Henny Hemmes Winkeldieven sehrikken niet terug voor geweld CHARMANTE VROUW IN MANNENWERELD utoracerij, geen zaak voor mannen alleen slopen wat te zwaar is. Hij moet het voorgeschreven gewicht hebben en een normale auto blijven. Het zijn kleine dingen waar de veranderingen in zitten. De kunst is zo'n auto zo te prepareren dat-ie toch beter is." Blijft het autorijden hobby of zie je er in de toekomst een vak „Daar is in Nederland niet aan te denken. Er is hier geen prij zengeld. In tegenstelling bijvoor beeld met Engeland. Daar be gint het raceseizoen in maart en eindigt in oktober.Elke week is er een race met prijzen. Maar ik geloof dat je er pas over gaat denken om het racen als vak te beoefenen als je heel goed bent en dat ben ik nog niet." Ze lacht vergoelijkend en Peter, haar man, die het gesprek met stijgende interesse volgde, valt in: „Ik zou je eerst je benen breken." Wat is het bezwaar een beroeps- coureur tot vrouw te hebben? „Wel, ik ga graag naar races kijken, maar ik zou het het liefst niet doen als er iemand bij be trokken is met wie ik een per soonlijke band heb. Als Henny rijdt en ik zie op de stopwatch dat ze drie seconden te laat is, dan denk ik: die zit in de hek ken." Henny: „De racerij is echt niet zo gevaarlijk als vele mensen denken. Kijk, als ik een gek in een auto zet dan rijdt hij zich hier in de straat in de vernie ling. Er zijn veel mensen die denken dat ze het kunnen, maar het racen nog lang niet onder de knie hebben en daarom fou ten maken die levensgevaarlijk kunnen zijn." Voelt een vrouw zich wel echt op de racebaan thuis, tussen al die gevaren? „Een vrouw kan overal thuis zijn. Een jaar van de vrouw, of niet, je kunt altijd meedoen met sporten die een beetje manne lijk lijken. Dat er zo weinig vrouwen iets doen aan de race- sport komt geloof ik alleen omdat de vrouwen wel veel din gen willen bereiken, maar er niets voor willen doen. Maar er is toch niemand die met opgehe ven vingertje naar je toekomt en zegt: ho, ho, jij bent een vrouw, dus jij mag niet". „En eerlijk gezegd, ik vind het niet zo bijzonder dat ik rijd, ik voel me niet de vrouw tussen een heleboel mannen. Mannen en vrouwen zijn toch gelijkbe rechtigd? Trouwens ik heb nooit de vrouw ondergeschikt aan de man gezien. Misschien ben ik daarin dan wel een speciaal ie mand. Als je even iets anders doet dan huisvrouw of secreta resse zijn, wordt er hard gela chen. Vooral door vrouwen. La ten we het er maar op houden dat het uit wedijver is of uit angst voor die mannenmaat schappij". GERARD CRONË pEN HAAG Is de autoracerij typisch mannelijke sport? u het wel gaan denken als j Zandvoort, Zolder, Fran- ïorchamps, Nürburgring en allemaal maar op, gaat [ondkijken. Mannen, mannen en eens mannen. Tot je er één vrouw ondekt, de 1-Haagse charmante Henny vrouw tussen mannen, a, die krijgt haar trekken uis, denk je dan. Om ver- s te moeten constateren m dat typisch zacht-vrou- elijke weinig overblijft als het gaat in een race een mede dinger te verslaan. Sportief, kei- en keihard is ze dan. )it jaar rijdt ze mee voor het Nederlands kampioenschap in Toyota Celica. ntwintig jaar is ze nu, ge jouwd, geen kinderen. Bijna jaar geleden begon ze met racerij. „Ja", vertelt ze, eind 172 is het allemaal begonnen. i had toen nog geen eigen auto daarom kon ik niet meedoen sus van Rob Slotema- :r. Maar ik wilde kost wat 't kost het racen leren en schreef paarom in op een testdag in lelgië. Dat hield in dat ik in vijf Verschillende auto's moest rij- _den. Er zat een coureur naast ie, een Belgische beroemdheid, me beoordeelde. Aan het de dag moest ik een Seoretisch examen afleggen. s erg simpel, ideale lijnen Intekenen enzo. Nou, ik slaagde iet veel punten en won daar- r een cursus racen in formu- N"H wagens. Die heb ik gevolgd i toen ben ik weer naar Neder- ind gegaan om er een V-licen- te halen. Ook daar heb ik een cursus voor gevolgd. Cen dolle tijd: maar een sponsor f en die heb je hard nodig, want let is een dure sport - vond ik farig jaar heb ik dan ook niets de racerij gedaan. Met uit- >ndering dan van een paar weekends als ik in de auto van en ander kon rijden. Dit jaar leb ik een sponsor gevonden, Cumig - van de camera's, u weet wel - en daarom rijd ik ook dit jaar mee voor het Nederlands ms kampioenschap." „Je moet van het begin af je tanden laten zien" In welk merk wagen? „Een Toyota Celica. Mijn eerste keus was een Renault vijf, om dat die goedkoper was. Het na deel daarvan was dat alleen de achterschermen vrij waren voor reclame. En dat vindt een spon sor natuurlijk te weinig. Zo doende is het Toyota geworden en ik ben er blij mee". Wat beweegt een vrouw om te gaan racen? „Tja, hardrijden op een brom mertje vond ik ook altijd al leuk, maar eenmaal in een auto hardrijden en het laat je nooit meer los. Gedeeltelijk ben ik erin gekomen door Peter, mijn man, die als technische man met de coureur Roelof Wunde- ring meeging. Anderzijds, och, als ik al wat anders gedaan had of ergens anders gewoond had was het misschien anders ge gaan. Nu is het mijn hobby en ontspanning geworden. Op de baan rijden amuseert me ge woon. Het is prettig om te mer ken dat je bijvoorbeeld een bocht steeds sneller kunt ne men. Het is ook jezelf overwin nen, het streven steeds sneller te gaan. Met 't uiteindelijke doel natuurlijk het kampioenschap in mijn klasse". Hoe zie je je eigen kansen? „Het zijn maar zes races. Drie heb ik er nu gehad, waarin ik eindigde op de achtste, de zesde en de vierde plaats. Die vierde plaats is nog niet zeker. Het ligt eraan of iemand gediskwalifi ceerd wordt. De laatste drie ra ces hoop ik echt aan de top te kunnen komen. Maar dan is mijn gemiddelde nog te slecht om bij de eerste drie in het klassement te kunnen komen". Hoe staan de mannelijke cou reurs nu tegenover zo'n vrouwe lijke eend in de bijt? „Nou, uit hun houding tegen over mij blijkt in elk geval niet dat ze denken: O, 't is toch maar een vrouw. Wat ze tegen ande ren zeggen weet ik niet natuur lijk. Ze sparen me zeker niet, maar ze pakken me ook niet harder aan dan gewoonlijk. Weet je, je moet van het begin af aan je tanden laten zien. Als je je een keer de kant in laat drukken is het einde zoek. Dat hebben ze wel geprobeerd, maar dat lukte niet Misschien dat dat doorgewerkt heeft, want ik" heb er nu geen last meer van." De racerij kost veel tijd, hoe is dat te plooien met een werk kring? „Naast de zorg voor ons twee mans gezinnetje ben ik fusie- en overname adviseuse. Het voor deel is dus dat ik eigen baas ben en het daarom altijd wel kan regelen om tijd vrij te maken voor vrije training door de week. De gewone trainingen zijn meestal op zaterdag. Mijn man is natuurlijk minstens evenveel tijd kwijt alleen al voor het sleutelen aan de auto. Dag en nacht voor elke race." In hoeverre is deze Toyota een bijzondere auto? „Hij ziet er echt uit zoals je hem koopt in de winkel, compleet met vloermatjes enzovoort. Maar de eisen voor de Groep-I races zijn vrij streng. Je kunt maar niet alles van een auto AMSTERDAM De Raad voor het Grootwinkelbedrijf te Amsterdam zoekt op dit moment intensief naar maat regelen, die het sterk toegeno men aantal diefstallen uit wa renhuizen moeten bestrijden. Jaarlijks worden goederen ter waarde van vele miljoenen gestolen en vooral de laat ste tijd in de grotere gemeen ten gewoon afgeperst. Een benadering van de juiste waarde valt moeilijk te ge ven, omdat in veel gevallen geen aangifte meer wordt ge daan van winkeldiefstallen. Maar zelfs een globale schatting van de schade is voldoende om de Raad voor het Grootwinkelbedrijf som ber te stemmen. Het aantal ter kennis van de politie gekomen gevallen van winkeldiefstal is in de afgelopen twintig jaar vertienvoudigd. Verwacht moet worden dat er dit jaar tenminste 20.000 aangiften zul len worden gedaan. Maar vol gens de politie-instanties is dat nog slechts eenvijfde deel van het werkelijk aantal. Aangifte blijft om verschillende rede nen uit: vrees voor klantenver- lies, de waarde van het gesto len goed is te gering om er „trammelant" over te maken en pure angst van de midden stander voor repressailles. Vooral dit laatste motief gaat een steeds belangrijker rol spelen. Volgens de heer De Mooij, een woordvoerder van de raad, het overkoepelend or gaan van alle grootwarenhui zen, wordt het personeel van steeds meer winkels regelrecht bedreigd door georganiseerde benden. „Ze komen gewapend In theorie is het mogelijk alle goederen tegen winkel dieven te beveiligen. Ze worden voor de cliënt dan wel bijna onbetaalbaar. met messen en kettingen bin nen en pakken gewoon wat hen belieft. Worden ze betrapt, dan nemen ze een dreigende houding aan". Het is al herhaaldelijk voorge komen dat personeel werd mishandeld. „De winkelbe dienden hebben nu in het alge meen de instructie gekregen gewoon af te geven, waarom wordt gevraagd", aldus de heer De Mooij. Tegen dit geweld treden poli tie en justitie uiteraard wel op, maar van enig effect is nog niets gebleken. Wat de „nor male" winkeldiefstallen be treft, daartegen is het vervol- gingsbeleid zeer soepel. „Er blijft veel hangen", aldus de heer De Mooij. „De winkelier doet lang niet altijd aangifte. Gebeurt dat wel dan reageert de politie soms niet of sepo neert de officier van justitie de zaak". In opdracht van de raad heeft het instituut voor sociale com municatie te Amsterdam een onderzoek verricht naar de houding van het publiek ten opzichte van deze stijging van winkeldiefstallen. Naar aanlei ding van de resultaten zijn twee werkcommissies be noemd: een die de technische beveiligingsmaatregelen onder de loep neemt en een andere, onder voorzitterschap van de heer Dreesmann, die de poli tiële en justitiële aspecten be studeert. In deze laatste com missie zijn ook vertegenwoor digers van het department van justitie opgenomen. De heer De Mooij: „Wij hopen dat ze onze aanbevelingen ter harte zullen nemen". Die aanbeve lingen zullen ongetwijfeld gaan in de richting van een Kleine voorwerpen verdwijnen helemaal gemakkelijk in een grote tas. harder optreden en forsere be straffing. Lijnrecht tegenover de opvat tingen van de grootwinkelbe drijven en detailhandelaren (die met dezelfde problemen kampen) staan de meningen van de meeste criminologen met als voornaamste woord voerder prof. Hoefnagels van de Erasmus-universiteit in Rotterdam. Zij vinden dat de middenstand de winkeldief stallen uitlokt, door de waren zo uit te stallen, dat het voor velen te verleidelijk wordt om ze niet gewoon te stelen. Hun voorstel is diefstallen van goe deren tot een bepaalde waarde te seponeren nadat de schade is vergoed en in andere geval len geldboetes op te leggen volgens een uniforme regeling. De heer De Mooij erkent, dat de uitstalling van waren een bijzonder moeilijk probleem is, waarover de technische commissie zich zeker zal bui gen. „In theorie is het mogelijk alle goederen tegen diefstal te beveiligen. Dat vergt evenwel enorme investeringen, die op de cliënt moeten worden ver haald. De artikelen zouden dan bijna onbetaalbaar wor den. Het is. derhalve een kwestie van afwegen. Tot wel ke hoogte is het zinnig de strijd tegen gapperijen voort te zetten?" De toename van het geweld is één van die onaanvaardbare verschijnselen. De heer De Mooij betreurt het, dat dit as pect nog te weinig bekendheid heeft gekregen. Hoewel tot nog toe de meeste agressie wordt waargenomen in de gro te steden, verspreidt het kwaad zich langzamerhand ook over het platteland. De provincie Groningen schijnt in dit opzicht een slech te naam te krijgen. Procen tueel vinden daar niet alleen de meeste winkeldiefstallen plaats (172 per 100.000 inwo ners, volgens de statistische gegevens over 1973), maar ook het aantal bedreigingen van winkelpersoneel neemt hand over hand toe. De Raad voor het Grootwin kelbedrijf verwacht in de eer ste jaren geen veranderingen in de bestaande zorgwekkende situatie te kunnen bewerkstel ligen. „De maatregelen die wij thans voorbereiden, hebben pas op de lange duur enig effect', zegt de heer De Mooij. GERT VALKENBURG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 19