•MA
LJi>
Het slimme m
een sterke prins overwon
I
Meer tolerantie voor huisdier
op kantoor
Juniorhoek
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
V
J
tas
Paulus de Boskabouter De Kraakvogels
Suske en Wiske Beminde Barabas
Lucky Luke De erfenis hran Rataplan
ZATERDAG 17 MEI 1975
LEIDSE COURANT
PAGENA 20JA
MA
SS? /ff
In een oosters land, waar de
mensen zwart zijden haren en
bruin fluwelen ogen hebben,
woonde eens een vorst die twee
sterke zonen had. Toen die zo
nen volwassen werden, gaf hij
aan ieder van hen een provincie
van zijn land: de oudste kreeg
het gewest BLAUWE STROOM
en werd daarna de Blauwe
Prins genoemd; de jongste
kreeg het gewest RODE AAR
DE en heeffte voortaan de Rode
Prins
Deze twee broers zouden geluk
kig zijn geweest als de oudste
niet was gaan lijden aan een
vreselijke afgunst Hij meende
dat zijn land BLAUWE
STROOM te koel was voor zijn
gezondheid. Over RODE AAR
DE waaide en warmere wind,
Dat zou hem beter passen,
dacht hij. Wel twaalf jaar lang
liet hij die afgunst in zijn hart
groeien tot het bijna barstte van
haat Toen besloot hij krijgslie
den té verzamelen om het land
van zijn broer te gaan verove
ren. Dit kwam de Rode Prins
ter ore en hij maakte zich grote
zorgen. Hoe kon hij zijn broer
tegenhouden het misdadig plan
uit te voeren?
Op een avond liep hij in zijn
tuin en pijnigde hoofd en hart
met deze vraag. Heen en weer
ging hij langs de paden, alleen
maar gevolgd door zijn jongste
dienares, een meisje dat nog pas
kort geleden door zijn vader
naar hem toegezonden was. Zij
bleek al dadelijk een grote steun
te zijn door haar scherp ver
stand en lieve hart Terwijl zij
haar meester op de voet volgde,
zei ze: „Uw voetstap klinkt zo
treurig, heer, ik weet daardoor
dat u ongelukkig bent En de
dofheid van uw ogen verraadt
mij dat u treurt om de plannen
van uw broer. De Rode Prins
was verbaasd en vroeg: „Hoe
weet je iets van de plannen van
mijn broer? Je bent een schran
der meisje, want je hebt goed
gehoord en gezien. De zoek een
uitweg om mijn broer tot inkeer
te brengen". De jonge dienares
zei nu: „Meester, laat mij be
gaan. Ik zal tot uw broer door
dringen en zijn boosaardige
plannen verijdelen. Laat mij on
middellijk vertrekken, dan ben
ik kort na middernacht in zijn
slot en kan nog voor het opko
men van de zon weer op de
terugweg zijn." Zij drong zo aan
bij haar meester, dat hij voor
haar zwichtte.
De jonge dienares ging naar
haar kamer, maakte haar zwart
zijden haren op met gouden
kammen, kleede zich in purpe
ren zijde en stak haar voeten in
sandalen van brokaat. Maar in
haar keurslijfje verborg zij een
scherpe dolk en ook een blaas
pijpje; aan haar gordel hing zij
een strak toegesnoerd leren zak
je dat gevuld was met bloemen
die een verdovende geur ver
spreiden. Zo nam zij met een
buiging afscheid van haar heer
en verdween in de nacht
Uur na uur verstreek terwijl de
Rode Prins in zijn tuin heen en
weer liep. De maan kwam op
een ging onder. De sterren ver
bleekten en de eerste stralen
van de ochtendzon gleden over
de rode grond., nog keerde het
meisje niet terug. De tuin werd
licht en kwam tot leven daar
naderde de dienares. Zij boog
als een blad in de wind voor
haar meester en zei: „Ik heb
voorgenomen taak volbracht"
De Rode prins schrok. Hoe vor
stelijk zag zij eruit! Dat was
hem in de nacht niet opgevallen.
Was zij wel een gewone diena
res? Wat was haar voornemen
geweest? Had zij de Blauwe
Prins, die zijn broer was, soms
gedood? En hij vroeg streng:
„Wat is er gebeurd?" Toen ver
telde het meisje: „Ik kwam aan
bij de poort van het slot van de
Blauwe Prins. Daar blies ik
door het sleutelgat de bedwel
mende geuren van onze wasgele
bloemen. De wachters vielen in
slaap en terwijl zij zwaar adem
den, kon ik vrijuit naar binnen
gaan tot aan de slaapkamer van
uw broer. Daar lag hij in diepe
rust op bed. Er wolkte een lichte
nevel om hem heen van geurige
kruiden die in een vuurpot
brandden. Ik liet een wasgele
bloem bij de kruiden in de vuur
pot vallen en wist daarna zeker
dat hij niet wakker zou worden,
evenmin als zijn dienaren in de
aangrenzende kamer. Ik kon
hem naderen en zag hoe een
schitterend zwaard naast zijn
hand lag en een gouden kistje
naast zijn hoofd kussen. Kijk,
hier is het kistje: het bevat de
papieren die uw vader hem
twaalf jaar geleden heeft mee
gegeven, het document waarop
zijn naam en geboortdatum
staan geschreven, en het andere
waarop uw vader verklaart dat
zijn oudste zoon de eigenaar is
geworden van de provincie
KOELE STROOM. Nog éér de
duisternis moest wijken voor de
opkomende zon, had ik het kist
je weggenomen, kon ik de ka
mer ongemerkt verlaten en
langs de slapende wachtposten
ontkomen. Hier is het gouden
kistje en wanneer ik u een raad
mag geven, zeg ik dit: zend
spoorslags uw beste officier om
het aan uw broer terug te bren
gen. Schrijf er een brief bij en
ik verzeker u dat de Blauwe
Prins eindelijk tot zichzelf zal
komen en u zal prijzen. Hij zal
zo dankbaar zijn dat hij de ver
overingsplannen gaat opgeven".
De meester van dit buitenge
woon verstandig meisje volgde
haar raad op. Spoorslags reed
een officier te paard naar het
slot van de Blauwe Prins. Toch
was het alweer nacht voor hij
er aan kwam. Daar was intus
sen iedereen in rep en roerr
door het verdwijnen van de gou
den kist met gewichtige papie
ren. Maar toen de officier met
zijn zwaard op de poort klopte,
hoopte allen dat dit iets met de
gouden kist te maken had en
onmiddellijk werd de ijlbode
toegelaten tot de Prins, die het
verdwenen kistje en een brief
ontving. Hardop las de Blauwe
vorstenzoon de brief voor: „Gis
terennacht kwam een eenvoudi
ge vrouw bij mij aan. Zij beken
de dit gouden kistje eigenhandig
van uw bed te hebben weggeno
men om het aan mij te geven.
Ik waag het niet dit te houden
en stuur het u zo snel mogelijk
■terug."
Toen de Blauwe Prins dit las en
het kistje zag, kreeg hij diep
berouw. Hij gaf de officier een
brief mee terug, waarin te lezen
stond: „De vrouw die het kistje
heeft meegenomen, had mij
kunnen doden. Ik heb spijt van
mijn hebzucht en zal de solda
ten die ik verzameld heb om uw
land te veroveren, bestemmen
om mij tegen rovers te bescher
men. Beste broeder, voortaan
leven wij in vrede en vriend
schap"! Met deze boodschap
kwam de officier terug bij de
Rode Prins, die zijn dienares
wilde bedanken en belonen.
Maar terwijl het meisje haar
fluwelen ogen opsloeg, zei ze
lachend: „Meester, ik ben geen
gewone dienares. Ik ben uw
kleine zusje dat pas vier jaar
oud was, toen u ons huis verliet
om deze provincie te gaan be
sturen. De roofzuchtige plannen
van onze broer kwamen vader
ter ore en samen met hem, heb
ik deze list bedacht om de oud
ste zoon tot inkeer te brengen
en vrede te stichten tussen mijn
twee grote broers.
Met gouden kammen in hef
haar, gekleed in purperen zijde
en met sandalen van brokaat
aan de voeten, reisde zij terug
naar haar vaders land. Maar zij
reisde niet alleen. De Blauwe
Prins en de Rode Prins verge
zelden hahr, om aan hun vader
te tonen dat er voorgoed vrede
en onderlinge liefde tussen zijn
kinderen zou heersen.
Dit is nou net een karweitje om met de vrije dagen op te knappen.
Als je alle hokjes waarin een zwarte punt staat, invult,zie je dat je een
stukje landkaart hebt gekregen en je drie landen te voorschijn hebt
getekend. Zoek dan in je atlas ook nog even op welke die landen zijn.
Als je het tenminste zo al niet weet.
M-76 In de buurt van 3e dassen-
woning ontdekten ze Gregorius.
Zelfs in zijn slaap zag hij er ver
ongelijkt uit omdat hij niet in zijn
eigen huis terecht kon. 'Ik zou
maar wakker worden, Gregorius,'
riep Paulus. 'Het schijnt dat ie
mand bezig is je huis te herove
ren.' Gregorius deed traag één oog
open en toen weer dicht Daarna
rekte hij zich uitvoerig uit en
gaapte zo reusachtig dt zijn vrien
den er ook slaperig van werden.
'Is het warempels heus waar dat
jullie mijn huis heroverd hebbe y
ren?' vroeg hij toen. 'Hm,' deëfl
Oehoeboeroe, 'wij niet zozeer alj v
wel vriend Mol.' 'Juist,' beaamde
Salomo, die van verlegenheid zijij
kop achter Oehoeboeroe's rug ver t
stopte. t
i!
f DORSTWATER'.X
GEL.CJKKIG WEET DEI HONÜ OVERAL
RAAD OP. VOORTö EDKCVEN DOOK DE
DOK5TGEEFT ZLIMINOTlMCT AAMHOE
WAwTERir e VINDEN: OP- DE. UCJI&TE
\PLEK GAAT HlcJ EEN K6JIL GKAVENE,/
WATER TE jÊ
VINPEM.„>^*
f -
- 7^
A Ti Li
Probeer een stuk touw te bemachtigen en je kunt met je vriendjes eer
vriendinnetjes een leuk spelletje doen. Stel je op in twee groepen, neem
het touw en maak aan elk eind zo veel knopen erin als er deelnemers
zijn. Dus aan iedere kant drie jongens en/of meisjes, dan aan iedere
kant ook drie knopen. Nu begint nummer een de eerste knoop eruit
te halen, dan nummer twee de tweede knoop en de derde neemt de
derde knoop voor zijn rekening. De groep die de knopen het eerst
eruit heeft, is winnaar.
iii..
Het Paaseiland echte aam Isla de Pascua werd ontdekt door de
Nederlander Roggeveen en hij gaf het die naam omdat hij er met Pasen
aankwam. Dat was in 1722. Het eiland behoort nu aan Chili. Het is
vooral bekend om de ongeveer zesduizend geweldige standbeelden van
mensenfiguren. Meestal kun je alleen het hoofd zien. de rest is verborgen
in de grond. De standbeelden zijn van vijf tot tien meter groot. Men
neemt aan dat zij door de vroegere bewoners, de Polynesiërs, zijn
gemaakt als grafstenen of als hulde aan een of andere god die zij
vereerden. Het kan ook zijn dat ze voor beide doelen tegelijk zijn
gemaakt: om de god gunstig te stemmen ten opzichte van hem of haar
die eronder begraven ligt.
(Van een onzer verslaggevers
De directeur van een scholenge
meenschap in Maassluis neemt
zijn Duitse Herder dagelijks
mee naar school. In een ander
klaslokaal slaapt de hond van
een lesgevend echtpaar. Bij de
Rijkspsychologische dienst in
Den Haag werken een aantal
vrouwelijke personeelsleden
allen kamerbewoonsters die
hun hond meenemen en het per
soneel van de TH in Delft mag
zich laten vergezellen door
huisdieren. De»^ drie gevallen
zijn geen uitzo» deringen. Wat
enkele jaren geleden nog taboe
was, het meenemen van huis
dieren naar het werk, wordt
meer en meer getolereerd.
Het plasje-hoopje-blaffen
schrikbeeld is vooral in de klei
nere bedrijven verdwenen. Daar
immers werden het eerst con
cessies gedaan en bovendien
zijn er nogal wat advocatenkan
toren, architecten en uitzendbu
reaus waar de hond naast de
stoel van de baas ligt En wat
het baasje doet
„Die dieren veroorzaken totaal
geen last. We hebben ons erover
verbaasd dat het zo goed gaat",
zegt een personeels-functionaris
van de Rijkspsychologische
dienst. Desondanks is men juist
erg dier-minded. Hoewel het al
gemeen ambtenarenreglement
niets vermeldt over de toegang
van dieren tot rijksgebouwen
ziet men daar zelden iets anders
dan een visje of een kanarie.
Men beschouwt dieren te veel
als „afleidende voorwerpen".
Onverbiddelijk tegenover perso
neel met dieren zijn ook de
meeste directies van ziekenhui
zen en verpleeginrichtingen. In
de gezondheidssector worden
hond en kat (soms ook vogels)
nog steeds beschouwd als over
brenger van ziekten en als han
denbinder voor het toch al
zwaar belaste personeel. Boven
dien zouden veel inspecteurs
de volksgezondheid aan
merkingen maken over dieren
in patiëntenverblijven. Angst
hiervoor voert tot een bijna al
gemene banvloek over dieren in
gezondheidsgebouwen. Zelfs
over vogels en vissen. De zie
kenhuisdirecties oordelen echter
afhankelijk van hun eigen op
vattingen over hygiene. Een ver
pleegster van het Haagse zie
kenhuis Leijenburg was door
huiselijke omstandigheden ge
dwongen haar hond zonder ver
zorging alleen thuis te laten.
Maar zij vond begrip bij haar
directie en mocht het dier zo-
lang meenemen.
Een leegstaande kamer werd
omgedoopt in een dierencrêche.
„Het ziekenhuis" orgaan van de
nationale ziekenhuisraad heeft,
een artikel gewijd aan de posi
tieve invloed die dieren in zie
kenhuizen, verpleeginrichtingen
en bejaardencentra kunnen heb
ben. Het landelijk dierenadvies-
bureau „Dier-O-Plan" houdt"
hiervoor een warm pleidooi bij
de directies van Nederlandse
ziekeninrichtingen.
Dier-O-Plan wil deze ervan
overtuigen dat het bestaan a
de vaak in een isolement verke
rende zieke of bejaarde dral
lijker kan worden gemaakt dd
het houden van dieren. Voof
bij de verpleging van psychia^-
sche patiënten zou een dL
wonderen kunnen doen. In
algemeen bieden dieren
sprekstof en afleiding.
Ook verhogen zij de mobil j
van de patient. „Dier-O-P
stelt de ziekenhuisdirecties
om een kanarie, een Jap.
nachtegaal of een papegaai
de ziekenkamers te houden.
De recreatie- en bezoekei
ten zouden kunnen worden d
gefleurd met vissen of vog(
Ook voor het personeel
volgens Dier-O-Plan de
lijkheid worden geschapen
zijn huisdier mee te nemen.
De hond mee naar kantoor