HET BEGINT NU PAS ECHT'
IJzersterke rentree Hans Steekers, maar toch:
„SKIF BLIJFT
VOOR MIJ
H11
HOOFDDOEL"
wéér een verloren seizoen
Nieuwbouw
botenioods
Rob Robbers van
Die Leythe:
Ton Kamphues:
PAGINA 4
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1975
NOORDWIJKERHOUT -
„Het kampioenschap van
Zuid-Holland had ik wel ver
wacht. De totaaloverwinning
niet. Die kwam echt als een
grote verrassing".
De rentree van Hans Steekers,
de Noordwijkerhoutse veldrit-
specialist, had niet voorspoe
diger kunnen verlopen. Stee
kers, na anderhalf jaar van
stilstaan in augustus van dit
jaar medisch goedgekeurd, on
derwier- zich aan een onmoge
lijk harde training. Reed zo
veel mogelijk koersen om zijn
wedstrijdritme weer terug te
krijgen en zette het afgelopen
weekeinde (voorlopig) de
kroon op al die arbied. In het
kampioenschap van Zuid-Hol
land reed, liep en zwoegde hij
iedereen op minuten...
In die op afstand gereden,
sterke, groep renners ook
niet-Zuidhollanders gaven acte
de présence ook nationaal
kampioen Gertie Wildeboer uit
Apeldoorn. Hans Steekers (25):
„In de tweede ronde liep Wil
deboer zo'n vijfenzeventig me
ter van me weg. Op dat mo
ment geloofde ik er helmaal
niet meer in. Maar opeens luk
te bij mij alles, kon ik dat gat
binnen twee ronden goed ma
ken en voelde ik me sterk
genoeg om gewoon maar door
te gaan. En als Gertie moet
lossen weet je dat hij er niet
meer bij komt. Dat hij direct
„vast" zit en dat hij moreel
ook te zwak is om over die
klap heen te komen.
Maar toch. Ik wist dat ik re
delijk in conditie was, maar
dat ik op die manier zou win
NOORDWIJKERHOUT - In december 1973 sloeg het noodlot
voor Hans Steekers toe. De Noordwl{kerhouter die zich sinds
het seizoen '72-73 In de selectie van de Nederlandse
amateurcrossers had gereden, sloeg tl|dens een wedstrijd
in Luxemburg over de kop. Kreeg een framebuis van zijn
flets tegen zijn rechterkuit en voelde de pijn In de weken
die volgden steeds erger worden. Bij een bezoek aan het
ziekenhuis werd toen trombose geconstateerd. Een bloedstol-
llng die hem het daarop volgende half jaar van wleleractlvl-
teiten afhield. Steekers mocht na die zes maanden weer op
de flets, maar kreeg drie weken later opnieuw last van die
rechterkuit Ditmaal werd hem door de doktoren een periode
van een jaar „nietsdoen" voorgeschreven. Een periode ook
waarin Steekers z'n fiets „niet meer aankeek". Sinds augus
tus van dit jaar echter weer wel....
nen. Nee, daar kon ik zelfs
niet op hopen...
Conditie. Hans Steekers heeft
er hard aan gewerkt.
„In augustus ben ik direct met
trainen begonnen. En half au
gustus ben ik ook al wegwed
strijden gaan rijden. Om dat
ritme weer te pakken te krij
gen. Die eerste wedstrijd werd
ik al tiende. En zoiets geeft
natuurlijk wel zelfvertrouwen.
Dan weet je dat je het kan, dat
je weer aan die top kan ko
men".
Die voorlopige top werd dan
afgelopen weekeinde in Put-
tershoek bereikt. Nogal onver
wacht overigens. „Ik had tot
dan toe nog geen wedstrijd
gewonnen. En dan zo'nweek-
einde direct twee..."
Begin
Steekers staart zich evenwel
niet blind op die twee over
winningen. „Goed, ik ben bij
na helemaal terug. Maar ei
genlijk begint 't nu pas. Ger-
rit Scheffer, die ik persoonlijk
als mijn grootste concurrent
in Nederland beschouw, heb
ik dit jaar nog pas een keer
ontmoet
En toen begon ik in feite pas.
Een echte krachtmeting was
dat eigenlijk niet. Maar op het
Nederlands kampioenschap
(11 januari 1976, red.) kom ik
hem wel echt tegen. En mijn
eerste doel van dit seizoen is
natuurlijk wel een kampioen
schap van Nederland. Dan
moet ik er weer helemaal
zijn".
Die nationale titelstrijd wordt
dit jaar in Limburg afgewerkt.
„Het parkoers daar ken ik
niet Maar dat vind ik niet zo
erg. De renners zeggen wel
van me dat ik een „zandhaas"
ben, maar in Puttershoek was
het een kleiparkoers. En daar
ging het toch ook goed. Als het
maar zwaar is, dan ben ik
tevreden. Want juist op een
zwaar parkoers komen de ver
schillen goed tot uiting".
Na dat Nederlands kampioen
schap wachten het wereld
kampioenschap in Frankrijk.
Steekers, driemaal kampioen
van Zuid-Holland: „Het
spreekt vanzelf dat ik daar
naar toe werk. Tot nu toe heb
ik eenmaal meegedaan. In
1973 werd ik toen zesentwin
tigste. Een plaats die met wat
geluk wel voor verbetering
vatbaar is. Maar laten we eerst
de „nationale" maar afwach
ten. Die is pas over zes weken.
Als dat goed gaat („Ik zie me
zelf bij de eerate drie") dan
zien we wel verder".
Het tekent Hans Steekers. De
nuchtere, wat introverte
Noordwijkerhouter gaat ge
woon door met trainen. Drie
uur per dag. En ziet dan wel.
Gert-Jan Onvlee
„Bij het kampioenschap van Nederland moet ik er
weer helemaal zijn".
Drie uur trainen per dag.
„Techniek vasthouden
Van onze sportredactie
LEIDEN „We zijn op dit moment verder dan we ooit
zijn geweest. Iedereen weet nu tenminste dat er iets moet
gebeuren."
Aan het woord de heer Gijsman, voorzitter van de Leidse
roei- en zeilvereniging „Die Leythe". Onderwerp van ge
sprek: de bouw van een nieuwe botenioods ter vervanging
van het oude houten gebouw dat op dit moment nog aan
de oevers van de Oude Rijn „prijkt".
Het oude gebouw - indertijd neergezet op de „fundamen
ten" van het oude zwembad „Rhijnzigt" - staat nu al vele
jaren weg te rotten. Op sommige plaatsen is de vloer meer
dan onbetrouwbaar en de loods moest in de zestiger jaren
zelfs al provisorisch worden opgeknapt omdat de verwach
ting van toen was, dat hij in die staat niet lang meer zou
staan.
Het is nu 1975 en de loods staat er nog steeds. Zoals ook
de vele jaren her gevormde bouwcommissie nog altijd „be
staat". Die bouwcommissie nu, kwam deze maand met een
bouwplan voor een nieuwe botenioods; een plan echter dat
zo'n 320.000 gulden zal vergen.
Gijsman: „Het is een voor Die Leythe natuurlijk onmogelijk
hoog bedrag. Hoewel het allemaal zo goedkoop mogelijk is
gehouden vallen de kosten door onze vereniging gewoon
niet op te brengén. We hebben onze hoop dan ook gericht
op de gemeente. Enerzijds is er het fonds aanvullende wer
ken - „Het plan zit nu in de molen" - en aan de andere
kant kan het plan nog altijd eens in de gemeentebegroting
terecht komen."
Over de medewerking die zijn vereniging van de Leidse ge
meenteraad heeft gekregen, is Gijsman zeer tevreden: „Van
gemeentezijde staat men echt welwillend tegenover onze
plannen, maar tot nu toe is er steeds weer iets tussen geko
men.
Ook nu weer is er een willig oor. En is de kans er dat we
al binnen een maand kunnen gaan bouwen. Maar, dat is
wel waar, de kans dat we de eerste jaren niet aan dat bou
wen toekomen, bestaat ook. Laten we er in ieder geval
maar het beste van hopen."
Van onze sportredactie
LEIDEN - „Als ik mijn
techniek nu weet vast te
houden, en m'n kracht en
conditie kan opvijzelen,
moet ik volgend seizoen
sneller kunnen". Rob Rob
bers (25), lid van de Leidse
burgerroeivereniging Die
Leythe, zegt het lachend,
maar is ambitieus genoeg
om die woorden het predi-
caat „gemeend" mee te kun
nen geven. Robbers, „eens"
Nederlands jeugdkampioen
bij de skiffeurs, en dit
voorbije seizoen met twee
titels (dubbel twee, dubbel
vier) toch ook redelijk suc
cesvol, verklaart: „Vorig
jaar ben ik pas laat echt
gaan trainen. Dat bleek ook
wel want in de skif kwam
ik er nauwelijks aan te pas.
Maar in de loop van het sei
zoen werd duidelijk dat
mijn conditie toch wel beter
werd en dat ik in de minder
sterk bezette nummers als
die dubbel twee (met Roel
Michels van De Hoop) en
dubbel vier heel redelijk
kon meekomen. Als ik mijn
voorbereiding het komende
jaar dus wat beter aanpak,
dan moet het mogelijk zijn
dichter bij de top te komen.
Met „top" bedoelt fysio
therapeut Robbers met na
me de skiffeurstop.
„De skif is voor mij inder
daad het uitgangspunt Dat
onderdeel trekt me gewoon
het meest, vind ik ook het
meest aardige om te doen."
Vandaar ook dat de Die
Leythe-roeier afgelopen za
terdag tijdens de najaars
wedstrijden van Asopos on
der meer in de skif strijd le
verde. Hij won. Een gere
nommeerde roeier als Jan
Wienese, in 1964 in Mexico
winnaar van Olympisch
goud, achter zich latend.
„Die overwinning op Wiene
se zegt mij niet zoveel.
Goed, het mag dan zo zijn
dat hij weer echt in training
is gegaan, maar het is ge
woon een feit dat ik hem
niet in een rechtstreeks duel
heb verslagen. Het ging za
terdag allemaal op tijd. Ik
zat in de ene groep, Wienese
in de andere. Dus e^n echte
krachtmeting is het niet ge
weest."
Overigens is Robbers op dit
moment nog niet doorge
drongen tot de hoogste klas
se in de skifwereld; de „eli
teklasse", een naam die bin
nenkort zal worden gewij
zigd in ereroeien om het eli
taire tintje dat de roeisport
kenmerkt enigszins te ver
doezelen. Robbers: „Ik heb
nu vijf geklassificeerde Se-
nioren-A-wedstrijden gewon
nen. Bij de zesde zege
plaats je je in de hoogste af
deling. Ik ben er bijna."
Tijdens diezelfde najaars
wedstrijden van Asopos
kwam Robbers met Michels
ook als eerste bij de „twee
zonder" over de meet. „Die
twee zonder is eigenlijk als
een grapje bedoeld. Maar
omdat het toch wel goed
liep denk ik dat we er voor
lopig maar even mee door
gaan. En dat we in de win
terperiode bij een paar door
de TAC (Technische Advies
Commissie) georganiseerde
wedstrijden eens gaan kij
ken hoe we nationaal gezien
in de strijd liggen. Mis
schien gaan we dan ook nog
door. Maar de skif blijft
toch het hoofddoel."
Ondanks de toch wel aan
wezige ambitie - Robbers
traint vrijwel dagelijks en
kent slechts een korte rust
periode, direct na het einde
van het wedstrijdseizoen -
ziet de 25-jarige Leidenaar
het roeien niet als alleenza
ligmakend.
„Ik heb wel erg serieuze pe
riodes gehad. In mijn jeugd
tijd en nu ook weer. Maar
als ik het roeien veertien
jaar lang als het belangrijk
ste had gezien, dan zou ik
het beslist geen veertien
jaar hebben volgehoude-
n
GERT-JAN ONVLEE
2 «MtanB
LEIDEN Ton Kampheus
zal voor de derde maal
moeten beginnen. De oud
regionaal van UVS die
sinds 1973 "in dienst" is
van Telstar, zal opnieuw
vanuit het C-team een aan
val moeten gaan onderne
men op een vaste plek in
h£t eerste elftal van de IJ-
muidense eredivisievereni
ging. Was het in de beginfa
se de onervarenheid die
Kamphues uit de topselec-
tie hield en het jaar erop
de trainerswisseling tussen
Rab en Castenmiller; dit
maal is het een nu al vier
maanden durende blessure
die hem vanuit het A-team
terugwierp naar de diepten
waarin geblesseerde spelers
nu eenmaal terecht schijnen
te moeten komen. En het
leek allemaal zo mooi.
"Castenmiller had eigenlijk
net voor mij als voorstopper
gekozen. De laatste vier
wedstrijden van de vorige
competitie stond ik al in de
basisopstelling en in de oe
fenwedstrijden van dit jaar
stond ik er ook in. En toen
gebeurde het..."
Een week voor de jaargang
'75-'76 van start ging om
precies te zijn. Ton Kamp
hues: "Eigenlijk zou ik die
wedstrijd niet meespelen.
Maar omdat Nico Jansen in
Amsterdam C meespeelde
moest ik ook opdraven. Als
voorstopper. Op een gege
ven moment kwam er een
dieptebal. Jansen er achter
aan en ik wilde volgen.
Maar mijn rechterbeen niet.
Het onderste gedeelte bleef
tenminste gewoon staan.
Met als resultaat dat die
knie volledig werd ver
draaid. De volgende dag
vertelde de clubarts me dat
ik waarschijnlijk een menis
cus had. Een paar dagen la
ter werd weer verteld dat
het geen menicus zou zijn.
Toen ben ik maar naar het
ziekenhuis gestapt. Daar
vertelden ze me dat het kap
sel van mijn knie was ge
scheurd. Maar ik bleef er
last van houden. Ik kon niet
schieten en ook geen snelle
bewegingen maken".
Toen kwam dokter Stri-
kwerda aan de beurt. "Hij
vertelde me dat ik een klein
scheurtje had in mijn bui
tenmeniscus. Maar dat zou
met rust wel weer overgaan.
Nou dat ging 't niet. En op
dertien oktober ben ik toch
geopereerd aan die knie.
Dat liep allemaal erg goed
(„Ikmocht een half uur na
de operatie weer gewoon lo
pen...") en van die meniscus
heb ik nu ook geen last
meer. Maar tijdens die ope
ratie kwam wel wat anders
naar boven,".
In de vorm van witte "din
getjes".
Ton: "En dat hield weer in
dat mijn slijmbeurzen ont
stoken waren. Daar kim je
maanden zoet mee zijn. En
dat ben ik dan ook. Ik hoop
nu in januari weer met trai
nen te kunnen beginnen.
Maar dan moet het allemaal
wel goed lopen."
Kamphues,die overigens el
ke dag bij Telstar wordt be
handeld, weet dat dit sei
zoen voor hem verloren is.
Dat ook het terugkomen
(vanuit het C-team) wel eni-
getijd zal kunnen gaan kos
ten. Wel hoopt de nu (pas)
21-jarige ex-UVS'er dat hij
aan het eind van het seizoen
met Telstar mee kan naar
Maleisië, Singapore. "Dat
lijkt me een aardige trip.
Het zou goed zijn als ik
daar bij kon zij. Om weer
helemaal in de sfeer te ko
men, om weer wat ervaring
op te doen, maar ook voor
de gezelligheid. Want Telstar
is nu eenmaal een erg gezel
lige club. Als wij een keer
verliezen wordt er gezegd
"volgende week beter",
waar vind je dat tegenwoor
dig nog in het betaalde voet
bal?"
Volgend jaar zal Kamphues
er - als alles "normaal" ver
loopt, in ieder geval weer
bij zijn. "Ik heb aan het be
gin van dit seizoen voor
twee jaar getekend. Hele
maal tegen m'n gewoonte in
trouwens, maar ik had een
soort van voorgevoel dat ik
een ernstige blessure zou
krijgen. Dat is helaas uitge
komen ook".
Dubbel "helaas" mis
schien?"
Kamphues: "Toen ik vorig
seizoen mijn debuut maakte
in het eerste speelden we te
gen FC Amsterdam. George
Knobel was er toen als toe
schouwer ook. Later hoorde
ik van Castemiller dat Kno
bel vond dat ik een goede
par ij (tegen Nico Jansen)
had gespeeld. En toen Kno
bel dit seizoen eens kwam
kijken, vroeg hij waar ik
was gebleven.
Op zo'n moment doet dat je
natuurlijk goed. Maar als je
dan nu weet dat jij mis
schien op de plaats van Hei-
ni Otto, die geblesseerd
raakte, in Jong Oranje had
kunnen spelen, dan voel je
je toch echt wel minder
prettig...."
GERT-JAN ONVLEE
Vier hechtingen geven aan waar ooit de buitenmeniscus van Ton Kamphues'
rechterknie heeft gezeten...