noodzakelijk. Man zag evenwel
in dat het besluit Kampong met 5-0
te laten winnen het competitiever
loop op onevenredige wijze zou kun
nen beïnvloeden. Naar de mening
van het bondsbestuur dient een straf
in dit geval slechts de partij te tref
fen die de overtreding maakt.
Groninger Studenten heeft gescoord. Doelman Doyer van het bondsteam is kansloos.
(Van onze sportredactie)
I
DEN HAAG Het bondsherenteam heeft het tweedaagse
zaalhockeytoernooi van HDM gewonnen. In de finale zegevier,,
de de ploeg van bondscoach Wim van Heumen met 6-4 over
GSHC. Bij de dames werd het team van Grossflottbeker uit
Hamburg eerste door in de eindstrijd met 4-2 het damesbond-
steam te kloppen.
Het organiserende HDM legde bij de heren beslag op de
zevende plaats door Amsterdam met 5-4 te verslaan. De dames
van HDM werden zesde en laatste na verlies met 5-1 tegen
Ealing.