"DIT RCL HF,F,FT ZIJN TOP
NOG LANG NIET BEREIKT"
Zonder geld je
je niet handh
LSRG: d jaar
„alles of
ED FALLEAUX (Scylla):
Sam den Os (33) stopt
volgend seizoen echt
Van onze sportredactie
LEIDERDORP John Huguenin, 45
jaar nu. Tot zijn vijfentwintigste spe
lend in VUC. De daarop volgende
periode van vijf jaar onder contract
bij ADO ("Ik zat in het team waar
mee ADO de eredivisie bereikte").
Weer even terug naar VUC en toen
in de trainerswereld gedoken. Drie
jaar bij VELO ("In die tijd haalde
lk onder Kessler mijn B-diploma"),
twee seizoenen ODB en een jaartje
Lenig en Snel ("De eerste twee elftal
len werden toen kampioen"). Tenslot
te voorlopig althans na twee
jaar Quick Haag en een „rustige"
periode bij Wilhelmus ("Ik trainde
daar alleen het tweede team, maar
ik heb er toch erg veel geleerd") bij
het Leiderdorpse RCL beland. Waar
hij nu zijn tweede seizoen is inge
gaan.
Een tweede jaar dat Huguenin zelf beschouwt
als een "logisch vervolg" van het eerste. Een
tweede jaar ook waarin hij hoopt de "Racing"
naar een nog hoger niveau te kunnen brengen.
Inventarisatie
"Als je bij een vereniging begint ga je eerst
inventariseren. Je bekijkt het spelersmateriaal
en je gaat na hoe hoog het technisch niveau
CTechniek is nog altijd dé basis van het voet
balspel") ligt Bij RCL was dat niveau voor een
amateurclub al zeer behoorlijk. Dan, als duide
lijk is met wat voor spelersmateriaal je kunt
gaan werken, stel je een prioriteitenlijstje op.
Het eerste jaar bij RCL heb ik me bepaald tot
twee punten. De organisatie, de taakverdeling
van de spelers en de mentaliteit, de inzet van
het team. Daar ga je gericht op werken. En
aan het eind van vorig seizoen was ik redelijk
tevreden.
De ploeg zat organisatorisch duidelijk beter
in elkaar en de spelers voetbalden over het
algemeen ook wat feller dan toen ik kwam.
Nu, bij aanvang van het nieuwe seizoen, heb
ik drie andere zaken bovenaan mijn "verlan
glijstje" gezet Drie zaken, die erg nauw met
elkaar samenhangen. De beweeglijkheid van de
spelers, het tempo in de ploeg (Vanuit balbezit
moet er nog veel sneller worden overgescha
keld; er moet dan meer worden bewogen in
de "diepte") en de schotvaardigheid. Ook dat
laatste moet in een behoorlijk tempo kunnen.
Zo zie je bij RCL nog maar weinig doelpunten
van afstand gescoord worden, terwijl juist die
schoten zo gevaarlijk kunnen zijn".
John Huguenin. Erg enthousiast fik bouw
graag op. Hier in Leiderdorp heb ik die kans.
Dan wordt ik vanzelf enthousiast") en vlot
pratend, is er van overtuigd dat dit RCL zijn
top nog lang niet heeft bereikt.
Zelfvertrouwen
"Als de ploeg zich ook op deze drie punten weet
te verbeteren, dan kan een aanzienlijk hoger
niveau worden bereikt Om die top te verhogen,
zal de ploeg ook veel meer zelfvertrouwen
moeten krijgen. Als ze nu snel een doelpunt
maken, draait het team. Draait dat team ook
gegarandeerd elke tegenstander dol. Maar als
zo'n doelpunt uitblijft komt er een soort "ver
kramping" in de ploeg. Dan geloven de spelers
er niet genoeg meer in. Wanneer de jongens
er in slagen die wisselvalligheid tot een mini
mum te beperken, ben ik er van overtuigd dat
RCL een top-eersteklasser kan zijn".
De realiteit wil echter dat RCL op dit moment
nog een zaterdag-tweedeklasser is. Een team
dat vorig seizoen de promotie op één punt
miste, en nu opnieuw, na zes wedstrijden, een
tweede plaats inneemt.
John Huguenin had die goede start wel ver
wacht "Ik beschouw dit seizoen, dat heb ik
al gezegd, als een voortzetting van het voor
bije. Toen haalden we in de laatste acht
weddtrijden zeventien punten. Nu uit de eerste
ses tien. Dat toont gewoon aan dat de ploeg
al duidelijk is gegroeid; toont ook aan dat het
elftal dit seizoen is gestart op het niveau waar
het vorig jaar is geëindigd. Daarom ook geloof
ik dat we dit jaar weer erg hoog kunnen
Inzinking
RCL leek verleden jaar op weg naar het kam
pioenschap. Nam in de competitie een grote
voorsprong op de naaste belagers en niets of
niemand zo was de mening van velen zou
de titel van de Leiderdorpers in gevaar kunnen
brengen. Een opvallende inzinking RCL ver
speelde in vijf wedstrijden zeven punten
bracht het „kansloze" Zwervers echter de titel.
Huguenin, die na een wedstrijd nooit commen
taar geeft op de prestaties van spelers "omdat
ik liever niet via de pers praat": "Zo'n inzinking
als verleden jaar verwacht ik nu niet meer. De
ploeg is daarvoor al te veel gegroeid. En als
ook het zelfvertrouwen nog meer toeneemt
("Geen overdreven superiotiteitsgevoel, maar
wel weten dat je sterk bent") kan het dit team
niet meer gebeuren dat het, na een eerste
verdiende nederlaag, zo ver terugvalt".
De competitie-indeling bracht RCL dit jaar in
een klasse met het sterke Volendam. De volen-
dammers voeren op dit moment de ranglijst
aan met elf punten uit zes duels. RCL volgt
op een punt John Huguenin zit er niet zo mee
dat zijn team juist Volendam treft dat met zijn
vele oud-eerste-elftalspelers een meer dan gere
nommeerde ploeg op de been kan brengen.
"Volendam zegt mij niets. De weet niet waar
de top van dat elftal ligt Misschien zijn se
dit seizoen voor elke tweedeklasser wel on
grijpbaar, maar aan de andere kant, waarom
zouden wij niet van Volendam kunnen win
nen? In ieder geval heb ik op dit moment nog
geen informatie over die ploeg. Als we er acht
november heen gaan, zal die informatie er wel
zijn
Systemen. RCL kwam vorig seizoen, na de
zware inzinking als "hernieuwd" in het veld.
Spelend in een defensief ogende 4-4-2 opstel
ling, die de lange reeks van knappe resultaten
inluidde.
1 John Huguenin: "Ik bouw graag op".
Uit nood
Huguenin stelt dat systeem niet boven andere
te prefereren. "Je kan zeggen dat het bij RCL
uit nood is geboren. In het 4-3-3 systeem, dat
de ploeg daarvoor speelde, ga je uit van een
ideaal middenveld. Met een brekende speler,
een opbouwende en een diepgaande man. Dat
concept paste RCL niet Vooral in verdedigend
opzicht kwamen de "drie" op het middenveld
tekort En toen op een bepaald moment een
aanvaller wegviel, die eigenlijk niet door een
andere "echte" aanvaller te vervangen was, zijn
we overgeschakeld. Nu heeft dat systeem een
permanent karakter gekregen. Maar wel dege
lijk offensief bedoeld en uitgevoerd door de
jongens. Ze willen op dit moment trouwens niet
anders meer. In het begin van dit seizoen
hebben we het nog even met 4-3-3 geprobeerd,
maar de meeste spelers voelen zich met de
geijkte 4-2-2 formatie "zekerder".
"Spelen wat het beste is voor het elftal". "De
kwalieiten van alle spelers de vorm van het
elftal laten bepalen". "Opdrachten geven,
maar daarbij wel ruimte laten voor eigen
initiatief". "Het spelplezier van tie jongens
niet uit het oog verliezen". "Ik bouw graag
op, werk graag met een doel". John Huguenin.
Trainer van RCL.
GERT-JAN ONVLEB
Poel van der Ploeg: „We hebben een goede kans"
Van onze sportredactie
LEIDEN - Voor het Leids Stu
denten Rugby Gezelschap
(LSRG) is het dit seizoen „alles
of niets". Dat houdt niet in dat
de studenten, die in de laatste
jaren zo langzamerhand een
vaste positie in de kopgroep
van de rugby—hoofdklasse heb
ben veroverd, er over zouden
denken de ovale bal maar eens
definitief in de wilgen te wer
ken na dit jaar, maar wel dat
LSRG dit seizoen nu eens de
allerhoogste top wil bereiken:
het kampioenschap van Neder
land.
Daar zijn verschillende redenen
voor, verklaart Poel van der
Ploeg, de 21—jarige student in
de medicijnen die nu anderhalf
jaar voorzitter („President") van
het Gezelschap is.
Derde lustrum
„We vieren dit jaar ons derde
lustrum. Alleen daarom zou een
kampioenschap natuurlijk al
erg aardig zijn. Maar ook weten
we dat ons team volgend sei-
aanzienlijk zwakker zal
zijn. Buiten het normale verloop
van een studentenvereniging
(„In vergelijking met vijf jaar
geleden telt onze vereniging nu
bijvoorbeeld zo'n negentig pro
cent „nieuwe" leden"), studeren
dit jaar ook nog twee van onze
beste spelers af. Willem van
Leeuwen en Krelis van der
Gaag, oud—captain van het Ne
derlands team, vallen dan weg.
En het zal erg moeilijk worden
voor die twee goede vervangers
te vinden".
De mogelijkheid dat LSRG dit
seizoen de allerhoogste top in
derdaad bereikt, is aanwezig, Al
houdt Van der Ploeg een slag
de arm als hij stelt: „Ja, we
hebben een goede kans. Maar
ook Hilversum, de landskam
pioen, en HRC kunnen het dit
seizoen ver schoppen".
En doormijmerend: „Het zou
natuurlijk wel erg mooi zijn als
het lukte. Al was het alleen
maar voor de reclame die je dan
als vereniging maakt. Na een
kampioenschap is de kans dat
er goede nieuwe spelers komen,
groter. Kunnen we dus ook het
volgende seizoen weer goed
gaan meedraaien."
iiiiiiriiiiiimiiuiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiii
Van onze sportredactie
LEIDEN Wanneer de balans wordt opgemaakt van een halve
competitie ereklasse-tafeltennis springt één ding duidelijk in het
oog: het puntloos onderaan staan van scylla, voormalig groot
macht in het vaderlandse wereldje van batjes, pingpongballen en
zenuwelijers.
Scylla, zo wist iedereen te ver
tellen, zou dit jaar niet hoog
eindigen, doodeenvoudig omdat
de nodige poen daartoe ont
breekt Dat het evenwel zó
slecht zou gaan het team
verzamelde in zijn totaliteit
slechts een schamel aantal ga
mes en hier en daar een punt
had echter niemand ver
wacht Zelfs tegen een ander
niet-gesponsord team ging de
ex-kampioen af als een gieter.
Scylla kan zich voorbereiden op
een roemloze terugtocht
„Alles heeft natuurlijk een oor
zaak", weet Ed Fallaux, de man
die terug is van weggeweest „In
een wereldje waar je als club
staat of valt bij de gratie van
geld kan je je zonder dat onmo
gelijk handhaven. Een kam
pioenschap koop je; degraderen
is het lot van de armlastige.
Het begrip „sponsor" is vooral
in de tafeltenniswereld een in
middels uitgekauwd onderwerp.
Ed Fallaux wil er toch nog wel
het zijne aan toevoegen. „Niet
alleen omdat wij er nu toevallig
de dupe van zijn, maar enkel
omdat sponsoring de pest is
voor het hele Nederlandse tafel
tennis. Wie worden er gespon
sord? Juist, de topspelers, want
die leveren prestaties en die zor
gen ervoor, dat de naam van de
geldschieter wordt uitgedragea
.Maar" zo zegt hij verontwaar
digd, „die topspelers zijn dezelf
de die tien jaar geleden ook al
de dienst uitmaakten en op in
ternationaal vlak kan je zien,
dat Nederland nog geen stap
vooruitgekomen is. Is het tafel
tennis dus geholpen met dit
geld? Het antwoord is nee;
slechts commerciële instellingen
zijn er bij gebaat Beter kunnen
ze het geld besteden aan de
jeugd, want dan bestaat er ten
minste een gerede kans, dat het
tafeltennis vooruitgaat
Het is toch al te belachelijk, dat
iemand, die twee keer per week
een uurtje traint, zomaar
10.000,- per jaar ontvangt Het
gebeurt", zegt hij simpel en be
nedenbuurman Ed van den
Berg, spelend voor Midden-
standbank, en lijfelijk aanwezig
bij de conversatie, knikt bevesti
gend. „Ik vang een hoop geld"
zegt deze. „Voor mij geldt: het
is maar net wat de gek er voor
geeft Je begrijpt niet hoe het
kan bestaan".
Fallaux zelf denkt er ook zo
over, want zijn tour langs de
met geld bezaaide groene tafels
is eigenlijk pas onlangs beëind
igd. Jaski stopte verleden jaar
het rammelen met de geldbuidel
en Ed Fallaux keerde daarom'
noodgedwongen bij zijn oude
club terug. Iedereen was voor
zien en hij, ambitieus als hij is,
wilde toch wel op niveau spelen.
Ook al wist hij, dat het bijzon
der moeilijk zou gaan worden.
Afgelopen seizoen speelde ik in
het tweede en dat wérd in alle
opzichten een goed jaar. De
sfeer was goed, een lekker jong
team en leuke resultaten. In alle
hoeken en gaten heeft de club
dit jaar gezocht naar een spon
sor en omdat er niemand bereid
was er geld in te steken, geld
dat overigens aan de jeugd be
steed zou worden, moest Scylla
dit seizoen zonder centen aan
het ereklasse-karwei beginnen".
Niet best
„Inmiddels was ik, door mijn
prestaties van verleden seizoen
én om het feit, dat Bakker zelf
weer ging spelen en mij liever
in het team had dan bijvoor
beeld Wibo van Gennip, weer
terug in het eerste. En tot nu
toe is me dat niet best afge
gaan", oordeelt hij eerlijk.
„Maar", zo voegt hij hier snel
aan toe, „dat zal snel verande
ren. Eigenlijk veel te laat, in
september, ben ik begonnen met
de training. Ik heb het 's zomers
in mijn theehuis té druk om te
spelen, dus vandaar. Maar en
fin, ik begon de competitie vrij
goed, maar al snel kwam aan
het licht, dat ik in het voorsei
zoen toch té weinig had gedaan.
Op dit moment train ik me we
zenloos om zoveel mogelijk van
die achterstand ongedaan te
maken. Maar ja, dat verliezen
komen ook bepaald niet tengoe-
de aan je zelfvertrouwen. Wat ik
nodig heb", beklemtoont hij, „is
weer zo'n ouderwetse bevlie
ging. Als ik maar één keer een
topspeler pak dan zal het zeker
een stuk beter gaan. Ja, daar is
het wachten op".
Scylla heeft niet al te veel tijd
meer, maar dat beseft Fallaux
zelf ook wel. „Afgelopen maan
dag zijn we rond de tafel gaan
zitten en hebben we alles eens
op een rijtje gezet Oók de on
derlinge rivaliteit is daar be
sproken: een punt, dat met na
me mij nogal dwars zat. Mocht
het eerste degraderen, dan moet
namelijk ook het tweede lager
gaan spelen, want je mag geen
twee teams in één klasse heb
ben. Maar dat hoeft natuurlijk
nog niet te betekenen.dat er
daardoor èn daarover allerlei
nare opmerkingen worden ge
spuid. Verleden week notabene,
toen ik tegen Ed speelde, zat er
iemand van het tweede hardop
aanmerkingen te maken op mij.
Ten eerste verstoort dat je con
centratie, maar ten tweede is
het natuurlijk volkomen bela
chelijk dat een clubgenoot zoiets
doet Maar goed, het is uitgepro-
ken en we gaan fris aan de
tweede helft van de competitie
beginnen. Zonder Gerard Bak
ker overigens, want die gaat
zich langzamerhand terugtrek
ken. Verstandig, want tenslotte
moet je het straks toch van je
jeugd hebben", aldus Ed Fal
laux.
„Wat er gebeurt als Scylla de
gradeert? Niets; dan beginnen
we gewoon opnieuw".
AD VAN KAAM
uuiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiuinimiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiiiiuiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Roodenburg-spits noodgedwongenin eerste
Van onze sportredactie
LEIDEN Het heeft er veel van weg, dat de
plannen die de technische commissie van Roo-
denburg met Sam den Os had, herzien moeten
worden. De bedoeling was, dat de 33-jarige
spits langzamerhand zijn plaats zou moeten
prijsgeven ten behoeve van de jeugd. Maar om
verschillende redenen is hier tot nu toe nog
niet veel van terecht gekomen.
De belangrijkste is wel, dat de inbreng van Den
Os eigenlijk maar node gemist kan worden.
Hoezeer „gouwe ouwe Sam" nog steeds een
bron van inspiratie is bleek vooral in de uitwed
strijd tegen het Utrechts DOS. Zoals afgespro
ken had Den Os plaatsgenomen op de bank
en stond de veel jongere Brittijn in de spits.
Maar aanvallend bracht Roodenburg er maar
weinig van terecht; totdat Den Os een kwartier
voor tijd binnen de lijnen verscheen. Opeens
lukte het wél en met een pasklare voorzet en
een eigen doelpunt bewees de grote animator
zijn waarde. Tegen Blauw Wit ging het precies
hetzelfde. De laatste tijd staat Sam den Os weer
in de basis.
de mentaliteit van deze „oude rakker" is inmid
dels bijna spreekwoordelijk geworden. Een
toonbeeld voor de jongeren die met name op
dit punt nog heel wat kunnen leren van Den
Os. Ondanks alles wil hij zijn plannetje van
geleidelijk terugtrekken doorzetten. Want het is
zijn idee en zó wil hij het
„Eigenlijk", zegt hij, „had ik al dit jaar willen
stoppen. In overleg met Jan van Wezel en
trainer Versteegh heb ik dan maar besloten om
mee te werken aan de geleidelijke verjonging,
al had het van mij niet zo gehoeven. Ik ben
gewoon te oud", verklaart hij zich nader, „en
bovendien eist mijn gezin nu alle aandacht op.
Papa kan het gewoon niet waarmaken om vier
keer in de week op het voetbalveld te zijn",
zegt hij lachend. ,Maar goed", vervolgt hij dan
serieus, „dit was het beste voor het team en
na zestien jaar laat je je club niet zo maar
vallen. Maar volgend jaar kap ik er echt mee.
Althans, dat is wel de bedoeling", aarzelt hij
dan toch nog. En na een korte pauze: „Nee,
nee, ik stop heus. Ik ga lekker in het derde
spelen, bij de oude maatjes van vroeger. Ze
kunnen het dan heus wel zonder mij af'.
„Dat is noodgedwongen", meent hij zelf. „We Goede weg
kampen momenteel nogal met blessures - Tis-
seur, Ooyendijk - en daarnaast zijn om uiteen
lopende redenen Pinas en Hannaart studie
en geen zin meer uit de selectie verdwenen.
Vandaar dat ik de laatste tijd zoveel moet
opdraven. Neem nou zo'n bekerduel tegen
Westlandia. Dat is natuurlijk bij voorkeur een
wedstrijd om spelers uit te proberen. Maar ik
moest in de basis; gewoon omdat we niemand
anders hadden. Roodenburg is in de breedte
niet erg sterk".
Mentaliteit
Maar zelfs al zou dat wel het geval zijn, dan
nog is het maar de vraag of Roodenburg op
dit moment al buiten de diensten van Sam den
Os kan. Voorhands lijkt nog niemand zijn taak
in de spits of op het middenveld te kunnen
overnemen, alle goed bedoelde pogingen ten
spijt. Den Os is namelijk niet iemand die
uitsluitend ervaring inbrengt, zoals zijn leeftijd
zou doen vermoeden. De is pure schijn, want
Over het Roodenburg van nu is Sam den Os
bijzonder te spreken. „We zijn weer op de
goede weg na alle misère van de afgelopen
jaren. Onze huidige trainer komt bijzonder
goed over bij de jongens en de sfeer van weleer
lijkt terug. Het is te zien aan de resultaten.
Natuurlijk mankeert er nog heel wat aan de
ploeg, maar de mentaliteit is weer optimaal. Er
wordt nog wat onzeker gespeeld, maar ik ben
er van overtuigd, dat ook dat binnenkort wel
zal veranderen. In West I wordt door sommige
clubs uiterst negatief voetbal gespeeld en ook
daar moeten we aan wennen. De competitie is
natuurlijk nog maar net bezig, maar gezien het
feit, dat Roodenburg beter kan voetballen dan
het nu doet, ben ik wel optimistisch gestemd
over het uiteindelijke resultaat", zegt hij.
Je carrière afsluiten met een jaartje hoofdklas
se zou natuurlijk lang niet gek zijn? „Nee, ik
stop".
AD VAN KAAM
Leidenaars in
selectie
LEIDEN De twee Leidse
rugbyverenigingen LSRG
en DIOK hebben samen
drie vertegenwoordigers in
de selectie van het Neder
landse team dat dit week
einde tegen Schotland B
aantreedt DIOK zag Dick
Alting en Wil Rijsdam gese
lecteerd; LSRG Krelis van
der Gaag.
Als enige
Het nu nog ongeslagen LSRG
(achtereenvolgens werden NFC,
Commando's, DIOK en Rams
geklopt) houdt op dit moment
als enige studentenvereniging
de race met de „burger—rugby
clubs" nog vol Van der Ploeg,
zelf oud-international: „De tijd
dat de studenten de rugby—top
vormden, ligt al weer heel wat
jaar achter ons. De tendens nu,
is dat de „burgerclubs" steeds
meer in opmars zijn. Niet omdat
de studentenverenigingen zoveel
zwakker zouden gaan spelen,
maar wel omdat de „burger-
teams" door een betere opbouw,
een betere begeleiding duidelijk
sterker zijn geworden."
Van der Ploeg, die deze ontwik
keling wel als positief ervaart
voor het Nederlandse rugby in
het algemeen, ziet de kansen
voor verenigingen als LSRG in
de toekomst ook steeds kleiner
worden: „Wanneer de „burger-
verenigingen" de begeleiding
van de jeugd goed op poten
hebben gezet, zullen de studen-
tenclubs waarschijnlijk nog ver
der terugvallen. Het is voor ons
nu eenmaal niet mogelijk om
het sterke spelersmateriaal te
behouden, daarvoor is het ver
loop binnen de vereniging ge
woon te groot Nee, dit lijkt mij
een van de laatste jaren waarin
wij nog kans op de titel hebben.
Een reden temeer om dan maar
eens eerste te worden£"
Accommodatie
Ook de verbetering van de trai
ningsaccommodatie kan in dit
verband positief werken op de
resultaten, Van der Ploeg: „Een
van de dingen die ons tot nu toe
toch steeds wel opbrak, was
juist het ontbreken van behoor
lijke trainingscondities. Sinds
kort hebben we die nu wel.
Twee maanden geleden is ons
veld eindelijk gedraineerd, en
deze week nog is de verlichting
gereed gekomen. Misschien dat
die twee zaken wel het verschil
vormen tussen de tweede plaats
die we drie jaar geleden haal
den en een eerste plek".
LSRG, sinds vijf jaar een
„open" vereniging (ook studen
ten die geen lid zijn van .Miner
va" kunnen in de club komen)
heeft in Leiden gezelschap ge
kregen van de „burgervereni
ging" DIOK. Deze club werkte
zich in vijf jaar op tot de hoog
ste rugby—afdeling, waar het
dit seizoen debuteert DIOK
werd in de eerste Leidse derdy
tegen LSRG met 18—3 duidelijk
teruggewezen. Van der Ploeg
(„Dat was een van de wedstrij
den die we gewoon moesten
winnen"): „We zijn blij dat
DIOK het heeft gered, dat ze zo
snel naar de hoofdklasse zijn
opgerukt Het komt het rugby
ten goede en ook voor een stad
als Leiden vind ik het belang
rijk dat er een goede „burger-
rugbyclub" is. Dat mensen die
willen spelen, ook kunnen spe
len."
En over de verhouding tussen
beide verenigingen: „Die is
goed. Maar wat kan je ook an
ders verwachten. DIOK is nu
weliswaar een club die door
hard werken „onafhankelijk" is
geworden, maar in de beginfase
trainden ze wel (noem het ille
gaal) op ons veld, en werden ze
nog door onze spelers getraind
ook. Daarbij speelden we vroe
ger regelmatig oefenwedstrijden
tegen elkaar."
De grotere ervaring, de betere
combinatie van kracht, tech
niek en snelheid - belangrijke
facetten van het rugby-spel
wijzen LSRG op dit moment
nog als de sterkste Leidse ver
eniging aan. Of de studenten,
met vijf oud-internationals en
een „echte" in het team, na
afloop van dit seizoen ook als
sterkste van Nederland bekend
zullen staan, moet nog even
worden afgewacht. Van der
Ploeg en zijn „gezelschap" zijn
echter wel van een zaak over
tuigd: „Nu, of (voorlopig) nooit
GERT-JAN ONVLEE
Enthousiaste John Huguenin is er van
overtuigd:
X