misdaad loont Waterkeerdere werpen plastic zeewier in strijd tegen elementen MODERNE INTERNATIONALE FRAUDEURS VERGAREN FORTUINEN VIA COMPUTER AMERIKAAN ROBERT FARR BEWIJST HET. ZELFS ZONDER NYLONKOUS EN ZONDER PISTOOL Mocht o onverhoopt in de nabije toekomst be hoefte krijgen aan baar geld en wenst u daarvoor onder geen beding de handen vuil te maken weet dan, dat het in deze moderne tijd echt niet meer nodig is om een snelle greep te doen in de kassa-Ia van uw warme bakker. II behoeft ook geen Panty-P over bet hoofd te trekken en met een pistool op scherp een bank binnen te stormen. Dat zijn achterhaalde en buitengewoon slordige manieren om aan de poen van uw medemens te komen. De risico's, die u daarbij loopt zijn trou wens nodeloos groot en blijken in de meeste gevallen omgekeerd evenredig aan de kans van welslagen. Tien tegen één, dat u met een blauwe boon in de broek wordt afgevoerd naar een cel of na een uitputtende gijzeling van juffrouw Annie van de salaris-administratie gedwongen wordt om uit te wijken naar een gortdroge woes- tijnstaat, waar u dan de rest van uw leven slijt als geitenhoeder. Waarom trouwens moeilijk doen, als er zulke eenvoudige manieren onder handbereik liggen? Vandaag de dag kan iedere snuggere oplichter met behulp van technische vindingen rustig vanuit de eigen leunstoel een fortuin in de wacht slepen. U behoeft daarvoor slechts vriendschap te sluiten met computers, telexen, fotokopieerapparaten, straalvliegtuigen en laserstralen. Dit speelgoed van de moderne tijd wordt keurig geprogram meerd en doet feilloos, wat er van verwacht wordt. Maar ze hebben helaas niet geleerd om vast te stellen, of de instrukties afkomstig zijn van een eerzame, harde werker of van een gewiekste dui tendief. Voila: daar ligt uw kans. Om op onrechtmatige wijze ongemeen rijk te worden behoeft u er alleen maar achter te komen bjj welke data-bank de door u beoogde aandelen zijn gedeponeerd. Als u dan ook nog het code-nummer achterhaalt kunt u in in gezegende omstandigheden dank zij dertig zijden kimono's alle rust uw slag slaan. Een simpele telefoon doet de rest. Of een bruikbare telex, die u huurt of voor korte tijd leent. U belt de computer op en verzoekt hem de waardepapieren als de gesmeerde bliksem op uw eigen naam te zetten. En zie welk een wonder van modern vernuft voltrekt zich vervolgens. Zonder argwaan te koesteren in zijn stalen bol voert de computer automatisch en in ijltempo uw opdracht uit. In de meeste gevallen heeft U niet eens tijd om een borrel op de goede afloop in te schenken. Binnen enkele seconden verschijnt op uw telex de geruststellende medede ling, dat de overdracht van de fondsen is uitge voerd. |jHa ha K'jk'ms w ouperwets Een achterhaalde manier om een bank te beroven Weinig risico's even de computer bellen en in ijltempo wordt uw opdracht uitgevoerd. Er liggen momenteel in een computer in New York papieren ter waarde van acht miljard dollar. Er behoeft alleen nog maar iemand te komen, die zich toegang verschaft tot het computerbrein en vertelt, waar deze papieren heen moeten worden gestuurd. Mensen, die een dergelijke technologische overval in de zin hebben lopen aanzienlijk minder risico's dan een ouderwetse bankrover. In 1970 zagen twee studenten van 17 en 19 jaar oud kans om een Amerikaanse Bank bijna vijf ton lichter te maken. Eén van hen opereerde vanuit New York, waar hij correct gecodeerde telexberichten naar filialen in Europa stuurde. Op die manier maakte hij bedragen van gemiddeld 4000 gulden over, die zijn partner zonder enige moeite kon incasseren. De computer van de bank werd daartoe afgetapt en vervolgens visten ze uit, hoe de boodschappen gecodeerd moesten worden. Toen ze eindelijk tegen de lamp liepen kregen ze een baan aangeboden bij het recherchebureau dat banken tegen misdaad beschermt. Hun erva ring en behendigheid maakten hen immers bij uitstek geschikt om voortaan in het andere kamp te opereren. Als een dergelijk verhaal u wat James Bond-achtig in de oren klinkt behoeft u maar een korte-golf- zender te beluisteren. Dan weet u gelijk, dat ze écht bestaan, de moderne internationale frau deurs, die beheerst en zeker van hun zaak draad loos hun kraken voorbereiden. Zo komt er vrijwel dagelijks stipt om elf uur 's avonds een Oostduitse kortegolf-zender in de lucht met een frequentie van 3.8 MHz. Hij is sterk genoeg om de hele wereld te bestrijken. Via deze zender wordt contact gelegd met handlangers, die instructies krijgen over op handen zijnde overvallen. De man, die van deze moderne fraude-praktijken bijna alles weet is oud-journalist Robert Farr, een welgedane Amerikaan, die zich gespecialiseerd heeft in de techniek, die onze samenleving in de houdgreep heeft. Hij was betrokken bij een aantal ruimtevaart-projecten en werd daarna uitgezonden naar Europa voor de begeleiding van perso- neelsprogramma's, waarvan spionage en contra spionage een belangrijk onderdeel vormden. Zijn onthutsende ervaringen heeft hij nu gebun deld in een boek, waarin hij haarfijn uitlegt, hoe men met de nieuwste technieken fortuinen in de wacht kan slepen. FRAUDE is het wachtwoord en de hulpmiddelen zijn afluisterapparaten, ama teurzenders, bandrecorder, betaalpassen, compu ters, creditkaarten, films en vliegtickets. Op een avond ving Farr via de korte golf de volgende boodschap op: „Achtung. Gele transport aanhangwagen gaat via de grensovergang bij Roermond naar Miinchen-Gladbach. Daarna naar Dusseldorf en via Route Acht naar Frankfurt. Veranderen naar Route Drie. Ten Noorden van Offenburg stoppen voor maaltijd. Code Wit voor rendez-vous. Volg dan Plan M". De boodschap werd drie keer herhaald en daarna las een Hollandse stem de boodschap terug. Twee dagen later meldden de kranten, dat een gele vrachtwagen met een lading kunstwerken, juwelen en bankbiljetten ten Noorden van Offenburg was gekaapt. „Misdaad", concludeert Farr, „is een kwestie van geografie geworden. De uitzendingen van het be treffende Oostduitse radiostation zijn daarvoor symptomatisch. Een korte golfclub uit de de Bene lux heeft andere piratenzenders afgeluisterd, die door alle beschikbare etherkanalen zwerven. In zes uur tijds ontdekten leden van die club 126 illegale stations. Eén van de draadloze stropers werd betrapt, omdat hij bij het doorgeven van boodschappen over bedrijfsspionage een uitzen ding stoorde van een arts, die probeerde om via de radio medische hulp te verlenen aan een arbei der, die op een booreiland in de Noordzee een ongeluk had gehad. In dit circus van rondreizende internationale mis dadigers wordt snel en efficient gewerkt en zorgt men ervoor, dat de politie pas verschijnt, als de buit verdeeld is en de fraudeurs zijn verdwenen. Met een gestolen credit-kaart kan men in een bepaald land op zijn dooie gemak voor duizenden guldens aan goederen en diensten kopen, voordat het bedrijf, dat de credit-kaart heeft afgegeven, lont ruikt. Door vervolgens snel over de grens naar een volgend land te wippen - misschien wordt daarvoor met de gestolen creditkaart ook nog een eerste klas-vliegticket gekocht - is men buiten bereik van de politie. Moderne misdaad Het tempo, waarin de moderne misdadiger zijn slag slaat ligt zo adembenemend hoog, dat fantasie opeens keiharde werkelijkheid wordt. Het milieu van de misdaad is volledig veranderd en de kleine klerk, die koffiegeld steelt uit de kantoorkas heeft allang plaats gemaakt voor de goed in het pak zittende he-man, die kans ziet om in een handom draai een heel bedrijf leeg te stelen. Farr herinnert zich een employé van een New Yorks makelaars kantoor, dat de bedrijfscomputer zodanig pro grammeerde, dat met grote regelmaat geld werd overgemaakt op de bankrekeningen van hemzelf en zijn vrouw. Over een periode van acht jaar stak hij op die manier bijna een miljoen in eigen zak. Toen de fraude door accountants eindelijk ontdekt werd was hij inmiddels vice-president van de firma. In z'n boek FRAUDE vertelt Farr ook de ongeloof lijke successtory van het miljonairsdorp Fugigase in de heuvels van Zuid-Japan. De meesten van de 200 inwoners van dit dorp zijn voortdurend op zakenreis of staan op het punt om weer te vertrek ken. Hun werk bestaat uit winkeldiefstal en oplich ting op grote schaal. Een achtste deel van de dorpsbewoners zit dan ook constant in de gevange nis, maar men beschouwt dit als beroeps-averij. De vingervluggen van Fugigase begonnen in de twintiger jaren als zakkenrollers. Rond 1930 ver legden ze hun terrein naar de grote warenhuizen, waar ze als sprinkhanen op de afdeling opdoken en de duurste artikelen in zakken propten, die ze speciaal voor dat doel in hun kleren genaaid hadden. Een superslanke deerne kwam dan een winkel binnen en verliet het pand enige minuten later als 'n vrouw in verwachting van een vijf- ling. Zo'n meisje werd op een keer door de eigenaar staande gehouden en dat niet, omdat hij zijn spullen terug wilde hebben, maar omdat hij bang was, dat ze midden in zijn zaak zou bevallen. Hij had geen flauw vermoeden, dat de vrouw op de plaats, waar hij de vijfling meende waar te nemen, dertig zijden kimono's ter waarde van zesduizend gulden, de winkel uitdroeg. Electronica Na de tweede wereldoorlog stortte Fugigase zich op de zegeningen van de electronica. Ze over stroomden de handelsbeurzen in alle delen van de wereld en stalen de nieuwe vindingen uit de stands. Één van hen heeft zich inmiddels gevestigd in het élitedorp Neuss bij Dusseldorf, waar hij zich bezig houdt met fraude en handel in gestolen goederen. Onder andere wordt hij er van verdacht, dat hij betrokken is geweest bij de diefstal van een gloednieuw computersysteem - drie afgeladen trucs dat in Holland werd gekaapt en drie dagen later in Oost-Duitsland werd afgeleverd. Een andere inwoner van Fugigase, de 41-jarige Japanner M heeft nu een dikbetaalde baan bij een Amerikaanse zaak voor bedrijfsbeveiliging. Twin tig jaar geleden heeft hij in zijn geboorteland tien maanden vast gezeten wegens diefstal van 200 paar nylonkousen. Kortgeleden bespaarde hij een Amerikaans damesconfectiebedrijf 300.000 gulden voor het ontwikkelen van een systeem, dat winkel dieven het werk bijna onmogelijk maakt De ze man vertelde Farr, dat de grootste verandering op het gebied van winkeldiefstal de afzet van de goederen is geweest. Vroeger kwamen gestolen goederen terecht op luizenmarkten, nu zijn er overal dealers, die graag en vlot betalen voor geleverde goederen. Driehonderd peperdure ja ponnen, die in twaalf Amerikaanse steden uit de rekken verdwenen, werden twee weken na de diefstal in een Afrikaanse stad te koop aangebo den. Hormoonpillen, die op raadselachtige wijze verdwenen uit de voorraden van apothekers in New York doken op in Frankrijk, kleurenfilms uit Amerikaanse supermarkten gingen in Europese fotozaken grif van de hand. Farr voegt daar moedeloos aan toe „Wat is hier tegen te doen? Weinig vrees ik. Dagelijks vliegen er zo'n 28.000 toestellen rond de wereld die 900.000 passagiers vervoeren en miljoenen stuks bagage. Onder die passagiers zitten gegarandeerd een aan tal fraudeurs en een deel van de lading is gestolen of bestemd om gestolen te worden. Hetzelfde geldt voor het internationaal postverkeer. Aan bedrijven in de hele wereld worden jaarlijks miljoenen guldens ontfutseld door oplichters, die vanuit het buitenland opereren. Robert Farr somt in zijn boek reeksen van moge lijkheden op, die een sterveling op comfortabele wijze in het bezit stellen van andermans geld. En hij doet het zo overtuigend, dat je al lezend zelf een ongehoorde zin krijgt om ook eens met een computer aan te pappen. Aan de rand van mijn zwembad op de Bahama's bericht ik u te zijner tijd nog wel, hoe ik het hem gelapt heb. Alvast bedankt voor de tip, Robert. LEO THURING Auteur Robert Farr; titel, Fraude, misdaad loont; uitgave: Sijthoff Leiden. TEXEL/HOORN - De weten schappers van rijkswaterstaat krijgen er wel eens koppijn van. Want de zeeën die tegen dit sompige land aanklotsen ge ven de strijd nooit op. Altijd zijn ze met de wind en het getij in de weer om de Hansjes Brin- ker van de staat te treiteren. Soms heel openlijk. Dan slaan de natte klauwen in een nacht hele stukken duin weg. Maar veel vaker gebeurt het op een sluipender manier. Legt het wa ter zandbanken neer, waar schepen moeten varen of schu ren de grond weg waar het juist ondiep moet zijn. Ingenieur G. van Houwinge is hoofd van de studiedienst van rijkswaterstaat. Samen met het hoofd van de dienstkring Texel, de heer C. Harting heeft hij de taak de bruisende vriend in het beweeglijke gebied rond Texel in toom te houden. Hij zegt: „Je kunt de veranderingen van de zeebodem niet voorspellen. Ook niet in een laboratorium. Daar is het allemaal te ingewikkeld voor. Als het fout gaat dan moet je gewoon ingrijpen". Zoals het fout ging aan de zuid punt van het eiland nabij de veerhaven Horntje. De sterke stroom was daar bezig om vlak voor de dijk het zand los te schuren. Al jarenlang. Waarop het gevaar ontstond, dat de zwa re zeedijk wegens gebrek aan steun hét Marsdiep in zou glij den. En dat is iets, dat de water- keerders nooit willen laten ge beuren. In deze eeuw was er in dit venijnige stroomgebied al voor een kapitaal aan zinkstukken neergelegd. Een vloerbedekking op de zeebodem, waardoor het water geen zand meer kan op zuigen. Maar ondanks dat dure bodemtapijt, dat niet overal was neergelegd, ging het erosiepro ces verder. Er moest wat op gevonden worden. Tot iemand op het idee kwam om dat plastic zeewier maar eens te gebruiken, waar sinds 1966 al voorzichtig mee werd geëxperimenteerd. Dat zeewier is een product van Shell Chemie. Het is gemaakt van polyprogeen, een schuim rubberachtig goedje. Nicolon uit Het plastic wier onderbreekt de stroming en zorgt ervoor dat het zand niet door de zee wordt meegevoerd maar tussen het wier weer naar de bodem zakt. Enschede, een dochter van Ten Cate, die al lang door had dat ondergoed en bloesjes wel eens goedkoper in Hong Kong ge maakt konden worden, maakt er kunststof-manchetten aan.' Het resultaat is een wiergordijn van anderhalve meter lengte, dat met een zoom bevestigd zit aan het verankeringsmanchet, dat gevuld is met grind. Op iedere centimeter zitten vier wierstrookjes van ruim twee meter lang. Al die wierreepjes zijn gevuld met lucht, wat ze een erg laag soortelijk gewicht geeft. Nodig om ze rechtop in het water te laten staan. Ingenieur Van Houweninge ver telt wat er onder water gebeurt: „Vanaf een ponton worden die dingen in zee gezet. Op elke vierkante meter een of twee gor dijnen dwars op de stroom. Wat gebeurt er nou als de stroom er over heen gaat." Zijn Texelse collega vult aan: „Een koren veld. Hetzelfde als de wind een korenveld blaast. De et aren buigen naar beneden aan het eind van het veld staan ze nog rechtop." „Heel juist," knikt ingenieur van Houweninge, „de snelheid van de stroom wordt onderbroken door het zeewier. Waardoor het water het zand, dat het mee voert los laat. Dat zakt naar de bodem tussen het zeewier". Vernuftig denkwerk zo op het eerste gezicht Maar het is sim pelweg afgekeken bij moeder natuur, die plantaardig zeewier hetzelfde laat doen. „Alleen kun je dat niet zomaar overplanten", raadt de kiene ingenieur, „en bovendien sterft het in de win ter af". De resultaten van het experi ment bij het Horntje logen er niet om. Binnen no time lag er dertig veertig centimeter zand op de plaats waar de stroom voor die tijd alleen maar zand had weggeschuurd. De 40.000 vierkante meter plastic zeewier vormde een goede aanvulling van de zinkstukken die er al lagen. Maar de zee lag ondertussen natuurlijk niet stil. Aan de noordpunt van de Waddenparel was ze al weer bezig een peste rijtje uit te halen. Daar rukte een geul in westelijke richting op en probeerde contact te zoe ken met een geul aan de oost kant van het eiland. Als die twee elkaar zouden kunnen be reiken zou de nieuw ontstane geul zich naar de kust toe ver plaatsen. Want water wil, tussen twee punten de kortste afstand afleggen. Gevaar op langere ter mijn: ondermijning van duin en dijk, die het kopje van Texel moeten beschermen. Ingenieur Van Houweninge: „De rrieest simpele oplossing was om vanaf de kust een on derzeese dam van zinkstukken aan te leggen die dan een muur V-... s Tm* t .V..\ I" j if De „wiergordijnen" worden bij laag water aangebracht van de kust af. zou kunnen vormen tussen bei de geulen". Het was niet alleen de meest voor de hand liggende oplossing, maar ook de duurste. De kosten van deze operatie zou dan 25 miljoen gulden bedra gen. Van Houweninge: „En dan moet je je afvragen of het dat flinke bedrag wel waard is. Het is overdreven gezegd het dood schieten van een mug met een kanon". Zijn rechterhand Har ting knikt: „Toen hebben we weer naar het plastic zeewier gegrepen. De kosten van het leggen van een „zeewierdam" waren 2 miljoen. Een zo'n gor dijn kost kaal een tientje. Daar komt het vullen van de man chetten en het in zee leggen nog wel bij, maar het is een fractie van wat een zink- of koolstuk kost. Een vierkante meter zink- stuk kost op dit moment hon derd gulden". Van de zomer werd het werk uitgevoerd. Haaks op de stroom richting legden de werkers van rijkswaterstaat en een aanne mingsmaatschappij een plastic hoogpolig tapijt van honderd meter breed en zeshonderd me ter lengte. Afhankelijk van de diepte werden een tot vier lagen zeewier neergelegd. Het zeewier deed zijn werk voortreffelijk. Bodemkaartjes van het geulgebied laten zien, dat de oprukkende geul prak tisch helemaal verdwenen is. Maar ingenieur Van Houwenin ge is op z'n hoede: „Het is nog te vroeg om te juichen. We moe ten eerst nog eens bekijken wat de zee gaat doen. Het is een beweeglijk gebied. Maar in ie der geval is die geul weg. En dat is toch wel aan het zeewier te danken". „Na dit werk is de experimen teerfase wel voorbij. Het is een nieuwe methode om ontgrondin gen tegen te gaan. Het plastic zeewier heeft zelfs een eigen schap die de normale methoden niet hebben, het laat zand bezin ken. En dat is mooi meegeno- Allemaal aardig, maar toch rijst de vraag of deze kunststof geen nadelige invloed heeft op het milieu. „Nee", beweert water- staatsman Harting, „helemaal niet. Aan de noordpunt zit het nu grotendeels onder het zand. Maar buiten dat Het zeewater tast het wier niet aan. Én als het met de lucht in aanraking komt verteert het vanzelf'. Alles onder controle dus met dit witte wonder, dat plastic zee wier heet. „Nou", laat Van Hou weninge los, „ik heb al gezegd, we kunnen niet voorspellen hoe de zeebodem verandert. Dat valt niet te berekenen". Voor een sportieve strijd, eigenlijk wel zo leuk. GERRIT MOLLEMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 17