Morgen begint
ontrafeling van
S oestdij k-complot
Enige oplossing voor probleem:
Nieuwe studie met nieuwe gegevens
Monsterproces tegen
18 Zuid-Molukkers
vergt drie dagen
SPREIDING RIJKSDIENSTEN:
RECEfiINi
A
Ü-F
MAANDAG 9 JUNI 1975 LEIDSE COURANT
Paleis Soestdijk, het doelwit van de Zuidmolukse verdachten.
(Van een onzer verslaggevers)
ARNHEM Voor de rechtbank in Arnhem
staan morgen de eerste van de in totaal achttien
Zuidmolukkers terecht, die ervan worden verdacht een
overval op paleis Soestdijk te hebben beraamd. De
verdachten zullen uit diverse gevangenissen worden
aangevoerd om door een sterke politiemacht naar de
rechtszaal te worden gebracht. Voor de rechtbank met
mr. E. Wijtema als president, zal om negen uur dan
een begin worden gemaakt met een van de grootste
processen die een rechtbank in ons land sedert jaren
heeft moeten behandelen. Tevens is het de eerste
maal in de geschiedenis van ons rechtsbestel, dat een
georganiseerde groep terecht staat die pogingen heeft
ondernomen de regerende vorstin of een lid van het
Koninklijk Huis te gijzelen.
Het proces tegen de achttien verdachten zal drie dagen
duren. Meerdere verdachten zullen zich behalve voor
het Soestdijk-complot ook moeten verantwoorden voor
het plegen van diverse roofovervallen. Het is de bedoe
ling van de rechtbank om eerst alle verdachten te horen,
waarna op de derde dag de officier van Justitie mr.
H. R. Lauwaars zijn requisitoir houdt. De pleidooien van
de raadslieden zullen een afsluiting vormen van dit
monsterproces, dat binnen afzienbare tijd wordt gevolgd
door de behandeling van een tweede. Tijdens dat laatste
proces zullen de vijf Molukkers terecht staan die vorige
week in Moordrecht werden gearresteerd.
Het proces zal vooral door de aanhangers van een
onafhankelijke Zuidmolukse republiek met de meeste
spanning worden gevolgd. Velen van hen beschouwen
dit proces als een regelrechte test-case. Met name zijn
ze nieuwsgierig naar het standpunt van de Nederlandse
overheid ten aanzien van hun politieke idealen, geschokt
als ze zijn door met name de uitlatingen van minister
Van Doorn tijdens en na diens werkbezoek aan Indone
sië.
Op voorhand staat vast dat ze valse illusies van deze
rechtszitting koesteren. De rechterlijke macht zal nooit
bereid zijn ook maar enige uitspraak te doen, die het
streven van R.M.S. en de andere splintergroepen al dan
nief rechtvaardigt. Men zal pogen zich zoveel mogelijk
tot de strafrechtelijke merites van deze zaak te beper
ken. Iets dergelijks heeft zich ook voorgedaan in andere
processen, waarbij Zuidmolukse belangen een rol speel
den. De zittingen na de aanslag op de Indonesische
ambassade in Wassenaar, de vernielingen in het Vredes
paleis in Den Haag en de „broederstrijd" in Almelo,
waarbij door pro-Indonesische API-aanhangers wonin
gen van RMS-ers onder schot werden genomen, zijn
daarvan typische voorbeelden. Ook toen poogden de
verdachten vergeefs de politiek via een zijdeur de
terroristische aard ging ogenblikkelijk op jacht. In die
eerste dagen van actie ontstonden de meest vreemde
geruchten. Dat werd met name veroorzaakt door de
geheimzinnigheid, waarmee dit complot werd omgeven.
Terwijl links en' rechts arrestaties plaatsvonden, werd
de officiële berichtgeving gekanaliseerd via de Arnhem
se hoofdofficier van justitie, die zich uiterst spaarzaam
toonde bij het verstrekken van inlichtingen. Gedetailleer
de gegevens werden categorisch geweigerd en bereik
ten slechts de buitenwereld via zorgvuldig verspreide
politieberichtjes op plaatselijk en regionaal niveau.
Veiligheidsoverwegingen speelden daarbij een grote
rol. Het merkwaardige feit deed zich voor dat het
vooral de opsporingsambtenaren waren, die be
schermd moesten worden door een rookgordijn van
zorgvuldig geselecteerde berichtgeving. De justitie be
schikte over aanwijzingen dat bepaalde leidinggeven
de ambtenaren, belast met de ontrafeling van het
complot, werden bedreigd door met de paleis-gljze-
laars sympathiserende Zuidmolukse jongeren. Ook hun
gezinnen zouden, volgens die gegevens, gevaar lopen.
Men beschouwde deze mogelijke represailles als reëel,
omdat het bekend is dat vele van de meest, militante
Zuidmolukkers over vuurwapens beschikken. Om juist
die in het totaal van de Zuid-Molukkers zeer kleine
aantal agressieve figuren niet nog verder van schiet
tuig te voorzien, kregen legerdepots onopvallend extra
bewaking. Tot de vele andere voorzorgsmaatregelen
behoorde ook de bescherming van de woning van
minister Van Doorn.
Via de intensieve opsporingsactie konden bij oven/allen
in de nog steeds bestaande Zuidmolukse woonwijken
links en rechts wapens in beslag worden genomen.
Hoewel de bij deze acties gearresteerden vrijwel nooit
te maken hadden met het Soestdijkcomplot, vloeide hun
aanhouding rechtstreeks voort uit de activiteiten van het
speciale terreur-bestrijdingsteam.
Ook nu nog worden gewelddadige acties van te heet
hoofdige Zuid-Molukkers niet denkbeeldig geacht. De
open brief van achttien, waarin nadrukkelijk wordt
gesteld „dat er niet gevochten wordt tegen het Neder
landse volk of zijn koningin", heeft de argwaan niet
weggenomen. Het Arnhemse Paleis van Justitie zal,
tijdens de drie dagen van het proces, zwaar worden
bewaakt. Bovendien houden plaatselijke politiekorpsen
Molukse woonwijken in de gaten.
Intussen doet men er alles aan de gemoederen niet
verder te verhitten. Dat bleek eens te meer toen in de
nacht van vrijdag 30 mei brand werd gesticht in een
politiepost in Moordrecht. Aanvankelijk was bekend
gemaakt dat de daders Zuidmolukkers waren. Later in
de nacht trok een hoge functionaris deze beschuldiging
schielijk in om iedere schijn van discriminatie weg te
Want het is juist het gevoel van ongelijkwaardige en
onrechtvaardige behandeling, dat zeer sterk leeft onder
de Zuidmolukse bevolkingsgroep. Deze onlust zal ook
in het komende proces niet worden weggenomen.
Jeugdige Zuid-Molukkers wordt op militaire
De Nederlandse justitie is bevreesd, dat verh
brengen om hun ideaal te verwezenlijken.
rechtszaal binnen te smokkelen via brieven aan de
rechter of het voorlezen van verklaringen.
Op dezelfde manier moet vermoedelijk ook de gezamen
lijke open brief die de paleis-gijzelaars aan de voor
avond van hun berechting vanuit de verscheidene hui
zen van bewaring stuurden, worden gezien. De gevange
nen vragen daarin het Nederlandse volk begrip voor
hun bijzondere situatie, die voor een belangrijk deel
debet zou zijn aan het inroepen van „het gfeweld" als
hulpmiddel in hun strijd voor de onafhankelijkheid.
Het is de vraag of de Arnhemse rechtbank deze brief,
tot stand gekomen op initiatief van de gevangenis-predi
kant ds. H. J. ter Haar Romeny, erg op prijs stelt.
wijze het hanteren van wapentuig bijgebracht,
itte jongeren hun kennis in de praktijk willen
Ondanks alle pogingen om het komende proces politiek
„schoon" te houden, blijkt dat nu al een nauwelijks
houdbare opgaaf. De rechters kunnen moeilijk de naakte
strafrechtelijke feiten los zien van de achtergronden, die
de tragische lijdensweg van het Zuidmolukse volk nu al
een kwart eeuw lang bepalen.
Het justitieel opsporings-apparaat heeft met deze proDie-
men nauwelijks te maken. Alleen de vangst van mogelij
ke verdachten telt. Direct nadat men op het spoor van
deze gijzelingspoging was gekomen toen enkele om
andere redenen gearresteerde Zuid-Molukkers zich ver
spraken werd er met ongewone felheid gereageerd.
Een landelijk team ter bestrijding van misdrijven van
(Van één onzer verslaggevers)
DEN HAAG De kans is aan
wezig, dat de Tweede Kamer
tijdens het grote debat over
het spreidingsbeleid morgen en
woensdag aan de regering zal
vragen dit beleid opnieuw in
studie te nemen. Verschillende
Kamerleden menen namelijk,
dat tal van gegevens, waarop
de regering haar spreidingsbe
leid baseert, verouderd zijn.
Dit geldt onder meer de eerder
geraamde uitgroei van onder
meer de Haagse agglomeratie,
de werkgelegenheid in Zuid-
Holland, in het noorden en
zuiden van Nederland, en de
betekenis, die aan de spreiding
voor Noord- en Zuid-Nederland
gehecht moet wordeh. Grote
kernvraag daarbij is of het
ruimtelijk beleid, zoals ook het
kabinet Den Uyl dit ziet, nog
steeds op de te verwachten
werkelijkheid stoelt.
Velen, ook buiten de politiek
zetten daarachter levensgrote
vraagtekens.
Zwaartepunt in het hele debat
over de spreiding is echter,
hoe de regering de zeer nade
lige gevolgen voor de agglo
meratie Den Haag en voor
een ander groot deel van
Zuidholland denkt op te van
gen. Daarover is, dit tot
grote verbazing van de agglo
meraties in Zuidholland,
nog steeds geen duidelijk ant
woord gegeven. Dat deze na
delige gevolgen zeer ernstig
kunnen zijn, behoeft zelfs
voor buitenstaanders geen be
toog meer.
,Het spreidingsbele a j 'oo
wat Den Haag (en verre om
geving) betreft onverant
woord, één grote speculatie".
Deze harde conclusie trekt het
gemeentebestuur van Den
Haag opnieuw in een nota die
thans, vlak voor het debat in
de Tweede Kamer over het
spreidingsbeleid verschenen
Hoofdgedachte in deze nota is,
dat de regering „voorbijgaat
aan de schade, die men ermee
aanricht aan het economisch,
sociale en culturele leven van
onze stad. Er is geen ant
woord gegeven op de vraag,
hoe groot het draagvlak van
een stad moet zijn, om de rol
van regeringscentrum op ver
antwoorde wijze te kunnen
vervullen. De gevolgen van de
spreiding voor Den Haag wor
den schromelijk onderschat",
aldus het gemeentebestuur
van Den Haag. Waaraan kan
worden toegevoegd, dat deze
gevolgen ook voor de verre
omgeving ernstiger zullen
zijn, dan de regering totnutoe
becijferd heeft, aldus de me
ning van onder meer het Ge
west Den Haag.
Het gemeentebestuur van Den
Haag, dat zelf een onderzoek
naar de gevolgen van de
spreiding heeft laten verrich
ten, meent dat de kwaliteit
van de werkgelegenheid in d'.
stad „sterk aangetast" zal
worden door overplaatsing
van de Centrale Direktie van
de P.T.T. Het gemeentebe
stuur wijst erop, dat de werk
gelegenheid van Den Haag en
de gehele agglomeratie al
daalt. „Het regeringsbeleid
stoelt op oude gegevens die
men blijkbaar niet wil aan
passen", constateert het ge
meentebestuur van Den Haag.
Dat de spreiding noodzakelijk
zou zijn, omdat er in Den
Haag en omgeving een groot
ruimtegebrek heerst, vecht de
gemeente eveneens aan: „De
regering overdrijft dat ruim
tegebrek. De bevolking neemt
af en zal blijven afnemen. In
het jaar 2000 zal men niet,
zoals de regering zegt, 90.000
huizen méér nodig hebben
dan er nu zijn, maar slechts
33.000 méér".
De regering laat er overigens
geen twijfel over bestaan er
tussen haar en de gemeente
D°n Haag ernstige verschillen
van mening bestaan over het
spreidingsbeleid.
Verschillen van mening, die er
overigens ook volop zijn tus
sen de regering en bijvoor
beeld de ambtenarenorganisa-
ties. Nog nooit in de geschie
denis van ons staatsrecht is
het voorgekomen, dat zoveel
rijksambtenaren zoveel en zo
hardnekkig verzet aangete
kend hebben tegen de sprei
ding van duizenden ambtena
ren en daarnaast duizenden
van hun gezinsleden. Zo hard
nekkig zelfs, dat er een duide
lijke weigering van een groot
aantal rijksmabtenaren op de
tafels van de diverse departe
menten ligt, tegen een vrijwil
lige verhuizing.
Met dit grote probleem zitten
zowel de regering als de
Tweede Kamer. Enerzijds wil
de regering noord- en zuid-
Nederland helpen, anderzijds
bekommert zich althans
volgens de letter van haar no
ta's betrekkelijk weinig om
de gevolgen van de spreiding
voor een groot deel van Zuid
holland.
Het verlies van arbeidsplaatsen
en „inkomen" voor de Haagse
agglomeratie is overkomke-
lijk", het de regering eind vo
rige week nog weten. Met an
dere woorden: de agglomera
tie komt er wel over heen.
Daarmee voorbijgaande aan
de reeds grote werkloosheid
in een groot deel van Zuidhol
land, aan de terugloop van de
bevolking nu al, aan de onrust
bij. het onderwijs over de te
rugloop van het aantal leerlin
gen in de diverse studierich
tingen, waarover onrustbaren
de cijfers bekend zijn e.d.
Knelpunten in het totale beleid
echter zijn de grootdeels ach
terhaalde opvattingen over de
ruimtelijke ordening in Ne
derland. Nog steeds over
heerst bij de rijksoverheid de
gedachte, dat de Randstad vol
loopt", een betonnen stad
wordt". Recente cijfers en re
cente uitspraken van andere
deskundigen, dan de over
heid, wijzen er voortdurend
op, dat deze opvatting nu al
ten dele achterhaald is, dat de
bevolking ook in de Randstad
al terugloopt: aantoonbaar
met o.m. cijfers over het aan
tal geboorten, over het te ver
wachten leerlingenaantal voor
lager en middelbaar onder
wijs, over de leegstand van
vele (te) oude woningen, af
braak enz.
Aantoonbaar is ook, dat diverse
andere plannen voor de ruim
telijke ordening en landaan-
winst eveneens achterhaald
zijn. In de Noordoostpolder
trekt de jeugd weg, in Flevo
land werd enkele jaren gele
den de bouw van sommige
nieuwe dorpen van de lijst
geschrapt en men houdt zijn
hart vast voor de planning in
de nieuwste polder. Zij het,
dat daar nog wat overloop uit
In noord-Nederland hebben de
diverse regeringen van alles
geprobeerd, om via facilitei
ten het gebied aantrekkelijk
te maken voor het bedrijfsle
ven. Dit is slechts ten dele
gelukt. De werkgelegenheid-
spolitiek voor Zuid-Limburg
is eveneens slechts voor een
deel geslaagd. Nu grijpt, aldus
deskundigen, de regering
naar het middel van het sprei
dingsbeleid voor ambtenaren,
op een basis die door de ver
ouderde gegevens zeer wankel
is.
Het had voor de regering al een
teken aan de wand moeten
zijn, dat ook zoveel Kamerle
den in feite tegen de selectie
ve investeringsregeling voor
westelijk Nederland zijn.
En dan, aldus verschillende des
kundigen: de regering hoopt
mét het verplaatsen van dui
zenden rijksambtenaren ande
re bedrijfsfactoren in betrok
ken gebieden te kunnen aan
trekken. Het omgekeerde be
wijs ligt dan ter tafel, dat met
het vertrek van duizenden
ambtenaren uit de agglomera
tie Den Haag en verre omge
ving andere bedrijfssectoren
of gedeelten ervan eveneens
zullen verdwijnen. Hetgeen de
problemen alleen maar ernsti
ger maakt.
In een laatste poging om de rege
ring tot andere gedachten te
brengen zijn vanmiddag in het
Congresgebouw te Den Haag
de volgende groeperingen in
een protestbijeenkomst tegen
het spreidingsbeleid bijeen ge
weest: de Haagse afdelingen
van het CDA, de PvdA, PPR,
PSP, CPM, WD, de diensten
commissies van de PTT, het
CBS, de Topografische Dienst,
de protesterende PTT-vrouwen
en de ambtenarenbonden. De
Kamerleden waren daarvoor
uitgenodigd.
De volgens de regering te spreiden aantallen arbeidsplaatsen:
aantal
dienst (onderdeel) arbeidsplaatsen
Zuid-Limburg pl.m.
C. B. S1100
Registratiedienst Zuid-Limburg400
Ontvangkantoor en Inspectie der Directe
Belastingen en Accijnzen (Kerkrade)110
Defensie: Afdeling Pensioenen en Wachtgelden....,110
Hoofdafdeling Dienstplichtzaken«280
Staf Inspectie Geneeskundige Dienst..140
Totaal 2140
Zwolle
Rijks Inkoop Bureau Totaal 400
Emmen
Defensie: Leger Film en Fotodienst40
Staf Bureau Beheer Aanleg Bouw en
Onderhoud van vliegvelden30
Inrichting tot Uitgifte van Boek-
werken80
Staf 4e Divisie:300
(militair)
25
(burger)
Topografische Dienstf170
Bureau Verificatie Korpscommando's....70
Binnenlandse Zaken:
Administratie Ziektekostenregeling
post-actieve ambtenaren50
Totaal 765
Groningen en Leeuwarden
Centrale Directie PTT en enkele onderdelen
van deze dienst (partiële verplaatsing)3400