Dit is zijn laatste Tour" Gloriedag van Me eindigde in afschuwelijke desillusie Masseur van Eddy Merokxs PRA-LOUP Hans Brunner is een slanke, 4&-jari- ge man uit Zürich. Hij is verzorger van FC Gras shoppers, dat zich ook dit seizoen voor het toernooi om de UEFA-Cup geplaatst heeft De president van FC Grasshoppers neeft Brunner op dringend ver zoek van Eday Merckx onbetaald verlof gegeven teneinde de wereldkampioen bij te staan in deze Tour de France. Hans Brunner was ook aan de zijde van Merckx toen deze in 1969 zijn eerste Tour won. Brunner geniet, ondanks dat hij zes jaar geleden uit de wielersport verdween, grote faam als mas seur. Hij was destijds de persoonlijke verzorger van Hugo Koblet, de onvergetelijke Zwitser, die de Tour en de Ronde van Italië won. Hoe komt het dat Eddy Merckx zoveel moeite heeft gedaan om hem als masseur to contracteren? Brunner: „In 1968 was ik verzorger van Fritz Pfenninger en Peter Post in de Zesdaagse van Milaan. Toen al had Eddy Merckx veel last van zijn rug en op een avond vroeg Pfenninger mij: Hans, Eddy heeft gevraagd of je eens naar zijn rug wilt komen kijken. Ik heb toen die rug van Merckx veel gemasseerd. Hij vertelde dat hij bij hevige inspanningen voortdurend pijnsteken in de onderrug kreeg, en ik heb hem toen zoveel mogelijk daarvan afgeholpen. Na een paar dagen verdween de pijn. We hebben wat gepraat en sindsdien stelt Eddy kennelijk vertrouwen in mij. In 1969 heb ik met hem de Tour de Frunce gedaan, die hij voor het eerst won. Ik woonde destijds bij Merckx in huis, in Tervueren, toen ik van FC Grasshoppers een geweldig aanbod kreeg. Ik zei tegen Eddy: „Dit aanbod kan ik niet afslaan. Hij antwoordde: „Wij zijn profs, we moeten daarheen gaan, waar we het meeste geld kunnen verdienen". Laatste Hoe bevalt de terugkeer in de Tour? Brunner: „Slecht, om dat ik niet meer gewend -ben zo keihard te werken. Elke dag reizen, koffers uitpakken, masseren, koffers inpakken. De Tour is niet alleen hard voor de renners, maar ook voor de mecaniciens en ver zorgers. De wielersport stelt in alle opzichten hogere eisen aan de atleet dan de voetbal sport Merckx heeft mij ver teld over zijn ontmoeting met Johan Cruyff, die hem vertel de dat hij anderhalf uur per dag traint. Cruyff vroeg: „Hoeveel train jij? Eddy ant woordde: Tweehonderd kilo meter. Waarop Cruyff de vraag stelde: ,Jn hoeveel da gen?" Hij kon zich niet voor stellen dat een wielerprof acht uur per dag traint. Zien we Hans Brunner niet meer terug in de Tour? Brun ner. „Zeer zeker niet, voor Eddy en voor mij is dit de laatste ronde". Heeft Merckx dit gezegd? Brunner „Ja, hij komt niet meer terug in de Tour. Misschien dat hij het volgend jaar nog een keer de Ronde van Italië of de Ronde van Spanje rijdt, maar de Tour nooit meer". Van onze spéciale verslaggever Jean Nelissen. Het dramatische moment voor Merckx. Met een getekend gezicht van de inspanning zwoegt hij naar boven. Naast hem Bernard Thevenet die hem fit voorbij zal gaan en aan de finish de gele trui zal overnemen. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIB Nerveuzer Welk verschil is er tussen dè Merckx van 1969 en de Merckx van 1975? Brunner: „Eddy is veel nerveuzer ge worden en zo sensibel. Voor de tijdrit te Merlin Plage ging hij nog even de spieren losrij- den. In een ommezien was hij terug, hij zag er bleek en ver slagen uit. De vroeg of er iets gebeurd was. Een auto van de Tourkaravaan heeft een kind aangereden, vertelde hij. Hij was helemaal van streek. Ik heb hem moeten kalmeren. Hij is ook nerveuzer dan in 1969. Vooral voor de beklimming van de Puy de Dóme heb ik dat gemerkt. Toen was hij enorm gespannen en hij heeft die dag wel tien keer 's och tends het profiel van deze berg bestudeerd. Dat deed de Merckx van vroeger nooit. Die pakte zijn fiets, reed en won. Geforceerd? Heeft Merckx een moeilijk ka rakter? Brunner: „Als hij een maal vertrouwen in iemand stelt, is hij erg gemakkelijk, net als Hugo Koblet. Die was ook een gentleman voor zijn personeel. De reden dat ik nog een keer naar de Ronde ben gekomen is dat ik mij verbon den voel met Eddy. Ik leef dan ook erg met hem mee, nu hij toch de Ronde dreigt te gaan verliezen. Thevenet ken ik niet zo goed, maar wat ik nu van hem zie, verbaast mij. Hij is zeer sterk in het gebergte". Hoe kan het gebeuren dat Ed dy plotseling zo in elkaar stortte? Brunner: „Het is nog te vroeg om daar een oordeel over te vellen. Zoals ik al zei, heeft hij altijd al last van zijn rug gehad. Misschien heeft hij zich op de vier Alpencols zo danig geforceerd, dat die pijn scheuten plotseling weer in al le hevigheid naar boven zijn gekomen. Dat kan zijn. Maar dat is een ^cwestie van de dok ter. Daar durf ik eerlijk ge zegd geen oordeel over te vel len". Het volgen van de Tour blijkt even gevaarlijk te zijn als het rijden. Nadat de wagen waarin radioverslaggever Theo Koomen zich bevond afgelopen week, zonder schade voor de inzitten den, van de weg was geraakt, stortte gisteren de eerste volgwagen van de Bianchiploeg in een ravijn(foto). In de gevaarlijke afdaling van de Col d'Allos vloog de wagen van ploegleider Giancarlo Ferretti uit de bocht. Er brak grote paniek uit in de Tourkaravaan omdat niet meteen kon worden vastgesteld welke wagen het was. In het ziekenhuis van Gap bleek later dat de inzittenden niet ernstig waren gewond. Ploegleider Ferretti en mecanicien Piero Piazzalunga hadden slechts vleeswonden opgelopen. Dit is het derde ongeval in de Tour. Op de eerste dag kwam in Molenbeek een Belgische gendarme om het leven, vorige week vrijdag sloeg een wagen van de NOS over de kop en gisteren miste de chauffeur van de wagen van Bianchi de bocht geheel en al. PRA LOUP Het vakantieoord in de Alpen zal misschien in de wielergeschie- denis opgetekend worden als het plaats je waar het rijk van de beste wielrenner aller tijden begon te wankelen en waar zich het einde aankondigde van een tijd perk van absolute dictatuur, zoals het peloton er nooit een gekend heeft. Het verrassende van de grote nederlaag, die Eddy Merckx gisteren in de eerste Al penrit tegen Bernard Thevenet heeft ge leden, is voor iedereen plotseling en overrompelend gekomen op het einde van een dag waarin hij, zoals altijd, de beste leek te zijn. Tijdens die woeste Alpenrit over vier cols reerde hij 500 m. voor de top, liet iede reen achter en reed alleen naar de voet van de laatste helling, zoals in zijn grote dagen. Achter hem groepeerden zich zijn voor naamste concurrenten. Gimondi, als de bijna-sterkste, en dan bij elkaar Theven et, Van Impe en Zoetemelk. Zo was de situatie toen Merckx aan de laatste klim van zeven kilometer naar de finish begon met een voorsprong van meer dan een minuut op zijn belangrijkste rivaal, The venet. Het leek weer eens een gloriedag voor Merckx te worden. Aan de voet van de col sprak hij nog met zijn schoonva der, Lucien Accou, die zijn auto tot naast hem stuurde. „Hoeveel voorsprong heb ik vroeg hij. „Meer dan een minuut", antwoordde Accou, „het gaat prima'". Inderdaad was er geen spoor van ver zwakking bij Merckx te bekennen. Nau welijks een kilometer verder gebeurde dan toch het onwaarschijnlijke. Merckx stortte in elkaar. Zijn machtige beentem po verkrampte, zijn zwarte, besmeurde hoofd zakte dieper weg tussen de schou ders, de kleur trok weg uit zijn gezicht. Hij probeerde een andere versnelling, maar zijn benen wilden niet meer. Hij had de hele dag op trieste wijze met zijn krachten gesmeten en daarvoor betaalde hij nu de tol. Het was een schitterend tweegevecht ge weest op de woeste en onherbergzame Col Champs. Voor het eerst hadden de organisatoren van de Tour van de autori teiten toestemming gekregen om het par koers over de Champs te nemen. Deze col is altijd militair oefenterrein geweest o Felice Gimondi gaat, ondanks „ver plichtingen", Merckx voorbij. Later zei Gimondi: „Hij ging helemaal niet meer. Ik kon hem eenvoudig lossen". van strategische waarde. Maar sinds kort zijn de militairen naar andere oorden vertrokken en zo kon het gebeuren, dat de karavan mocht kennis maken met een eerste foltering, die de heren Goddet en Lévitan voor de renners hebben bedacht. Een smalle weg, waarvan het wegdek in erbarmelijke staat vgrkeert en gedeelte lijk gesmolten was onder de gloeiende zon, leidde naar een hoogte van bijna tweeduizend meter. Op die Col Champs demarreerde Thevenet drie keer. De wereldkampioen verdedigde zijn gele trui bekwaam. Geholpen door zijn luite nants De Schoenmaecker en Wart Jans- sens, die zich voortreffelijk in de voorste gelederen hadden kunnen handhaven, kon hij telkens zijn achterstand op The venet goedmaken. De top van de Champs passeerde Merckx zelfs als eerste. In de afdaling, die bijzonder gevaarlijk was door het opengebroken wegdek waarin diepe uithollingen overdwars groot ge vaar voor de renners en de volgauto's opleverde, kreeg Thevenet een lekke band. Meteen opende Merckx op zijn beurt overmoedig de aanval. Hij sleurde in tomeloze vaart een groepje met zich mee naar beneden, terwijl dertig secon den achter hem Thevenet met behulp van Moser en Delisle probeerden terug te komen. Die tweestrijd moet Merckx veel krachten hebben gekost, want hij nam het zwaarste deel van het werk voor zijn rekening. Thevenet kwam terug, en er leek mets aan de hand tijdens de beklimming van de Alios, wiens top op slechts 23 kilome ter van de finish lag. Toen het rode spandoek opdoemde, dat altijd de top van een berg in zicht brengt demarreerde Merckx en hij reed iedereen uit zijn wiel. Hij stortte zich in de gevaarlijke afdaling van de Alios en nam veel risico, want hij meende hier zijn zesde Tourzege te kunnen vastleggen. Daar had het ook alle schijn van. Tot hij vier kilometer voor de finish volledig in elkaar stortte. Joop Zoetemelk vertelde: „Toen ik hem voor bij reed, ging hij bijna niet meer vooruit Hij trapte een heel grote versnelling, maar hij kreeg die niet rond. Zo zwak heb ik hem nog nooit gezien". Een minuut en zesenvijftig seconden na Thevenet gleed Merckx over de eind streep. Dat was op een moment, dat duizenden Franse supporters al juichten voor de nieuwe nationale held, de nieuwe drager van de gele trui, Bernard Theven et. Guillaume Michiels, de trouwe helper van Merckx, snelde toe. „Hoeveel heb ik verloren waren de eerste worden, die Merckx kon uitbrengen. Het antwoord stelde hem stevig teleur. Hij heeft nu bijna een minuut achterstand in het alge meen klassement op Thevenet. „Ik heb veel pijn in mijn rug gehad, waarschijnlijk door die klap op de lever op de Puy de Dóme", vertelde Merckx. „Op een gegeven moment blokkeerde ik daardoor helemaal, ik kon toen niets meer". Het lijkt er nu op dat Bernard Thevenet de eerste Fransman zal worden die sinds 1967, toen Roger Pingeon won, de Tour de France op zijn naam brengt. Terwijl hij in zijn nieuwe gele trui de ene huldi ging na de andere onderging, reed Eddy Merckx, ook nog in het geel getooid, naar dit niet de laatste is geweest (Van onze speciale verslaggever) "Je weet het met Merckx nooit zeker" De eerste halve etappe is een ware afvalkoers geworden, met op het eind een ook voor mij verrassende winnaar. Er is de hele dag hard ge fietst, er is veel aange vallen en we moesten voortdurend attent zijn in de levensgevaarlijke afdalingen om niet in een ravijn te geraken. Op de Col Alios leek Eddy Merckx nog zo sterk dat ik dacht: van daag kan toch niemand hem verslaan. Hij reed zo van ons weg en we konden niet volgen. In de afdaling nam hij de nodige risico's en hij won nog terrein. Ik ver wachtte dat Thevenet, Vam Impe en ikzelf een harde dobber zouden krijgen aan hem, wilde hij nog voor de finish bij hem komen. Thevenet bleek echter, zodra de weg begon te klimmen, buitengewoon sterk te zijn. Het is mij al vaker opgevallen dat hij on derweg af en toe diepte punten heeft Maar zo dra het einde van de etappe nadert, lijkt hij steeds sterker te wor den. Het verrast mij en het verrast ook iedereen. Zoals de situatie er nu voorstaat, kan hij de tour winnen, want toen hij gisteren demarreer de, kon ik hem niet vol gen. Maar ik blijf zeg gen, met Merckx weet je het nooit zeker. Hij heeft mij de afgelopen zes ja ren al zo vaak versteld doen staan van zijn on gelooflijk herstellings vermogen. En' wie weet heeft hij nog wel een verrassing in petto, want Thevenet is in elk geval met de minuut voor sprong die hij nu heeft, nog lang niet veilig voor Merckx. Er komen nog spannende dagen, dat kan ik u wel voorspel- /n/tcC oosten. 15JULlJl7eET._225km

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 9