willen" m CcidóGSotwcwit IvVt» BINNENSCHIPPER COR GROEN: i Cor Groen: ,,'t Is momenteel slecht in de vaart". ROTTERDAM Het roerig protest van de binnenschippers is donderdagmorgen verstomd toen 'de schippers hun dieselmotoren inschakel den om met oorverdovend geraas en luid getoe ter hun blokkades op te heffen. De rust keerde weer en daarmee de vrije doorvaart over de doorgaans zo vreedzame binnenwateren. Drie dagen lang zorgden de demonstrerende schip pers voor een ontzagwekkende chaos op rivie ren, kanalen en in havens. Nederland was tijde lijk een ontoegankelijk waterland waar alleen de vissen zich vrijelijk konden bewegen. Door de blokkade kreeg de nationale economie een nieuwe deuk te verwerken en buurlanden begon nen al zachtjes te kennen toen het er even naar uitzag, dat die Hollandse schippers de drassige delta van de lage landen wilden blijven bezet ten. Toch was er allerwege sympathie voor de actie van het doorgaans wat stil en teruggetrokken volkje. Die sympathie werd mede opgewekt door hun leider, een omhooggevallen benjamin van 21 lentes, die er toch maar in slaagde de hoge heren in Den Haag voor schut te zetten. Zelfbewust en naarmate de actie slaagde zelfs wat arrogant „verkocht" hij de schippersbelan- gen, uiteraard ook ter meerdere eer en glorie van zijn al wat corpulente persoontje. Is dat nu een schipper, vroeg men zich in het statige Den Haag af. Niets blijkt minder waar. De Nederlandse binnenschipper is veeleer een noes te arbeider, die zich afbeult om het hoofd boven water te houden, waarop hij zijn lasten ver voert. In de Rotterdamse haven liggen honderden van die schippers, die in totaal ruim 6.500 schepen over de Nederlandse wateren doen varen. Een van hen is Cor Groen (61), die met vrouw Lenie (60) voor de wal ligt in de Coolhaven. Him eigen schip „Vertrouwen" meet 230 ton en dateert uit 1905. Cor Groen weet wat het is, om binnen schipper te zijn. Rotterdam „Ik ben op het water geboren. Gewoon in de bedstee naast de roef. We wa ren thuis met z'n vieren. Vrouw Lenie is ook scheeps geboren. Bij hen waren ze met z'n zeven en thuis. Dat had je moeten zien. Hun roef telde maar een paar vierkante meter. D'r was toen ook nog geen licht, gas, wasmachine, koelkast. Heel klein hadden ze het, maar het was wel gezellig. Later ben ik voor knecht gaan varen. Dat was hard. We kenden toen nog de Chinese zeewacht: vieren- twintig uur achter elkaar door aan de sleepdraad of het roer staan, onafgebroken. Nu wordt dat betaald als overwerk. In die dagen niet. Je kon kiezen: of voor een paar centen in de week blijven en sappelen, of opkrassen". „Vierendertig jaar geleden, we waren al getrouwd, kon ik op de „Vertrouwen" komen. Het schip was van een oom en tante, maar ik mocht het varen voor vijftig procent. De „Vertrou wen" was nog een sleepschip. Later bouwde ik er een motor in. Eerst vijftig pk en vier jaar geleden een DAF van 100 pk. Elf jaar geleden werd ik eige naar van ons schip, van het vooronder tot aan de stuurhut. Ik vaar dus al een tijdje. Ik vervoer alle ladingen. Vroeger waren het veel graansoorten en cement in Limburg. Nu is het meestal spul als tapioca voor veevoederfabrieken. Ook wel stukgoed als balen katoen, krat ten bier en lood en zink". „Voor 1933 hadden de binnen schippers in ons land het zwaar. We kenden toen verschrikkelijk veel onderlinge concurrentie en daardoor was er van enige rede lijke prijsvorming geen sprake. In dat jaar, 1933, kwam er ver andering in. De regering kwam de binnenschippers tegemoet door het systeem van de evenre dige vrachtverdeling. Qveral in het land kwamen beurzen waar schippers door hun nummer aan een vracht konden komen. Kijk, dat werkt zo. Ik ga naar de schippersbeurs, hier in Rot terdam bij de Kamer van Koop handel. Daar lever ik m'n be vrachtingsboekje in. In ruil daarvoor ontvang ik een num- merbewijs. Daarop staat mijn nummer. Vorige, week kreeg ik nummer 5999. Met dat nummer ga ik dan naar de beursruimte. Wij schippers staan dan in zo'n hok te wachten tot de bevrach tingscommissie een lading af roept Men roept bijvoorbeeld: 215 ton katoen voor Almelo. Daar stap ik dan op in en ik roep mijn nummer. Het is im mers een mooie lading, want ik kan de ruimen redelijk volkrij gen. Andere schippers kunnen die lading echter ook stouwen en roepen hun nummer af. De schipper met het laagste num mer krijgt de vracht". We hebben wel eens jaren ge kend, dat je aan de beurs kon komen en dan na een dag wach ten al een vracht had. Op het ogenblik is dat wel anders, want we hebben nu wacnttijden van drie weken en langer. In die tussentijden kunnen we dan mooi ons' schip bijhouden. Den ken we dat ons nummer aan bod zou kunnen komen, dan gaan we naar de beurs èn moe ten dan vaak de hele dag staan wachten. En als het nummer nog niet laag genoeg is, dan komen daar wel meer dagen bij. Toch zijn we er zeker van, dat we door ons nummer een vracht Rijen dik liggen de sche pen te wachten tot hun nummer laag genoeg is om een vracht in de wacht te slepen. krijgen. Zou het systeem van die beurzen afgeschaft worden, dan bestaat die zekerheid niet meer". „Ondanks die beurzen hebben we het slecht op dit moment. Met wachttijden van drie weken is er nog maar weinig te verdie nen. Want behalve die wachttij den om aan een vracht te ko men, is het bij de binnenvaart ook nog zo, dat een bevrachter drie dagen de tijd heeft om te laden of te lossen. Kijk, ik krijg een vracht tapioca op m'n num mer. Ik zoek dan de bevrachter op en hij zegt me maandagmor gen bij een zeeschip in de Bot lek te gaan liggen. Daar lig ik dan maandagmorgen, maar de bevrachter kan me drie dagen laten liggen voor de lading voor de hand komt. Met lossen pre cies hetzelfde. Zo kan het soms langer dan een maand duren voordat ik een lading naar Al melo heb gebracht. En die af stand is per slot van rekening maar 23 uur varen". Cor en Lenie Groen aan boord van de „Vertrouwen", een 70-jaar oud schip. „Die lange wachttijden worden veroorzaakt door de enorme overcapaciteit in de binnen vaart. Het vervoer per schip is natuurlijk na de oorlog sterk teruggelopen omdat er minder aanbod was. Het spoor-, weg- en containervervoer heeft een enorme vlucht genomen. Voor ons daardoor minder vracht voor de hand. Toch was dat plan van die Van Huiten om de evenredige vrachtverdeling op te heffen geen goede zaak. Hij wilde de binnenvaart wel sane ren, maar door de schippers te laten verhongeren. De overle venden zouden dan weer een goede kans krijgen en de over capaciteit zou verdwijnen door die uithongeringstaktiek. De staatssecretaris had er verstan diger aan gedaan eens goed met de schippers te gaan praten. Dan was hij met andere voor stellen gekomen en was hij niet zo op z'n gezicht gevallen". „Want wat is er namelijk aan de hand? Iedereen in Nederland kan binnenschipper worden. Hij koopt 'n schip en verhuurt zich Dat kan allemaal omdat te genwoordig de vaarvergunning bij een schip hoort. Het komt echt voor, dat kersverse studen ten van hun studiebeurs, zo'n 5.500 gulden, een schip kopen. Ze studeren dan in Rotterdam en hebben een goedkope wo ning. Zo'n jongen kan met z'n schip met vergunning zich ook laten inschrijven op de beurs en een nummer halen. Wanneer hij dan na een paar maanden zin heeft, stapt hij met z'n lage nummer even binnen bij de beurs en kan alle mooie vrach tjes pakken. Dat is wettelijk al lemaal toegestaan, want er wor den totaal geen eisen gesteld". „Natuurlijkgebeuren er dan wel eens vreemde dingen. Vorig jaar pakte zo'n student een vracht naar het noorden en verdween. De bevrachter was radeloos, want het schip en de student waren al een week zoek terwijl het maar een dag varen was. Iedereen ging zoeken. In Ut recht kwam die student boven water. Hij was een weekje ge bleven om daar tentamen te doen. Dat kan natuurlijk niet, maar wie doet er wat tegen?" „Zoals die student het doet, zo werken ook een heleboel AOW- ers. Schippers die de 65 jaar zijn gepasseerd en hun schip blijven behouden als woonruim te. Als het weer dan goed is, willen ze nog wel eens op de beurs komen. Mooiweerschip- pers, noemt men die lieden. Ei genlijk ben ik ook een mooi- weer-schipper. Ik heb last van reuma en kan in december en januari moeilijk opkomen. Dan lig ik stil voor de wal. Maar ik ben toch nog maar 61, dus ik vind dat ik het recht heb om te varen. Die AOW'ers en die stu denten verpesten onze nering. Mede door hen gaat de binnen schipper momenteel kapot". Een goede sanering bijvoor beeld kan wonderen doen. Ook ik zou mijn „Vertrouwen" best in de sanering willen stoppen. Ze kopen me dan uit en brengen m'n schip naar de sloper. Dat is pas de manier waarop de overcapaciteit kan worden inge damd. Natuurlijk zou ik niet gewoon zonder slag of stoot af scheid kunnen nemen van m'n schip. Het is toch mijn eigen huisje, helemaal van mij. Maar toch zou ik het doen. Zeker als ik de 65 jaar heb volgemaakt. Ik meen. dat er dan een eind moet komen aan het schippers- bestaan. Het is toch immers ei genlijk maar niks om ook na je 65-ste nog te blijven kamperen. Want dat is het leven van een binnenschipper: kamperen, dag in, dag uit." „Wacht tot het waterschip langs komt om het drinkwater bij te vullen. Leven op butagas. Moeders moet soms uren sjou wen met boodschappen omdat de winkels niet in de buurt van de haven liggen. Ze zeggen wel eens, dat de armen van een schippersvrouw tien centimeter langer zijn dan die van de wal- vrouwen. Onze vrouwen moeten meewerken. Als ik aan de draad sta, houdt Lenie het roer. Dat hoort zo. Daar hebben we ons eigen bedrijf voor." „Toch zou ik nooit iets anders willen doen. Ondanks al die slechte tijden en jaren met zor gen, hebben we onze vrijheid. "We werken vaak meer dan twaalf uur per dag, maar als het lekker weer is, stoppen we 's avonds vroeger en liggen heer lijk in de bossen langs het ka naal. We hebben een hard, maar vrij leven. Het is ondenkbaar om in de fabriek te moeten staan. Zo van negen tot vijf en een pakje brood voor tussen de fluit. Dan heb ik liever m'n zor gen. Mijn angsten dat de motor in mekaar stuikt, of dat ik hele maal geen vracht meer kan krij gen".. WIM BUIJTEWEG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 13