Landbouwschap vraagt betere maatregelen voor inkomens verbetering Belangstelling voor lager agrarisch onderwijs blijkt enigszins af te nemen TOMATENPRIJZEN GAAN WEER OMHOOG GROTERE AANVOER BLOEMEN DAN IN '74 GROTE VERZOENDAG IN HET VERSCHIET Aanplant van tomaten, komkommers en sla Vleesverbruik gestegen Congres over voeding MAANDAG 6 OKTULSüK iy/o DEN HAAG De bedrijfsuit- komsten in land- en tuinbouw voor 1975-76 rijn over het ge heel genomen niet gunstig. Dit is gebleken uit een onder zoek van het Landbouw-Eco- notnisch Instituut (LED, welk onderzoek op verzoek van mi nister van der Stee van land bouw is verricht Als de prog noses bekend zouden zijn, wil de de minister weer met het landbouwschap praten over maatregelen om het inkomen van de agrariërs te verbete ren. Het landbouwschap heeft zich vorige week bezig gehouden met de nota inkomensbeleid van de regering, waarin als doel een gegarandeerd mini mum-inkomen voor zelfstandi gen wordt gesteld. Rond 30 procent van de agrariërs in ons land heeft een inkomen dat beneden het minimumloon ligt Het streven van het land bouwschap is een gelijkscha keling van de zelfstandige in komens met vergelijkbare loon- en salaristrekkenden. De maatregelen die de regering voorstelt in de nota inkomens beleid noemde ir. C. S. Knott- nerus, voorzitter van het land bouwschap, groot in aantal, maar zij mogen niet te veel kosten. De maatregelen op fis caal en sociaal terrein noemde hij matig. Het landbouwschap zal een klemmend beroep op de Tweede Kamer doen om maatregelen te treffen waar door het inkomen van de boer wordt verbeterd. Deze maatre gelen mogen echter 1 dat is gericht op de king van de land- en tuinbouw niet doorkruisen, vindt het landbouwschap. De oorzaken van het geringe inkomen moe ten worden opgespoord. Het heeft op de lange duur geen zin bedrijven in stand te hou den die economisch zwak zijn. De basis voor het inkomen van de boer moet het markt en prijsbeleid zijn, met daar naast eventueel aanvullende overheidsmaatregelen. laag inkomen Tijdelijke liquiditeitsmoei lijkheden bij levensvatbare bedrijven kunnen reeds wor den weggenomen door de rijksgroepregeling zelfstandi gen. In de nabije toekomst zal de AAW hulp bieden aan hen die door arbeidsongeschikt heid een laag inkomen halen. De regering werkt reeds aan een regeling waarbij oudere agrariërs zonder andere moge lijkheden buiten de landbouw worden gepensioneerd op ba sis van minimum-loon. Het landbouwschap denkt ook aan een regeling waarbij agrariërs die op korte termijn naar een ander beroep willen overgaan, een tijdelijke inkomensaan vulling krijgen. De wet werk loosheidsvoorzieningen zou dan moeten worden uitge breid tot de zelfstandigen. Van de vergadering uit werd gewezen op de grote werk loosheid waardoor de kansen voor „afgevloeide" boeren om een baan te krijgen geringer zijn geworden. Ook werd ge vraagd of werklozen niet in het kader van aanvullende werken kunnen worden ge bruikt bij het uitvoeren van ruilverkavelingswerken. Het landbouwschap stelde zich voorts achter de voorstellen van de commissie .jonge agra riërs". Deze beschouwing, waarin de jongeren zelf ook hun mening over de bedrijf sopvolging kenbaar hebben kunnen maken, zal aan de mi nister worden voorgelegd. De voorstellen behelzen onder meer een belastingvrije spaar regeling voor de toekomstige agrarische ondernemer. Hij zou maximaal 7500 per jaar moeten kunnen sparen. Deze bedragen zouden vrijgesteld moeten zijn van loonbelasting en premieheffing voor de volksverzekeringen. Rente zou moeten worden bijgeschreven in verband met de inflatie. Zo lang een dergelijke regeling nog onvoldoende resultaat op levert, dient naar de mening van het landbouwschap een tijdelijke rentesubsidie voor de financiering van de be drijfsovername te worden in gevoerd. Eveneens stelt het landbouw schap voor de vrijgestelde be dragen in de successiewet te verhogen, inschakeling van de grondbank bij bedrijfsopvol ging, mogelijkheid tot het in brengen van het gepachte in een samenwerkingsverband, de eerste jaren bijschrijven van verschuldigde rente en ex tra fiscale aftrek voor zelfstan digen van 21 tot 30 jaar. UIT LEI-ONDERZOEK OP SCHOLEN BLIJKT DEN HAAG - De belangstel ling van boeren- en tuinders- zoons voor het lager agrarisch onderwijs in Nederland blijkt enigszins af te nemen. Dit blijkt uit een publicatie van het Landbouw-Economisch In stituut, waarin verslag wort gedaan van een onderzoek, naar de onderwijs- en beroeps plannen van twaalf- tot twin tigjarige zoons van boeren en tuinders. Ook zijn aan leerlin gen van lagere scholen en mid delbare agrarische scholen vragen gesteld over hun toe komstplannen en denkbeelden die zij hebben over het boeren- beroep. Het onderzoek werd ingesteld in verband met het feit, dat het aantal meewerkende zoons en bedrijfsopvolgers in de land- en tuinbouw al sinds ja ren een dalende tententie ver toont. Dit riep de vraag op in hoeverre er bij de agrarische jongeren nog belangstelling bestaat voor het uitvoeren van een beroep in deze sector. Bij het onderzoek is onder meer gebleken, dat 11 procent van de twaalf tot zestienjarige boeren en tuinderszoons leger agrarisch onderwijs volgt. Van de 16-, 20-jarige zoons heeft 14 procent alleen lager agrarisch onderwijs gevolgd van de zoons ouder dan twintig jaar een nog groter deel namelijk twintig procent, waaruit het afnemen van de belangstelling blijft. Meest geschikt Van de 16- 20-jarigen volgt verder 10% middelbaar agra risch onderwijs. De meesten van hen (7 pet.) hebben lager agrarisch onderwijs als voor opleiding gehad. Hoewel een combinatie van algemeen vor mend en middelbaar agrarisch onderwijs veelal het meest ge schikt wordt geacht als voor- Natuurkundeles bij de christelijke lagere tuinbouw school in Naaldwijk, bereiding op het agrarisch on dernemerschap, wordt deze weg dus nog niet al te veel gekozen. Dertig procent van alle 12- 20-jarige zoons wil uiteinde lijk een agrarisch beroep (meestal zelfstandig boer of tuinder) gaan uitoefenen. Dit betekent dat op bijna twee derde van de bedrijven met zoons in deze leeftijdsklasse een zoon beschikbaar is die waarschijnlijk op het bedrijf zal willen opvolgen. Dit lijkt veel wanneer men ter verge lijking neemt dat volgens de Landbouwtelling 1972 op 40% van alle bedrijven een be- drijfshoofd van 50 jaar of ou der een opvolger van 15 jaar of ouder aanwezig is. Daarbij moet evenwel bedacht wor den dat de bedrijven met zoons van 12-20 jaar een vrij selecte groep vormen, ener zijds vanwege de aanwezig heid van deze zoons, ander zijds omdat de bedrijfshoofd- en gezien hun leeftijd en mede met het oog op hun zoons hun bedrijven aan de moderne ontwikkelingen aanpassen. Dat er op zoveel van deze bedrijven zoons zijn die het bedrijf wel willen overnemen wijst erop dat de belangstel ling van boeren- en tuinders- zoons voor het agrarisch on dernemerschap nog behoorlijk groot is. Hiermee is niet ge zegd dat zij inderdaad alle maal een bedrijf zullen over nemen. De moeilijkheden die de bedrijfsovememing met zich meebrengt verhinderen dat in vrij veel gevallen. Verwante beroepen Van de leerlingen op de lagere agrarische scholen wil het grootste gedeelte nog agra risch vervolgonderwijs volgen. Uiteindelijk wil ruim de helft op een land- of tuinbouwbe drijf gaan werken. De overi gen hebben vooral belangstel ling voor agrarisch verwante beroepen (bv. in de groene sec tor, voorlichting, verwerkende industrie). Slechts een klein deel (6%) denkt aan niet-agra- rische beroepen. De leerlingen die op een land- of tuinbouw bedrijf willen gaan werken kiezen hun beroep vanuit een andere gerichtheid dan de an deren. Zij zien vooral het af wisselend karakter van het werk en de vrijheid van wer ken als aantrekkelijke kanten van het beroep. Degenen die een agrarisch verwant beroep nastreven leggen daarentegen meer de nadruk op het werken in de buitenlucht, degenen die een niet-agrarisch beroep wil len gaan uitoefenen benadruk ken een goed inkomen, promo tiekansen en geregelde werk tijden. Van de leerlingen op de mid delbare agrarische scholen wil 44% boer of tuinder worden. Deze groep voelt zich vooral aangetrokken door de aard van het werk en het beroep, met kenmerken als zelfstan digheid, afwisseling in het werk en dergelijke. Als belangrijkste eigenschap pen om een goede boer of tuinder te worden noemt men hart hebben voor het beroep en aanleg voor organisatie en planning.Iets meer dan de helft van de leerlingen wil geen boer of tuinder worden. Vooral op de middelbare tuin bouwscholen hebben relatief veel leerlingen belangstelling voor andere beroepen. Men denkt dan vooral aan beroe pen in de verwerkende indus trie en bij voorlichting en on derzoek, en aan beroepen in de groene sector. De aanvoer van tomaten schommelt nog steeds rond de 6000 ton per week. Ondanks de concurrentie van België, Roemenië, Italië en Spanje zijn de prijzen opgelopen tot 10,30 per 6 kg. voor de A-tomaten, de B-tomaten liggen nog iets hoger in prijs. Deze prijsstijging is mogelijk geworden door een grote belangstelling van Oostenrijk en daarnaast een wat grote vraag van Fran krijk naar Hollandse tomaten. Het ziet er niet direkt naar uit dat de prijzen nog verder op zullen lopen door het afnemen van de aanvoer. Er zal rekening gehouden moeten worden met een toenemende concur rentie van Roemenië en Spanje, waardoor de prijzen onder druk komen te staan. Komkommers Het prijsverloop bij de komkommers is niet erg daverend. De sorteringen van 41 tot 51 worden het minst betaald, namelijk 20 cent per stuk. De zwaardere sorteringen liggen iets gunstiger in prijs. Als een van de oorza ken van de lage prijzen valt het grote aantal stuks aan te voeren. In de aanvoer zal de komende week weinig verandering komen omdat stamkomkommers in een snel tempo groeien. Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de aanplant in augustus 33% groter was als in 1974. Op de West-Duitse markt wordt concurrentie ondervonden van Roemenië en België maar deze concurrentie is van gerin ge omvang. Naast West-Duitsland hebben Engeland, Frankrijk, Zweden en Denemar ken belangstelling voor Hollandse komkom mers. Deze belangstelling is echter niet zo groot dat ze een gunstige uitwerking op de veranderingen in het aanvoerpatroon ver wacht Het aanbod van groene paprika's zal verder afnemen, waardoor de prijzen gelijk blijven of nog iets oplopen. De aanvoer van rode paprika's zal ruim zijn, waardoor prijs stijgingen minder kans hebben. Er moet rekening mee gehouden worden dat naast Nederland ook Italië, Griekenland en Hon garije op de West-Duitse markt aktief zijn. Overige gewassen prijzen kan hebben. Er moet de komende week op matige prijzen worden gerekend. Paprika's. De prijs van de groene paprika's is opgelo pen tot 2,10 per kg. (vorig jaar 1,60). Dit is geheel naar verwachting, omdat de aan voer van groene paprika's sterk achterblijft ten opzichte van de rode. Hoerdoor valt ook de geringe prijsstijging bij de rode sorteringen te verklaren. Voor de komende week worden er geen grote De aanvoer ban andijvie neemt langzaam af, de vraag naar andijvie is echter niet zo groot zodat de prijzen een daling hebben onder gaan. De goede kwaliteit wordt nog voor 43 cent per kg. verkocht, de mindere kwaliteit brengt 20 cent op. De aanvoer van herfst bloemkool zal wat meer betekenis gaan krij gen met als gevolg dat de prijzen zich moeilijker kunnen handhaven. Voor de grootste sorteringen wordt nog 2 gulden per stuk betaald. De prijs van de spruiten is gedaald naar 1,40 kg., de aanvoer neemt verder toe en de prijsdaling zal zich voort zetten. De sla-prijzen zijn bijzonder vast en liggen nog steeds rond de 30 cent per stuk, er wordt geen verandering verwacht. Voor de goede kwaliteiten sperziebonen worden prijzen tot 3,40 per kg. betaald. Bij de pepers worden de groene sorteringen het beste betaald, namelijk tot 2,10 per kg. Al sortering van prei wordt verkocht voor 71 cent per kg. Postelein brengt 80 cent per kg op en spinazie 65 cent Peterselie wordt voor 7 tot 19 cent per bosje verhandeld. Voor selderij lopen de prijzen van 7 tot 33 cent per bosje. Nu de septembermaand alweer achter de rug is blijkt uit de maandstatistiek dat het merendeel van de produkten een grotere aanvoer te zien heeft gegeven dan in 1974. De gemiddelde prijzen lagen voor de meeste produkten ook hoger. De aanvoer van het snijgroen is praktisch even groot als vorige jaar. De gemiddelde prijs is daarentegen iets gezakt. De amaryl- liskelkenaanvoer is toegenomen met iets meer dan 50%. De gemiddelde prijs was 0,12 per kelk hoger dan in 1974. Bij de anjeraanvoer is het verschil met 1974 gering gebleven. De gemiddelde prijs was enkele centen per stuk hoger 0,26 tegen 0,29 per stuk). In 1975 werden er in de maand september 400.000 bos trosanjers meer aan gevoerd dan in dezelfde maand van 1974. De gemiddelde prijs lag 0,30 per bos hoger. De anthuriums hadden een aanvoer, die dichtbjj de 1 miljoen stuks lag. Gemid deld werd er 0,10 per stuk meer betaald. De geplozen chrysanten normaalcultuur lag 0,07 per stuk hoger. De aanvoer verschil lende niet veel. Er werden iets meer dan 2 1/2 miljoen bossen jaarrondchrysanten aan de veiling gebracht. De gemiddelde prijs lag op hetzelfde niveau als het vorige jaar. De meeraanvoer van geplozen chrysanten jaarrondcultuur was ongeveer 51%. Deson danks was het voor de kooplieden niet moeilijk om er genoeg afzet voor te vinden, want de gemiddelde prijs was zelfs 0,08 per stuk hoger dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Er werden aanzienlijk min- De meeraanvoer van chrysanten was ongeveer 51% der fresia's aangevoerd dan in 1974 (in belangrijke mate veroorzaakt door de weers omstandigheden). De prijzen waren behoor lijk hoger (in 1974 gemiddeld 1,08 in 1975 gemiddeld 1,95 per bos). De gemiddelde prijs van de gerbera lag een stuiver hoger. De aanvoer nam toe met 200.000 stuks. De aanvoer van leliekelken is 6% teruggelo pen. De gemiddelde prijs lag veel hoger als in 1974 0,58 tegen 0,35 per kelk). De aanvoer van lelietakken daarentegen is toe genomen met ongeveer 14%. De gemiddelde prijs lag 0,09 per tak hoger. De aanvoer van lelietakken daarentegen is toegenomen met ongeveer 14%. De gemiddelde prijs lag 0,09 per tak hoger. De aanvoer van grote rozen is enorm geweest. De meeraanvoer ten opzichte van 1974 was maar liefst 71%. Het is niet verwonderlijk dat de prijzen lager waren als het vorige jaar 0,18 tegen 0,24 per stuk). De aanvoer van kleine rozen is met 29% toegenomen. Het gemiddeld prijs verschil was 0,01 per stuk ten nadele van 1975. Nog een paar weken en dat is het voor het bollenvak grote verzoendag. De eerste no vember moeten namelijk de bloembollen die de afgelopen maanden zijn gekocht worden betaald. In deze branche kent men namelijk sinds mensenheugenis waanzinnig lange kre dieten. Bloembollen die de kweker in juli naar de exporteur stuurt krijgt hij op 1 november pas betaald. Wat na 15 oktober wordt geleverd pas half januari en daar zijn dan de twee hoofdgewassen voor de winter maanden namelijk de dahlia's en de gladio len niet eens bij inbegrepen. Lange kredieten Die lange kredieten zijn al vele jaren een doorn in het oog van de kwekers. Ze voeren niet ten onrechte aan dat sommige expor teurs mooi weer spelen van hun geld. Expor teurs op buitenland bijvoorbeeld krijgen een deel van de verkochte bollen vooruit be taald. De exporteur op Duitsland die zijn bollen in september verstuurt krijgt meteen vooraf al 25 procent in handen voor nog een bol de grens over is. Geld dat hij dus op de bank kan zetten, de rente rustig in zijn zak steken en de kweker pas op 1 november betaalt. Wie nu maar grote hoeveelheden in Duitsland weet te verkopen kan een aardig centje aan rente opstrijken. Er zijn al vele pogingen in het werk gesteld die betaaldata gewijzigd te krijgen. Op de vergadering die de koninklijke algemene vereniging voor bloembollencultuur in de cember gaat houden komt dit punt opnieuw ter sprake. De telers vinden dat men zo snel mogelijk naar normale kredieten toe moet. De eerlijkheid gebiedt te getuigen dat de export op zijn beurt in het buitenland vaak ook wat lang op zijn geld moet wachten. Men gebruikt een lang krediet vaak als een verkoopargument. Het is geen zeldzaamheid als een exporteur die aan broeiers levert zijn geld pas krijgt als de bloemen uit die bollen zijn geoogst Dat wil dus zeggen in februari of maart. En daarom vecht de export met hand en tand om een wijziging van de betaaldata te voorkomen. Men vreest, en niet ten onrechte overigens, dat men een deel van de handel zal verspelen als zij worden gedwongen niet meer als verstrek ker van lange kredieten en dan nog zonder rentevergoeding op te treden. Maar goed op de 1ste november moeten de duiten dus op tafel komen en die strijken de rimpels weer wat glad. Vandaar de in het boilenvak gebruikelijke betiteling van grote verzoendag. Intussen kijkt men in de bloembollenstreek met meer dan gewone belangstelling uit of er brokken zullen vallen. Het staat namelijk wel vast dat door de sterk gestegen tulpen- prijzen heel wat exporteurs een allesbehalve blakende exploitatierekening zullen hebben. Nu zijn er op dit punt al meer wilde verha len verteld en meestal viel het mee. Laten we hopen dat de soep ook op 1 november 1975 niet zo heet wordt gegeten als ze van daag wordt opgediend. Maar minder florissante exploitatierekenin gen of niet de handel gaat door. Zelfs de restanten .van de tulpen gaan nog weg voor hoge.prijzen. Maar de telers van narcissen en hyacinten hebben aan deze oogst geen enkel deel. In die sectoren is het bepaald slecht. Daarentegen mogen de telers van dahlia's en gladiolen helemaal niet moppe ren. De meeste dahlia's worden momenteel verhandeld voor prijzen die rond de ƒ30,- per 100 liggen. Met het rooien van dit artikel is men zo hier en daar al begonnen. En de vele regens, die hadden ze hard nodig om de knollen te doen zwellen. Kortingspercentages Woensdag 8 oktober is het voor het bollen vak ook een belangrijke dag, want dan zullen in de openbare bestuursvergadering van het produktschap voor siergewassen de kortingspercentages bekend gemaakt wor den. Het staat vast dat voor narcissen en vooral voor hyacinten die er nogal in zullen hakken. Voor de tulpen zou men met lagere percentages kunnen volstaan, ware het niet dat men nog een achterstand van vorig jaar moet inhalen. Vol verwachting klopt ons hart. Voorschotten oliefinanciering kwijtgescholden DEN HAAG De minister van landbouw mr. A. van der Stee heeft gezien de inkomensontwikkeling in de glastuinbouw in over leg met de minister van financien besloten de uit hoofde van de beschikking garantie olieaankoop glas tuinbouw 1974—75 ver strekte voorschotten kwijt te schelden. Den Haag In augustus werd 25 ha tomaten aangeplant tegen 7 ha vorig jaar in dezelfde maand. De oogst werd beëindigd op 579 ha. Deze oppervlakte is vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. Per 1 september bedroeg de aanwezige oppervlakte 1570 ha tegen 1619 ha vorig jaar (min drie procent). Dit blijkt uit de uitkomsten van de steekproef „tuinbouwgewassen onder glas", van het centraal bureau voor de statistiek. De aanplant van komkommers was in augustus groter dan vorig jaar (203 resp. 153 ha, plus 33 procent). Ook de oppervlakte waarop de teelt werd beëindigd, was in augustus groter dan vorig jaar (264 tegen 202 ha). Per 1 september was nog aanwezig 723 ha tegen 769 ha vorig jaar (min zes procent). De aanplant van sla onder glas had in augustus betrekking op 56 ha, 13 ha of 30 procent meer dan vorig jaar. DEN HAAG Het vleesverbruik in Nederland is in het tweede kwartaal 1975 met bijna 7,5 procent gestegen vergeleken met vorig jaar. Het ver bruik van vlees met been bedroeg 204.200 ton. Dat is 14.000 ton meer dan in het tweede kwartaal van 1974. Het verbruik was voor alle soorten vlees hoger. Het aandeel hierin van varkensvlees liep weliswaar terug van 51,7 tot 49,7 procent, doch de hoeveel heid steeg van 98.325 tot 101.425 ton. Het aandeel rundvlees steeg van 32,4 tot 33,7 procent of van 61.650 tot 68.925 ton. Opmerkelijk wordt de toename van het verbruik van kalfsvlees genoemd: van 3025 tot 4250 ton. Er werd evenals in 1974 nog 125 ton nuchter kalfsvlees geconsumeerd. Het verbruik van schapevlees steeg van 857 tot 900 ton, die van paarde- vlees steeg van 8750 tot 10.625 ton. Het kwantum eetbare afvallen steeg van 17.450 tot 17.950 ton. Uit binnenlandse produktie en invoer kwam 381.450 ton beschikbaar (in 1974: 358.275). De binnenlandse pro duktie steeg van 324.450 tot 342.275 ton. De invoer steeg van 33.825 tot 38.925 ton. De uitvoer van vlees steeg van 164.075 tot 177.675 ton. In ons land nam de produktie van varkens- en rundvlees toe en daalde de produktie van kalfs vlees. Een zelfde ontwikkeling deed zich voor bij de uitvoer. De uitvoer van vleeswaren en -conserven daalde met ongeveer 2000 ton tot 37.2250 ton. Den Haag - Onder de naam "Voeding en Gezondheid" organiseert Het Ne derlands Zuivelbureau op 11 oktober 1975 een congres in Den Haag waarin aan de orde komt op welke wijze verschillende instanties invloed (heb ben) kunnen uitoefenen op het eetpa troon van de Nederlander. Overheid en industrie, voedingskundi- gen en medici en niet het minst de consumenten kunnen mede bepalen hoe en wat de Nederlander eet. De vraag is of al deze "beïnvloeders" hetzelfde voor ogen staat en of hun invloed ook inderdaad leidt tot gezond eten. Als sprekers zijn onder meer uitgeno digd: dr. W.Y. Aalbersberg, directeur van het Nederlands Instituut voor Zui- velonderzoek, drs. P.H. Berben, hoofd inspecteur van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op levensmid delen en keuring van waren, prof. dr. C. den Hartog, voorzitter van de Voe dingsraad, mejuffrouw A.G.F. Fran sen, directrice van de Consumenten bond en drs. C. Timmer, voorzitter van de raad van bestuur van C.M.C.- Melk Unie. Het geheel zal onder lei ding staan van prof. dr. C. den Har tog. Dit congres zal worden gehouden in de Sweelinckzaal van het Congres gebouw te Den Haag, Churchillplein 1: om kwart over vier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 8