Vier broers, een kaper en een meisje
Juniorhoek
BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKEN
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
OPLOSSING VORIGE
WEEK
Paulus de Boskabouter - De Uitvinder Door JEAN DUL1EU
Lucky Luke - „Met Escorte" Dar®aud
PAGINA 10
LEIDSE COURANT
WEER HET EERSTE PLAATJE VAN
PIET POTLOOD. WIE MAAKT ER
EEN LEUKE TEKENING VAN?
Stuur je tekening naar de krant en zet op de enveloppe:
Postbus 999, Den Haag. Zet linksboven duidelijk: „Juniorenhoek"
j£r was eens (echt waar? heus waar) een arme man met vier zoons.
Zó arm was die man, dat zijn jongens later na zijn dood, geen
centje zouden erven. Daarom zei hij bijtijds: "Lieve zoons, trek
erop uit, zie dat je hier of daar bij een leermeester terecht komt
om er een vak te leren". De jongens die graag minder arm dan
hun vader wilden worden, namen die goede raad aan en trokken
erop uit Alle vier tegelijk.
Zij liepen langs bos en veld, over paden en wegen, tot zij
aankwamen bij een brede viersprong. "Laat ons hier afscheid van
elkaar nemen. Ieder volgt een andere weg en over een jaar komen
we weer samen op dezelfde plek." Dat spraken zij af en ieder
ging zijns weegs.
De tijd vloog om. En precies na een jaar vonden ze elkaar terug
bij de brede viersprong. De oudste had een prachtige lange
verrekijker bij zich; hij was sterrekundige geworden. De tweede
had lege handen; "Ik ben bij een dief in de leer geweest en heb
mijn meester overtroffen", vertelde hij. De derde, die een geweer
droeg was jager geworden en de jongste met zijn gereedschapskist
was nu timmerman van beroep. Zij verstonden alle vier hun vak
als de beste.
Opgewekt keerden de broers over paden en wegen, langs velden
en bossen, terug naar hun vader om hem te vertellen hoe goed
zij waren geslaagd. De arme man was verheugd over de woorden
van zijn zoons. Maar armoede had hem geleerd wantrouwig te zijn,
en daarom stelde hij voor: "Bewijs me je meesterschap, jongens.
Jij sterrekundige die de hemel bestudeert, wat zie je in het topje
van die boom?"
De oudste zoon keek door zijn sterrekijker en zei: "Ik zei het nest
van een blauwgroen boshoen met vijf eitjes".
"Goed zo", antwoordde de vader tevreden. "Nu jij, dief. Steel die
vijf eitjes uit het nest, zonder dat de broedende vogel er iets van
merkt". De dief klom in de boom, wist de eitjes tersluiks weg
te nemen zonder dat de vogel er iets van merkte, gleed weer naar
beneden en gaf de eitjes aan zijn vader. De man nam ze goedkeu
rend aan en legde ze op tafel: op elke hoek één en het vijfde
in het midden. "Wel, mijn zoon de jager, schiet van elk eitje niet
meer dan een splintertje af, zodat de schalen wel breken, maar
niets van de inhoud geraakt wordt Je mag er maar twee kogels
voor gebruiken". De jager knielde en richtte zijn geweer op een
tafelhoek, maar zó dat ook het eitje in het midden, en het andere
daar schuin tegenover, op één lijn lagen. Hij schoot. Drie onzichtba
re splinters dansten als stofjes door de lucht, de eitjes braken en
drie kleine kuikens bleven slapen in hun schalen. Van de tweede
hoek schoot de, jager weer schuin over de tafel. Nu dansten maar
twee stofjes in het rond: de twee laatste eitjes braken en de
slapende kuikens werden niet wakker.
"Goed zo", prees de vader. "Nu onze timmerman. Lijm de eitjes
weer zo netjes dicht dat de kuikentjes er geen last van hebben
en dat de moeder, het blauwgroene boshoen, niet merkt wat er
is gebeurd. Want onze dief moet ze wéér in het nest terug leggen".
De timmerman en de dief vervulden deze opdracht. De vader was
trots op zijn geslaagde zoons en een paar dagen later piepten vijf
jonge vogeltjes in het nest. De kuikens waren door het gebeuren
niet gedeerd.
Op dezelfde dag bereikte een gerucht het hutje van de arme vader.
De dochter van een schatrijke man was ontvoerd, zo vertelde men.
"Door een booswicht", zei de een. "Door een draak", zei een ander.
"Wat voor draak? Een draak-van-een-vrouw?" vroeg iemand. "Dat
doet er niet toe", riep iemand of niemand, "als die dochter maar
gauw gered wordt!"
Nu lieten de vier zoons zien hoe goed zij in hun vak waren. De
sterrekundige klom in het topje van de boom bij het boshoen, en
keek door zijn kijker naar de sterren. Die stonden gunstig en
voorspelden succes. Toen speurde hij door zijn kijker de horizon
af en zag dat het meisje gevangen zat op een rotseiland midden
in een ijzig meer. Met deze wetenschap trokken de broers gevieren
naar de vader van het geroofde meisje en vroegen hem een schip
om haar te bevrijden. "Er ligt een kleine plezierboot aan de oever,
ga er zo snel mogelijk mee over het meer! O, ga dan toch!" smeekte
de rijke, maar wanhopige vader.
De jongens voeren weg en bereikten de rots, toen er al diepe
duisternis heerste. "Nu is jouw beurt gekomen", zei de sterrekundi
ge tot zijn broer, de dief. "Steel haar, zonder dat de kaper het
merkt"; bevrijdde het meisje even voorzichtig en onna
speurlijk als hij de eitjes had weggenomen. En beschut door de
duisternis voeren de broers, terug met het meisje dat van schrik
bezwijmd was. Maar de kaper (of het nu een booswicht, een draak
of een vrouw was, dat wist niemand) de kaper dus, werd wakker
zag dat zijn gevangene verdwenen was en vloog ze met fakkels
door de lucht achterna. Of het monster op vleugels vloog of op
een bezemsteel, dat wist niemand, want het fakkellicht verblindde
iedereen. Iedereen behalve de jager. Hij schoot het wezen morsdood
en het viel op het bootje, zó zwaar van gewicht dat het kleine
schip uitelkaar spatte. Dat wezen, (of het nu een booswicht, een
draak of een vrouw was, dat doet er niet toe) zonk naar de diepte
en sleurde zoveel mee, dat alleen een paar planken in het ijskoude
water bleven drijven. Daaraan konden de vier broers zich met het
bezwijmde meisje vastklampen. Maar ze zouden zeker gauw bevro
ren van koude zijn geweest, als niet de timmerman niet spoed
aan het werk was gegaan. Hij lijmde in een vloek en een zucht
de overgebleven planken aan elkaar tot een bootje, waarin ze met
vijf personen net precies pasten. Daarmee kwamen ze behouden
aan land en daar riep de dankbare vader uit: "Wie mijn lieve
dochter heeft gered, krijgt haar tot vrouw!"
"Dat ben ik. want ik heb haar ontdekt", wist de sterrekundige
met zekerheid. De dief echter verklaarde: "Maar IK heb haar
geroofd". De jager vroeg: "En als IK het monster niet gedood had,
wat dan?" Ten slotte stelde de timmerman vast: "Zonder het
gerepareerde scheepje waren we allemaal bevroren en verdron
ken". Toen kregen de vier broers een daverende ruzie. Maar
gelukkig sloeg het bezwijmde meisje de ogen op en zei: "Mijn vader
is schatrijk. Zijn jullie tevreden als hij ieder genoeg goud geeft
om een half koninkrijk te kopen? Wie met een mooi en lief meisje
trouwen kan is erg gelukkig; maar met je broers in vrede leven
is óók gelukkig. Dus vrede en een koninklijke beloning voor de
vier broers. En IK trouw met de man die ik zelf allang heb
uitgekozen. Dat is onze buurman, dat wist u nog niet, wel vader?"
Al die dieren bij elkaar hebben achtendertig poten.
Illlllllllllllllll
De kangeroe behoort tot de familie van de buidel
dieren. Er zijn zo'n vijftig soorten kangeroes maar.
ze hebben alle grote achterpoten, kleine voorpoten
en een stevige staart. In 1629 werd de eerste
kangeroe in Australië waargenomen maar pas hon
dervijftig jaar later kreeg het dier zijn naam kangeroe
toen kapitein Cook, de beroemde ontdekkingsreiziger
het dier zag en nauwkeurig beschreef.
In de rij links zie je
drie appels, een stuk
kaas, een kussen, een
ei, een knot wol en een
stuk vlees. Rechts staan
onder elkaar een
zwaan, een kip, een
boom, een varken, een
koe en een schaap. Wat
hoort bij wat?
Teken het spel polsstokhoogspringen'' na zo
groot als je wilt. Iedere speler gooit om de beurt
met een dobbelsteen en gaat zoveel velden vooruit
als hij punten gooit. Wie op een zwart veld komt,
moet een beurt overslaan, wie op A komt moet
opnieuw beginnen, wie op B komt moet opnieuw
beginnen en bovendien een beurt overslaan.
Detective
Blomkwist
Erg langzaam op gang „Super
detective Blomkwist leeft ge
vaarlijk", het jongste kinder
boek van Astrid Lingren. De
sfeer is aanvankelijk ranzig, als
geschreven in grootmoeder-
stijd. Het gaat over een zoge
naamde strijd op leven en dood
tussen kinderen die als Rode en
Witte Rozen elkaar naar het
leven staan. Het is echter maar
spel en nogal kinderachtig."
Pas veel later komt het verhaal
op gang, gaan de kinderen leven
en brengt Astrid een behoorlij
ke portie spanning in de gebeur
tenissen.
Erg centraal staat een steen, de
Bommeldrom, die geen enkele
betekenis heeft, maar voor de
Rozen-ridders een machtig bezit
is. Al vechtend, 2d dan niet om
die steen, raken de kinderen
betrokken bij een ruzie tussen
een woekeraar en een schulde
naar, die bijeen komen op de
plek waar de Bommeldrom is
verstopt. Erg vervelend voor
Eva-Lotta, die de steen op die
plaats zoekt en zich afvraagt
waarom de twee mannen niet
ergens anders woekeren.
Eva-Lotta is kroongetuige van
de moord op de woekeraar en
brengt zichzelf daarmee in
moeilijkheden. Die moeilijkhe
den heeft Astrid Lindgren goed
uitgebuit, spannend en met klei
ne grapjes. De kinderen gaan
wel opvallend laat naar bed en
niet alles is pedagogisch verant
woord, wat Astrid schrijft. De
lezers zullen er echter geen last
van hebben.
Superdetectieve Blomkwist
leeft gevaarlijk. Auteur: Astrid
Lindgren. Uitg. Ploegsma.
Setengah Mati:
sobere
verschrikking
Ten onrechte kan Stengah Mati,
met als ondertitel „Kind in een
jappenkamp" voor een kinder-
of jeugdboek worden gehouden.
Eliza Thomson geeft een sober,
maar uiterst volwassen verslag
van wat zij als tienjarige heeft
meegemaakt als kind in een
Japans concentratiekamp op
Java.
Setengah Mati is de bijnaam
voor een Japanse bewaker, een
soort Old Shatterhand maar
dan een onmenselijke, die klap
pen kan uitdelen waarmee de
gevangene half dood wordt ge
slagen. Hieraan ontleent dit
boek de titel, geschreven door
een nu volwassen vrouw, ge
schreven voor volwassenen. Ui
teraard is van een verhaal nau
welijks sprake, al vormen de
gebeurtenissen toch een orga
nisch gegroeid geheel, van kort
voor de bezetting tot kort daar
na.
Zoals Margaretha Ferguson in
het voorwoord schrijft, zijn de
beschrijvingen zonder zelfbe
klag, sober en zuiver. Waaraan
kan worden toegevoegd: afstan
delijk, want de lezer zal zich
nauwelijks betrokken voelen.
Eliza Thomson heeft zich opge
steld als een verslaggever die
per ongeluk bij een zeer langdu
rig incident betrokken is ge
raakt. Toch geven de beschrij
vingen een behoorlijke kennis
overdracht en kan de lezer zich
indenken waarom nog steeds
enkele Nederlanders een af
schuw hebben van alles wat Ja
pans is. En dan is Eliza Thom
son er nog goed vanaf gekomen.
Setengah Mati. Auteur: Eliza
Thomson. Uitg. Leopold.
Thuis bij
Hugo Claus
„Thuis" is de titel van het nieu
we toneelstuk van Hugo Claus,
dat onder diens regie eind sep
tember in Amsterdam in pre
mière is gegaan. Het speelt zich
af in het huis van de demente
bejaarde Lena Vergote, die
wordt verzorgd door het echt
paar Vandaele. Het echtpaar,
dat na het overlijden van de
bejaarde vrouw eigenaar van
het huis zal worden, doet aan
vankelijk niet meer dan het
hoogst noodzakelijke om de
vrouw niet te laten dood gaan.
Wanneer de zoon van het echt
paar na lange afwezigheid thuis
komt verandert de situatie ech-
ter zodanig, dat een plan wordt
gemaakt de oude vrouw te do
den. Vader Vandaele, die als
voormalig „beenhouwer" enige
vaardigheid heeft in het doden
van dieren, wordt met de uit
voering van het plan belast,
maar in plaats van haar te do
den bezat hij zich met de
vrouw.
Dat vader Vandaele het vonnis
zou voltrekken is een gevolg van
de ruzie die hij met zijn vrouw
heeft gehad naeu aanleiding van
zijn poging de vriendin van zijn
zoon te verleiden. De vader be
toont zich tegenover die vrien
din één brok pure mannelijk
heid, maar als hij de gelegen
heid krijgt met haar naar bed
te gaan komt hij zo in verlegen
heid dat hij niets beters weet te
doen dan een hartaanval voor
te wenden.
Hugo Claus noemt het stuk een
tragediekomedie, een vlag die
de lading niet helemaal dekt
Het gebeuren lijkt in veel geval
len op een simpele klucht Om
dat het komische per definitie
niet zonder zijn tragische keer
zijde kan, is de „tragische" ach
tergrond van onder meer het
door de mand vallen van de
vader en de slechte behamdeling
van de bejaarde vrouw niet
meer dein de hoeksteen waarop
de kluchtige komedie is ge
bouwd. Het neemt niet weg, dat
„Thuis" een aardig en pretentie
loos stukje amusement is.
Hugo Claus: Thuis. Uitga
ve: De Bezige Bij - Toneel,
Amsterdam.
T-25 De luchthartige ravevraag
viel niet in goede aarde. „Leuk?"
riep Paulus. „Noem jij'het leuk dat
er voortdurend draken overvlie
gen?" „Vuurspuwende draken",
vulde Pieter aan, „onze baardjes
zijn al helemaal geschroeid!"
„Laat me niet lachen", zei Salo
mo. „Die baardjes van jullie kun
nen onmogelijk geschroeid zijn,
dat hebben jullie je maar verbeeld.
Er kan ook absoluut geen sprake
zijn van een vuurspuwende draak.
Wél van professor Punt, die een
suistuig heeft uitgevonden". Ver
bijsterd staarden de twee kabou
ters naar Salomo. „Een suistuig",
mompelde Paulus. Op het gezicht
van Pieter verscheen een grijns
die breder en breder werd.
Suske en Wiske De vinnige Viking
S.A. -1975