Heere Heeresma Museum van het Boek toont bladen sierpapier IK VERBEELD ME NIETS... Oorlog als spel IK WEET HET NIET TE VINDEN IN EEN WOORDENBOEK NOS wil met minister praten over begroting Frida Boccara in Ned. Congresgebouw Amin weer boos op Hills Emmylou Harris maakt indruk in Amsterdamse RAI VRIJDAG 14 NOVEMBER 1975 LEIDSE COURANT PACENA „7 munten in esthetische verfijning gebaseerd op het vakmanschap van de makers. De Franse fotograaf die de ex positiebeurt in de ART A-zaal heeft (t/m 22 november) zoekt het, zoals vele hedendaagse ca mera-mensen doen, in het detail, in het onderdeel van een object dat men met een vluchtige blik men begon er in de jaren twin tig mee, maar ook thans blijkt de effectwerking soms betove rend te zijn. En Clergue is een kunstenaar! Zijn onderwerpen zijn: de natuur, het naakt en „Tauromagie" wat op de scèn« van de afzichtelijke stierenge vechten slaat. J. V. (Van onze radio- en tv-redactie) HILVERSUM De Raad van Beheer van de NOS heeft rich to* de minister van CRM gewend otn opnieuw te praten over de omroepbegroting 1975. Zoals bekend heeft de minister onlangs geweigerd de omroepbegroting met 8 1/2 miljoen te verhogen. De NOS had om dit bedrag gevraagd om de loonstijging boven de aan het NOS-bestuur dat hij is uitgegaan van een loonkosten-ont wikkeling van 12 pet en dat daarnaast rekening is gehouden met te betalen periodieke verhogingen, promoties, enz. Hij acht het dan ook onjuist te veronderstellen dat door hem geen rekening is gehouden met andere maatregelen buiten de 12 pet. loonkosten-ont wikkeling. De Raad van Beheer van de NOS stelt dat moet worden uitgegaan van een loonkosten-ontwikkeling en bijkomende kosten van 14 pet De minister vindt dat binnen het toegestane accrès van de begrotin gen 1975 ten opzichte van 1974 ruimte beschikbaar is voor de honorering van de gevolgen van de loon- en salaris-maatregelen en de betaling van periodieke verhogingen, etc. In het door onlusten geteisterde Angola gaat het kinderspel van alledag toch gewoon door. Deze kinderen uit Loeanda hebben de auto van een gevluchte Portugees in bezit genomen en spelen „oorlogje" met hun eigengemaakte geweren. Frida Boccara. vertegenwoordigster van het Franse chanson. Donderdag 20 nov. komt voor een voorstelling in het Ned. Congresgebouw naar Den Haag de Franse zangeres Frida Boccara. Zij studeerde aanvankelijk oude talen aan de Parijse Sorbonne, bekwaamde zich in klassieke muziek en voerde voor geïnteresseerden uit liefhebberij ook wel theaterstukken op. Heel langzaam groeide zij uit tot een zangeres in wie men het Franse chanson belichaamd vond. Sindsdien maakt zij op dit vlak een carrière, die zich kenmerkte door een grote stabiliteit en respons bij het publiek. NAIROBI (UPI) President Idi Amin van Oeganda heeft zijn hoge commissaris (ambas sadeur) in Londen, Ishengma, voor overleg naar Kampala ontboden na de publikatie van het boek van de schrijver Den nis Hills dat beledigend voor het Oegandese staatshoofd zou zijn. Eerder dit jaar ontkwam Dennis Hills aan een Oegandees vuur peloton maar pas nadat minis ter van buitenlandse zaken Cal- laghan had bemiddeld. Hills werd ter dood veroordeeld we gens verraad. In zijn manu script had hij Amin onder meer als „dorpstiran" betiteld. Bij de druk van het boek wer den dit soort uitdrukkingen weggelaten, maar Amin acht de inhoud van het boek nog propa ganda tegen Oeganda. Diplomatieke waarnemers in Nairobi vrezen dat Amins jong- v ste woede-uitbarsting gevaar lean inhouden voor de Britse gemeenschap van enkele hon derden mensen in Oeganda. Laatste film Pasolini niet toelaatbaar Rome De laatste film van Pier Pa'olo Pasolini, „Salo of de 120 dagen van Sodom", zal niet volgens plan op 22 november in de Italiaanse bioscopen kunnen gaan lopen, omdat de filmkeu ring van mening is dat de bevol king „nog niet rijp is voor dit genre rolprenten". Pasolini werd op 2 november in Rome vermoord. De producent van „Salo" heeft een maand om van keuringsuitspraak in be roep te gaan. In een praktisch uitverkochte kleine zaal van het Amsterdam se RAI-congrescentrum trad gisteravond Emmylou Harris op, een beeldschone, uit het zuiden van de Verenigde Staten afkomstige, country-zangeres, die met haar tot nog toe enige l.p. „Pieces of the Sky" een hechte groep fans heeft verza meld. Ze gaf gisteren een eerste concert in ons land, en dat op treden maakte een verplette rende indruk. Countryrock, een muzieksoort van typisch Amerikaanse oor sprong, dat voor veel niet-Ame- rikanen moeilijk toegankelijk is, kreeg bij de vertolkingen van Emmylou Harris plotseling een heel ander karakter. Door haar ongelofelijk mooie stem, haar spontaniteit, de warmte in haar voordracht, en haar volkomen warsheid van sterallures ont stond gisteravond popmuziek, die ver uitsteeg boven het enge begrip „countryrock". Country- nummers van Dolly Parson of Gram Parsons werden opeens persoonlijke trieste of vrolijke hartsuitstortingen van Emmylou over even trieste of vrolijke lief desaffaires. Naast- enkele zelf geschreven nummers werden zo ook hits als „Together Again" van Ray Charles of oude Flying Burrito Brothers-nummers door Emmy lou Harris tot ware „coun- tryachtige" juweeltjes omget overd. Begeleid werd ze daarbij door een fenomenaal spelende zesmans-formatie „The Hot Band" met Hank De Vito in een glansrol als pedalsteelgitarist en de al even fraai spelende gita rist James Burton. AD KUYPER Heere Heeresma had dus volkomen gelijk door zich op de hoogte van een Franse berg terug te trekken, zoals de schrijver trouwens in alles gelijk heeft Twijfel en onzekerheid lijken hem niet dagelijks te kwellen en daarom kan hij opgewekt vaststellen: „Mijn kwaliteiten zijn niet gering". De toon waarop hij het zegt laat blijken dat hij ook op dit moment niet lijdt aan die verworvenheden van de hedendaagse geesteswetenschappen. En om vooral goed te laten uitkomen, dat de uitspraak niet voort spruit uit misplaatste hoogmoed maar een simpel gevolg is van keiharde feiten, laat hij noteren: „Ik heb een natuurlijke eenvoud. Ik ben een veelgelezen schrijver, de films van mijn boeken vliegen me om de oren, ik ben vertaald in veertien talen. En toch ben ik eenvoudig gebleven. Kom daar nog maar eens om in deze wereld." De natuurlijke eenvoud van Heeresma levert tijdens het gesprek voortdurend problemen, maar de schrijver wijst daarvoor alle verant woording van de hand. Hij kan er begrip voor op brengen dat zijn uitspraken niet meteen helder overkomen, en welwillend legt hij uit, waar het probleem precies zit: „Uw level heb ik al jaren geleden verlaten. Het is geen verwijt, maar een constatering. Trouwens de hele lite raire wereld in Nederland zit op dat punt. Daarom klinkt mijn stem wat gedempt Vader moet door het plafond heen praten". Omdat het gesprek plaats vindt op een terras dat gelukkig slechts wordt overdekt door een stoffen luifel en omdat -de nasale stem van Heere Heeresma daar vrij hoorbaar doorheen klinkt, is het ondanks alles gelukt wat gedemp te dreunen op het telraam bij te schuiven. Zoals de rechtse directe over de omstandigheden in Nederland die hem noopten vrijwillig in bal lingschap te gaan in Frankrijk. Het feit dat de justitie hem hinderlijk volgde omdat hij abso luut weigerde zijn zoon Heere naar een school te sturen speelde daarbij volgens zijn zeggen slechts een ondergeschikte rol. „Mijn vertrek was louter zelfbehoud. Ik vocht me dood op het laatst Ik werkte 24 uur per dag voor gerechtigheid. Aan schrijven kwam ik nauwelijks meer toe", verklaart hij tijdens een kort verblijf in Nederland, waarin hij de laatste zakelijke voorbereidingen heeft getrof fen voor het dezer dagen verschijnende boek „Mijmeringen naast mijn naaimachine", met de veelbelovende ondertitel „Over het leed in het algemeen en de rijpere vrouw in het bijzonder". Vanuit zijn ballingsoord Vals les Bains, waar hij met zijn vrouw en zoon zijn dagen vol arbeidzame weemoed slijt, is hij van plan zijn vaderland te bestoken met opwekkende ge schriften, waarin Het Kwaad met hagel wordt beschoten. Een van de manieren waarop Het Kwaad zich volgens Heere Heeresma in Neder land manifesteert is „de terreur van de half zachtheid. De grootste gemene deler heeft de macht in handen. Ik walg ervan als ik zie in wat voor ijdele en zinloze discussies men te recht is gekomen, die dan ook nog worden gesubsidieerd door de staat. Wat heeft dat nog met het leven te maken, met de idealen waar mensen voor gestorven zijn? Ik ben zelf geen socialist, maar ik word razend om de nonsens waar de nazaten van Rosa Luxemburg zich nu mee bezig houden. Mijn hart breekt als ik met de monteur praat die mijn auto smeert, of met iemand bij het openbaar vervoer en je hoort dan: „Ik kom er niet meer uit. Ik zit vast. 's Avonds zet ik de televisie maar aan en neem ik er een pilsje bij. Het heeft toch allemaal geen zin meer. Er is geen beginnen meer aan". Die berusting, dat totale gebrek aan veerkracht, daar werd ik doodziek van". Ver weg van het vlakke land, waar de straffe wind alle individuele eigenheid heeft weggebla zen, heeft Heere Heeresma in de luwte van het Franse gebergte een ander leven gevonden: „Als ik op mijn berg zit en ik zie in de verte digheden hebben mij nu altijd achtervolgd", vertelt hij met de toevoeging, dat Nico Scheep maker zijn eerste verhalen buiten zijn weten om publiceerde. „En nu", maakt hij met genoe gen de balans op van de achtervolgingen door lastige mensen en omstandigheden, „nu eet ik van mijn schrijven een zeer behoorlijke boter ham. Met niet alleen komkommer erop, of schoon ik niets tegen komkommer heb". Dat hij desalniettemin van de literaire jury's nog nooit een prijs heeft gekregen (hij ontving wel ooit de „publieksprijs De Zwarte Roos"), deert hem totaal niet, verklaart hij diep veront waardigd. „Jury's zijn niets, zijn onzin. Die kennen de grootste gemene deler, maar ze onderkennen nooit wat in de toekomst van belang zal zijn. In feite is het een ramp als een schrijver een prijs krijgt, want dat betekent dat hij wordt geaccepteerd door de grootste gemene deler. Ik ben een strijdbaar man en kan natuurlijk nooit passen in het literaire reservaat tussen al die weekdieren. Ik ben te volwassen voor die prietpraat Het beeld van de literaire wereld, daar heb ik me al lang geleden van ontdaan. Wat ze al niet geprobeerd hebben mijn werk te rangschikken. Maar het lukt niet. Mijn werk is een levend organisme. Er breken hele schoolstakingen uit omdat leerlingen mijn boeken op de examen- lijst willen krijgen. Ik ben een gevaar voor de ordening en ook al hebben ze geprobeerd mij weg te werken, ik val niet meer weg te denken. Maar wrijving is inherent aan het leven, daar is niets op tegen. We zijn als messen die elkaar slijpen. Mensen die dat niet doen, zijn wollen wanten die je gemakkelijk kunt inpakken. Ik opereer via een duidelijke stellingname en ben daardoor in sommige kringen niet welge vallig. Mensen als ik worden uit de samenleving weggeperst en eindigen als drop-out aan de waterkant. Maar dat zal me een zorg zijn. Ik word gelezen door hoogleraren en werksters, door lachers en huilers. Ben ik dan niet een gezegend mens?" Ondanks het voortdurend benadrukken van zijn riante en gelukkige levensomstandigheden en ondanks de uitspraak dat hij zich al lang heeft ontdaan van de gangbare literaire krin gen in Nederland, zit hem de tegenwerking daaruit toch zo hoog dat hij het nodig acht een paar collega-schrijvers aan te pakken: „Het literaire klimaat in Den Haag is nul komma nul. Uit Den Haag komt helemaal niets. Daar om verhuist de uitgeverij van Bert Bakker ook van Den Haag naar Arnsterdam. En omdat verstandigheid moet worden beloond, krijgt hij volgend jaar een boek van mij: „Maranatha; zie Hij komt". Over W. F. Hermans weet hij te melden: „Hermans is precies dat wat we allemaal zijn: een calvinistische Nederlander, maar verder is het een prima intelligente man". En over de derde in Frankrijk wonende schrij ver, Gerard Reve: „Dat is een blasgemist Die moet leren volwassen te worden. Zoals hij aanstoot geeft, daar hou ik niet van. Ik geef gelukkig op een andere manier aanstoot Laten we dat hopen tenminste". Beide laatsten, die zeker wat de oplagecijfers betreft tot de top van de hedendaagse literatuur worden gerekend, dienen die hoge positie vol gens de feiten met Heeresma te delen: „Mijn oplagecijfers zijn vaak hoger dan die van Reve van van Hermans. Dat zijn feiten, die te contro leren zijn. Mijn boeken worden met grote regel maat en in grote aantallen herdrukt. Kan ik er wat aan doen dat ze mij, ook al heb ik nog een heel leven voor me, nu al gevraagd hebben mijn memoires „Vader vertelt" te schrijven? Welke schrijver van achtentwintig kan dat van zichzelf zeggen?" Het is een vraag, waarin het antwoord ligt opgesloten. Zoals de hele persoon Heere Heer esma ligt opgesloten in die ene uitspraak: „Ik verbeeld me niets. Ik weet het". JAN NIES FOTO'S: MILAN KONVALINKA Als een museum dat in hoofd zaak aan de geschiedenis van het boek gewijd is, die hele historie al heeft laten zien door de loop der jaren, en ook veel aandacht aan de banden heeft besteed, wat blijft er dan nog over om een expositie van te maken? Nog heel wat blijkbaar. Men heeft er ieder geval door een nieuwe tentoonstelling, die tot de 22ste duurt, nu de aan dacht gevestigd op het „Sierpa pier". De leiding van Meermanno-We- streenianum zegt dat u dit woord niet in een woordenboek kunt vinden, men heeft het na melijk zelf bedacht. Het dient om het schutblad aan te wijzen, het beschermende papier tussen boek en band of beter gezegd: het „plat". In de boeken van deze tijd wordt er niet zoveel aandacht aan besteed, maar vroeger was dat wel het geval. In de vorige eeuw werden er nog boeken uitgegeven, van reli gieuze aard vooral, die prachti ge schutbladen hadden met goud bewerkt zelfs. De collectie die Meermanno nu toont bestaat uit 80 bladen van dergelijk „sierpapier" uit de col lectie van het Koninklijke Bi bliotheek. Er zijn twee hoofd soorten: het westerse en het oos terse papier; beiden zijn met de hand geschept. En hóé dat ge beurt wordt de bezoeker in een boekje uitgelegd met alle bijzon derheden over de verdere be werkingen van de soorten zoals in het dal drie vrouwen in paniek aan komen rennen omdat een hagelbui de hele oogst heeft vernield waar ze dag in dag uit aan hebben gewerkt, dan denk ik: Dat die zich druk maken, daar heb ik nou alle begrip voor". Het vertrek van Heeresma valt samen met een uitermate belangrijk moment in zijn leven: „Ik ben er nu aan toe mijn visie te formuleren", zegt hij ter inleiding op een ongelijke gedach- tenwisseling, die weldra ontaardt in een bijbel se spraakverwarring, waarvan de oorzaak dient te worden gezocht in de roomse achtergrond van ondergetekende. De essentie van Heeresma's uitgangspunt is „en dat is pas geloof, te getuigen van Gods verder gaan met deze samenleving tegen die machten, krachten en koninkrijken, die voor ons verbor gen zijn. Zo staat het bij Paulus". Wanneer hem wordt gevraagd uit te leggen welke machten, krachten en koninkrijken hij bedoelt, raakt hij verstoord over zoveel onwetendheid en bijbels analfabetisme, „dat is het juist. Ze zijn ons verborgen, we kennen ze niet. Maar kijk maar om je heen, dan zie je dat de mensen het proefterrein zijn van de grote slag tussen de Zachte Kracht, die God is en liefde heet, en het Geweld van de Grote Dooreenwerper". Een hardhandige knock-out wordt op het nip pertje voorkomen door de gongslag in de vorm van de vraag of het formuleren van deze visie gevolgen zal hebben voor zijn lezers. „Ik blijf mezelf gelijk, maar het zal wel de inhoud in sterke mate gaan bepalen. Of het heel andere boeken zullen gaan worden, dat is ter beoorde ling van de lezers. Kijk, eigenlijk wil ik alleen maar gezelligheid, witzen machen en gebak bij de koffie. Maar de confrontatie met de Schrift heeft consequenties. Wie weet, die draagt ver antwoording. In mijn boeken probeer ik al wat wij groot en universeel achten tot zijn ware proporties terug te brengen. Ik blijk door de dingen heen te prikken en dat heeft effect Dat komt omdat ik echte kunst maak: trouw blijven aan jezelf en functioneel wezen aan anderen. Ik maak mijn werk voor iedereen toegankelijk. Als schrijver moet je tenslotte gelezen worden. Want wat is een dirigent zonder orkest, wat is een zoen zonder snor? Dat is ijs zonder zout. Ik probeer in mijn boeken alles zo klein moge lijk te houden. Ik graaf liever dan dat ik omhoog stijg. Hoe hoger je grijpt hoe minder je tussen je vingers krijgt. Op den duur zelfs geen lucht meer. Als je graaft vind je misschien ook niets, maar je krijgt wel zwarte randen onder je nagels. Heb je tenminste het bewijs dat je hebt gewerkt En voor wie die boodschap niet kan of wil begrijpen, heb ik nog tal van andere dingen in huis. Mijn lezers-krijgen een boeiende ver slaggeving, entertainment, avontuur in taal, goede observaties en voldoende kans tot identi ficatie. Daarom krijg je zo uiteenlopende reac ties, van mensen die zeggen zich een ongeluk te hebben gelachen tot lezers die laten weten dat ze niet meer verder konden van ontroering. En dat verbaast me niets, want ik ken mijn vak". Het heeft er bij Heere Heeresma van jongsaf ingezeten, dat de letterlievende wereld eens naar hem op zou kijken. Het sluimerende ge voel een verantwoorde uitbreiding te kunnen geven aan het geenszins geringe aantal sinds de uitvinding der boekdrukkunst uitgegeven boeken, brak beslissend door op die zo belang rijke zomerdag, toen de 16-jarige Heere Heeres ma zich des namiddags omstreeks 16.00 uur op de zonovergoten Dam te Amsterdam bevond. Die dag besloot hij te worden wat hij nu is: „En nu ga ik schrijven, dacht ik voor de eerste keer heel bewust Ik ben toen naar de Oude Manhuispoort gegaan, waar ik op een bank ging zitten. Daarna pakte ik het schrift en het potlood die ik zojuist voor dat doel had ge kocht. En ja hoor, aan het potlood zat geen punt. Naast mij nam een man in beschonken toestand plaats, die mij vertelde van het overlij den van zijn vrouw. Hij was zeer onder de indruk van zijn verhaal. Totdat hij er zich van bewust werd, dat ze al weer twaalf jaar dood was. Die lastige mensen en die lastige omstan- ...EN TOCH BEN IK EENVOUDIG GEBLEVEN voor bibliofiele uitgaven zoals de marmerbladen uit 1965, handwerk van Norma Rubovits uit Chicago. En dan zijn er de Japanse „gamis" voor boekom slagen maar ook voor feestelijke geschenkverpakkingen, of pop- penaankleding. Soorten die uit- gewoon overslaat Het is niet direct „de wereld van het klei ne" maar veeleer de veronacht zaamde schoonheid:'een blik op de branding der zee, weerspie gelingen; een boomtak van zeer nabij of de kop van een gevelde stier. De methode is niet nieuw, Hollands sitspapier (ca. 1800) helft van de 19de eeuw stopte het marmer- het Ebru- het stijf- de fabricage ervan. Jammer, sel- batik- sits-goudbrons of bro- wgnt het was het mooiste van kaat papier. Dat laatste werd a^e soorten op dit gebied. De omstreeks 1700 in Augusburg tentoonstelling laat enkele vervaardigd maar in de eerste prachtige exemplaren zien; vooral de „Bilderbogen" met zijn gouden figuurtjes zijn prachtig,' ze zijn gepreegd op groen papier. Wat de hedendaagse soorten aangaat, die zijn vooral bestemd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 7