C.D.A. HOUDT EERSTE CONGRES
Gescheiden
verder gaan
zou voor ons
fataal
zijn
VOORZITTERS KVP, ARP EN CHU:
Evangelie richtsnoer
WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1975
LEIDSE COURANT
PAGINA U
Van onze parlementaire redactie)
Saterdag houdt het CDA, het Christen-Democratisch
Ippèl, in het Haagse Congresgebouw zijn eerste
iongres. Zo'n 1350 mensen zullen deze eerste grote
nanifestatie van het Christen-Democratische samen
werkingsorgaan bijwonen. Het congres omvat afge
vaardigden van KVP, ARP en CHU, die hun samen
werking in het CDA gestalte geven. Ook vertegen
woordigers van buitenlandse christen-democratische
iartijen wonen dit eerste congres bij.
)e politieke leiders van KVP, ARP en CHU
Lndriessen, Aantjes en Kruisinga zullen het con
gés toespreken. Prof. dr. P. Steenkamp zal tot
'oorzitter worden gekozen. Verder zal het beleidsad
vies van de Permanente Program Adviescommissie
PP AC) worden behandeld.
AI jarenlang zijn KVP, ARP en CHU moeizaam bezig
door nauwere samenwerking hun bijdrage aan de
partijpolitieke vernieuwing te leveren. In het CDA
zijn zij een federatieve samenwerking aangegaan. Ze
streven ernaar bij de volgende Tweede Kamerverkie
zingen met één kandidatenlijst uit te komen. Uiter
lijk volgend jaar september moet daarover worden
beslist.
De samenwerking van de drie partijen wordt be
moeilijkt doordat KVP en ARP ministers aan het
kabinet-Den Uyl hebben geleverd, maar de CHU de
oppositie heeft verkozen. Een kabinetsformatie zoals
die van het kabinet-Den Uyl mag volgens de drie
christen-democratische partijen nooit meer voorko
men. Zij willen bij de volgende verkiezingen als een
eenheid optreden en zullen zo nodig omwille van
die eenheid de oppositie verkiezen. Voor de KVP,
die tientallen jaren achtereen regeringsverantwoor
delijkheid heeft gedragen, zou dat een ongekende rol
zijn.
De KVP heeft echter rekening te houden met de
realiteit dat haar aanhang in luttele jaren zeer sterk
is teruggelopen. In mindere mate geldt dat ook voor
de ARP. Het samengaan van de christen-democrati
sche partijen wordt mede ingegeven door de wens
om aan een verdere afbrokkeling een halt toe te
roepen.
De drie partijen moeten de nauwere samenwerking
over veel obstakels en hindernissen, door dagenlang
praten en via dikke nota's bevechten. Vanuit ver
schillende leefwerelden en tradities moet worden
gezocht naar gemeenschappelijke noemers en ak
koorden. Een zaak van bloed, zweet en tranen. Het
aantal misverstanden blijkt nu en dan groot. Er
moet dan ook soms veel worden opgehelderd, uitge
praat en bijgelegd. En als dit allemaal gebeurd is
dan nog zijn er genoeg twijfelaars en sceptici die
van dat CDA nooit iets zien komen, omdat de
christen-democraten naar hun oordeel het uiteinde
lijk toch niet met elkaar eens zullen worden, de tijd
niet mee hebben en te Iaat zijn. Deze twijfel kwam
bij voorbeeld tot uiting, toen vorige week dr. ir. D.
de Zeeuw, tot eind maart voorzitter van de KVP,
te kennen gaf met een aantal medestanders zijn
partij te zullen verlaten. Ze zien niets meer in het
CDA.
Maar ook de mensen die er wèl wat in zien, hebben
met elkaar nog veel uit te praten. Publieke uitlatin
gen van Andriessen (KVP) en Aantjes (ARP) wijzen
op ernstige meningsverschillen over de grondslag.
In de ARP en CHU worden de vrijmoedige opvattin
gen van Andriessen fel bestreden. Oud-minister
Beernink (CHU) vindt zelfs dat Andriessen op het
CDA-congres het boetekleed moet omhangen en zijn
woorden moet inslikken, zoals hij in een artikel in
onze krant uiteen heeft gezet.
Het congres belooft dus een boeiende manifestatie
te worden. Met voldoening kunnen de christen-demo
cratische politici vaststellen: zo ver zijn we in ieder
geval al.
Dat de leiders van de drie partijen rotsvast in hun
samenwerking geloven, is ons gebleken tijdens een
uitvoerig gesprek dat we op een warme avond
hadden met de voorzitter van het CDA, prof. dr. P.
Steenkamp, en de voorzitters van KVP, ARP en
CHU, de heren W. J. Vergeer, drs. J. de Koning en
mr. O. W. A. baron Van Verschuer.
0 0
De discussie met een team van onze redactie over het wel en wee van het CDA tussen op de achtergrond van links naar rechts prof.
Steenkamp, drs. De Koning, baron Van Verschuer, de heer Vergeer in volle gang. Op de voorgrond en rechts aan de tafel ons redactieteam.
ten onze parlementaire redaktie)
)e voorzitters van KVP, ARP en CHU zijn er heilig
[an overtuigd dat hun partijen bij de volgende
jrkiezingen voor de Tweede Kamer met één kandi-
latenlijst zullen uitkomen. Aan de vooravond van het
;rste CDA-congres zaterdag in Den Haag
[ebben zij onomwonden hun vertrouwen in het Chris-
in-Democratisch Appèl uitgesproken. Ondanks ern
stige en belangwekkende meningsverschillen groeien
KVP, ARP en CHU naar elkaar toe. De partijvoorzit
ters menen dat die verschillen niet verbloemd moeten
Vorden, maar anderzijds geloven zij dat de verschil-
".nde interpretaties soms wel sterk worden aangedikt,
•elbelovend vinden zij dat de samenwerking tussen
VP, ARP en CHU in den lande goed gaat. In bijna
30 gemeenten en tien van de elf provincies hebben
drie partijen één fractie in gemeenteraden en
irovinciale staten.
1. J. Vergeer, voorzitter van de door stormen geteis-
KVP, zegt: „Die ene kandidatenlijst voor de
kamerverkiezingen komt er. De mensen zouden een
jescheiden opstelling van de drie christen-democrati-
che partijen niet meer accepteren. De ontwikkeling
lan de basis gaat in een stroomversnelling. De men-
het land oefenen druk uit op de toppen van
Ie partijen om haast te maken".
)e Koning, voorzitter ARP: „Het is een veel grotere
ïr om het CDA te voorkomen dan het tot stand
brengen. Als we bij de volgende verkiezingen niet
net één kandidatenlijast zouden uitkomen, zouden we
an geloofwaardigheid verliezen. Dat zou voor de
Christen-democratie en dus voor de drie partijen
- een slechte zaak zijn. We willen het landsbelang
lersé niet ondergeschikt maken aan het CDA. Trou
wens de totstandkoming van het CDA is een zaak
/an landsbelang. Natuurlijk maakt de gescheiden
lolitieke opstelling van enerzijds KVP en ARP en
inderzijds de CHU het voor de christen-democrati-
iehe samenwerking niet gemakkelijker. Maar nu moe
de politieke voorwaarden gaan scheppen om
e zijner tijd met één lijst uit te komen".
Van Verschuer (CHU): „Als drie partijen moeten we
»gen op gemeenschappelijkheid. We moeten het niet
lebben van trucs om de CHU alsnog binnen het
cabinet te krijgen, of de KVP en ARP eruit. Loyaliteit
ons een groot goed. We verwachten van KVP
:n ARP niet dat ze het kabinet-Den Uyl laten vallen,
wel kunnen we intussen samen proberen het CDA
[eloofwaardig te maken".
iteenkamp, voorzitter CDA: „Als we erin slagen het
CDA gestalte te geven, hebben we iets groots tot
stand gebracht Er is een christelijk reveil aan de
gang, daarop moeten we inhaken. Ons wordt een
unieke kans geboden; die moeten we grijpen".
Eén lijst
Uiterlijk in september 1976 moet de beslissing vallen
over de ene kandidatenlijst voor de verkiezingen in
1977. Hoe die beslissing ten slotte uitvalt, zal mede
afhangen van de wijze waarop de Kamerfracties van
ie drie partijen zich in het komende jaar opstellen.
Van Verschuer: „Er ligt een grote verantwoordelijk
heid bij die Kamerfracties. Een gescheiden verder
gaan zou fataal zijn".
drie partijvoorzitters hebben de laatste tijd nog
al eens met elkaar gepraat en zijn het op vele punten
roerend met elkaar eens. De Koning: „Ondanks me-
ningsverschillen is het ons gelukt elkaar in deze
spannende jaren vast te houden."
voorzitters beseffen best dat het CDA het in de
yplgende verkiezingsstrijd niet gemakkelijk zal krij
gen. Alles zal worden gedaan om KVP, ARP en CHU
zo eensgezind mogelijk te laten optreden. Nu al wordt
beseft dat geprobeerd zal worden verdeeldheid tussen
de drie partijen te zaaien, waarvoor de aparte opstel
ling van de CHU voldoende voedsel zal bieden.
Vergeer: „Ik realiseer me, dat de aanvallen van alle
kanten zullen komen." Van Verschuer: „We zullen
niet een hecht gemeenschappelijk standpunt te voor
schijn moeten komen. Daarom moet hard worden
gewerkt aan een profiel van het CDA."
Partnerkeuze
De drie partijen zullen zich voor de verkiezingen niet
laten verleiden tot partnerkeuze.
De Koning: „Alleen in uitzonderlijke omstandigheden,
moet je vooraf afspraken maken. Voor de verkiezin
gen stellen we duidelijk een aantal prioriteiten, zodat
kiezers weten waar ze niet ons aan toe zijn. Maar
we zeggen niet: we willen dat en dat exclusief met
Partij A of partij B verwezenlijken. We aanvaarden
de verantwoordelijkheid voor het beleid dat we mede
hebben gevoerd, maar voor de toekomst moet de stem
van de kiezers mede bepalend zijn."
Steenkamp: „Als de PvdA twee maanden voor de
verkiezingen zou zeggen: we willen uit de NAVO, dan
dat een duidelijke zaak: dan valt er met ons niet
te praten."
Vergeer: „Als CDA nemen we een volstrekt onafhan
kelijke positie in. In bepaalde situaties kan het ge
wenst zijn voor de verkiezingen een maximale voor
keur te laten blijken, maar van een binding vooraf
moet ik niets hebben. Alle prikkelende opmerkingen
te zijner tijd van: u moet een keuze doen, zal ik
negeren. Ik vraag toch ook niet aan de PvdA: wat
doet u als u met een sterke CPN zou kunnen regeren
Van Verschuer: „Je moet nooit op verkiezingsuitsla-
-gen vooruit lopen."
Waar staat het CDA?
Een moeilijke vraag voor de partijvoorzitters is: waar
staat het CDA nu eigenlijk? Wat is zijn koers?
Steenkamp verwijst naar een aantal nota's die in de
laatste maanden zijn verschenen en andere die nog
op stapel staan. Uitgangspunt program en beleid
moeten voor het CDA kenmerkend zijn. Maar dat
program zit nog helemaal in de molen.
De Koning: „Veel zal van het nieuwe program afhan
gen. We proberen een synthese te vinden tussen de
vrijheid van het individu en de belangen van de
gemeenschap. In de politieke praktijk zitten we di
kwijls tussen PvdA en WD in. Daaruit mag men
niet afleiden: jullie zijn een middenpartij, omdat je
zo vaak tussen die twee politieke stromingen in zit.
We hebben ook eigen standpunten, zoals in zedelijk
heidsvraagstukken. Zelf zal ik ook niet gauw zeggen
dat we een voorhoedepartij zijn. Duidelijk is wel, dat
we warm lopen voor wat bescherming verdient en
ontwikkeld moet worden en dat we tegen het aan
scherpen van maatschappelijke verhoudingen zijn."
Vergeer: „Kenmerkend voor het CDA is de harmonie
en het overleg. Het CDA is de enige politieke moge
lijkheid om een desastreuze polarisatie tegen te gaan.
Ik maak me zorgen over die polarisatie, je ziet een
gebrek aan tolerantie."
Steenkamp: „Misschien is het beter om te zeggen dat
we voor het overleg en tegen de polarisatie kiezen.
Het woord „harmonie" is voor veel mensen te geza
pig. Er moet een heilige onrust van ons uitgaan. Het
gaat natuurlijk niet alleen om het pakket program
punten, maar ook om de mentaliteit waarmee chris
ten-democraten in de politiek willen werken. Natuur
lijk wordt de koers van het CDA mede bepaald door
wat je concurrenten doen. Met de WD van Wiegel
ben je gauw klaar, die heeft geen begin van een
maatschappelijke visie. Maar we moeten ook niets
hebben van een onredelijke PvdA."
Van Verschuer: „De bescherming van de mens moet
voor ons een zwaar punt zijn. Ook moeten we een
beroep doen op de verantwoordelijkheid van het
individu tegenover de maatschappij."
De Koning: „We moeten natuurlijk kiezers werven,
maar de vraag is of het CDA met zijn keuze vóór
het overleg en zijn belangenbehartiging ten behoeve
van alle bevolkingsgroepen makkelijk aan de weg
kan timmeren. We zoeken naar wat bindt. We zitten
in een spanningsveld. Het is nooit onze bedoeling
maatschappelijke groeperingen tegen het hoofd te
stoten, maar we moeten er wel oog voor hebben dat
bepaalde groeperingen onvoldoende aan bod zijn
gekomen."
Vergeer: „We lopen achter met de profilering van het
CDA. We moeten de kiezers weer gaan aanspreken,
we moeten ze winnen."
Zo nodig oppositie
In het advies van de permanente program adviescom
missie (PPAC) staat dat niet tot elke prijs regerings
verantwoordelijkheid moet worden gedragen. „De
prijs van een toekomstige splitsing binnen het CDA
is te hoog."
Vergeer: „Het is eigenlijk een academische kwestie,
want we gaan uit van één lijst. De letterlijke tekst
in het advies gaat mij te ver. Wel onderschrijf ik dat
het CDA zo nodig in de oppositie moet gaan. De
oppositie is een volstrekt legale zaak. Het CDA zou
zich op zijn minst eens met de oppositierol moeten
bezighouden."
De Koning: „Ik heb niet uit het advies gelezen dat
het landsbelang ondergeschikt zou moeten zijn aan
de eenheid van het CDA. Wel zullen de drie christen
democratische kamerfracties bij de formatie als een
eenheid moeten opereren. Als onverhoopt niet één
kandidatenlijst mogelijk is, dan toch moeten de drie
fracties elkaar in de formatie vasthouden."
Van Verschuer: „Iedere partij moet regeringsverant
woordelijkheid willen dragen. De drie partijen moe
ten ervoor zorgen dat een formatie als van het
kabinet-Den Uyl niet meer voorkomt."
De Koning: „De hamvraag in de na-oorlogse jaren
is steeds geweest: welke keuze maken de christen-de
mocraten. Ik zou graag zien dat de socialisten en
liberalen elkaar niet bij voorbaat uitsluiten. De moge
lijkheid van samenwerking tussen die twee groeperin
gen zou moeten bestaan; kijk naar Duitsland. De
tegenstellingen tussen socialisten en liberalen zijn
vreselijk opgeblazen."
Steenkamp: „Mee-regeren is in Nederland altijd een
zaak van geven en nemen. Het huidige kabinet is er
gekomen door het doordrammen en de kunstgrepen
van Burger. Zo'n formatie mag nooit meer. De PvdA
had aanvankelijk vele punten waaraan niet veel viel
te tornen. Kijk, wat er van gekomen is. Je moet altijd
bereid zijn om samen tot een program te komen. En
anderen niet bij voorbaat uitsluiten."
De Koning: „Compromissen zijn geen slechte zaak,
maar ze moeten aanvaardbaar zijn vanuit je eigen
program."
Grondslag in discussie
Publiekelijk is tussen de fractievoorzitters Andriessen
(KVP) en Aantjes (ARP) een discussie opgelaaid over
de grondslag van het CDA en over de vraag of op
basis daarvan eisen aan volksvertegenwoordigers
kunnen worden gesteld. Een discussie waarvan Steen
kamp heeft opgekeken en waarmee de partijvoorzit
ters kennelijk wat in hun maag zitten. Aantjes vindt
dat Andriessen teveel het accent legt bij het program
van de partij en het principiële karakter ervan teveel
verwaarloost. Anderzijds meent Andriessen: iemand
die het CDA wil vertegenwoordigen weet dat we een
politieke groepering zijn die het evangelie als uit
gangspunt kiest. Zo'n man of vrouw heeft dus al een
keuze voor een partij met een principieel karakter
gedaan.
Steenkamp: „Sinds 1969 zijn we met elkaar aan het
praten. Eind februari hebben we in Woudschoten een
conferentie gewijd aan de oplossing van hangende
problemen. Ik dacht dat het allemaal goed was
geregeld."
De Koning: „Wie voor het program van het CDA als
politieke organisatie tekent, weet dat het CDA het
evangelie als richtsnoer aanvaardt."
Geen goudschaaltje
De heren vinden dat men de christelijkheid van
vertegenwoordigers niet met een goudschaaltje moet
gaan wegen.
Van Verschuer: „De verantwoordelijkheid ligt bij
diegene die lid wordt. Het is aan de man of vrouw
zelf om te bepalen of men de gedachten van een
partij wil uitdragen. Toen ik voorzitter van de CHU
werd, was er ook een hele discussie over de vraag
of ik een soort geloofsbelijdenis moest afleggen. Maar
Tilanus heeft zich daar fel tegen gekant, 't Is ook
niet gebeurd, en dat vind ik een goede zaak."
De Koning: „Het zou ongepast zijn aan iemand te
vragen: bent u belijdend christen of niet."
Vergeer: „Als Aantjes en Andriessen bij elkaar had
den gezeten, waren ze waarschijnlijk eerder met
elkaar akkoord geweest dan nu via vraaggesprekken.
Het congres van zaterdag is natuurlijk ongeschikt om
deze zaak diepgaand te bespreken. Ik betreur die
uitspraken van Andriessen en Aantjes. Natuurlijk
moet de zaak wel goed worden uitgepraat. Als partij
voorzitters zijn we al pratende naar elkaar toege
groeid.
Natuurlijk moeten we niet doen, of er niks aan de
hand is. Er is een verschil in mentaliteit. Ik worstel
met deze zaak, ze beknelt me. Er zijn duizenden
katholieken niet meer kerkelijk gebonden, maar ze
noemen zich christenen. Als we ons tot het hele
Nederlandse volk richten, dan ook tot de mensen die
niet het evangelie als uitgangspunt hebben. Kiest zo
iemand voor het CDA, dan kan het niet anders dan
dat hij de bereidheid heeft de partij inclusief de
grondslag uit te dragen. Er is wel een verschil in
mentaliteit, maar er is geen fundamenteel verschil.
In dialoog komen we wel tot elkaar."
Van Verschuer: „We hanteren een ander woordge
bruik. Het is levensgevaarlijk elkaar met teksten om
de oren te slaan. Andriessen en Aantjes bedoelen iets
anders dan ze van elkaar opvangen. We zullen ermee
moeten leven dat dergelijke discussies meer voorko-
Steenkamp: „Begrijp mijn onrust: de ARP is nooit
eerder met dit punt naar voren gekomen. Het kah
niet de bedoeling zijn dat volksvertegenwoordigers
apart „gewogen" zouden moeten worden."
De Koning: „Bij de ARP heeft het juridisch denken
altijd meer overheerst. Het is gewoon een hypotheti
sche kwestie of een muzelman het CDA kan vertegen
woordigen."
Steenkamp: „De KVP is veel zuidelijker vah aard,
de ARP noordelijker, denkt structureler."
De Koning: „Het gaat erom of vertegenwoordigers
het CDA willen uitdragen, niet om hun persoonlijke
geloofsovertuiging. We moeten geen goudschaaltje
hanteren."
Vergeer: „Het zou onjuist zijn om te zeggen dat
Andriessen hetzelfde denkt als De Zeeuw, die net de
KVP heeft verlaten. De Zeeuw wilde de mensen die
rechtstreeks lid zijn van het CDA bij de KVP inlijven.
Verder wilde hij een volkomen open, programmati
sche partij, waarmee hij duidelijk afweek van de
afspraken met ARP en CHU. Trouwens De Zeeuw
wilde zich links van het centrum opstellen en al voor
de verkiezingen een keuze vóór de PvdA doen."
In de statuten van het C.D.A. komen twee artikelen
voor, die in de recente discussies een rol hebben
gespeeld en ook a.s. zaterdag wel geciteerd zullen
worden.
Artikel 2: Het Christen-Democratisch Appèl aan
vaardt het evangelie hieronder wordt verstaan de
gehele bijbel als richtsnoer voor het politiek hande
len.
Artikel 3: Het Christen-Democratisch Appèl streeft
naar een maatschappij, waarin de bijbelse gerechtig
heid gestalte krijgt, de mens zijn vrijheid en verant
woordelijkheid kan beleven en waarin het welzijn van
allen wordt gediend. Het legt de concrete doeleinden
vast in een politiek werkprogram, waarmee het zich
uitdrukkelijk richt tot de gehele Nederlandse samen
leving, zonder onderscheid naar geloofsovertuiging of
maatschappelijke groepering.
VERGEER
(KVP):
Een lijst komt er
beslist
VAN VERSCHUER
(CHU):
Politieke realiteit
aanvaarden
DE KONING (ARP):
Landsbelang niet
ondergeschikt maken
aan CDA