de mensen wakker houden" moet Huwelijksbemiddeling geen exclusief verschijnsel hwm Woninginrichten nu ook zonder titel mogelijk NS-milieu- coördinator Nan Nolthuis: LEIDSE COURANT DINSDAG 15 JULI De Bilt Trouwen door tussenkomst van een der de is bepaald geen exclu sief verschijnsel van onze tijd. Vele samenlevingen van andere tijden en plaatsen kenden reeds in vele variaties vormen van contactlegging tussen huwbaren waarbij ande ren een bemiddelende rol vervulden. Tegen deze achtergrond is er wellicht weinig aanleiding om aandacht te schenken aan het feit dat het Landelijk Centrum voor Huwelijks contacten aan het eind van het vorig jaar zijn eerste lustrum heeft mo gen afsluiten. Het is na tuurlijk mogelijk een aan tal resultaten in te vullen, waaronder als belangrijk ste gegeven dat in de loop van 1974 het 1000ste hu welijk mocht worden ge registreerd. Het gaat ech ter voorbij aan de „bewo genheid met vormen van maatschappelijke nood", waarvoor net LHC een grote verantwoordelijk heid wil dragen. In het jaarverslag over 1974 van de stichting Landelijk Centrum voor Huwelijkscontacten schrijft drs. G. J. Hazenkamp, Lustrum Landelijk Centrum Huwelijkscontacten: voorzitter van de stichting: „Wie de positie van de ongewild onge huwde medemens van onze tijd analyseert, zal ontdekken dat vergelijkingen met vroegere en andere samenlevingen in vele opzichten niet opgaan, dat het om veel meer gaat dan een be middeling tussen vraag en aan bod. Binnenkort verschijnt het rap port „dienstverlening voor hu welijkscontacten", een eerste- oriëntatie op partnerkeuze van oudere niet-gehuwden, uitge bracht door het Instituut Toege paste Sociologie in Nijmegen. De eerste voorlopige resultaten van dit oriënterende onderzoek wijzen er op dat er nog een groot terrein braak ligt voor de erkende huwelijkscontactbu reaus waaronder het LCH in de activering van ongewild ongehuwden tot het zelf gaan werken aan hun problemen. In het jaarverslag zegt drs. Hazen- kamp dan ook dat voorlichting en publiciteit daarom zeer be langrijke onderdelen van het toekomstig LCH-beleid zijn. Concrete resultaten of rende ment van dienstverleningen en als zodanig wil het LCH zich opstellen laten zich moeilijk in cijfers uitdrukken. Maar uite raard is het aantal huwelijken een criterium dat de doelstelling van een huwelijksbureau het meest benadert. In 1974 zijn via het LCH 243 huwelijken tot stand gekomen althans dit aan tal is met zekerheid bekend, om dat daaromtrent berichtgeving werd ontvangen. In totaal wer den in de afgelopen vijf jaar 1185 huwelijksaankondigingen ontvangen, maar er zijn aanwij zingen dat er een niet te ver waarlozen aantal is dat het LCH geen bericht van huwelijk heeft gestuurd. Ook al omdat er geen verplichting bestaat tot medede ling. In het jaarverslag wordt ook een korte beschrijving gegeven van de werkwijze en hieruit blijkt dat de eigen keuze, eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief duidelijk worden gega randeerd en dat niet de leiding van het centrum bepaalt met wie de deelnemers(sters) in con tact wensen te komen. Iedere adspirant deelnemer(ster) wordt uitgenodigd voor een kennisma kingsgesprek met een van de gespreksmedewerkers waarover het LCH beschikt. Behalve dat dit van belang is om de gege vens beter te interpreteren en een persoonsbeschrijving op te stellen (die ieder voor publikatie ter goedkeuring ontvangt) is het voor velen een gelegenheid om over het ongehuwd zijn, dat men als onbevredigend ervaart, openhartig te kunnen spreken. Het blijkt maar al te vaak in eigen omgeving een taboe te zijn. De persoonbeschrijvingen worden via een maandelijkse circulaire aan de ingeschreven en toegezonden en onder num mer kan men via corresponden tie met elkaar kontakt opnemen. Eigen initiatief, eigen verant woordelijkheid discretie en ei gen keuze worden gegarandeerd maar waar gewenst en waar mogelijk zal het LCH zich inspannen begeleidend op te tre den teneinde de deelname gun stig te beïnvloeden. Primair zal de ongehuwde zelf in mentaliteit moeten verande ren, want een passieve houding, soms versterkt door gevoelens van eenzaamheid en teleurstel lingen, blokkeert vaak voor hem nieuwe contactmogelijkheden, zeker nog als te zeer wordt vast gehouden aan gebruikelijke, tra ditionele ontmoetingskansen. Een aktieve houding, gebaseerd op een positieve levensvisie, zo wel t.a.v. ongehuwd zijn als t.a.v. nieuwe moderne contact mogelijkheden in deze tijd, zal uitzicht kunnen bieden op de gewenste verandering in de leef situatie. Het LCH wil het huwe lijk niet als exclusief stellen, maar zolang er nog velen zijn die oprecht een huwelijk nastre ven, hebben zij ook recht op een aansluitende en eerlijke dienst verlening, zoals het erkende lan delijk centrum die biedt. Leon Vankan Schriftelijke cursus is er goed voor: UTRECHT Milieuzorg, daar kunnen we allemaal iets aan doen. Het ligt echter voor de hand dat die grote bedrijven, die een milieuvervuilende invloed hebben, een begin maken met kritisch over hun activiteiten te gaan denken en, waar nodig, die activiteiten af te remmen of ze zodanig om te buigen dat het milieu minder belast wordt. De Nederlandse Spoorwegen, die maar al te vaak verweten wordt milieuvervuilers te zijn, hebben dat al geruime tijd gele den ingezien. Alle N.S.-diensten deden zelfstandig iets aan die milieuzorg. Tot 1 juli van dit jaar. Op die datum kwam er een milieucoördinator in functie, wiens taak het is al die activitei ten van de verschillende dienst en te bundelen om zo tot een optimale milieuzorg van N.S. te komen. Han Nolthuis heet hij. Het klappen van de N.S.-zweep kent hij als geen ander, want hij is al 25 jaar in dienst bij N.S. Laatstelijk als chef van het che- misch-fysisch laboratorium. „Mijn taak is allereerst om alles waar N.S. ten aanzien van het milieu mee tamken heeft, onder één noemer te brengen. Denk nu niet dat er door N.S. in dit opzicht niets gedaan wordt Heel veel zelfs, maar inciden teel, door de districten, afdelin gen, diensten, noem maar op. Kijk, als je over milieuaspecten spreekt spreek je altijd over verontreiniging. Hebben we het overluchtverontreiniging da valt daar voor N.S. de geluidshinder onder. Nu zijn we daar erg at tent op. Aan de nieuwe lijnen, ik denk bijvoorbeeld aan de Schiphollijn, wordt daar veel aandacht aan besteed. In een aantal hoorzittingen is de me ning gevraagd van alle mensen die daarmee te maken hebben. We gaan er vanuit dat een spoortracée aanleggen niet dom weg het verbinden van twee punten door een rechte lijn is. Op nog een ander punt zijn die tracées belangrijk. Ze kunnen namelijk een stuk ecologie, een stuk leefsysteem vernielen. Of wel het komt helemaal niet te rug, ofwel het duurt zo ver schrikkelijk lang voordat het in zijn oude staat is teruggebracht. Daarom moeten we in dit op zicht oppassen". „Dan proberen we ook nog om bodemverontreiniging te voor komen. N.S. vervoert veel ge vaarlijke goederen. Daarvoor hebben we duidelijke voor schriften voor verpakking, bela ding enzovoorts. Als het dan toch misgegaan mocht zijn, heb ben we een draaiboek. We heb ben voorschriften over de be handeling van brand, de behan deling van lekkage, we hebben reddingsauto's op verschillende plaatsen in Nederland, we heb ben een alarmeringssysteem, doe dat dan alsjeblieft. Wij heb ben, en dat wil ik echt bena drukken, ons ook wel builen gevallen. In het verleden is het vaak verkeerd gegaan. Ik wil ook echt niet het beeld ophan gen van: mensen, wij zijn heili gen. Maar we proberen als rede lijke mensen het zo goed moge lijk te doen en spuiten met che mische middelen zoveel moge lijk te voorkomen". „Direct over mijn taak gespro ken: ik wil graag weten waar het verkeerd gegaan is en ik wil gaan proberen om zoveel moge lijk te stimuleren in de goede richting. Coördinatie en stimule ring. Iedereen wakker houden" met denk erom datAan de andere kant dus in alle be slissingen het milieu-aspect zijn waarde geven." „Er zijn natuurlijk nog veel meer punten waarbij N.S. direct bij het milieu betrokken is. Ik noem bijvoorbeeld de afvoer van afgewerkte olie en de reini gingsmiddelen voor onze trei nen. Daarnaast stof, stank en gas. Ik denk daarbij aan de diesellocomotieven. Daar wor den onderzoekingen naar ge daan." „Het is beslist niet zo dat we in milieuopzicht het paard achter de wagen spannen. N.S. is zo attent geweest om ook op die maatschappelijke ontwikkeling zijn blik gericht te houden en op het moment dat dit duidelijk opportuun is geworden er iets aan te gaan doen. We lopen gewoon een beetje voorop." Gerard Croné BERGEN Woninginrichting. Of liever nog: Inte rieurverzorging. Want dat is de moderne opge waardeerde term. Terecht ook, want de Nederlan der heeft er veel tijd en énergie voor over om van z'n home een castle te maken. Hij wordt daarbij geholpen door allerlei bladen, die haarscherp ver tellen hoe je ideaal kunt wonen en een doe-het-zelf- zaak op iedere hoek. Er is een enorme belangstel ling voor het wonen. En er wordt door ondeskun digheid ook nog enorm veel aangeprutst. Architect Fred Balm en binnenhuisarchitekt Michel Smit uit Bergen zagen het gat en vulden het met een schriftelijke cursus binnenhuisarchitectuur voor de leek. Het idee om de cursus in elkaar te schroeven komt uit de praktijk. Michel Smit: „De cursus is gericht op de vrouw. Die bemoeit zich nu eenmaal het meest met de inrichting van het huis. Bij het bouwen van een huis heb je met haar voortdurend contact en steeds krijg je vragen, hoe ze iets meer over binnenhuisarchitectuur te weten kan komen." Dan moesten Fred Balmen en Michel Smit de schouders ophalen, want er was op dit gebied helemaal niets. Balm zegt: „Je hebt wel schriftelijke cursussen binnenhuisarchitectuur, maar die zijn echt beroepsge richt. Zo'n cursus duurt jaren en daar is natuurlijk geen belangstelling voor van mensen, die alleen voor hun eigen huis wat meer willen weten." Dus pakten de beide docerende archi tecten het heel anders aan. In een twintig lessen omvattende cursus kunnen de deelnemers iets leren over basisprincipes en technieken van de architectuur van het woninginterieur, wordt het begrip wonen flink uitgediept en leren de cursisten eenvoudi ge handschetsen maken. „Na de 20e les bent u geheel zelfstandig in staat voor u zelf of voor anderen een goed advies samen te stellen en ontvangt u een certificaat," meldt een introduktie- brief aan belangstellenden. Fred Balm licht toe: „Door deze cursus leren de mensen, welke dingen zij in hun eigen huis kunnen doen en welke niet, bij voorbeeld welke kleuren zij in een ruimte wel bij elkaar kunnen combineren en welke niet." En de woonbladen dan? „De bladen doen goed werk," beweert Balm, „maar zijn teveel gericht op ideetjes. Dat is erg nuttig hoor. Ook de vakmensen steken er nog veel van op. Maar de leek maakt daardoor nog wel eens brokken. Zij zien in zo'n blad bij voorbeeld een badkamer, die willen zij zelf ook hebben. Vaak kan het helemaal niet in hun eigen situatie. Mensen, die onze cursus gedaan hebben maken die fouten niet meer. Die weten wat zij moeten doen. Die hebben die ideeën leren toetsen op hun bruikbaarheid. Die bladen worden dan gewoon naslagwerk voor de cursisten." Anderhalf jaar zijn de beide architecten met de voorbereidingen bezig geweest. Bij het samenstellen zijn ook andere deskundigen als een psycholoog, een tuinarchitect, een kunsthistoricus en zelfs een fysio-therapeut betrokken geweest, resultaat is een fraai uitgevoerde serie lessen van het „Instituut voor Interieurar chitectuur" zoals de geestelijke vaders hun onderwijsinstelling hebben genoemd. De reacties zijn volgens Balm en Smit overweldigend. Balm: „Duizenden, werkelijk waar. En uit alle delen van de wereld." Reacties, waarover zij nauwelijks verrast zijn. Smit: „Het zat er gewoon in, dat het zou aanslaan. Anders waren we er ook niet aan begonnen. Het is ook nogal een flinke investering. We hebben er veel tijd in gestoken, medewerkers aangetrokken, allemaal eigen illustraties, drukkosten, het is niet zomaar een grapje." De cursus kost dan ook inclusief het certificaat, dat de cursist na het volgen van de lessen wordt toegezonden, 300. Het ligt niet in de bedoeling der beide docenten om nog meer cursussen te gaan verzorgen. Balm: „Wij willen geen onderwij sinstelling worden. Wij hebben het alleen- gedaan, omdat wij in onze praktijkervaring steeds mensen kregen, die hierom vroegen." Het baanlichaam moet vrij blijven van onkruid. Beide initiatiefnemers van de cursus architect Fred Balm (I) en binnenhuisarchitect Michel Smit. „Han Nolthuis „En als het dan direct om bo demverontreiniging gaat, denk ik aan onkruidbestrijding met chemische middelen. We moeten er iets aan doen want het baan lichaam moet vrij blijven van onkruid. Daarnaast moet bij overwegen, voor het goede zicht, louter uit veiligheidsoverwegin gen dus, hoogopgaande be groeiing laag gehouden wor den." centrale met alarmnummer, we besteden erg veel zorg aan de technische eigenschappen van bijvoorbeeld ketelwagens. Kor tom tenaanzien van het totale systeem besteden we er nogal wat zorg aan. We hebben een computersysteem, waarbij de la ding gecodeerd is en de twee laatste posities van het code nummer geven direct aan wat de behandeling moet zijn in ge val van nood. Er gebeurt iets met een wagen, wagen nummer zoveel, lading dit of dat, in de computer blijkt de noodzakelij ke behandeling, nummer 32 of 20. Blussen met enzovoorts. Bin nen een zeer korte tijd, veel korter dan vroeger, ben je op de hpogte welke maatregelen genomen moeten worden." .attent zijn en blijven" „Persoonlijk ben ik een groot voorstander van het maaien van dat onkruid, maar in sommige situaties moet je uit financiële overwegingen wel kiezen voor chemische bestrijdingsmidde len. Maar met chemische zaken moet je oppassen. Ik vind dat je gewoon moet weten wat je doet en als je het kunt beperken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 6