Allemaal
allemaal
rottigheid,
ellende
Circus-gigant Krone
met drie extra treinen
weer op zomertoernee
Leiden In 1972 maakte de televisievertoning van
Louis van Gastcrens film .Begrijpt u nu waarom
ik huil?" over het zogenaamde concentratiekamp
syndroom veel tongen los. De zaak van de psychi
sche oorlogsslachtoffers lag toen erg in de emotio
nele sfeer omdat de discussie over de vrijlating
van de „Drie van Breda" in alle hevigheid woedde.
Over hetzelfde onderwerp is nu een boek versche
nen dat „Allemaal rottigheid, allemaal ellende"
heet. Het lot van de Nazi-misdadigers in de Breda
se koepel is momenteel geen twistpunt en dat
maakt deze publikatie van de Wetenschappelijke
Uitgeverij in Amsterdam alleen maar objectiever.
Het boek is overigens niet minder aangrijpend dan
de film „Begrijpt u nu waarom ik huil?" Het bevat
verslagen van zes LSD-zittingen, geleid door de
LSD-zittingen, geleid door de Leidse psychiater
prof. dr. Jan Bastiaans die samen met de verzets
man Willem van Salland het spoor terug volgt naar
„toen". De man was er verschrikkelijk aan toe toen
hij werd opgenomen in de Jelgersmakliniek te
Oegstgeest om een behandeling met het (omstreden)
hallucigene LSD te ondergaan. Wat zijn oorlogser
varingen als saboteur in zijn brein hadden aange
BOEK OVER KZ-SYNDROOM
VAN PROF. DR. BASTIAANS
richt, beschrijft hij als volgt: „Slapeloosheid, dro
men en regelrechte nachtmerries brachten alles
weer terug. Je wordt gek, dacht ik wel eens. En
ook: wat heeft het allemaal nog voor zin? Kom,
maak er maar een eind aan. Rij je maar kapot tegen
een boom. Inwendig zat ik met een verdriet dat me
volledig verscheurde. Lachen ging niet meer. Huilen
evenmin. Thuis en in gezelschap probeerde ik zoveel
mogelijk gesprekken te ontwijken. Ik kreeg een
pantser over me dat door niemand en niets doorbro
ken kon worden. Lichamelijk en geestelijk voelde
ik me óp. Kapot. Gespannen en verkrampt reageer
de ik op alle prikkels uit de buitenwereld. Altijd
maar direct geraakt, soms om niets, en driftig.
Niet in staat om ook maar iemand in vertrouwen
te nemen en eens goed uit te huilen, te praten of
zomaar veelzeggend te zwjjgen. Mijn lichaam rea
geerde steeds meer op mijn verdriet. Angina pecto
ris. Hartinfarcten, drie achter elkaar. Een maagbloe
ding. Een zenuwarts zei: psychosomatische gevolgen
van oorlog en verzet. In april 1973 nam Bastiaans
me op in de Jelgersmakliniek in Oegstgeest. Samen
volgden we het spoor terug. Eerst tijdens „nuchtere"
gesprekken. Later gaf hij me LSD".
Citaat uit het eerste gesprek met de Leidse psychia
ter waarin Van Salland (de naam is veranderd)
onder invloed van het hallucigene middel zijn hart
durfde uitstorten: „Die rotkerels hebben me gesla
gen... Oooh, daar hebben jullie geen idee van. Dat
is verschrikkelijk geweest. Drie kerels. Om de beurt
Om de beurt hebben ze me op mijn sodemieter
geslagen met hun koppelriemen, met kettingen, met
van alles. Vierentwintig uur aan een stuk hebben
ze me verhoord. Elke keer gingen er weer andere
zwervers achter die tafel zitten. En daar stond je
dan. Uitgehongerd en wel Onder die rotlampen,
die vuile vieze smerige rotlampen... Maar ik dacht
jullie doen je best maar. Je slaat me maar kapot,
hoor. Maar... maar... ik-ik-ik verdóm het.. Ik zeg
niks. Helemaal niks. Geen woord. Verdomd, hoor.
Daar wil ik een gelofte op afleggen en alles".
Citaat uit de dercfe zitting: „In de afgelopen weken
heb ik de bandopnamen van de vorige zittingen
diverse keren afgeluisterd. En ik geloof wel dat ik
daardoor inmiddels een aantal zaken verwerkt heb.
Op de eerste plaats die operatie op de Veluwe
die affaire met de munitietrein waarbij we toen
zeven van de twaalf man verloren hebben. Ik wil
niet zeggen dat de herinnering daaraan me nu niks
meer doet, maar ze zijn veel minder afschrikwek
kend geworden. Datzelfde geldt ook voor mijn
verblijf aan de Euterpestraat (waar hij door de
Gestapo gefolterd werd) en voor de dingen die
gebeurd zijn in de gevangenis van Arnhem. Al die
gebeurtenissen spelen tenminste geen rol meer in
mijn dromen en nachtmerries".
Zo werd Willem van Salland langzaam maar zeker
genezen van zijn KZ-syndroom. „Je voelt dat er diep
in je binnenste allerlei dingen gebeurd zijn. Mis
schien maken woorden hooguit bij benadering dui
delijk wat je precies voelt. Je zou clichés moeten
gebruiken, zoals een bloem die je open voelt gaan.
Of je zou kunnen schrijven dat je een vuilnisbak
met rottende resten eindelijk eens hebt leegge
maakt". En zijn slotwoord: „Ik voel me na de laatste
zitting veel beter. Vooral omdat ik duidelijk het
gevoel heb bevrijd te zijn van spanningen die ik
voorheen nooit onder woorden had kunnen brengen
omdat ik eenvoudig niet kon vermoeden wat voor
gevoelens mij ook naast mijn oorlogsherinnerin
gen allemaal dwars zaten. Nog voor het einde
van dit jaar trek ik naar mijn nieuwe huis, fijn
buiten in de natuur. Vlak in de buurt daar wonen
twee jeugdvrienden die, net als ik, buitengewoon
pensioen hebben gekregen en behandeld zijn voor
hun KZ-syndroom. We zullen elkaar wel regelmatig
gaan ontmoeten, maar één ding hebben we nadruk
kelijk afgesproken: we gaan er geen heldencafé van
maken. Ik wil eindelijk wel eens vrij zijn van alle
rotzooi".
Prof. Bastiaans plaatst in zijn bijdrage aan het boek
verschillende kanttekeningen bij de toepassing van
LSD de hallucigene stof waarvan het medisch
gebruik in sommige landen zelfs verboden is, voor
namelijk uit angst voor de blijvende zogenoemde
LSP-osychose, alsook voor een chromosoombescha
diging die later mogelijk tot het ontstaan van
kwaadaardige tumoren aanleiding zou kunnen ge
ven. In Nederland hebben slechts enkele zenuwart
sen toestemming van de Hoofdinspectie van dé
Volksgezondheid om LSD-behandelingen in klinisch
verband door te voeren. Prof. Bastiaans: ..Helaas
is vroeger bij sommigen de angst opgewekt dat
oorlogspatiënten alleen maar met LSD behandeld
kunnen worden. Dit is geheel onjuist. Alleen in die
gevallen waarbij de gebruikelijk psychotherapeuti
sche technieken volledig tekort schieten, moet een
dergelijke behandeling overwogen worden. Ik heb
in de loop van meer dan tien jaren slechts enkele
tientallen patiënten langs deze weg geholpen". Maar
ook: „Willem van Salland is zich intussen bewust
geworden van een groot aantal zaken die hij vroeger
niet zag of niet wilde of kon zien. Vergeten zal hij
nooit, maar hij kan nu leven met zijn herinneringen.
Terug van zijn reis naar „toen", kan hij aan de
toekomst gaan werken en deze in vrijheid aanvaar
den".
Piet Snoeren
wagens, dat menig stadsplein te
klein is voor de opbouw heeft
het nadeel, dat het vrij log en
onbeweeglijk is. Voor Circus
Krone is er het zich voortreppen
langs een onnoemelijk aantal
kleine steden zogenaamde
ééndagsplaatsen dan ook niet
bij. Tussen twee steden heeft
Krone steeds een uitvaldag no
dig voor afbouw, transport en
opbouw. De kosten gaan dan
gewoon door, zodat naar zo wei
nig mogelijk uitvalsdagen moet
worden gestreefd. En dat bete
kent weer, dat men langer in
één stad of regio blijft en om
het dan te kunnen rooien moet
men voornamelijk dichtbevolkte
gebieden kiezen. Voor Neder
land betekent dit in 1975: Am
sterdam (première 26 juni), Alk
maar (16 juli t/m 21 juli), Haar
lem, Leiden (1 augustus tot en
met 3 augustus), Den Haag (5 tot
en met 20 augustus), Rotterdam
en Hilversum.
Carl Sembach is van oorsprong
helemaal geen circuskind. Hij
was voorbestemd voor de han
del. Maar hij ontmoette Frieda
Krone, het enige kind en erfge
name van het Krone-Imperium.
Sembach werd „Prins-gemaal"
naast Frau-Direktor Frieda, die
medio 1943 na het overlijden
van Carl Krone de circustroon
besteeg. En dus werd Sembach
dompteur en paardendresseur.
Nu komt hij na een zware
ziekte vrijwel niet meer in de
piste. Maar ook aam de admini
stratie heeft hij de handen vol.
De grote „Cheffin" is Frieda,
die ervoor moet zorgen dat de
zaak draaiende blijft. Of mót:
om het geld hoeft het niet zo
nodig, want de Krones zijn ver
mogend genoeg om verder aan
genaam freewheelend door het
leven te gaan. Frieda heeft ech
ter alleen maar circusbloed in
haar aderen en zij ziet het als
haar levensopgave Circus Kro
ne in volle omvang op de been
te houden, 's Winters woont ze
in een droomhuis in München
naast het winterkwartier, maar
als de voorjaarszon gaat schij
nen, krijgt ze de kriebel en móet
ze weer op reis met haar eigen
stad, weliswaar in ruimtelijk be
perkte salonwagens, maar toch
In augustus
Leiden en
Den Haag
de vrijheid tegemoet Ze is in
het circus geboren, ze wil erin
sterven. Net als haar vader
Carl, die ernstig ziek was in de
winter 1942/43, maar toch aan
een nieuwe toernée begon. Naar
hij zei in de verwachting, dat dit
hem zou genezen, maar wetende
dat zijn einde nabij was. Toen
de première in Salzburg vlot
was verlopen, sliep hij voorgoed
in. In zijn woonwagen, niet in
het huis....
Frieda Sembach-Krone is een
mengeling van de statige direc
trice, die de touwtjes strak in
handen heeft en de ras-artieste,
die met een olifantenkudde op
treedt en ook die kolossen volle
dig in de hand heeft. „Maar het
blijft oppassen. Soms hebben ze
iets in hun ogen, dat ik denk:
Doe jij vanavond maar niet
mee. Overigens is mijn over
wicht vooral op vertrouwen ge
baseerd. Wist u, dat olifanten
een erg kwetsbare gezondheid
hebben. Ze lijken heel wat,
maar ze zijn snel ziek, vooral in
de ingewanden. En we weten er
nog zo weinig van. Vaak knap
pen we ze op met koffie en met
cognac. Dat gaat dan wel met
Frieda is in het circus een veel
zijdige vrouw. Dat is haar wel
bijgebracht door haar strenge
ouders. „Heel wat circusdirec
teuren hadden een hele reeks
kinderen, die het werk konden
overnemen. Ik moest als enig
kind waarmaken wat anderen
van zeven telgen verwachtten..."
Van de weeromstuit heeft ze
haar eigen dochter Christel (38
jaar nu, ongetrouwd) even
eens enig kind de vrijheid
gegeven, die zijzelf heeft moeten
ontberen. Maar Christel heeft
eveneens de harde Krone-wil.
Zij zou best haar hele leven in
Rio de Janeiro kunnen gaan
wonen, waar ze een maandje
met vakantie is. Maar voor haar
geldt ook: noblesse oblige en dat
betekent hier: „Hoog het circus.
Krone moet blijven". Niet voor
niets heeft zij de naam Krone
achter haar naam Christel Sem
bach geplakt nu er al twee gene
raties lang geen mannelijke
troonopvolgers zijn geweest.
Men mag Christel best een unie-
Christel Sembach-Krone rijdt een kostelijke hogeschool
ke circusvrouw noemen. Ze
rijdt een fenomenale hogeschool
(ook aan de lange teugel!) op
paarden, die ze zelf heeft afge
richt, ze presenteert met groot
overwicht vrijheidsdressuren, ze
heeft een giraffe afgericht en ze
heeft kans gezien haar lieve
lingsolifant Diabolo te leren fiet
sen. Met dat laatste is ze begon
nen, toen Diabolo nog een baby
was. Het vervelende is, dat het
dier alsmaar is blijven groeien,
zodat de fiets elk jaar moest
worden versterkt. Er zitten nu
vliegtuigbanden onder.
In München heeft Circus Krone
zich een reputatie verworven,
die het tot een cultuurbezit van
de 1,32 miljoen inwoners (die
achter de komma zijn allemaal
gastarbeiders) heeft gemaakt
Als het circus straks op weg
gaat voor de zomerreis zullen er
weer duizenden op de perrons
staan om afscheid te nemen,
zoals die duizenden in het diepe
najaar telkens samendrommen
om met vreugde de terugkeer te
begroeten; want Krone thuis be
tekent een serie heerlijke circus
voorstellingen in het vaste cir
cusgebouw, de hele winter door.
In het winterkwartier worden
nu de wagens geschilderd, de.
zadels en tuigen hersteld en ver
nieuwd, de kostuums van nieu
we glitter voorzien. Op velé
plaatsen in de wereld worden
door artiesten al de koffers ge
pakt om met Krone de zomer
reis te maken. Het aftellen is
begonnen voor het jaarlijkse
avontuur, dat circustournée
heet onder het aloude Krone-
motto: Euer Gunst unser Stre-
ben!
Jo Smits
i Gaat u even zitten! „Frau-Direktor" Frieda Sembach-Krone met een drietal uit haar olifantenkudde.
met een speciaal hoog dak, dat
omlaag gedraaid kan en moet
worden als de treinreis begint
omdat ze anders niet onder de
viaducten door kan. Lotte moet
liggend reizen, als ze geen nek
kramp wil krijgen. Een bijzon
dere circustoerist is ook het ba
by-nijlpaard Poppaa, omdat het
extra comfort nodig heeft: een
verwarmd bassin plus een
droog compartiment.
In de Marsstrasze in München,
waar Circus Krone zijn koste
lijk winterkwartier heeft plus
een vast circusgebouw om in de
wintermaanden voorstellingen
te geven, wordt alles met Duitse
grondigheid voorbereid. Naar
buiten mag een circus dan nog
overbeladen zijn met een waas
van romantiek, wie achter de
schermen kijkt bemerkt bij Kro
ne, dat het om een pure onder
neming gaat. Directeur Semba
ch: „De tijd dat je als circusbe
drijfje vrijdag eens ging kijken
waar je zondags zou gaan optre
den, is al lang voorbij. Vandaag
de dag moet je tenminste twee
jaar vooruit werken: met het
afsluiten van contracten met ar
tiesten, met het huren van cir
cusplaatsen, met het doen van
bestellingen en zo meer. We rei
zen met circa 400 man perso
neel, maar zeker vijftig ervan
zijn voor de organisatie en het
zakelijk beheer. Maar wat wil
je? Onze kosten bedragen 16
18.000 gulden per dag, onder
meer voor gages, lonen, belas
ting, staangeld, reclame, voe
ding en dus nog afgezien van
investeringen, rente en afschrij
vingen. Dan kun je niets aan het
toeval overlaten. Denk eens aan
de transportkosten voor 350
woon-, dieren- en materiaalwa
gens, aan de voeding voor mens
en dier (4000 gulden per dag).
We hebben een stuk of veertig
grote roofdieren. Die eten elk
per dag 8 kg paardevlees en die
dertien olifanten happen per
dag gemakkelijk 2000 kg hooi
weg plus nog een berg broden
en knollen en bieten. En wat
dacht u van het voederen van
honderd paarden? Om maar
wat te noemen.."
Zo'n geweldig circusbedrijf
de tent heeft een doorsnee van
78 meter en kan 5100 bezoekers
bevatten, er zijn tientallen me
ters staltenten en voorts zoveel
In het zomerprogramma van Circus Krone zal ook
optreden de Poolse dompteuse Kristina Terlikowska. Het
is een heel waagstuk je ..ruggelings" bloot te stellen aan
een tijger. Even na dit hoogstandje zal de tijger haar
omhelzen.
MÜNCHEN Met drie extra
treinen gaat het gigantische
Duitse circus Krone over enige
tijd weer op zomertoernée. Di
recteur Carl Sembach (66) geeft
ruiterlijk toe, dat hij jaar in
jaar uit eigenlijk veel te veel
met zich meesleept door Euro
pa: tweederde van alle dieren
en al het materiaal dat van
stad naar stad reist, dit jaar
ook in West-Nederland, is vol
doende om het reuzenbedrijf op
te bouwen en een puike voor
stelling te geven. Maar Sem
bach zegt: „Als ik niet alles
meeneem is Krone Krone niet
meer. De mensen hebben be
paalde verwachtingen van ons
circus en we willen hen niet
teleurstellen".
En dus gaat de Arke Noachs
weer als vanouds op reis, eerst
door een deel van Duitsland,
daarna langs een zevental Ne
derlandse steden gedurende cir
ca tachtig dagen en tenslotte
weer door een ander deel van
de Bondsrepubliek. Een mena
gerie van zo'n vierhonderd die
ren, die men zo al niet in de
voorstelling, dan toch in de mo
biele dierentuin kan bezichtige-
n: meer dan honderd paarden
van vele rassen, veertig ponies,
dertien olifanten, kamelen, ze
bra's, waterbuffels, lama's,
apen, tijgers, leeuwen, luipaar
den, beren, hyena's, maar ook
kippen (Sembach: „Die scharre
len zo gezellig rond op het cir
custerrein") en marmotten („Die
tellen mooi aan om het aantal
dieren op peil te houden"). De
dieren hebben allemaal hun ei
gen wagens die met tractoren
op de spoorwagons worden ge
trokken.
Giraffedame Lotte reist ook
mee, zij het in een speciale koets
Een olifant op de fiets in Circus Krone: Er is wel een stevig frame voor nodig...