Wij zijn geen moordenaars maar strijden voor ons land" ,,Wij hopen u wakker te schudden" WEER WERD GIJZELAAR GEDOOD Beëindiging drama in handen van Zuid-Molukse gemeenschap Toos Faber: Onvermoeibare vraagbaak voor nieuwsmedia VERKLARING VAN DE KAPERS Wrang contrast in Beilens hotel Toch huwelijk in Beilen 'IK BEN BANG OM WEER AAN HET WERK TE GAAN Van een onzer verslaggevers BEILEN De verklaring die de Molukse kapers in Beilen gisteren hebben uitgegeven luidt als volgt: „Volk van Nederland, wij hopen hiermee u allen wakker te schudden en u het onrecht te laten zien dat uw regering ons, Zuidmolukkers, tot nu toe heeft aangedaan. Deze door ons gepleegde daad mag u niet zien als een vergeldingsactie, maar als een daad die om rechtvaardigheid schreeuwt". „Waarom wij gewone burgers gijzelen is, omdat zij zich niet tegen de regering hebben gericht die ons al 25 jaar lang groot onrecht aandoet, en om te tonen dat wat hier gebeurt, op de Zuid-Molukken elke dag kan gebeuren als ons volk daar een protest laat horen tegen de Indonesische regering. En ook, omdat het Nederlandse volk zijn stem niet heeft laten horen, toen op 25 november 1975 koningin Juliana gezegd had, dat ieder volk recht heeft op onafhankelijkheid, terwijl wij daar al een kwart eeuw naar streven". De kapers beschuldigen de Nederlandse en de Indo nesische regering ervan, bewust alle wegen die tot een vreedzame oplossing hadden kunnen leiden, te hebben geblokkeerd. „De Nederlandse en de Indone sische regering hebben in feite door hun onrechtvaar dig handelen ons tot deze daad doen overgaan". „De Zuid-Molukken hebben circa drieëneenhalf mil joen inwoners. Momenteel leeft ons volk in de Zuid- Molukken in erbarmelijke toestanden. Veel van onze mensen worden zonder enige vorm van proces in gevangenissen en concentratiekampen opgesloten en worden als communisten bestempeld. Ook hebben wij vernomen dat zij gemarteld worden". „Wij begrijpen niet, dat u protestmarsen houdt als elders onrecht geschiedt, terwijl u niets doet voor ons, die onrecht is aangedaan in de afgelopen 25 jaar". „Volk van Nederland, wij hopen dat u uw regering tot inkeer kan brengen, zodat er rechtvaardigheid kan geschieden. Volk van Nederland, wij zijn geen moor denaars, maar om voor de toekomst van ons volk en de onafhankelijkheid van ons land te strijden, zijn wij bereid weer te doden en ook om te sterven". „Vrije Zuidmolukse Jongeren. Mena Muriaj (wij gaan door met de strijd)". VRIJDAG 5 DECEMBER 1975 LEIDSE COURANT - - •-« - PAGINA 9 1 Alle wegen rond het gemeentehuis van Beilen, waar het beleidscentrum is gevestigd, zijn door bewapende militairen afgezet. Dit pantservoertuig blokkeert een kruispunt. (Van onze verslaggevers) BEILEN „Volk van Nederland, wij zijn geen moordenaars. Maar om voor de toekomst van ons volk en de onafhankelijkheid van ons land te strij den, zijn wij bereid weer te doden en ook om te sterven." Dit is een citaat uit de brief die de Zuidmolukse treinkapers in Beilen gisteren meega ven aan onderhandelaar Pessereron. In deze politieke brief, die ook een aantal eisen bevatte, zeggen de kapers het Nederlandse volk „wakker te willen schudden en het onrecht te willen laten zien dat ons is aangedaan." termiddag om kwart voor één, toen schoten werden gehoord in de trein en even later een li chaam naar buiten werd ge- de Indonesische regering en ook zou de Molukse zaak aan de Verenigde Naties moeten wor den voorgeletd. gooid. Het aantal doden steeg De terroristen eisten ook vrijla- In hun verklaring van vier kant- tal voor overvallen waarmee zij jes eisten de kapers, dat de Ne- geld wilden vergaren voor fi- derlandse regering voor de tv nanciering van Molukse acties, zou erkennen het Zuidmolukse Onder hen zijn "de Mojukkers de Molukse raad Badan Perse- betrokken waren en de Moluk- tuan spreektijd op de televisie kers die betrokken waren bij moeten krijgen en een perscon- overvallen met dodelijke afloop f eren tie mogen geven, en zou de in Breda en Geleen. regering de boodschap van de De laatste eis was, dat de politie kapers aan het Nederlandse uit de buurt van de gekaapte volk en hun eisen integraal in trein zou blijven, „want dit zou alle dagbladen moeten laten af drukken. De regering zou con- fataal voor de gijzelaars kunnen Dit is de heer Z. Pessereron, de belangrijkste onderhan delaar bij de gijzeling in Beilen, die gehaast het Beilens gemeentehuis inrent. De moord op een onbekende treinpassagier, gistermiddag, vond plaats tussen twee bemid delingspogingen van de heer Pessereron, schoonzoon van de Molukse predikant Metiari. Om half twee bracht hij vier eisen va de kapers over: er moesten vijf NS-sienlampen en tien za- klantaarn-batterijen komen, er moesten een bus en een vlieg tuig klaar staan en er moest om drie uur weer eten komen. De politie in de omgevng van Beilen werd paraat gehouden in verband met mogelijke „infiltra ties van buitenaf". Voor conster natie zorgde het bericht dat een grote groep Molukkers per auto op weg was naar Beilen, maar dit bleek later een gerucht te zijn. Ook een busje met een Moluks voleybalteam zorgde on gewild even voor opschudding. Er werden gistermiddag al uit gebreide medische voorzorgs maatregelen genomen. De zie kenhuizen va Assen, Hoogeveen en Meppel werden „superpa- raat" gehouden. De boerderij dicht bij de trein werd bestemd als eerste opvangplaats voor ge wonden. Een helicopter zou ern stig gewonden naar het Acade misch Ziekenhuis in Groningen kunnen brengen. Bij de boerde rij zijn materialen voor shock behandeling aanwezig, waar voor een extra medisc h team uit Utrecht overkwam. Voor de opvang van gewonden werden drie pelotons geneeskundige troepen met ieder drie pantser voertuigen gereed gehouden. Twaalf ambulances stonden klaar, welk aantal tot twintig uitgebreid kon worden. Om vier uur gistermiddag werd met een Rode Kruis-busje voed sel tot bij de trein gebracht. Er werden 87 lunchpaketten, brood, melk, water, thee, fris drank, appels en sinaasappels bezorgd. Het vervoer was een uur verlaat, omdat langdurig overlegd overlegbd met de ka pers welke kleding de bezorgers moesten dragen. Om vijf uur ging de heer Pesse reron weer naar de trein, om te zeggen dat er geen bus zou ko men en ook geen lampen en kranten. Een uur later kwam hij terug met de uitvoerige verkla ring van de kapers, een aantal eisen en een lijst van gewenste medicijnen. Om half acht gingen naar de trein ir. Manusama, mevrouw Soumokil en de heren Kuhu- waal en De Lima. Via de veldte lefoon onderhandelden zij drie kwartier, een gesprek dat Manu sama bij terugkeer „goed en opbouwend" noemde. Hij had bereikt, dat vanmorgen een re geling zou worden getroffen voor het weghalen van de lijken. Manusama ging daarop terug naar Den Haag om minister Van Agt in te lichten. (Van een onzer v BEILEN Een scherp contrast, gisteravond in hotel Prak ken in Beilen. In de cafézaal vrolijk lachende mensen met een kop koffie of een pilsje voor zich, in een nabijgelegen zaaltje een stuk of dertig familieleden van de gegijzelden. In beide vertrekken staat de televisie aan met nieuws over de treinkaping, maar er wordt verschillend op gereageérd. In de cafézaal met de normale nieuwsgierigheid van buiten staanders, in het andere vertrek met gelatenheid. Als een Zuidmolukse student voor de televisie enig begrip probeert te kweken voor de motieven van de treinkapers, kunnen sommige familieleden daar zichbaar weinig waardering voor opbrengen. Hotel Prakken Het enig hotel dat Beilen rijk is herbergde gisteravond niet alleen de familieleden, maar ook ver over de honderd militairen, politiemannen, en scherp schutters. De hotelkamers zijn gereserveerd door buitenland se journalisten en hoge militairen, de lagere militairen en de gewone politiemannen slapen op veldbedden in de grote zaal en zelfs op het toneel. Dag en nacht is het drastisch versterkte hotelpersoneel in touw. In de keuken zijn al zo'n 10.000 boterhammen en vele honderden liters soep klaarge maakt voor de politie en de militairen bij de trein. Ook het voedsel voor de kapers en de gegijzelden komt uit hotel Prakken. Hotelhouder Jacob Prakken, die er nog altijd trots op is dat hij ooit eens 3 weken kamenier is geweest van koningin Wilhelmina, blijft ijzig kalm onder al die drukte, en laat de enige ruimte in zijn hotel zien die nog onbevolkt is: de eetzaal die gereserveerd is voor de hereniging van de gegijzelden pn hun familieleden. Od de tafels staan alvast bloemen. (Van onze speciale ver) BEILEN Naarmate de gij zelingsaffaire voortduurt, wordt steeds duidelijker dat de oplossing van dit drama voor een belangrijk deel bij de in Nederland verblijvende Zuid-Molukkers is gelegen. Het ziet er naar uit dat ook de Nederlandse regering tot dit inzicht is gekomen, getui ge de uitspraak van justitie- woordvoerster mevr. T. Fa- ber, dat het gesprek dat de heer Pessereron met de trein kapers gevoerd heeft „een heel belangrijke zaak is". Weliswaar -zijn eerder drie Zuid-Molukkers afgewezen als bemiddelaars de twee eerste Zuid-Molukkers schijnen fami lieleden van de treinkapers ge weest te zijn maar het feit dat mevrouw Soumokil, de vrouw van de geëxecuteerde guerrillastrijder en tevens eer ste president van de RMS, ook bij de onderhandelingen wordt betrokken doet de veronder stelling rechtvaardigen dat de Nederlandse regering alleen, deze tragische zaak niet meer tot een goed einde kan bren gen. Daarmee wordt eens te meer duidelijk dat de Zuid-Moluk kers die onderling altijd nog Maleis spreken een zeer spe ciale plaats in de Nederlandse samenleving innemen, een ge geven waar zij ondermeer het recht aan ontlenen op een vrije republiek der Zuid-Mo lukken (RMS), een idee dat de Nederlandse regering uit wel ke politieke geledingen ook sa mengesteld, al jarenlang gele den over boord heeft gezet. Hoewel oude Zuid-Molukkers met afschuw naar het gebeur de in Wijster kijken, hebben zij de jonge in Nederland ge boren Zuid-Molukkers elke dag opnieuw geïndoctrineerd met het idee van een vrije zelfstandige republiek waar van Ambon een zeer belangrij ke positie zal innemen. Naarmate het de jongeren dui delijker werd dat met politiek overleg het RMS-ideaal niet kon worden verwezenlijkt, is er een stroming ontstaan die, naar analogie van de Palestij- nen, thans op zeer militante wijze haar recht opeist. Deze groeperingen, die over geheel Nederland verspreid zijn, en waar oudeMolukkers weinig vat op hebben, bestaan uit strijdvaardige goed getrainde jongemannen die bereid zijn zeer ver te gaan in hun pogin gen het RMS-idee gestalte te geven. Daarbij valt het op dat zij niet zo zeer de Indonesische regering die thans het door hen opgeëiste grondgebied „beheert" aanvallen, maar het zoeken in het attaqueren van de regering in Den Haag, die zij verwijten de Zuid-Molukse belangen zowel nationaal als internationaal volledig onder te waarderen. Wat de afloop van de treinka ping bij Wijster ook zal zijn, de Zuidmolukse jongeren zul len steeds opnieuw „aan de bel trekken" waarbij men niet over veel voorstellingsvermo gen behoeft te beschikken om daarbij aan de meest gruwelij ke acties te denken. Nadat"de guerilla-strijder Sou mokil vele jaren geleden werd geëxecuteerd is de in Rotter dam wonende ir. Manusama uitgeroepen tot president van de RMS. Ir. Manusama is een zachtaardig man. Zijn tegen hanger is de thans in Wenen verblijvende „generaal" Ta- maela, die een veel strijdvaar diger gedragslijn voorstaat de republiek. Het feit dat de Nederlandse regering uiteindelijk besloot het aanbod van de Rotterdam se wiskundeleraar Manusama om te bemiddelen, te accepte ren, zal de Zuid-Molukse ge meenschap in Nederland dan ook zien als een politieke daad. Daarmee zal het feit, dat de treinkapers met hun hoogste gezagdragers hebben onder handeld voor hun zelf ook een belangrijke rol spelen. Justitie-voorlichtster mr. Toos Faber: „Als ik in een goed bed lig knap ik ook af" (Van een onzer verslaggevers) WIJST ER Een van de bekendste vrouwen op dit ogenblik is mevr. T. Faber, voorlichtster van het departement van Justitie. Zij is belast met de voorlichting van de vele nieuwsmedia rond de treinkaping bij Wijster. Daarbij fun geert ze als onvermoeibare vraagbaak voor de tientallen Nederlandse en buitenlandse journalisten. Zeer rap van de tongriem gesneden geeft zij dagelijks in het Nederlands, Duits, Frans en Engels antwoord op de bonderden vragen die op baar en haar collega mr. Van Leeuwen worden afgevuurd. Toos Faber lijkt in deze dagen onvermoeibaar. ,Maar als ik in een goed bed lig knap ik ook af", zegt ze eerlijk. Los van haar beroep ziet ze deze gijzeling als een „afschuwelijke zaak". Over een goede afloop heeft ze „haar twijfels". Die twijfels baseert ze o.a. op de starheid en hardheid waarmee de Zuidmolukse treinkapers tot nu toe zijn opgetreden. Door haar verblijf in twee Japanse interneringskampen in het voormalig Nederlands-Indië kent zij de Zuidmolukkers. Ook deze kennis betrekt ze in haar twijfel wanneer haar gevraagd wordt welke afloop deze gijzeling zal krijgen. „De situatie is veel moeilijker dan destijds in Scheveningen", zegt ze, „vooral in het begin was de stilte rond de gijzeling beangstigend. Dat is tot nu toe nergens gebeurd, bij welke gijzeling ook en waar ook ter wereld. Dat is beslist uniek". Mevrouw Faber voelt zich uitstekend thuis in de journalistieke wereld zoals die op het ogenblik in Beilen verzameld is. „Daar komt bij, het voordeel van vrouw zijn in een typische mannen wereld als deze," zegt ze om zich heen wijzend. „Maar het is nog altijd zo, dat je als vrouw twee keer zo goed je werk moet doen als een man. Maar als. je dat dan doet, dan accepteren ze je volledig". Haar meest afschuwelijke tijd ervoer Toos Faber in de twee interneringskampen. Ze verbleef in een kamp bij Bandoeng en in een ander op Midden-Java. „Daarna werd ik gerepa trieerd naar Nederland en mede om pedagogische redenen ging ik naar een kostschool in Zwitserland". Ze behaalde het eindexamen gymnasium beta en studeerde als juriste af in Leiden. Na het halen van haar meestertitel ging ze in 1951 in de journalistiek, waar ze voornamelijk zaken met een sterk juridisch aspect te behandelen kreeg. ,Maar ik heb van alles gedaan hoor", zegt ze. „Van scheepsberichten maken tot aan sportverslagen toe". Na een aantal jaren stapte zij over naar het departement van Justitie om daar de voorlichting te gaan behartigen. Dat was in 1972. „Zowel bij de zittende als bij de staande magistratuur was men er ontzettend gelukkig mee dat er nu iemand kwam om hen te helpen", zegt ze. „Niet iemand die kwam zeggen, hoe het moest, maar om te helpen". Conducteur Brinker: (Van een onzer verslaggevers) BEILEN „Ik ben bang weer aan het werk te gaan. Ik hoop dat dat slijt'2. Dat zei de conducteur van de gekaapte trein, H. J. Bronker uit Zwolle, gisteravond een dag nadat hij uit de trein was ontsnapt. De conducteur was er vlak voor zijn ontsnapping van overtuigd dat hij door de kapers zou worden gedood. „Ik had van te voren al gehoord, dat ze mij het geweer tegen de oren zouden zetten". Brinker was vastgebonden op zijn conducteurs stoeltje. Nadat hij gegeten had, werd hij weer vastgebonden. Door zich uit zijn jas te wurmen, zaten zijn boeien zo los, dat hij zich kon bevrijden. Toen hij hoorde dat achter hem een machinepis tool werd geladen besloot hij te ontsnappen via de deur van het bagagecompartiment waar hij was opgesloten. „Ik ben eruit gevlogen. Ik sprong in het grind en zette het op een lopen". Voor de kaping begon heeft conducteur Brinker nog een praatje gemaakt met vier van de terroris ten. „Ik vroeg of ze vakantie hadden. Ik had een groot pak boven in het bagagerek zien liggen, omwikkeld met Sinterklaaspapier, maar later bleek dus, dat daar munitie in zat". Conducteur Brinker was bezig met kaartcontrole, toen hij zag dat een paar mensen naar de noodrem grepen. „De trein stond in een klap stil. Ze kwamen direct van alle kanten naar binnen stor men", aldus de treinconducteur. „We werden alle maal naar één afdeling gedirigeerd. Mij haalden ze er direct bij. Ik zag de machinist liggen, die was al dood". (Van een onzer ver slaggevers) BEILEN Ondanks bet feit dat bet ge meentehuis in Beilen gesloten was in ver band met de gijze ling, is er gister toch een huwelijk vol trokken in Beilen. De 25-jarige Arend Kuik en de 22-jarige Fokkens moesten voor hun huwelijksplechtig heid uitwijken naar de wachtzaal van de dienst sociale zaken, in een gebouw tegen over het gemeente buis „Een trouwdag die ze niet licht zullen ver geten", aldus de ge pensioneerde heer H. Lunshof die zich als ambtenaar van de burgelij ke stand be schikbaar had ge steld. De secretarie van het gemeentehuis fun geert als internatio naal perscentrum. Het Beilense publiek kan alleen nog voor echte spoedzaken op het gemeentehuis te recht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 9