Landbouwschap vraagt
betere maatregelen voor
inkomens verbetering
Belangstelling voor lager
agrarisch onderwijs blijkt
enigszins af te nemen
TOMATENPRIJZEN GAAN WEER OMHOOG
GROTERE AANVOER BLOEMEN DAN IN '74
GROTE VERZOENDAG IN HET VERSCHIET
Aanplant van tomaten,
komkommers en sla
Vleesverbruik gestegen
Congres over voeding
MAANDAG 6 OKTULSüK iy/o
DEN HAAG De bedrijfsuit-
komsten in land- en tuinbouw
voor 1975-76 rijn over het ge
heel genomen niet gunstig.
Dit is gebleken uit een onder
zoek van het Landbouw-Eco-
notnisch Instituut (LED, welk
onderzoek op verzoek van mi
nister van der Stee van land
bouw is verricht Als de prog
noses bekend zouden zijn, wil
de de minister weer met het
landbouwschap praten over
maatregelen om het inkomen
van de agrariërs te verbete
ren.
Het landbouwschap heeft zich
vorige week bezig gehouden
met de nota inkomensbeleid
van de regering, waarin als
doel een gegarandeerd mini
mum-inkomen voor zelfstandi
gen wordt gesteld. Rond 30
procent van de agrariërs in
ons land heeft een inkomen
dat beneden het minimumloon
ligt Het streven van het land
bouwschap is een gelijkscha
keling van de zelfstandige in
komens met vergelijkbare
loon- en salaristrekkenden. De
maatregelen die de regering
voorstelt in de nota inkomens
beleid noemde ir. C. S. Knott-
nerus, voorzitter van het land
bouwschap, groot in aantal,
maar zij mogen niet te veel
kosten. De maatregelen op fis
caal en sociaal terrein noemde
hij matig. Het landbouwschap
zal een klemmend beroep op
de Tweede Kamer doen om
maatregelen te treffen waar
door het inkomen van de boer
wordt verbeterd. Deze maatre
gelen mogen echter 1
dat is gericht op de
king van de land- en tuinbouw
niet doorkruisen, vindt het
landbouwschap. De oorzaken
van het geringe inkomen moe
ten worden opgespoord. Het
heeft op de lange duur geen
zin bedrijven in stand te hou
den die economisch zwak zijn.
De basis voor het inkomen
van de boer moet het markt
en prijsbeleid zijn, met daar
naast eventueel aanvullende
overheidsmaatregelen.
laag inkomen
Tijdelijke liquiditeitsmoei
lijkheden bij levensvatbare
bedrijven kunnen reeds wor
den weggenomen door de
rijksgroepregeling zelfstandi
gen. In de nabije toekomst zal
de AAW hulp bieden aan hen
die door arbeidsongeschikt
heid een laag inkomen halen.
De regering werkt reeds aan
een regeling waarbij oudere
agrariërs zonder andere moge
lijkheden buiten de landbouw
worden gepensioneerd op ba
sis van minimum-loon. Het
landbouwschap denkt ook aan
een regeling waarbij agrariërs
die op korte termijn naar een
ander beroep willen overgaan,
een tijdelijke inkomensaan
vulling krijgen. De wet werk
loosheidsvoorzieningen zou
dan moeten worden uitge
breid tot de zelfstandigen.
Van de vergadering uit werd
gewezen op de grote werk
loosheid waardoor de kansen
voor „afgevloeide" boeren om
een baan te krijgen geringer
zijn geworden. Ook werd ge
vraagd of werklozen niet in
het kader van aanvullende
werken kunnen worden ge
bruikt bij het uitvoeren van
ruilverkavelingswerken.
Het landbouwschap stelde zich
voorts achter de voorstellen
van de commissie .jonge agra
riërs". Deze beschouwing,
waarin de jongeren zelf ook
hun mening over de bedrijf
sopvolging kenbaar hebben
kunnen maken, zal aan de mi
nister worden voorgelegd.
De voorstellen behelzen onder
meer een belastingvrije spaar
regeling voor de toekomstige
agrarische ondernemer. Hij
zou maximaal 7500 per jaar
moeten kunnen sparen. Deze
bedragen zouden vrijgesteld
moeten zijn van loonbelasting
en premieheffing voor de
volksverzekeringen. Rente zou
moeten worden bijgeschreven
in verband met de inflatie. Zo
lang een dergelijke regeling
nog onvoldoende resultaat op
levert, dient naar de mening
van het landbouwschap een
tijdelijke rentesubsidie voor
de financiering van de be
drijfsovername te worden in
gevoerd.
Eveneens stelt het landbouw
schap voor de vrijgestelde be
dragen in de successiewet te
verhogen, inschakeling van de
grondbank bij bedrijfsopvol
ging, mogelijkheid tot het in
brengen van het gepachte in
een samenwerkingsverband,
de eerste jaren bijschrijven
van verschuldigde rente en ex
tra fiscale aftrek voor zelfstan
digen van 21 tot 30 jaar.
UIT LEI-ONDERZOEK OP SCHOLEN BLIJKT
DEN HAAG - De belangstel
ling van boeren- en tuinders-
zoons voor het lager agrarisch
onderwijs in Nederland blijkt
enigszins af te nemen. Dit
blijkt uit een publicatie van
het Landbouw-Economisch In
stituut, waarin verslag wort
gedaan van een onderzoek,
naar de onderwijs- en beroeps
plannen van twaalf- tot twin
tigjarige zoons van boeren en
tuinders. Ook zijn aan leerlin
gen van lagere scholen en mid
delbare agrarische scholen
vragen gesteld over hun toe
komstplannen en denkbeelden
die zij hebben over het boeren-
beroep.
Het onderzoek werd ingesteld
in verband met het feit, dat
het aantal meewerkende zoons
en bedrijfsopvolgers in de
land- en tuinbouw al sinds ja
ren een dalende tententie ver
toont. Dit riep de vraag op in
hoeverre er bij de agrarische
jongeren nog belangstelling
bestaat voor het uitvoeren van
een beroep in deze sector.
Bij het onderzoek is onder
meer gebleken, dat 11 procent
van de twaalf tot zestienjarige
boeren en tuinderszoons leger
agrarisch onderwijs volgt. Van
de 16-, 20-jarige zoons heeft 14
procent alleen lager agrarisch
onderwijs gevolgd van de
zoons ouder dan twintig jaar
een nog groter deel namelijk
twintig procent, waaruit het
afnemen van de belangstelling
blijft.
Meest geschikt
Van de 16- 20-jarigen volgt
verder 10% middelbaar agra
risch onderwijs. De meesten
van hen (7 pet.) hebben lager
agrarisch onderwijs als voor
opleiding gehad. Hoewel een
combinatie van algemeen vor
mend en middelbaar agrarisch
onderwijs veelal het meest ge
schikt wordt geacht als voor-
Natuurkundeles bij de christelijke lagere tuinbouw
school in Naaldwijk,
bereiding op het agrarisch on
dernemerschap, wordt deze
weg dus nog niet al te veel
gekozen.
Dertig procent van alle 12-
20-jarige zoons wil uiteinde
lijk een agrarisch beroep
(meestal zelfstandig boer of
tuinder) gaan uitoefenen. Dit
betekent dat op bijna twee
derde van de bedrijven met
zoons in deze leeftijdsklasse
een zoon beschikbaar is die
waarschijnlijk op het bedrijf
zal willen opvolgen. Dit lijkt
veel wanneer men ter verge
lijking neemt dat volgens de
Landbouwtelling 1972 op 40%
van alle bedrijven een be-
drijfshoofd van 50 jaar of ou
der een opvolger van 15 jaar
of ouder aanwezig is. Daarbij
moet evenwel bedacht wor
den dat de bedrijven met
zoons van 12-20 jaar een vrij
selecte groep vormen, ener
zijds vanwege de aanwezig
heid van deze zoons, ander
zijds omdat de bedrijfshoofd-
en gezien hun leeftijd en mede
met het oog op hun zoons hun
bedrijven aan de moderne
ontwikkelingen aanpassen.
Dat er op zoveel van deze
bedrijven zoons zijn die het
bedrijf wel willen overnemen
wijst erop dat de belangstel
ling van boeren- en tuinders-
zoons voor het agrarisch on
dernemerschap nog behoorlijk
groot is. Hiermee is niet ge
zegd dat zij inderdaad alle
maal een bedrijf zullen over
nemen. De moeilijkheden die
de bedrijfsovememing met
zich meebrengt verhinderen
dat in vrij veel gevallen.
Verwante beroepen
Van de leerlingen op de lagere
agrarische scholen wil het
grootste gedeelte nog agra
risch vervolgonderwijs volgen.
Uiteindelijk wil ruim de helft
op een land- of tuinbouwbe
drijf gaan werken. De overi
gen hebben vooral belangstel
ling voor agrarisch verwante
beroepen (bv. in de groene sec
tor, voorlichting, verwerkende
industrie). Slechts een klein
deel (6%) denkt aan niet-agra-
rische beroepen. De leerlingen
die op een land- of tuinbouw
bedrijf willen gaan werken
kiezen hun beroep vanuit een
andere gerichtheid dan de an
deren. Zij zien vooral het af
wisselend karakter van het
werk en de vrijheid van wer
ken als aantrekkelijke kanten
van het beroep. Degenen die
een agrarisch verwant beroep
nastreven leggen daarentegen
meer de nadruk op het werken
in de buitenlucht, degenen die
een niet-agrarisch beroep wil
len gaan uitoefenen benadruk
ken een goed inkomen, promo
tiekansen en geregelde werk
tijden.
Van de leerlingen op de mid
delbare agrarische scholen wil
44% boer of tuinder worden.
Deze groep voelt zich vooral
aangetrokken door de aard
van het werk en het beroep,
met kenmerken als zelfstan
digheid, afwisseling in het
werk en dergelijke.
Als belangrijkste eigenschap
pen om een goede boer of
tuinder te worden noemt men
hart hebben voor het beroep
en aanleg voor organisatie en
planning.Iets meer dan de
helft van de leerlingen wil
geen boer of tuinder worden.
Vooral op de middelbare tuin
bouwscholen hebben relatief
veel leerlingen belangstelling
voor andere beroepen. Men
denkt dan vooral aan beroe
pen in de verwerkende indus
trie en bij voorlichting en on
derzoek, en aan beroepen in
de groene sector.
De aanvoer van tomaten schommelt nog
steeds rond de 6000 ton per week. Ondanks
de concurrentie van België, Roemenië, Italië
en Spanje zijn de prijzen opgelopen tot
10,30 per 6 kg. voor de A-tomaten, de
B-tomaten liggen nog iets hoger in prijs.
Deze prijsstijging is mogelijk geworden door
een grote belangstelling van Oostenrijk en
daarnaast een wat grote vraag van Fran
krijk naar Hollandse tomaten. Het ziet er
niet direkt naar uit dat de prijzen nog
verder op zullen lopen door het afnemen
van de aanvoer. Er zal rekening gehouden
moeten worden met een toenemende concur
rentie van Roemenië en Spanje, waardoor
de prijzen onder druk komen te staan.
Komkommers
Het prijsverloop bij de komkommers is niet
erg daverend. De sorteringen van 41 tot 51
worden het minst betaald, namelijk 20 cent
per stuk. De zwaardere sorteringen liggen
iets gunstiger in prijs. Als een van de oorza
ken van de lage prijzen valt het grote aantal
stuks aan te voeren. In de aanvoer zal de
komende week weinig verandering komen
omdat stamkomkommers in een snel tempo
groeien. Uit de cijfers van het CBS blijkt
dat de aanplant in augustus 33% groter was
als in 1974. Op de West-Duitse markt wordt
concurrentie ondervonden van Roemenië en
België maar deze concurrentie is van gerin
ge omvang. Naast West-Duitsland hebben
Engeland, Frankrijk, Zweden en Denemar
ken belangstelling voor Hollandse komkom
mers. Deze belangstelling is echter niet zo
groot dat ze een gunstige uitwerking op de
veranderingen in het aanvoerpatroon ver
wacht Het aanbod van groene paprika's zal
verder afnemen, waardoor de prijzen gelijk
blijven of nog iets oplopen. De aanvoer van
rode paprika's zal ruim zijn, waardoor prijs
stijgingen minder kans hebben. Er moet
rekening mee gehouden worden dat naast
Nederland ook Italië, Griekenland en Hon
garije op de West-Duitse markt aktief zijn.
Overige gewassen
prijzen kan hebben. Er moet de komende
week op matige prijzen worden gerekend.
Paprika's.
De prijs van de groene paprika's is opgelo
pen tot 2,10 per kg. (vorig jaar 1,60). Dit
is geheel naar verwachting, omdat de aan
voer van groene paprika's sterk achterblijft
ten opzichte van de rode.
Hoerdoor valt ook de geringe prijsstijging
bij de rode sorteringen te verklaren. Voor
de komende week worden er geen grote
De aanvoer ban andijvie neemt langzaam af,
de vraag naar andijvie is echter niet zo groot
zodat de prijzen een daling hebben onder
gaan. De goede kwaliteit wordt nog voor 43
cent per kg. verkocht, de mindere kwaliteit
brengt 20 cent op. De aanvoer van herfst
bloemkool zal wat meer betekenis gaan krij
gen met als gevolg dat de prijzen zich
moeilijker kunnen handhaven. Voor de
grootste sorteringen wordt nog 2 gulden per
stuk betaald. De prijs van de spruiten is
gedaald naar 1,40 kg., de aanvoer neemt
verder toe en de prijsdaling zal zich voort
zetten. De sla-prijzen zijn bijzonder vast en
liggen nog steeds rond de 30 cent per stuk,
er wordt geen verandering verwacht. Voor
de goede kwaliteiten sperziebonen worden
prijzen tot 3,40 per kg. betaald. Bij de
pepers worden de groene sorteringen het
beste betaald, namelijk tot 2,10 per kg. Al
sortering van prei wordt verkocht voor 71
cent per kg. Postelein brengt 80 cent per
kg op en spinazie 65 cent Peterselie wordt
voor 7 tot 19 cent per bosje verhandeld.
Voor selderij lopen de prijzen van 7 tot 33
cent per bosje.
Nu de septembermaand alweer achter de
rug is blijkt uit de maandstatistiek dat het
merendeel van de produkten een grotere
aanvoer te zien heeft gegeven dan in 1974.
De gemiddelde prijzen lagen voor de meeste
produkten ook hoger.
De aanvoer van het snijgroen is praktisch
even groot als vorige jaar. De gemiddelde
prijs is daarentegen iets gezakt. De amaryl-
liskelkenaanvoer is toegenomen met iets
meer dan 50%. De gemiddelde prijs was
0,12 per kelk hoger dan in 1974. Bij de
anjeraanvoer is het verschil met 1974 gering
gebleven. De gemiddelde prijs was enkele
centen per stuk hoger 0,26 tegen 0,29
per stuk). In 1975 werden er in de maand
september 400.000 bos trosanjers meer aan
gevoerd dan in dezelfde maand van 1974.
De gemiddelde prijs lag 0,30 per bos
hoger. De anthuriums hadden een aanvoer,
die dichtbjj de 1 miljoen stuks lag. Gemid
deld werd er 0,10 per stuk meer betaald.
De geplozen chrysanten normaalcultuur lag
0,07 per stuk hoger. De aanvoer verschil
lende niet veel. Er werden iets meer dan
2 1/2 miljoen bossen jaarrondchrysanten
aan de veiling gebracht. De gemiddelde prijs
lag op hetzelfde niveau als het vorige jaar.
De meeraanvoer van geplozen chrysanten
jaarrondcultuur was ongeveer 51%. Deson
danks was het voor de kooplieden niet
moeilijk om er genoeg afzet voor te vinden,
want de gemiddelde prijs was zelfs 0,08
per stuk hoger dan in dezelfde maand van
het vorige jaar. Er werden aanzienlijk min-
De meeraanvoer van chrysanten was ongeveer 51%
der fresia's aangevoerd dan in 1974 (in
belangrijke mate veroorzaakt door de weers
omstandigheden). De prijzen waren behoor
lijk hoger (in 1974 gemiddeld 1,08 in 1975
gemiddeld 1,95 per bos). De gemiddelde
prijs van de gerbera lag een stuiver hoger.
De aanvoer nam toe met 200.000 stuks.
De aanvoer van leliekelken is 6% teruggelo
pen. De gemiddelde prijs lag veel hoger als
in 1974 0,58 tegen 0,35 per kelk). De
aanvoer van lelietakken daarentegen is toe
genomen met ongeveer 14%. De gemiddelde
prijs lag 0,09 per tak hoger. De aanvoer
van lelietakken daarentegen is toegenomen
met ongeveer 14%. De gemiddelde prijs lag
0,09 per tak hoger. De aanvoer van grote
rozen is enorm geweest. De meeraanvoer ten
opzichte van 1974 was maar liefst 71%. Het
is niet verwonderlijk dat de prijzen lager
waren als het vorige jaar 0,18 tegen 0,24
per stuk). De aanvoer van kleine rozen is
met 29% toegenomen. Het gemiddeld prijs
verschil was 0,01 per stuk ten nadele van
1975.
Nog een paar weken en dat is het voor het
bollenvak grote verzoendag. De eerste no
vember moeten namelijk de bloembollen die
de afgelopen maanden zijn gekocht worden
betaald. In deze branche kent men namelijk
sinds mensenheugenis waanzinnig lange kre
dieten. Bloembollen die de kweker in juli
naar de exporteur stuurt krijgt hij op 1
november pas betaald. Wat na 15 oktober
wordt geleverd pas half januari en daar zijn
dan de twee hoofdgewassen voor de winter
maanden namelijk de dahlia's en de gladio
len niet eens bij inbegrepen.
Lange kredieten
Die lange kredieten zijn al vele jaren een
doorn in het oog van de kwekers. Ze voeren
niet ten onrechte aan dat sommige expor
teurs mooi weer spelen van hun geld. Expor
teurs op buitenland bijvoorbeeld krijgen een
deel van de verkochte bollen vooruit be
taald. De exporteur op Duitsland die zijn
bollen in september verstuurt krijgt meteen
vooraf al 25 procent in handen voor nog een
bol de grens over is. Geld dat hij dus op
de bank kan zetten, de rente rustig in zijn
zak steken en de kweker pas op 1 november
betaalt. Wie nu maar grote hoeveelheden in
Duitsland weet te verkopen kan een aardig
centje aan rente opstrijken.
Er zijn al vele pogingen in het werk gesteld
die betaaldata gewijzigd te krijgen. Op de
vergadering die de koninklijke algemene
vereniging voor bloembollencultuur in de
cember gaat houden komt dit punt opnieuw
ter sprake. De telers vinden dat men zo snel
mogelijk naar normale kredieten toe moet.
De eerlijkheid gebiedt te getuigen dat de
export op zijn beurt in het buitenland vaak
ook wat lang op zijn geld moet wachten.
Men gebruikt een lang krediet vaak als een
verkoopargument. Het is geen zeldzaamheid
als een exporteur die aan broeiers levert zijn
geld pas krijgt als de bloemen uit die bollen
zijn geoogst Dat wil dus zeggen in februari
of maart. En daarom vecht de export met
hand en tand om een wijziging van de
betaaldata te voorkomen. Men vreest, en
niet ten onrechte overigens, dat men een
deel van de handel zal verspelen als zij
worden gedwongen niet meer als verstrek
ker van lange kredieten en dan nog zonder
rentevergoeding op te treden.
Maar goed op de 1ste november moeten de
duiten dus op tafel komen en die strijken
de rimpels weer wat glad. Vandaar de in
het boilenvak gebruikelijke betiteling van
grote verzoendag.
Intussen kijkt men in de bloembollenstreek
met meer dan gewone belangstelling uit of
er brokken zullen vallen. Het staat namelijk
wel vast dat door de sterk gestegen tulpen-
prijzen heel wat exporteurs een allesbehalve
blakende exploitatierekening zullen hebben.
Nu zijn er op dit punt al meer wilde verha
len verteld en meestal viel het mee. Laten
we hopen dat de soep ook op 1 november
1975 niet zo heet wordt gegeten als ze van
daag wordt opgediend.
Maar minder florissante exploitatierekenin
gen of niet de handel gaat door. Zelfs de
restanten .van de tulpen gaan nog weg voor
hoge.prijzen. Maar de telers van narcissen
en hyacinten hebben aan deze oogst geen
enkel deel. In die sectoren is het bepaald
slecht. Daarentegen mogen de telers van
dahlia's en gladiolen helemaal niet moppe
ren. De meeste dahlia's worden momenteel
verhandeld voor prijzen die rond de ƒ30,-
per 100 liggen. Met het rooien van dit artikel
is men zo hier en daar al begonnen. En de
vele regens, die hadden ze hard nodig om
de knollen te doen zwellen.
Kortingspercentages
Woensdag 8 oktober is het voor het bollen
vak ook een belangrijke dag, want dan
zullen in de openbare bestuursvergadering
van het produktschap voor siergewassen de
kortingspercentages bekend gemaakt wor
den. Het staat vast dat voor narcissen en
vooral voor hyacinten die er nogal in zullen
hakken. Voor de tulpen zou men met lagere
percentages kunnen volstaan, ware het niet
dat men nog een achterstand van vorig jaar
moet inhalen. Vol verwachting klopt ons
hart.
Voorschotten
oliefinanciering
kwijtgescholden
DEN HAAG De minister
van landbouw mr. A. van
der Stee heeft gezien de
inkomensontwikkeling in
de glastuinbouw in over
leg met de minister van
financien besloten de uit
hoofde van de beschikking
garantie olieaankoop glas
tuinbouw 1974—75 ver
strekte voorschotten kwijt
te schelden.
Den Haag In augustus werd 25 ha tomaten aangeplant
tegen 7 ha vorig jaar in dezelfde maand. De oogst werd
beëindigd op 579 ha. Deze oppervlakte is vrijwel gelijk aan
die van vorig jaar.
Per 1 september bedroeg de aanwezige oppervlakte 1570 ha
tegen 1619 ha vorig jaar (min drie procent). Dit blijkt uit
de uitkomsten van de steekproef „tuinbouwgewassen onder
glas", van het centraal bureau voor de statistiek.
De aanplant van komkommers was in augustus groter dan
vorig jaar (203 resp. 153 ha, plus 33 procent). Ook de
oppervlakte waarop de teelt werd beëindigd, was in augustus
groter dan vorig jaar (264 tegen 202 ha). Per 1 september
was nog aanwezig 723 ha tegen 769 ha vorig jaar (min zes
procent).
De aanplant van sla onder glas had in augustus betrekking
op 56 ha, 13 ha of 30 procent meer dan vorig jaar.
DEN HAAG Het vleesverbruik in
Nederland is in het tweede kwartaal
1975 met bijna 7,5 procent gestegen
vergeleken met vorig jaar. Het ver
bruik van vlees met been bedroeg
204.200 ton. Dat is 14.000 ton meer
dan in het tweede kwartaal van 1974.
Het verbruik was voor alle soorten
vlees hoger. Het aandeel hierin van
varkensvlees liep weliswaar terug van
51,7 tot 49,7 procent, doch de hoeveel
heid steeg van 98.325 tot 101.425 ton.
Het aandeel rundvlees steeg van 32,4
tot 33,7 procent of van 61.650 tot 68.925
ton.
Opmerkelijk wordt de toename van
het verbruik van kalfsvlees genoemd:
van 3025 tot 4250 ton. Er werd evenals
in 1974 nog 125 ton nuchter kalfsvlees
geconsumeerd.
Het verbruik van schapevlees steeg
van 857 tot 900 ton, die van paarde-
vlees steeg van 8750 tot 10.625 ton. Het
kwantum eetbare afvallen steeg van
17.450 tot 17.950 ton.
Uit binnenlandse produktie en invoer
kwam 381.450 ton beschikbaar (in
1974: 358.275). De binnenlandse pro
duktie steeg van 324.450 tot 342.275
ton. De invoer steeg van 33.825 tot
38.925 ton.
De uitvoer van vlees steeg van 164.075
tot 177.675 ton. In ons land nam de
produktie van varkens- en rundvlees
toe en daalde de produktie van kalfs
vlees. Een zelfde ontwikkeling deed
zich voor bij de uitvoer. De uitvoer
van vleeswaren en -conserven daalde
met ongeveer 2000 ton tot 37.2250 ton.
Den Haag - Onder de naam "Voeding
en Gezondheid" organiseert Het Ne
derlands Zuivelbureau op 11 oktober
1975 een congres in Den Haag waarin
aan de orde komt op welke wijze
verschillende instanties invloed (heb
ben) kunnen uitoefenen op het eetpa
troon van de Nederlander.
Overheid en industrie, voedingskundi-
gen en medici en niet het minst de
consumenten kunnen mede bepalen
hoe en wat de Nederlander eet. De
vraag is of al deze "beïnvloeders"
hetzelfde voor ogen staat en of hun
invloed ook inderdaad leidt tot gezond
eten.
Als sprekers zijn onder meer uitgeno
digd: dr. W.Y. Aalbersberg, directeur
van het Nederlands Instituut voor Zui-
velonderzoek, drs. P.H. Berben, hoofd
inspecteur van de Volksgezondheid,
belast met het toezicht op levensmid
delen en keuring van waren, prof. dr.
C. den Hartog, voorzitter van de Voe
dingsraad, mejuffrouw A.G.F. Fran
sen, directrice van de Consumenten
bond en drs. C. Timmer, voorzitter
van de raad van bestuur van C.M.C.-
Melk Unie. Het geheel zal onder lei
ding staan van prof. dr. C. den Har
tog. Dit congres zal worden gehouden
in de Sweelinckzaal van het Congres
gebouw te Den Haag, Churchillplein
1: om kwart over vier.