Verlengde Landschei-
dingsweg: einde of
pas begin van drama?
Diocesane Pastorale Raad nam
begroting bisdom onder loep
Paulus de Boskabouter De Kraakvogels
Suske en Wiske Beminde Barabas
Lucky Luke De erfenis van Rataplan
STERKE TOENEMING VAN
GEMENGDE HUWELIJKEN
VRAAGT BEZINNING KERK
Kardinaal
bij paus
P\<:iN 16 LEIDSE COURANT WOENSDAG 16 APRIL 1975
Binnenkort komt er eindelijk een einde aan het
drama verlengde Landscheidingsweg. Of: binnenkort
begint het drama pas goed met de aanleg van de
weg. Politici, ambtenaren en insprekers mogen door
halen wat niet verlangd wordt. Zolang ze onder „wat
niet verlangd wordt" tenminste niet de weg zelf
verstaan. Want die komt er wel degelijk. Minister
Westerterp van Verkeer en Waterstaat heeft daarover
geen twijfel laten bestaan. En hij is de man die de
definitieve beslissing zal moeten vellen. In feite is
de teerling dus geworpen.
plande kruising van rijksweg 14
met de Rijksstraatweg. Op dat
punt was een kolossaal stervia
duct gedacht, waarvoor behalve
het restaurant De de Bijhorst
ook stukken landgoed zouden
moeten wijken.
Merkwaardigheid twee. Het nog
altijd voortdurende vrij massale
protest tegen de aanleg van de
weg, dat ongeveer een jaar gele
den ontstond, stamt uit Maria-
hoeve. Toen die wijk werd ge
bouwd was het plan voor rijks
weg 14 er aL Het Haagse ge
meentebestuur heeft er kenne
lijk nooit bij stilgestaan dat de
weg vlak langs de flats aan
Isa bell al and zou gaan lopen.
Merkwaardigheid drie. Het mas
sale protest kwam zeer laat op
gang. Eigenlijk pas vlak voordat
de aanbesteding van de weg in
juni 1974 zou plaatsvinden.
Toch wordt die aanbesteding
uitgesteld, opdat er gezocht kan
worden naar maatregelen om de
te verwachten geluidshinder tot
een aanvaardbaar niveau terug
te brengen, in het algemeen om
de gemeenten een behoorlijke
inspraak te geven. Dat kan niet
anders zijn dan een bekentenis
dat de voorbereiding van het
plan, dat men al wilde gaan
aanbesteden, onvoldoende is ge-
Toch wordt er op dit moment
nog nijver gepraat over die ver
lengde Landscheidingsweg. Niet
alleen door actiegroepen, die tot
het laatste proberen de aanleg
van de weg tegen te houden,
maar ook door de gemeentebe
sturen van de betrokken ge
meenten, Den Haag, Voorburg
en Leidschendam. Die gemeen
ten en de minister zijn op dit
moment nog in overleg over de
wijze waarop de weg uitgevoerd
moet worden. In dat overleg
past de vergadering over wat
met recht de kwestie-Landschei-
dingsweg mag heten die drie
Haagse gemeenteraadscommis
sies maandag beleggen.
Die vergadering is één van de
voorlopig laatste stappen in de
geschiedenis van een uit de der
tiger jaren daterend plan, dat de
laatste jaren een testcase is ge
worden voor de inspraak en de
nieuwe ideeën over wegenbouw
en ruimtelijke ordening.
Een merkwaardige geschiede
nis, achteraf bezien. De proble
men, die ruim een jaar geleden
pas in volle omvang zijn losge
barsten, spitsen zich toe op één
stuk van wat is opgezet als een
nieuwe rijksweg: Rijksweg 14.
Die weg zou van Scheveningen
over de Landscheidingsweg
door Voorburg en Leidschen
dam moeten gaan lopen, vervol
gens een aansluiting met Zoeter-
meer moeten krijgen, en langs
Pijnacker en Berkel naar Rot
terdam moeten gaan lopen.
Daar zou een aansluiting op
rijksweg 20 (ter hoogte van de
wijk Hillegersberg) moeten ko-
Zowel de doortrekking naar
Zoe term eer als het stuk tussen
Zoetermeer en Rotterdam zijn
inmiddels door het rijk van fik
se vraagtekens voorzien. De
doortrekking naar Zoe term eer
wordt in elk geval niet aange
pakt, voordat de exploitatie van
de treinlijn Zoe term eer-Den
Haag ter hand is genomen: de
rest van de weg zit in de ijskast
De discussie op dit moment
gaat over het stuk weg tussen
rijksweg 4 (Amsterdam-Rotter
dam) en de Benoordenhoutse-
weg in Den Haag. Dat stuk weg
moet als volgt gaan lopen: voor
de flats aan het Isabellaland
langs, onder de Spoorlijn Den
Haag-Leiden door, en vervol
gens via Mgr. van Steelaan,
Prins Bernhardlaan, Veurse-
laan. Oosteinde, VI ietlaan, naar
rijksweg 4.
Verzet
Merwaardigheid nummer één.
Het verzet tegen dit stuk weg
had als eerste echte woordvoer
der bepaald geen „linkse rak
ker". Integendeel: de eerste die
luidkeels bezwaar maakte was
het WD-kopstuk mr. W. J.
Geertsema, landelijk bekend als
„Molly", rond 1967 burgemees
ter van Wassenaar.
Zijn bezwaren golden de ge-
Aanpassing
Aan die voorbereiding - de aan
passing van de plannen aan mo
derne opvattingen en aan de
huidige stedebouwkundige toe
stand - wordt nu tijdens het
uitstel van de aanbesteding ge
sleuteld. Ook dat verloopt niet
helemaal zonder problemen.
Wat het tracé langs Mariahoeve
betreft is wel ongeveer duidelijk
wat de toekomst zal gaan bie
den. Zowel minister Westerterp
(in een memorandum) als b. en
w. van Den Haag hebben het
idee ontwikkeld om de weg voor
de NAM-locatie langs te leiden,
niet zoals gepland verhoogd,
maar gelijkvloers, en niet over
de spoorlijn Den Haag-Leiden
heen, maar er onderdoor. Dit
geheel wordt voorzien van een
geluidwerende aarden wal met
daarop een geluidsscherm, zo is
de gedachte. De drie raadscom
missies zullen hierover maan
dag een uitspraak doen.
In Leidschendam heeft de
raadscommissie voor openbare
werken het gelijkvloerse tracé,
zoals dat door minister Wester
terp is voorgesteld, inmiddels in
dank aanvaard, maar in Voor
burg bestaan nog duidelijke be
zwaren. Die gaan met name in
tegen de gedachte om de weg
via een vaste brug over de Vliet
te leiden. De grote meerderheid
van de raadscommissie voor
openbare werken wil dat de weg
onder de Vliet wordt doorgeleid,
een volgens de minister te dure
oplossing.
Het tracé in Voorburg verloopt
verder als volgt: over het Oos
teinde, dan via een flau-.ve hel
ling langs de Dr. Beguinlaan
over de Veurseweg, omlaag on
der de Noordsingel. Aan weers
zijden van de Vliet komen ge
luidwerende wallen. De Leid-
schendamse Zeehelden wijk
krijgt een wal van 6,5 meter, de
Voorburgse wijk Leeuwenstein
een drie meter hoge afscher
ming. Rijkswaterstaat hoopt in
augustus met de bouw van de
weg te kunnen starten. In vier
jaar moet de weg er dan staan.
Verdienste
Het is voor een groot deel de
verdienste van de inspraakgroe-
pen dat de nieuwe opzet van de
weg, die ook aanzienlijk sober
der is (stedelijke autoweg in
plaats van autosnelweg) er is
gekomen. Een succes dus?
„Nee," vinden diverse groepen,
waaronder Dooievaar en de
Werkgroep Milieubeheer aan de
Leidse universiteit. Het gaat de
ze groepen er niet om dat de
weg wat minder groots wordt
opgezet, al is het dan al iets: het
grote punt voor hun is dat de
weg als zodanig ongewenst is.
Wat dat betreft vinden ze niet
alleen de minister, maar ook de
colleges van b. en w. van de
betrokken gemeenten lijnrecht
tegenover zich.
Met name Leidschendam ziet de
weg graag komen. Want, zo re
deneert men daar, die weg zal
de kern van onze gemeente (met
name de Damlaan) van sluipver-
keer ontlasten. De actiegroepen
hebben daar overigens tegen in
gebracht dat het vreemd is dat
Leidschendam diezelfde Dam
laan dan wel gaat verbreden.
De Haagse wethouder van open
bare werken, verkeer en ver
voer G. C. Wallis de Vries en
minister Westerterp hanteren
het Leidschendamse argument
ook. Zij zien in de komst van
de weg nog een tweede voor
deel: de verlengde Landschei
dingsweg moet deel gaan uitma
ken van het „wegen-hoefijzer
rond Den Haag", zoals het beel
dend heet. Dat randwegenstelsel
zal, zo hoopt men, verkeer dat
niets in Den Haag te zoeken
heeft rond de stad leiden. Ver
keer dat wel in Den Haag moet
zijn kan via datzelfde randwe
genstelsel via de kortste weg
naar de bestemming komen,
wat hinder in een aantal woon
gebieden tegengaat Tenslotte
zal zonder rijksweg 14 ook de
Utrechtse Baan al snel overvol
zijn in de spitsuren.
„Onzin", vinden Dooievaar c.s.
Deze aktiegroepen stellen dat
rijksweg 14 weer extra verkeer
zal aantrekken, dat via de rand
wegen vlot en massaal de stad
in geleid kan worden. Hun grote
vraag: waar blijft de overheid
nu met de verhalen over werke
lijke beperking van het autoge
bruik en bevordering van het
openbaar vervoer?
In elk geval is de geschiedenis
van de verlengde Landschei
dingsweg een testcase geweest
voor de inspraak en de nieuwe
opvattingen over ruimtelijke
ordening: er is niet achteloos
langs de inspraak heengewan-
deld, en er is heel duidelijk
boven tafel gekomen wat het
beleid van de overheid op ver
keersgebied is en hoe dat beleid
in de praktijk wordt vertaald.
BERT VAN DOMMELEN
Kunst en
kunstenaars
Galerie Petit, N.Z. Voorburg
wal 270 Amsterdam, wijdt van
19 april t/m 17 mei een tentoon
stelling aan het feit dat Queri-
do's Uitgeverij B.V. veertig jaar
geleden zijn Salamanderreeks
startte.
Philippona-Expo, Hoogstraat 41
Den Haag, exposeert vart 19
april tot 25 mei tekeningen en
litho's van de Italiaanse kunste
naar Bruno Bruni. Gelijktijdig
worden van hem gouaches, te
keningen, litho's en een sculp
tuur getoond in Galerie'Husste-
ge, Westermarkt 27 Amsterdam.
Het Chr. Gem. Koor ASAF, dat
op 7 april j.l. zijn gouden jubi
leum vierde, recipieert op vrij
dagavond 9 mei in het Zalencen
trum Centraal Station te Den
Haag.
Rechttoe-rechtaan is de titel
van een tentoonstelling, die van
18 april tot 10 mei wordt gehou
den bij de stichting Mathoom,
Denneweg 140, Den Haag. Er
wordt werk getoond van negen
konstruktivisten: Karin Daan,
Ria van Eijck, Els de Groot,
Neeltje Korteweg, Yvonne
Kracht, Lou Loeber, Christa
van Santen, Sonja Vincent en
Truus Willink.
Galerie Pulchri Studio, Lange
Voorhout 15, Den Haag, expo
seert van 19 april t/m 2 mei
schilderijen van Han van Dam.
Organist Wim van Beek zal op
zaterdag 26 april in de H. Pau-
luskerk aan de Mgr. Nolenslaan
te Den Haag een integrale uit
voering geven van Symphonie V
van Charles M. Widor (1844-
1937).
Het Bergonzi Kwartet, bestaan
de uit violisten Sonya Balogh en
Lex Veelo, altist Herbert v.d.
Velde en cellist Jolle Huckriede,
concerteert op maandagavond
21 april in het Huygensmuseum
Hofwijck te Voorburg. Op het
programma staan werken van
Haydn, Ravel en Janacek.
Heineken houdt
open huis voor
Zoeterwoudenaren
Van een onzer verslaggevers
ZOETERWOUDE - De gehele
bevolking van Zoeterwoude ou
der dan achttien jaar kan op
vrijdag 18 augustus het nieuwe
bedrijf van Heineken in de Gro
te Polder bezichtigen. Tussen
half vijf en zes uur worden de
Zoeterwoudenaren in de nieuwe
bedrijfsruimte van de bierbrou
werij verwacht
Burgerlijke stand
LEIDEN Geboren: Martinus Fran-
ciscus Theodoor. z.v. M. Elderhorst
en A. T. J. Schreurs; Daniël Nicolaas.
z.v. K. B. Koppe en M. Slootjes: Petra
Geertruida Agatha, d.v. P. M. van
Werkhoven en G. J. W. Verhart.
Overleden: A. J. Kroon. geb. 4 aug.
1890, e.v. A. Verdoes; N. J. Kikkert,
geb. 29 jan. 1975, zoon.
Gehuwd: A. W. J. Mostert en C. Booij.
Vfè&r
M—50 Ze marcheerden stoer door
het bos, maar werden onderweg
aangehouden door Mol. „Heedaar,
waar moet dat naar toe met die
bosbrigade?" „Wij trekken op te
gen de vijand, min of meer" ant
woordde Oehoeboeroe krijgshaf
tig. „Net wat ik dacht" zei Mol met men" besloot Mol onverstoorbaar,
een wijs gezicht, „Eucalypta na- „Wat jij? Een mollencomman-
tuurlijk. Als ik jullie een goeie dant?" schamperde Oehoeboeroe.
raad mag geven„Die hebben „Laat me niet lachen. Ze blazen
wij niet nodig" sprak Oehoeboe- jou immers zo weg." En toen deed
roe uit de hoogte. „Dan moeten Oehoeboeroe „Pfffoe!" en inder-
jullie mij tot commandant benoe- daad was Mol meteen weg.
Met veel waardering
voor het financiële be
leid als geheel, het ver
zorgen van stukken en
toelichting en met grote
erkentelijkheid voor het
vele werk, dat in de dio
cesane financiële sector
ook op vrijwillige basis
wordt verricht, heeft de
Diocesane Pastorale
Raad Rotterdam in zijn
vergadering van maan
dag het financieel jaar
overzicht 1973 en de be
groting voor 1975 be
sproken.
Het was overigens niet
de financieel-technische
maar de pastorale kant
van de diverse onderde
len die de leden van de
D.P.R. onder de loep na
men. Het Diocesaan Be
stuurscollege was in de
personen van de bis
schop, de algemeen eco
noom drs. H. van de
Ven, alsmede de vicaris
sen drs. W. M. I. van den
Ende en dr. W. J. van
Paassen aanwezig om
tekst en uitleg te geven.
Een van de vragen betrof het
financiële beleid ten opzichte
van priesters, die het ambt
verlaten. De overgang naar de
burgermaatschappij bleek als
regel geen grote problemen op
te leveren. Het beleid is er
mede op gericht hen zoveel
mogelijk katechetische en be
paalde pastorale taken te doen
vervullen en men is tevreden
over het werk, dat in deze
door bijna dertig uitgetreden
priesters wordt verricht. In
een enkele noodsituatie biedt
het bisdom soelaas, zonder de
schijn van liefdadigheid te
wekken.
Naar aanleiding van een vraag
over salariëring en ouder
domsvoorziening van priesters
en andere pastorale werkers
nu en in de toekomst zei drs.
Van de Ven, dat voor de pasto
rale werkers gemikt wordt op
een consumptief inkomen ge
lijk aan dat van priesters. Hij
verwees naar de vrij ingrijpen
de operatie, die momenteel
aan de gang is om priesters en
pastorale werkers onder de
zelfde arbeidsvoorwaarden te
brengen binnen een rechtspo
sitieregeling.
Voorts naar het overleg met
de regering om hen, die over
wegend geestelijke arbeid ver
richten niet langer uit te slui
ten van de sociale verzekering
en naar de harmonisering bin
nen vier jaar van de salarissen
van de priesters in de kerkpro
vincie. Al deze zaken kosten
veel geld en overleg, maar ge
streefd wordt naar volledige
vèrwezenlijking binnen een
periode van tien jaar.
Er was een vraag of het kri
tisch bekijken van investerin
gen in bedrijven met Zuidafri-
kaanse vestigingen niet diende
te worden uitgebreid naar be
leggingen van het pensioen
fonds. Enerzijds werd hierbij
gewezen op het mogelijke risi
co voor de pensioenen, ander
zijds werd gezegd, dat het al
dus snijden in eigen vlees wel
eens het meest waarachtige
zou kunnen zijn.
Of basisgemeenschappen zou
den kunnen rekenen op finan
ciële hulp en begeleiding, op
dat ze niet doodlopen, was een
vraag, die niet goed beant
woord kon worden, voorname
lijk omdat het karakter van
dergelijke gemeenschappen
zich ruet leent tot hulp en be
geleiding van bovenaf. Het is
juist het aardige, dat ze zich
zelf vormen, „ter linker- en ter
rechterzijde en in het midden
ook". Er was trouwens geen
vraag gebleken naar financiële
hulp. Zou die komen, dan
neigde econoom drs. Van de
Ven naar een behandeling, ge
lijk aan die voor de parochies.
Overigens werd erop gewezen,
dat er van de zijde van het
bisdom zo niet geld, dan toch
veel tijd en energie aan derge
lijke gemeenschappen wordt
besteed via jongerenpastoraat.
service-centrum, bedrijfsapos-,
tolaat en dergelijke.
Het vroegere seminarie Leeu
wenhorst te Noordwijkerhout,
nu ondergebracht in de beslo
ten vennootschap „Leeuwen
horst Congrescentrum" voor
kaderopleidingeq, congressen
en zomerse toeristische activi
teiten, kwam ook weer aan de
orde. Drs. v.d. Ven bestreed,
dat het onrendabel zou zijn.
Hij verwees nog eens naar de
opvatting van het Diocesaan
Bestuurscollege, geformuleerd
in 1973, dat het voeren van een
bedrijf niet bij het bisdom
thuishoort. Maar zolang er
voor Leeuwenhorst geen alter
natief is, moet men de opge
drongen rol van ondernemer
blijven vervullen.
In het eerste deel van de ver
gadering hadden de verschil
lende secties, waaruit de
D.P.R. is samengesteld in gro
te lijnen het werkplan geschet
st, waar mee zij, elk met een
eigen onderwerp, gaan werken
aan de opbouw van de geloofs
gemeenschap in het bisdom.
Delft neemt hierbij „kadervor
ming en toerusting" voor zijn
rekening, Leiden „geloofsvor-
ming en katechese", Den Haag
„kerk en samenleving" en Rot-»
terdam „bezinning en gebed".
Er werd nog eens aan herin
nerd, dat men daarbij moet
proberen „op tafel te krijgen
wat de gelovigen vragen".
KERK
EN
WERELD
Kardinaal Alfrink is door
paus Paulus in particuliere
audiëntie ontvangen. Zoals
gebruikelijk zijn geen mede
delingen over het onderhoud
verstrekt.
Kardinaal Alfrink heeft een
groep Nederlanders begeleid
die bij gelegenheid van het
Heilig Jaar een bedevaart
naar Rome maakten. Het be
zoek van kardinaal Alfrink zal
vermoedelijk een van de laat
ste zijn die hij als aartsbis
schop van Utrecht aan de
paus bracht. Hij wordt op 4
juli 75 jaar, de leeftijd waarop
een bisschop wordt geacht zijn
ontslag aan te bieden.
Binnen vijfentwintig jaar zal
meer dan de helft van alle
pastorale gezinskontakten ge
mengde gezinnen betreffen.
Dat is de situatie, waarop de
kerken zich nu zouden moeten
bezinnen, allereerst ter wille
van de kerkelijk gemengd ge
huwden. Aldus dr. A. Houte
pen, verbonden aan het Dioce
saan Pastoraal Centrum van
het bisdom Breda, in „Ten
minste", maandblad voor in
formatie en gesprek over de
verhouding Reformatie/Rome.'
Dr. Houtepen constateert, dat
de cijfers laten zien, dat het
gemengde huwelijk normaal is
en dat het homogene huwelijk,
dat wil zeggen het huwelijk
van twee mensen van dezelfde
levensovertuiging of geloofsge
meenschap, eerder uitzonder
ing is. Sinds 1965 is het aantal
gemengde huwelijken sterk
gestegen, namelijk van 17,5
procent in 1955 naar 31,3 pro
cent in 1972. In de bisdommen
Groningen, Rotterdam en
Haarlem liggen deze percenta
ges op respectievelijk 71,6, 56,1
en 55,1 procent. Voor de her
vormden, gereformeerden en
overigen variëren deze percen
tages van 58,7 tot 75,8 procent
in 1972.
Dr. Houtepen acht de toene
ming van het kerkelijk ge
mengde huwelijk geen voorbij
gaand verschijnsel. Hij ver
wijst hiervoor naar een NIPO-
onderzoek van 1970, dat uit
wees, dat 66 procent van de
katholieken, 63 procent van de
hervormden en 47 procent van
de gereformeerden een ge
mengd huwelijk juist achten.
Deze percentages zijn volgens
dr. Houtepen sinds het onder
zoek van het NIPO nog verder
gestegen.
De oorzaken voor de toene
ming van de gemengde huwe
lijken meent dr. Houtepen eer
der op maatschappelijk dan
op kerkelijk gebied te moeten
zoeken. De kerkelijke „tole
rantie" en de verbeteringen
sinds 1970 (wijziging van de
r.k. dispensatiepraktijk, ge
meenschappelijke verklaring
over het kerkelijk gemengde
huwelijk) zijn volgens hem
eerder te beschouwen als het
antwoord op dan als de oor
zaak van deze ontwikkeling.
Maar hij vraagt zich af of dat
antwoord adequaat genoeg
De kerkelijke maatregelen
hebben volgens dr. Houtepen
in elk geval niet geleid tot een
aanwijsbaar grotere kerkbe
trokkenheid van de gemengd
gehuwden. Ook het ontstaan
van zoiets als een „oecume
nisch huwelijk" blijkt slechts,
zeer ten dele verwezenlijkt
Hij constateert, dat de zorg
der kerken voor de gemengd
huwenden meestal slechts tot
de huwelijksdag beperkt blijft
Feitelijk zo zegt hij wor
den gemengd gehuwde christe
nen na hun huwelijk toch
weer als twee-eenheid behan
deld en niet als een eenheid
van christenen (kerk in het.
klein).
In verband hiermee merkt dr.
Houtepen onder meer op, dat
het niet voldoende zal zijn be
paalde vormen van gastvrij
heid te tolereren en dat van
zelfsprekend wederzijds. Het
zal erop aankomen de geza
menlijke deelneming aan el-
kaars eredienst te stimuleren.
Dr. Houtepen vraagt zich ten
slotte af of de tijd niet rijp is
voor de kerken samen met
jonggehuwden zich te gaan be
zinnen op de inhoud van de
christelijke levensweg, die nu
„tamelijk modieus als nieuwe
levensstijl allerwege in de be
langstelling staat". Een wat
uitgebreidere huwelijkskate-
chese zou zinvol zijn. Dr. Hou
tepen meent dat het gemengde
huwelijk binnenkort het
meest voorkomende geval
nu al een geschikt proefveld is
om een dergelijke huwelijks-
katechese uit te proberen.