Carmiggelts kijk op de wereld
Toneelaanbod
in Den Haag
BROOD VOOR DE VOGELTJES
BESTAAT DIT SEIZOEN UIT
POTPOURRI-VAN-ALLES-WAT
WAAR JE HARTGRONDIG
JA OP KUNT ZEGGEN
Een van de mirakelen, die haast iedere dag
vakantie-, zon-, en feestdagen daargelaten in
Nederland gebeuren is het stukje Van Kronkel
of Simon Carmiggelt. Het gebied dat hij in die
stukjes bestrijkt lijkt soms erg beperkt. Hij
heeft het doorgaans over hetzelfde, maar het
mirakel is juist, dat het altijd weer anders is.
Zijn laatste verzamelbundel, kundig bijeenge
bracht door een zelf ingestelde jury, en uitgeko
men bij de Arbeiderspers te Amsterdam, heet
Brood voor de Vogeltjes. Ze staan op het omslag.
Als ons oog vogelkundig juist onderscheidt, zijn
het allemaal en uitsluitend mussen. Karaktervol
le, kranige, voorzichtige, op de juiste afstand
vrijmoedige vogeltjes die het leven al spoedig
door hebben, maar niet elitair.
Met zorg gekozen
Tenminste niet elitair in de op het moment
gebruikelijke zin van het woord. Simon Carmig
gelt kiest met zorg zijn toestanden en personen
onder de dagelijkse en de eenvoudigen, de aan
de rand van de samenleving zich meer of minder
knorrig manifesterenden. Men raakt bij hem in
kennis met veel menselijke misère, met veel, al
of niet opgewekte, tegenzin en de kijk op de
wereld is er meer obscur dan clair. Maar, denkt
men wel eens, zich vermakende met al die
ellende, zijn deze mensen wel zo eenvoudig als
ze kennelijk geacht behoren te worden? Zijn
mussen zo gewoon? Ieder, die ze aan een nadere
studie onderwerpt, zal ontdekken van niet. Al die
personen die Carmiggelt dag in,-dag uit schijnt
te ontmoeten, soms, maar meestal geen, geheel
onthouder, blijken bij beter toezien, wonderlijk
verknipt. Carmiggelt laat dat uiterst vakbe
kwaam zien. Ze zijn scheppingen van de geest,
meer werkelijk dan de werkelijkheid. Daarbij
komt nog, dat Carmiggelt, die zo eenvoudig over
hen lijkt te vertellen, in het geheel niet zo
eenvoudig schrijft. Men ziet dat als men zich
even rekenschap geeft. Men kan het in een
enkele zin al gewaarworden. „Daar het café
's ochtends vrijwel uitsluitend wordt gefrequen
teerd door even zwijgzame manspersonen, die
zich ook vertrouwd trachten te maken met de
drukkende gedachte dat ze bestaan, heerst er de
serene stilte van de leeskamer ener Engelse club
uit het eind van de vorige eeuw..." Dat is zelfs
geen hele zin. Maar men kan er zien dat deze
vermeende eenvoud ver is verwijderd van de
simpelheid van het recht toe recht aan.
Al de gedichten
Simon Carmiggelt kan soms schokken, speciaal
als hij het over ontucht heeft. Hij doet dat een
enkele keer ook in zijn verzen, die over het
algemeen wat harder van aanpak zijn dan zijn
korte stukken en die nu en dan de rijmlap niet
versmaden. In deze tijd van Verzamelde Gedich-
ten was het passend, dat compleet al zijn bundels
onder de titel De Gedichten bij de Arbeiderspers
herdrukt werden. Ze vormen een apart onderdeel
in het gehele oeuvre van Simon Carmiggelt, al
handelen ze uiteraard over hetzelfde, over de
sores van de mensen „die zich vertrouwd trach
ten te maken met de drukkende gedachte dat
ze bestaan". Zijn kijk op de wereld is er, ongewij
zigd, zij het alleen wat sterker, dezelfde als in
zijn overige creaties. Het merkwaardige is echter,
dat men er soms nog duidelijker ziet hoezeer,
ondanks alles, of hij zich dat toegeeft of, niet,
de dichter in dat menselijke bestaan is geïnteres
seerd.
JOS PANHUIJSEN
Ton Vorstenbosch, wiens tweede stuk ,,De andere
wereld" in het HOT wordt gespeeld door de Haagse
Comedie.
Vooruitblikken op een nieuw toneelseizoen
dat zojuist in Den Haag via twee premières
minieme tipjes van zijn sluier heeft opgelicht,
blijft een riskante zaak. Titels en namen op
het geduldige papier zeggen nog maar weinig
over het uiteindelijke resultaat van zo'n sei
zoen. Maar ze zeggen iets, dat is zeker. Wie
de totale toneel„begroting" van drie in Den
Haag residerende gezelschappen bij elkaar
optelt, kan ik elk geval tot de conclusie
komen dat de bewoners van Den Haag en
omstreken een uitermate gevarieerd en com
pleet toneelaanbod kunnen verwachten.
Erik Vos gaat met De Appel Aischylos' „Oresteia" in scène zetten.
De Haagse Comedie gaat gewoon door met haar
bespeling van de Koninklijke Schouwburg en het
HOT-theater. Ondanks de in sommige opzichten
star rechtlijnige discussienota-toneelbestel van vorig
jaar, waarin gesteld werd dat een toneelgezelschap
géén heterogene taak kan hebben, zet het gezel
schap van Carl van der Plas en de zijnen gewoon
het vijf jaar geleden begonnen werk door: Een
schouwburgrepertoire met daarnaast een anders
getint toneelaanbod in het HOT-theater. Natuurlijk
zijn er in het recente verleden gelegenheden geweest
waarbij je best kritische opmerkingen kon maken
over het Haagse Comedie-aandeel in het HOT-reper-
toire. De schouwburg-formule klassiek-modem,
ernstluim werd op een of ander niveau in het HOT
te star voelbaar. Elk seizoen een aangepast klassie
ke uitsmijter als Warenar, Trijntje Cornelisdochter
voor stromen scholieren dreigt ook een „formule"
te worden, en bovendien kreeg het HOT-theater zelf
door de intensieve bespeling van de Haagse Come
die in het verleden wel eens te weinig kans zichzelf
tot een theater met een veelzijdig gezicht te ontwik
kelen. Maar dat alles houdt niet in het minst in
dat een gezelschap zich daarom maar tot één vaste
speelplaats zou moeh en beperken. Vooral niet als
in dat verleden duidelijk is geworden dat een
HOT-theater een nieuw publiek bij de Haagse Co
medie heeft gebracht, een publiek dat gedeeltelijk
best de schouwburg 'ns een keertje wil opioeken
maar waaronder genoeg jonge mensen zitten die het
instituut Koninklijke Schouwburg liever statig ünks
laten liggen op hun culturele pad en zich alleen
thuisvoelen in zo'n veel informeler HOT. En het
werk voor dat publiek heeft de Haagse Comedie
toch steeds maar op het eigen, békende niveau
volbracht. Terwijl dat werk ook binnen het gezel
schap een groeiende starheid kon voorkomen.
Goed, het is oude koek, maar elke keer als er van
ambtenarenzijde dogmatische pogingen worden ge
daan het complete toneel te herverkavelen in Mon-
driaan-achtige perkjes en gebiedjes blijft het gebo
den dit allemaal weer eens te beseffen.
Vondel-drieling
Het HOT-theater begon het toneelseizoen met de
klapper van vorig jaar, Trijntje Cornelis van Huy-
gens, maar komt in de loop van het seizoen met
nog veel meer werk van eigen bodem. Haagse
Comedie-acteur Peter Hoeksema heeft zijn tweede
avondvullende stuk geschreven De Zanzibar (de
naam van een café waarin het afspeelt) en krijgt
het HOT daarvoor tot z'n beschikking; de jonge
schrijver Ton Vorstenbosch wiens eersteling De
Stok vorig seizoen opgevoerd werd, krijgt nu een
tweede kans met een nieuw stuk De andere wereld.
Bovendien is er weer een klassieker in het HOT,
dit jaar waarschijnlijk minder klassiek dan je zou
denken. De Belgische regisseur Frangois Beukelaers
(ook al de gast van De Appel met een improvisatie-
programma) kreeg de opdracht in het HOT de
Jozef-trilogie (Jozef aan 't Hof, Jozef in Dothan en
Jozef in Egypte) van Joost van den Vondel te
regisseren. Beukelaers is een man met eigen ideeën,
die door de acteurs van de Belgische Studio (Toneel
school) waar hij les geeft op handen wordt gedra
gen, en hij zal zeker iets nieuws rond deze Haagse
Vondel-drieling weven. HOT-directeur Ricardo Nas-
tasi breidt het toneelaanbod verder uit met Herman
Franks Kindertheater Psst, diverse Mickery-voor-
stellingen, het Bzzztóh-theater en opnieuw twee
festivals. Kleinere festivals zijn een vast deel gaan
uitmaken en met succes van het HOT-repertoi-
re en in oktober volgt er als logische konsekwentie
van het werk van Herman Frank in het theater een
Kindertoneel-festival en dezelfde maand is er weer
een festival van Poppenspelers. Wie eenmaal zo'n
HOT-festivalletje heeft meegemaakt, kijkt er onge
twijfeld verlangend naar uit.
Kees Coolen als de stationschef en Francine Dreessen als het jonge meisje Anna in „De
jongste dag" van Ödön von Horvéth, waarvan de Haagse Comedie op 20 september in
de Koninklijke Schouwburg de première geeft
Spelbeeld
In de Koninklijke Schouwburg is het voornamelijk
de Haagse Comedie die het spelbeeld bepaalt, al
zijn er dit jaar toch een ruim aantal vrije produkties
te verwachten in de Voorhoutse theatertempel. Zo
juist heeft de Haagse Comedie Cowards „Al wie
met ons -mee wil gaan" op de planken gezet, op
20 september volgt Odön van Horvóth's De jongste
dag in de regie van Wim van Rooij. Het is al weer
twee jaar geleden dat Horvéth in Nederland (bij
Toneelgroep Theater en de Haagse Comedie) werd
herontdekt in het voetspoor van eenzelfde beweging
in het buitenland. Toen bracht de Haagse Comedie
in het HOT (Kasimir en Karoline) en in de schouw
burg (G'schichten aus dem Wienerwald) stukken
van de Oostenrijks-Hongaarse auteur die in 1938 als
vluchteling voor Nazi-Duitsland in Parijs stierf toen
hij door een omvallende boom werd getroffen. In
1936 schreef hij De jongste dag, dat handelt over
de individuele schuldvraag en een collectief schuld
besef gesitueerd rond een spoorwegongeluk. Het
stuk bleek toen „onverkoopbaar", werd weliswaar
uitgegeven, maar ging pas in 1945 in première in
het Weense Theater an der Josephstadt, waarop
alleen Duitstalige opvoeringen in diverse zettingen
volgden (in 1970 schijnt alleen de Belgische televisie
het te hebben uitgezonden). Wim van Rooij mag het
de planken van de schouwburg op tillen, nadat hij
z'n affiniteit met de sarkastische, sociaal bewogen
toon van Horvéth al met Kasimir en Karoline in
het HOT had tentoongespreid.
Uitgebalanceerd
In de Koninklijke bovendien weer eens een nieuwe
Anouilh, De arrestatie, in het verleden altijd „gefun-
denes fressen" voor de Haagse Comedie. Evenzo
goed kan het gezelschap uit de voeten met de steeds
terugkerende Feydeau's. Dit jaar wordt het Geen
haar op 't hoofd. Het gezelschap stelt tegenover de
aan het absurde grenzende vrolijkheid van de Fran
se kluchtenbakker, een minder bekend werk van
Maksim Gorki Zomergasten en Niemandsland van
Harold Pinter dat vorig seizoen in Londen een van
de toppers bleek. Curieuze bijkomstigheid: Er zit
een kans in dat ook Toneelgroep Centrum het ten
tonele voert. Kortom, dit alles levert op papier een
mooi, uitgebalanceerd beeld op waarmee aan diver
se smaken van het nog altijd veelkoppige Haagse
toneelpubliek voldaan kan worden. Er zit weliswaar
maar één eigentijds stuk bij, maar wie daarmee in
z'n maag zit mag bedenken dat het aanbod van
nieuw toneel op zichzelf al klein is en zeker niet
altijd geschikt voor het Haagse gezelschap
Stampvol
Toneelgroep De Appel in het Theater aan de Haven
gaat steeds vastere grond onder de voeten krijgen.
Werkte het gezelschap in den beginne nog met
subsidie uit de zogenaamde „experimentenpot" van
CRM op basis van de wens van de Appel-mensen
via nieuwe repetitie- en werkmethoden, via o.a.
improvisaties en integratie van andere kunstvor
men, tot toneel te komen, de Appel kreeg inmiddels
zoveel erkenning (met o.a. fraaie voorstellingen als
Peer Gynt en het knap gebrachte Macbett van
Ionesco) dat de groep de mogelijkheid krijgt tot
meer continüiteit. Dat resulteert voor Den Haag o.a.
in meer voorstellingen. Maar dat mocht ook best
want het kleine Theater aan de Haven zit meestal
stampvol (gemiddelde bezettingsgraad vorig seizoen
94%). Daarnaast werd een gastregisseur aangetrok
ken voor het programma Dag, dagen lang, de Belg
Beukelaers, omdat men bij de Appel bang was met
alsmaar dezelfde regisseurs in het werk te verstar
ren. Op 25 september volgt de officiële première
van Dubbelkruis, ook al een improvisatie-program
ma, nu van Peter van der Linden en Robert Prager.
De altijd-bezige Van der Linden kreeg in het verle
den bij zulke programma's vaak steun van mede-ac
teur Carol Linssen, maar die heeft met een inzin
king te kampen en heeft het toneel tijdelijk vaarwel
gezegd. En dat is ontzettend jammer, voor De Appel
en voor het toneel in z'n geheel. Het is te hopen
dat Carol Linssen gauw weer met een brok toneel
tekst uit z'n Asperense boerderij te voorschijn komt.
Alleen voor mannen
De plannen voor het nieuwe Appel-seizoen zijn,
zoals in de werkwijze van dit gezelschap gebruike
lijk, nog niet helemaal afgerond. Erik Vos heeft in
elk geval het plan om de „Oresteia" van Aischylos
in scène te gaan zetten. De maquette voor het decor
van Niels Hamel staat inmiddels in het theater
gereed, terwijl Vos al weet dat hij ditmaal alleen
met manlijke acteurs gaat spelen die dus ook de
vrouwenrollen voor hun rekening nemen. De klas
sieke Griekse trilogie bestaat uit Agamemnon,
Choëforoi en de Eumeniden; Erik Vos begint z'n
werk voorlopig met het eerste stuk en weet nog niet
of hij de andere gaat spelen, dan wel na elkaar
speelt, of tot één geheel verwerkt. Wie Vos' visie
op andere klassieken in het verleden heeft gezien,
kan dus voorlopig in blijde verwachting blijven. De
Appel houdt naast dit alles de succesvolle program
ma's Kisten en Kafka KK op het programma. De
mogelijkheid bestaat dat het gezelschap met de
wereldpremière komt van een speciaal voor De
Appel geschreven stuk van Eugène Ionesco. De
Roemeense Fransman bleek zeer enthousiast over
zijn Macbett bij De Appel.
Tekst en uitleg
Door de aard van het gezelschap is de ook al aan
de Westduinweg zetelende Nieuwe Komedie minder
binnen het gezichtsveld van de bestaande theaters
te bekennen. Het gezelschap brengt vooral vorming
stoneel en wel voor allerlei doelgroepen bij wie ze
op visite gaan met tekst, uitleg en vaak evenveel
vraagtekens. Een aantal van hun projecten zien
eveneens het spotlicht in „normale" theaters, zoals
op 26 september a.s. de „Knecht" in het HOT. Het
is de commedia dell'arte klucht van Goldoni, De
knecht van twee meesters, in de versie van Heieen
van Meurs en Paul Binnerts die het oude uitgangs
punt gebruiken voor het zoeken van hedendaagse
paralellen in de maatschappij. Binnen de Nieuwe
Komedie kan je als toeschouwer gemakkelijk twee
stromingen ontdekken. Aan de ene kant zijn er de
mensen die strikt maatschappelijk relevante zaken
aan de orde willen stellen in een vaak gepolitiseerd
theater waarin de acteurs ondergeschikt worden
gemaakt aan het duidelijk uitbeelden van de in
houd. Een voorbeeld is het programma Van twee
kanten, Suriname B.V. dat eind vorig seizoen in
première ging en doorgespeeld wordt. Aan de ande
re kant is er een groep Nieuwe Komedianten die
het Spel en het Spelen erg hoog hebben zitten en
dat er niet aan willen geven voor een ander doel.
Een voorbeeld van dat andere gezicht van het
gezelschap is het programma over vrouwenemanci
patie Voor een bloemetje en 'n zoen, dat ook vorig
seizoen z'n eerste opvoeringen kreeg. In het HOT
bleek toen dat onder leiding van Shireen Stroker
van het Amsterdamse Werktheater een verrukkelijk
klein programma tot stand kwam, waarin zeer
speels met minieme middelen een aantal vraagte
kens bij de rol van de vrouw in de maatschappij
werd gezet. Ditmaal geen ingebouwd antwoord op
die vraagtekens, maar een prima spelletje met veel
humor dat een ideaal discussievoorbeeld kan zijn.
De Nieuwe Komedie komt dit seizoen nog met
Seksualiteit, een toneelwerkstuk rond de seksuele
moraal en onder meer een eigen bewerking van het
befaamde Animal Farm van Georg Orwell.
Al met al zal niemand kunnen beweren dat er geen
leven in de Haagse toneelbrouwerij zit Het gebeurt
weliswaar allemaal vaak op een andere manier dan
in steden als Amsterdam en Rotterdam, gelukkig
wel kun je zelfs vaak zeggen al krijgt het toneel
in Amsterdam zo langzaamaan ook een duidelijker
gezicht, maar in elk geval is er een uitermate
gevarieerd aanbod. Klassiek toneel, toneel van eigen
bodem, blijspelen, tragedies, experimenteier werk,
kindertoneel, een potpourri van-alles-wat waar je
als toneelliefhebber in principe alleen maar hart
grondig ja tegen kunt zeggen. Al blijft het in de
praktijk natuurlijk wel afwachten of alle papieren
beloften ingelost worden. In voetbalkringen heb je
daarvoor tenminste een mooie kreet: De bal blijft
rond.
BERT JANSMA