Veroorzaken
Katwijkse
etherpiraten
.vliegrampen'?
Straffen en waarschuwingen (want
allemaal onze gewoonte niet, wat we
is
deden)
Ik ga
door
„GEEN SPIJT DAT IK NOOIT TROUWDE"
5 DINSDAG 26 AUGUSTUS 1975
LEIDSE COURANT
Zo, ik ben weer terug. Dat
is wel even wennen. Want
ik bracht mijn vakantie
door op de Veluwe. Midden
in de bossen, in een gezelli
ge hut Met rond mii hecta-.
ren naaldbossen, heuvels
en heide. Twee weken lang
heb ik geen auto gehoord
of gezien. En ook geen
krant Maar dit weekeinde
moest ik weer terug naar
de werkelijkheid. Die was
bikkelhard. Want nog maar
nauwelijks had ik de bos
sen achter mij gelaten of ik
raakte op de snelweg Arn
hem-Utrecht in een 15 kilo
meter lange file.
Ik zal er weer mee moeten
leven. Maar een mens went
snel. Tijdens mijn vakantie
heb ik ook besloten deze
rubriek voort te zetten.
Want ik vind het belangrijk
dat onze lezers niet alleen
op de hoogte worden ge
bracht van de dikwijls
schokkende ontwikkelingen
in het wereldgebeuren
maar ook recht hebben op
een stuk leesgezelligheid.
En die wil ik proberen te
geven. Daarom ga ik weer
op stap in de rijn-, veen- en
bollenstreek.
Ik ga praten met burge
meesters, mooie vrouwen,
minder mooie vrouwen,
voetballers, voorzitters, die
renliefhebbers, stratenma
kers, molenaars, metse
laars, brugwachters, huis
moeders, politieagenten,
filmsterren, slagers, gevan
genen, kleuters, bankdirec
teuren, makelaars, pape
gaaien, vechtersbazen,
ambtenaren, huishoudsters,
pastoors, raadsleden, muzi
kanten, loodgieters, studen
ten, piloten, AOW'ers, lera
ren, tandartsen, barones
sen, ruiters, badmeesters,
kantoorbedienden, tuinlie
den en wie maar wil.
In mijn rubriek zet ik wie
ik wil. Maar mijn rubriek
is voortaan ook van U. Wie
er gebruik van wil maken
mag dat. Wie een leuke tip
voor mij heeft kan mij al
tijd bellen. Wie een ander
eens in het zonnetje wil zet
ten belt maar op. Wie iets
leuks of ontroerends te ver
tellen heeft komt maar
over de brug. We gaan sa
men op stap. Mijn telefoon
nummer is 071-22244.
Arie Wagter en de modelvliegerij.
Met
Herman
op stap
Zo'n 1500 belangstellenden hebben
dit weekeinde op het Katwijkse in
dustrieterrein 't Heen de nekken
staan rekken om vooral niets te
hoeven missen van de demonstratie
die er werd gegeven door een aan
tal leden van de Katwijkse Model
vliegtuig Vereniging. De show
duurde een paar uur maar het ver
veelde niet. Want er gingen veel
verschillende types de lucht in.
Met of zonder mini-motoren, met hoge (tot
200 km. per uur) of lage snelheden, wend
baar of log en dan natuurlijk steeds weer
het spannende moment van de landing. Zou
'ie op zijn wielen terecht komen of maakt
'ie een smakker? Wat ik niet zo geweldig
vond en waar ook sommige leden van de
vereniging boos over waren, was het feit dat
sommige deelnemers hun mini-vliegtuigjes
bij wijze van grap een duikvlucht lieten
maken richting toeschouwers. Die doken
dan angstig ineen als er een „kist" rakelings
overgierde.
Ik vroeg de voorzitter van de vereniging,
Arie Wagter, of dat een gebruikelijk onder
deel van de show is. ..Nee", zei hij, „van
zulke grappen houden we niet. Zoiets is
levensgevaarlijk. Als toevallig tijdens zo'n
duikvlucht de vliegtuigmotor afslaat dan
gebeuren er ongelukken".
De vliegtuigjes worden radiografisch be
stuurd. De piloot kan dus gewoon op de
grond blijven staan en met een klein instru
ment opdrachten doorseinen aan een ont
vanger, die in het vliegtuig is gemonteerd.
Zodoende kan hij zijn toestel allerlei caprio
len laten uithalen.
Het is een leuke sport. Maar ook duur. Arie
Wagter vertelde dat de bouw van sommige
vliegtuigjes weieens honderd uren in beslag
kan gaan nemen. „Als je die uren in geld
gaat omzetten dan zijn sommige exemplaren
duizenden guldens waard. Daarom gaan we
er ook zo omzichtig mogelijk mee te werk.
Stort een vliegtuigje neer, dan kan dat
handen vol met geld kosten".
Hij vertelde mij dat het aantal „vliegtui
grampen" in 't Heen, het oefenterrein, zeer
gering is. „Van de keren dat er wel een
vliegtuig in het zand bijt wordt in de meeste
gevallen de oorzaak wel achterhaald. Maar
het gebeurt ook dat de oorzaak duister blijft
Dan kunnen we alleen maar gissen", zei hij.
En een van die gissingen is dat Katwijkse
etherpiraten de modelvliegers in het vlieg-
water zitten. Het radiografisch opdracht ge
ven vanaf de grond naar de ontvanger in
het vliegtuigje gebeurt namelijk via een
bepaalde golflengte. Wordt die onderbroken
door de veel krachtiger zendapparatuur van
de etherpiraten, dan heeft de modelvlieger
geen controle meer over zijn vliegtuig, dat
dan ook direct zal „neerstorten".
Kortgeleden heeft zich nog een geval voorge
daan waarbij een van de toeschouwers tij
dens een modelvliegshow ernstig werd ge
wond door een neerstortend vliegtuigje. Ook
daarbij kwam later aan het licht dat de
„crash" was veroorzaakt door de storing van
de radiografische zender door een etherpi
raat.
Maria Luk 40 jaar huishoudster
Vandaag stel ik U voor aan de „huis
houdster van de maand". Ze heet Maria
Luk en ze komt uit het landelijke Stomp-
wijk. Op 29 augustus is ze precies veertig
jaar in huishoudelijke dienst op de boer
derij van Wijsman aan de v.d. Noort-
straat„ Uit een gesprek dat ik met haar
had merkte ik dat ze nog een huishoud-
•ster is van de oude stempel.
Want ze houdt van hard werken, de hele
dag lang. Niet veel vragen maar gewoon
doen. De handen uit de mouwen steken,
net zolang tot de kippen weer op stok
gaan. En dan 's avonds als de mannen
bij een dampende bak koffie bijkomen
van een dag hard werken in de frisse
buitenlucht, het borduurwerk oppakken
en in de stoel met hoge rugleuning met
naald en draad de dag voltooien.
Officieel ging Maria Luk op 29 augustus
1935 voor het eerst aan de slag in de
bewerkelijke boerderij. Ze was toen 29
jaar en kreeg de zorg over vier stoere
boerenjongens. Nico, Cor, Piet en Lau.
Dat was soms geen makkie, één vrouw
tussen vier mannen. „Maar", zegt ze, „in
zo'n mannengemeenschap is een vrouw
onontbeerlijk. Mannen kun je nu een
maal de was en het klaarmaken van de
maaltijd niet toevertrouwen. Die moeten
verstand hebben van de beesten en van
het land. Bovendien voorkomt een vrouw
vaak ruzies. Ik heb me wel eens een soort
vredesduif gevoeld. Maar dat heb ik er
graag voor over gehad.
„Achteraf bekeken was dit een fijn le
ven", zei ze mij. Ik had ook kunnen
trouwen maar dan had ik het waarschijn
lijk minder naar mijn zin gehad. Hier op
de boerderij heb ik mij nuttig kunnen
maken. Ik heb me nooit een tel verveeld."
Van de vier broers leeft alleen Lau nog.
Die is nu 85 jaar. Met hem hoopt ze in
de statige boerderij nog heel wat jaartjes
aan haar jubileum te kunnen toevoegen.
Als ze beiden gezond blijven wil ze de
vijftig jaar nog wel volmaken. En al die
jaren zal ze als huishoudster de handen
uit de mouwen blijven steken. Zal z§ elk
seizoen weer de grote bonen en rabarber
in wekpotten opslaan, zonodig de buiten
boel schilderen, zoals ze twee weken gele
den nog heeft gedaan, en de gezelligheid
in huis zijn.
Maria Luk
Leiden U bent nog
nooit, in gedachten ver
zonken of gehinderd
door oprijzend groen,
door een rood stoplicht
gereden? Gefeliciteerd;
het kan u alsnog overko
men. U bent nog nooit,
op een verlaten weg die
het karakter van een au
tosnelweg heeft, binnen
een bebouwde kom in
de kraag gegrepen door
een politiefunctionaris
of een dito foto-appara-
tuur nadat u in een kan-
het-mij-wat-schelen-
stemming met 80km-
snelheid of hoger naar
uw eindbestemming
reed? Dan heeft u ge
boft; want de gerechtig
heid ligt op de loer. U
bent nog nooit een „teut
die van niet opschieten
weet" gepasseerd, of
schoon verkeersborden
ter rechterzijde u had
den duidelijk gemaakt
dat iets dergelijks ook
niet geoorloofd was?
Dan bent u een ordente
lijke burger, die met de
heersende orde rekening
houdt. Maar honderden
van uw mede-wegge
bruikers houden daar
helemaal geen rekening
mee en (of (pf liever:
rijden) tegen de lamp.
Bij een schade staat u óf
briefjes en verzekerings-
gegevens met de tegen
partij uit te wisselen, óf
u treft een schikking na
confrontatie met de poli
tiële macht, óf u denkt
dat een bezoek aan de
kantonrechter u enkele
tientjes of wellicht méér
scheelt.
Het kantongerecht is een
maatschappelijk wettelijk ka
naal, waarlangs de „onschuld"
soms aan haar trekken komt
of pijnlijk wordt veranderd in
een kleine misdaad die ver
strekkende gevolgen kan heb
ben. Kantonrechters zoals mr.
Eea middagje kantoogerechl
W. de Koning een grijze
prelaat in dienst van Justitia
en een mr. J.Th. de Wit
hebben daar al geruime tijd
weet van. Vooral jurist De Ko
ning corrigeert al jarenlang
vertoornd of met gevoelens
van clementie en jongere colle
ga De Wit, wiens bloed vele in
het ongelijk gestelden wel
kunnen drinken, zit als Offi
cier van Justitie op een eisen
de stoel, die behalve dat ze
de roze vloerbedekking het ge
bouw van het Kantongerecht
aan het Rapenburg het meest
slijt door alle requisitoirs en al
dat persiteren (omdat de zetel
achteruitgeschoven moet wor
den daar anders mr. De Wit
niet rechtop kan staan) de
rechtsstaat mede helpt in
stand te houden.
Gistermiddag beleefden we
een zitting. De hemel beware
u en ons ervoor, ooit met dit
openbare vermaak van een be
klaagdenbank in aanraking te
komen. De gang naar een kan
ton-gerecht, waar de staat der
Nederlanden de deur open
houdt voor verkeersdelinquen-
ten en andere kruimelmisdadi-
gers, is niet zo leuk. Je staat
er, ten overstaan van iedereen
die daar interesse voor heeft,
te kijk en in je hemd. Men
komt er te weten, dat je geen
verantwoordelijkheidsgevoel
hebt, of dat je buiten de ver-
keersorde bent geplaatst om
dat de alcohol blijft doorwer
ken. Allemaal niet zo aardig,
maar je moet het zelf maar
weten.
Gistermiddag, even vóór twee
(een van de twee zittingen deze
maandag), kwamen we bin
nen. Of we een oproep had
den, vroeg ons een geünifor
meerde. De pers mocht doorlo
pen naar de wachtkamer,
maar eerst werd nog even de
weg in de entree versperd
door een griffieremployee die
tussen het marmer op z'n
knieën de „rol" aan het uitleg
gen en sorteren was, blaadjes
vol nare gegevens op een trap
je die het vonnis naderbij
brachten.
De wachtkamer is geen oord
van gezelligheid: lange banken
langs de vier zijden, met men
sen daarop op flinke afstand
van elkaar. Mét of zonder zon
daarsgezichten, in dit „voorge
borchte" van de justitie-hel-in-
klein-formaat: hier kunnen we
uiteindelijk allemaal terecht
komen. Eén keer onachtzaam
heid in het verkeer zo dach
ten we maar en je staat al
gauw oog in oog met mr. De
Koning, witgebeft, die veel
rechtvaardiger wil zijn dan St
Nicolaas en bij wie de zak
geen loze dreiging is, want de
roe en de plak worden er vaak
genoeg uitgehaald.
Er wordt zachtjes tot helemaal
niet gesproken, in die wacht
kamer. Je zou bijna het wacht-
vertrek van de tandarts ver
kiezen, ofschoon dat ook geen
lolletje is. Geen damesbladen
ter lezing, maar aan de muren
spaarzame mededelingen: Val
helm is noodzaak, Laat je rij
den, Twee uur rijden 1/4 uur
rust (ook dót kan minder aan
loop bij de kantonrechter be
vorderen), „laat 'm nakijken"
(wat dan ook weer met veilig
verkeer te maken kan heb
ben), Autogordels vast en ze
ker, en meer van die aardige
woordspelingen met een op
voedende ondertoon. Maar
óók de mededeling dat „aard
beien zomerkoninkjes" zijn. In
die entourage komt de, eerder
geknielde, employee gele
„deelnemersformulieren" uit
reiken, „entreebewijzen" van
twijfelachtig allooi. De oproep
om voor één van de twee kan
tonrechters, mr. De Koning, te
verschijnen.
Aan de late kant (tien over
twee) komt een vrij dikke me
neer met een aktetas op het
nippertje binnenstuiven: „Ik
ben niet de enige vandaag, zie
ik", zegt hij (er zitten bijna 20
gasten) en loopt naar een hoek
waar hij zich plotseling, en
plein public en zonder
schaamtegevoel, in een zwarte
beddelakense toga hijst en een
slab omknoopt. De verlate bin
nenkomst blijkt later zijn
cliënt 50 gulden (aan gederfde
arbeidstijd) te hebben gekost,
want de „zaak" had eerder
aan de orde kunnen komen als
deze advocaat zich tevoren ge
meld had. Maar wist die
(Haagse) advocaat veel; hij
hakte pas zeer kort met dit
bijltje.
In een grote kamer, een zaal
tje, kreeg nadien het recht ge
durende twee uur z'n beloop:
„de openbare rechtszitting is
geopend". De eerste zondaar
aangesproken als „verdachte"
stond vóór de bank, die in eer
ouderwetse katholieke kerk
als communiebank niet zou
hebben misstaan: de balie van
feilen en recht. Twee meter
rechts van hem z'n verdediger
in een zwart dekkleed. Onple
zierige dingen werden er opge
somd, in de dagvaarding, over
een auto, een opgemaakt pro
ces-verbaal (met 14 foto's), 95
km per uur. „Meneer", zei de
verdachte, „ik had een belang
rijke afspraak en ik wós al te
laat. Ik heb geen excuses,
maar ik ben géén wegpiraat
(„u bent inderdaad onbekend
in het algemeen register", rea
geerde mr. De Koning vriende
lijk).. Maar je zult er maar
staan, als de jongen in de
hoek, zoals die keurige Wasse-
naarse administrateur, met de
koele blik van mr. De Wit op
je gericht en (soms ter com
pensatie) de oogopslag van
kantonrechter De Koning die
iets van deernis laat doorsche
meren, hoewel de rechtvaardi
ge strengheid een enkele keer
fiks kan aankomen.
Mr. De Wit de onverbiddelijke,
mr. De Koning met het ge
grijsde uiterlijk van de lank
moedige die tracht de ver
dachte iets van het onschuldi
ge lam terug te geven. De offi
cier persisteert. Als een ver
dachte dat niet helemaal be
grijpt komt de kantonrechter
hem begripvol tegemoet: „Hij
bedoelt: hij blijft bij zijn eis".
Niettemin worden de straffen
bij tientallen guldens tegelijk
uitgedeeld. Een student(„dat
dacht ik al", bevroedde de
edelachtbare De Koning) was
door rood stoplicht gereden.
Een agent wilde weten waar
óm, maar de student wilde
niets zeggen, omdat ooit ie
mand hem had geadviseerd
z'n mond te houden, omdat
„dit beter was als de zaak vóór
kwam". Trouwens, het licht
had oranje geweest kunnen
zijn, of groen zelfs. De student
had in elk geval geen rood
gezien. Ook z'n medëstudent
als getuige meegekomen on
der ede ("denkt u erom: met
de twee voorste vingers om
hoog", zei mr. De Koning at
tent) had het licht op oranje
gezien, eventueel op geel. De
officier knipperde zelfs ziet
met de ogen en hield zich aan
de constatering van de verbali
serende agent: strafbaar feit
vastgesteld. Getuige Dick bleef
bij geel („uit de laatste oog
hoek") en vroeg zich af: wat
was er eerder, het rode licht
óf de bumper van de auto....?"
Bij mr. De Koning was in dit
geval enige twijfel gerezen om
dat hij niet helmaal overtuigd
was van het proces-verbaal:
vrijspraak. Dat lukte anderen
niet, ondanks soms meegeno
men situatie-tekeningen. Ook
al voelde een verdachte „zich
genomen". Een foutieve „inha
ler" kreeg 20 gulden reductie,
omdat hij helemaal uit Blari-
cum was gekomen en omdat
bovendien een gerechtelijke
brief door een onbekend ie
mand was opengemaakt, waar
de verdachte ook niets aan
kon doen. Triest was de zaak
van de dronkaard, die zonder
verweer en buigend voor mr.
De Koning stond. Een sympa
thieke jongeman eigenlijk, die
er niet van buiten kon. Hij was
in kennelijke staat aangetrof
fen, liggend op straat, sterk
riekend naar adem „met dub
bele tong sprekend" en in het
bezit van twee lege zakflesjes
waarin whisky had gezeten.
Alles was juist, er was niets
tegen aan te voeren. Alle me
de-beklaagden en belangstel
lenden in het zaaltje konden
dat vernemen. Advies van de
officier: zoek eens contact met
een bureau voor alcoholbe-
strijdingEis 25 gulden,
maar niet zo „dóórgaan". Mr.
De Koning: 40 gulden, „omdat
u zo machteloos terneer lag..."
En dan de veehouder die een
koe had verwaarloosd, met en-
stig vergroeide achterklauwen.
Een dierenkwelling. „De pedi
cure wilde niet komen", zei de
veehouder, „en ach, het beest
was al voor de slacht be
stemd". Voor zo veel wreed
heid en lijden van een weer
loos beest 100 gulden boete.
Een andere schuldige was aan
gehouden omdat hij auto reed
zonder rijbewijs. Voor de zo
veelste keer. „Het lukt me
maar nietDeze keer vier
dagen hechtenis, vond de offi
cier. „Wat had gedacht?",
vroeg mr. De Koning aan de
man die geen rijbewijs kon
halen. „Een gangster of inbre
ker krijgt minder, en ik rij
nóóit...." Twee weken voor
waardelijk, binnen twee jaar....
Veel te veel..., vond verdachte.
„Maar u rijdt toch nooit",
meende de kantonrechter, „die
straf hoeft u dus helemaal niet
te deren..."
Een vrouwtje was door rood
licht gereden, maar voerde gis
teren, aan de hand van een
lange, door haar man geschre
ven verweerbrief, met veel lis
tigheid ontlastende omstandig
heden aan. Officier en rechter
bleven overeind: 75 gulden of
binnen twee weken hoger be
roep, „bij een hogere rechter;
dat kost u niets, u hoeft alleen
maar een trappetje op naar
boven te gaan", verwees mr.
De Koning, die ook nog veel
begrip toonde voor de snel
heidsovertreder, die in een au
to reed met een kilometerteller
die later een mijlentellerr
bleek te zijn. „Wel aardig",
meende mr. De Wit, „dat is
weer eens iets anders: 20 gul
den dan maar...."
Mr. De Koning hoefde niet
eens de witte kuif glad te strij
ken: „Nou ja, in een dure Merr
cedes kun je ook niet zo gauw
merken of je te hard rijdt....-
Gaat u maar naar huis
Een middagje kantongerecht
in Leiden, een stuk routine en
wijsheid dat het elke week
weer te verduren krijgt. Mr.
De Koning zal er 's avonds
thuis, met de pantoffels aan,
misschien niet al te veel meer
over nadenken: een vaderlijke
sheriff in het onveilige westen
van ons land, maar je moet
het niet te bont bij hem ma
ken. Vreemde ervaring voor
iemand die nooit een kanton
gerechtszitting heeft bijge
woond: het is een van de zeer
weinige lokaliteiten waarin
mensen vertellen dat rood al
tijd groen of oranje is, of dat
er achter hun rug hooguit iets
van kleur is veranderd
Tob Pieters