Nederland staakt tegen Duitse onderdrukking Tienduizenden op drift door Atlantikwall AFBRAAK VAN EEN deel van Den Haag i Evacué's uit Scheveningen op weg naar oost-Nederland nssen 30 april en 5 mei 1943 Ezer dagen 32 jaar geleden jrd bezet Nederland lam gelegd lor een bijna algemene staking ihalve de Spoorwegen) tegen de litse onderdrukking. Fabrieken ilen plotseling stil, winkels ble- n gesloten, boeren deelden hun •Ik uit aan toevallige voorbijgan- rs en de Duitse bezettingstroe- werden op alle mogelijke ma ren lastig gevallen. Nederland id er meer dan genoeg van. Een Iplosieve landelijke aktie kon :t meer uitblijven, na wat men t dan toe van de bezettingstroe- en had moeten verduren. De maat is vol, zij het dan voor enkele igen, want de bezetter sloeg gena- lloos toe. Tientallen mensen wer- pn op straat doodgeschoten, zoge- jamd „op de vlucht", honderden hog eens honderden stakers en zeiaars werden opgepakt. Toen derland tenslotte te horen kreeg, voorlopig geen hulp van geal- erde kant verwacht kon worden, ik de openlijke tegenstand. Maar bezetter was gewaarschuwd, te desondanks barbaarse metho- [n door en lokte daarmee alleen iar nog meer zij het onder- inds en lijdelijk verzet uit. De 'eede Wereldoorlog was ook in Ierland aan zijn keerpunt be nen. oorzaken van de onverwachte explosieve iding bij honderdduizenden Nederlan- tussen 30 april en 5 mei 1943 waren :rlei. Direkte oorzaak was het Duitse >1, dat alle Nederlandse mannen tussen 35 jaar zich terstond moesten melden, zogenaamd in krijgsgevangenschap ge- ■d te worden. De oorlogskans keerde tamelijk op alle fronten tegen de Duitse De legers van veldmaarschalk Paulus bij Stalmgrad verslagen, in Noord- boekte de Engelse maarschalk Mont- y succes met de verovering op de rs van El Alamein, de geallieerden n hier én daar in Noord-Afrika, bij irwegen en in het noord-Franse Dieppê idingen uitgevoerd. De bezette gebieden ïtten met smart op een tweede front de Duitsers en de Duitse legers zelf :lden steeds meer dat de door hen uitge- :te Tweede Wereldoorlog zich tegen hen ig richten. Park Zorgvliet in Den Haag richtten de ïitsers zelfs een spion- en sabotageschool later gevolgd door een school bij Deven- de bezetter dan ook steeds meer maat- 'elen ging nemen tegen de hele bevolking de bezette gebieden, was ook in Neder- langzamerhand de maat vol. wij waren al lang geconfronteerd met tensonterende behandeling van de Jo in Nederland, die bij duizenden werden ipakt in hun huizen en op straat. En het s langzaam maar zeker tot heel wat Ne- rlanders doorgedrongen, dat de Nazi's ook Nederlandse Joden wilden uitroeien, on- nks protesten van kerkelijke zijde, van le goede burgemeesters, van zij het te inige politiefunctionarissen. Veel feller iter werden de protesten tegen de behan- ling van de hoogleraren en studenten, die ïslotte massaal (zeker 85 procent) weiger Generaal Seyffardt: begin 1943 geliquideerd den zich schriftelijk loyaal te verklaren te genover de bezetter. Geleidelijk-aan was de houding van het wetenschappelijk onderwijs tegen de nazi-maatregelen tot een ongekende spanning opgevoerd, vooral door de harde houding van Leiden. Maar de verzetshou ding van een groter deel van Nederland werd pas duidelijker nadat de Duitsers be gonnen waren met het fusilleren van vijf bekende Rotterdammers na een overigens mislukte aanslag in Rotterdam op een trein vol Duitse verlofgangers. Heel wat Nederlanders hebben geprobeerd, en meermalen met succes, om de Joden te helpen. Vooral Friesland zette zich in, om zoveel mogelijk Joodse kinderen te laten onderduiken. De Friezen zetten zelfs een reddingsploeg iri, die Joodse kinderen uit west-Nederland weghaalden. En Enschede met name wist honderden Joden te redden. Overal in Nederland vonden de Joden geluk kig landgenoten, die hen wilden helpen, zoals in de Haarlemmermeer, waar het boe rengezin Boogaard tientallen Joden een vluchtplaats bood. Zij het tenslotte dat enke le gezinsleden van deze familie hun menslie vendheid met de dood moesten betalen. Of die Amsterdamse postbode, die Jood wist te redden uit een razzia in de hoofdstad. Hij duwde de man een pak brie ven in de hand en trok hem mee als zijn hulpbesteller. Zo loodste deze onbekende Amsterdammer een Joodse landgénoot langs de Duitse en Nederlandse agenten. Maar toch, ondanks velerlei hulp, vraagt dr. L. de Jong zich thans af, waarom de Neder landers feller protesteerden tegen de grote fietsenvordering eind juli 1942 dan tegen de massale deportatie van de Joodse landgeno ten. Hij doet dit in deel 6 (twee boeken) van zijn standaardwerk ,Het koninkrijk der Ne derlanden in de Tweede Wereldoorlog", welk deel 6 thans is verschenen. De laatste tijd neemt de historische belang stelling naar al deze gebeurtenissen op een nog niet verklaarde wijze toe. Het lijkt of dr. De Jong hierdoor opnieuw géinspireerd is. Zijn stijl draagt in het thans verschenen deel 6 een zekere emotie, die verraadt, dat de historicus in de schrijver meermalen heeft plaatsgemaakt voor de mens, die zich nog steeds sterk betrokken voelt bij alles wat zich in de periode 19421943 (deel 6) heeft afgespeeld. Deze. emotie, deze span- Geallieerde landing in noord-Afrika Zwolse ning deelt zich mee aan de lezer, die deze periode eveneens heeft moeten doormaken en de dikwijls zeer hevige schokken ervan heeft, moeten doorstaan. De barbaarse Jodenvervolging is een onder deel van deze sterk emotionele spanning. Maar ook het studenten- en artsenverzet, de toenemende tegenstand van de illegaliteit, het lijdelijk verzet van steeds meer Neder landers, de gewetensnood bij zeer vele over heidsdienaren. Maar die emotionele span ning is ook terug te vinden in de fouten van vele andere Nederlanders; het te geringe verzet van politiefunctionarissen in bijvoor beeld Den Haag en Amsterdam, en ook van allerlei andere overheidsdienaren; de mede werking van N.S.B.-ers en jonge Nederlan ders, die zich vrijwillig meldden bij de S.S., of bij andere Duitse organisaties; het ver raad van weer andere Nederlanders om zichzelf te kunnen redden; het verkopen van de ene Nederlander door de andere Neder lander aan de nazi's enz. enz. Dat secretaris-generaal Frederiks van Bin nenlandse Zaken een van de top-ambtena- ren, die aanbleef ook zijn eigen fiets tijdens de grote vordering in juli 1942 kwij traakte (terwijl hijzelf de verordening voor het vorderen had doorgegeven) is in het totaal slechts een zeer klein incident Grote re incidenten deden zich voor, toen bijvoor beeld de Nederlandse generaal Seyffardt, die zich als militair volledig aan de Duitsers had verkocht op 5 februari 1943 in Den Haag door de Haagse zenuwarts Kastein (lid van de C.P.N.) werd doodgeschoten. Deze aanslag was voor de bezetter het sein, om de studenten en andere jonge Nederlanders nog harder aan te pakken. Zo voerde alles wat zich tot april 1943 Ln bezet Nederland had voorgedaan tot een verbitterde climax. Dat alles waren: de Jodenvervolging; de fietsenvordering; het neerschieten van Rot terdamse en Overijsselse gijzelaars na spoorwegaanslagen; de maatregelen tegen de studenten; het arresteren van steeds meer Nederlanders, waardoor in de eerste maan den van 1943 al tienduizenden Nederlanders in gevangenissen en concentratiekampen verbleven onder meer in de beruchte kam pen Amersfoort, Ommen, Vught. En verder waren de Nederlanders steeds feller gewor den door de massale evacuatie uit de kustge bieden van Den Helder tot Hoek van Hol land en verder het eiland Walcheren. Dat bevel kwam, toen de geallieerden er steeds meer blijk van gaven op het vasteland van Europa te willen landen. De beruchte Atlan- tikwall, waarvan nu nog steeds de sporen te vinden zijn, moest ook Nederland afslui ten tegen mogelijke invasies van de geal lieerde legers. Tenslotte, in alle staten geraakt door alles wat zich in Nederland door het groeiend verzet afspeelde kwam de bezetter met de fatale bekendmaking, dat alle Nederlanders, tussen 18 en 35 jaar zich eind april 1943 moesten melden. Het waren die Nederlan ders, die door hun leeftijd als. militair of ex-militair beschouwd werden. Door hen weg te halen wilde de bezetter de kracht van het zich verzettend Nederland breken. Het liep echter anders uit. Nederland ging van de ene op de andre dag spontaan in staking. Twente begon, Gelderland, Noord- Brabant en Friesland volgden, tenslotte gro te delen van Noord- en Zuidholland (zelfs het kleine Katwijk, ondanks het Duitse gar nizoen) en als laatste kleinere delen van Zeeland. Bij de Nederlandse Spoorwegen werd niet gestaakt Dat heeft in die dagen reeds aan leiding tot veel verbittering gegeven. Maar de toenmalige president-direkteur Hupkes meende, dat een voor het land en de voedsel voorziening zo vitaal bedrijf als de spoorwe gen niet stilgelegd kon worden. Hij heeft zich hiervoor na de oorlog tegenover de parlementaire enquêtecommissie uitvoerig verantwoord. Nederland was medio 1943 al op alles voor bereid, zelfs op het overnemen van de macht. Het Nationaal Comité, waarin ver schillende belangrijke Nederlanders onder voorzitterschap van de befaamde A.R.-politi- cus Jan Schouten zaten, had zijn globale plannen al gereed. Daarnaast doken steeds meer Nederlanders onder: medio 1943 waren het er al enkele honderdduizenden. De na men van dominee Slomp (Frits de Zwerver) uit Hardenberg en mevrouw Kuipers (tante Riek) uit Winterswijk zijn onverbrekelijk verbonden aan de hulp aan onderduikers. En daarvoor moesten weer distributiekanto ren en gemeentehuizen overvallen worden,, om de onderduikers en vele andere Neder landers aan kostbare bonkaarten en even kostbare persoonsbewijzen te helpen. De befaamde overval op het bevolkingsregister van Amsterdam in 1943 onder leiding van de kunstenaar Gerrit van der Veen, met hulp van onder meer de Voorburger C. L- Barentsen (hoofd distributiedienst aldaar) was daarvan het meest spectaculaire voor beeld. Dat alles is met een beheerste emotie en spanning vastgelegd door dr. L. de Jong in deel 6 van zijn befaamde standaardwerk. „Nederland, dat in de eerste drie bezettings jaren in zijn gedragingen over het algemeen, zij het vaak met lood in de schoenen, met de bezetter in de pas liep, is zich in het vierde jaar duidelijker gaan verzetten, meer dwars gaan liggen. Tot die ontwikkeling, tot die ommekeer, hebben de april-mei-stakin- gen zowel door hun bevrijdende werking als door de repressie waartoe de bezetter over ging, een wezenlijke, ja, onmisbare bijdrage geleverd", aldus het slot van deel 6 van dr. L. de Jong. Daarmee eer bewijzend aan de honderdduizenden Nederlanders, voor wie eind april 1943 de maat vol was. TON VAN DEN HOUTEN „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" deel 6 door dr. L de Jong populaire editie 924 pagina's 45,-. Staatsdrukkerij Den Haag, Martinus Nij- hoff Den Haag. De Duitse bezettingstroepen raakten in de eerste maanden van 1943 na diverse akties van de geallieerden op de bezette kusten van Europa en Noord- Afrika zo in paniek, dat zij besloten de kust te evacueren en de beruchte Atlantikwall te bouwen. Deze moest dienen ter afweer van eventuele land ingen. In west-Nederland ontstond daardoor een enorme chaos. Tienduizenden mensen moes- geëvacueerd worden. Stadswijken en dorpen werden geheel of voor een groot deel afgebroken. 'Dr, L. de Jong schrijft hier over in zijn zojuist verschenen 'deel 6 van zijn standaardwerk het volgende: h.Het meest uitgebreid waren de verwoestingen die in en bij *Den Haag aangericht werden, i De Scheveningse Bosjes en de helft van het Haagse Bos wer den gekapt en op de grens van Den Haag en Scheveningen en verder noord- en zuidwaarts (men zou kunnen zeggen: tus sen Wassenaar en Kijkduin) werd een zone van enkele hon derden meters breed met de grond gelijk gemaakt; midden in die zone werd een z.g. tank gracht aangelegd. Meer dan drieduizend woningen waren hier afgebroken. Met veel moeite werd bereikt dat Huis ten Bosch en het Catshuis ge spaard werden; eenzaam rezen zij in een kale vlakte omhoog. Overal verrezen bunkers. Die kwamen er ook bij de Vestin gen Scheveningen en Clingen- dael die aan enkele zijden met muren omgeven werden; in de praktijk betekende dat laatste dat men, waar .dat mogelijk was, de parterreverdiepingen van ontruimde huizen voor verdediging inrichtte. Al deze werkzaamheden werden vol gens Duitse aanwijzingen en onder leiding van gemeentelij ke diensten hoofdzakelijk door Nederlandse aannemers uitge voerd die er Nederlandse ar beiders voor in dienst namen. Velen onder die arbeiders wer den aangelokt door de uitste kende maaltijden die in veld keukens toebereid werden, door de „zwarte" lonen die de aannemers betaalden, en niet minder door het vooruitzicht dat men, in eigen land werk zaam ten behoeve van de Wehrmacht, beschermd was tegen uitzending naar Duits land. „In de piekperiode van opruimingen in Den Haag, ja nuari '43, waren er", aldus de Nederlandse opperofficier die na de oorlog deze materie grondig onderzocht, generaal- majoor der genie b.d. J. J. de Wolf, „onder veertien Neder landse en één Duitse aanne mer vijfduizendachthonderd man mee bezig. Men kan zeg- Den Haag en Scheveningen zwaar getroffen Tankgracht van de At- w i ai myi ov.1 li vai i uc ru- - lantikwall, dwars door Den - Haag/Scheveningen gen dat geen Duitser een vin ger naar deze zaak heeft uitge stoken." Zolang de Vestingen Scheven ingen en Ciingendael nog niet afgesloten waren (die afslui ting werd pas voltooid in de lente van '44), kon men er, aldus een Hagenaar, „de ledi ge straten doorwandelen, tus sen de onbewoonde huizen. Dit waren tochten van een diep aangrijpende triestheid; de aanblik was onvergetelijk, zij het ook troosteloos. Toen de afsluiting had plaats gehad en alleen de weinige bewoners verlofpassen hadden om binnen te komen, begon het systematisch leegroven der huizen. Wel hadden de bewo ners hun inboedels kunnen weghalen, maar vloerbedek king, sanitaire en verwar mingsinstallaties, ook kachels, had men moeten achterlate- n Alles werd uitgebroken en weggehaald tot kastdeuren, vloerplanken enz.; de hekken van de tuinen volgden, de tramrails werden uit de stra ten gebroken, in verschillende daarvan verdwenen ook de klinkers". Per 1 september 1943 waren bijna tweehonderdduizend personen geëvacueerd, van wie meer dan zestigduizend uit Den Haag en Scheveningen. Zij werden naar de Achter hoek en Overijssel overge bracht In Rijnsburg kregen de bewoners tot twee maal toe te horen, dat zij gee- vacueerd zouden worden, maar tot tweemaal toe werd dit bevel ingetrokken. Berucht werden vooral de ac ties van de uit NSB'ers be staande z.g. sociale politie in Den Haag die zonder enige rechtsgrond honderden asocia- len, maar ook vaak personen die allerminst asociaal waren, oppakte en op de trein naar Drente zetten. „Mij is altijd bijgebleven", al dus een sociaal werker, „de eerste trein met de honder- dacht asociale evacué's hon- derdacht van de achthonderd op wie in december '42 een klopjacht gehouden was („de rest was ondergedoken"). „Nog zie ik ze staan in de barre koude op het station te Hoogeveen. Ineengeschrom peld, schamel gekleed, met een handjevol armzalig overschot van hun eigendommen dat ze hadden mogen meenemen Ik begreep dat ze de dag niet loofden. Er waren ongehuwde moeders bij; er was voor hen een kamp met 't etiket „Voor prostituées met kinderen". Er waren armoedigen die terecht kwamen in een kamp van „vervuilden" In het Norgse kamp kwamen de „logements bewoners en zwervers". Er waren oude kolonialen bij die op kameri;es hadden geleefd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 11