Forellen
r
Nederlander properst
op zijn kinderen
ALS
THERMOMETERS
VOOR MILIEU
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Voor de aller-
ijverlgsten onder ons bestaat
het leven slechts uit werken,
eten en slapen. Voor de nik-
snutten uit slapen, eten en
luieren. De gTote massa com
bineert dit doen en laten en
waarschijnlijk is die gulden
middenweg ook het gezondst.
Op zijn tijd werken, op zijn
tijd ontspannen en op zijn tijd
eten en slapen. Wetenschappe
lijke onderzoekers hebben uit
gerekend hoe de volwassen
Nederlander, Fransman, Belg,
Pool, West-Duitser, Rus, Ame
rikaan en Joegoslaaf de be
schikbare 24 uur van „hun"
dag gemiddeld doorbrengen.
De doorsnee-Nederlander on
derscheidt zich in zijn doen en
laten niet al te sterk van zijn
collega's op deze aarde. Toch
zijn er twee duidelijke ver
schillen:
hij besteedt meer aandacht
dan de buitenlander aan de
verzorging van zijn kinderen,
maar voor de verzorging van
zichzelf gunt hij zich veel min
der tijd dan vele anderen in
de wereld.
De Fransman is een kampioen
in het eten, maar hij is ook de
grootste slaapkop. De Rus
scoort het hoogste aantal
werkuren, maar besteedt in
verhouding de minste tijd aan
het tafelen. De Amerikaan
doet het langst over inkopen,
neemt het intensiefst deel aan
het verenigingsleven en be
steedt van alle onderzochte
volken de meeste tijd aan de
produkten van de massame
dia, radio, televisie, boeken en
kranten. Aan zijn verdere ont
wikkeling schenkt hij erg wei
nig tijd.
Mag de volwassen Nederlan
der niet zo proper op zichzelf
zijn, de Nederlandse vrouw is
wel proper in de huishouding,
evenals haar Duitse collega.
Zo is er nog een aantal natio
nale eigenschappen in bijgaan
de tabel te ontdekken. Bij het
lezen van de cijfers is het ech
ter wel van belang zich te
realiseren dat het slechts om
een algemene doorsnee gaat.
De gemiddelden zijn berekend
nadat alle activiteiten van vol-
gedurende een gehele week bij
elkaar zijn opgeteld. Dit is ge
beurd, omdat de zaterdag en
de zondag nogal verschillen
van de handel en wandel van
de mensen gedurende de
werkdagen. Dat bijvoorbeeld
gemiddeld per dag niet meer
dan 4 uur wordt gewerkt,
komt omdat dit cijfer betrek
king heeft op een hele week,
terwijl bovendien is uit gegaan
van alle volwassenen in plaats
van het werkelijke aantal be
roepskrachten.
Nog enkele bijzonderheden
over de doorsnee Nederlander
en de manier waarop hij de 24
uren van de dag door zijn
handen laat glijden. Hij gaat
gewoonlijk om 11 uur 's
avonds naar bed, wanneer de
televisie is afgelopen en staat
's-morgens om 7 uur op. In het'
weekend blijft hij wat langer
onder de dekens.
Zoals reeds eerder opgemerkt,
de persoonlijke verzorging
móet het bij de Nederlander in
vergelijking met de tijd die
zijn buitenlandse „buurman"
eraan besteedt, ontgelden.
Hoewel 90 procent van de Ne
derlandse bevolking over een
ligbad of een douche beschikt,
blijft het gebruik daarvan
slechts beperkt tot gemiddeld
anderhalf maal per week per
persoon. Bij vroegere onder
zoeken bleek dat de douche
weieens als berghok voor ko
len werd gebruikt.
De tijd die de doorsnee Neder
lander aan het eten besteedt,
wordt grotendeels opgesou
peerd door de warme maal
tijd. Bij de een is dat 's mid
dags, bij de ander 's avonds.
De Nederlandse vrouw kijkt
dagelijks meer dan een uur
naar de televisie. Voor het le
zen van kranten en boeken
trekt zij gemiddeld zo'n 50 mi
nuten uit. Waar zij haar tijd
doorbrengt? In de kamer 9
uur, in slaapkamer 8 uur, in
de keuken 4 uur, in overige
vertrekken 1 uur en buitens
huis 2 uur.
De doorsnee Nederlander is
geen sportfiguur. Het ministe
rie van CRM heeft onlangs bij
een onderzoek, in samenwerk
ing met het instituut voor toe
gepaste sociologie, ontdekt,
dat liefst een kwart van de
bevolking helemaal niet aan
sport doet. Beoefening van
wedstrijd- en prestatiesport
blijft beperkt tot 10 percent
van de bevolking tussen 15 en
50 jaar. Maar de doorsnee Ne
derlander slaat hiermee vol
gens de tabel niet eens een
modderfiguur, want de Fran
sen en de Polen blijken in de
24 uren van de dag nauwelijks
een gaatie te kunnen vinden
om de spieren van hun li
chaam eens lekker los te
gooien.
24 UUR UIT HET LEVEN VAN DE MENS
De volgende tabel laat zien, hoe de bevolking van acht landen in doorsnee een etmaal van
een 7-daagse werkweek doorbrengt
slaap
persoonl. verzorging
maaltijden
werkuren
reistijden
huish. werk
inkopen
verzorging kinderen
verdere studie
verenig, leven
tv, radio, krant
gezelligh.
act sport
spel, hobby
onderweg
diversen
0.36
1.06
4.00
0.24
3,00
0.30
0.48
0.12
0.12
1.54
1.06
0.06
0.36
0.18
0.30
0.24
2.36
0.18
0.18
0.18
0.12
2.06
1.12
0.06
0.42
0.24
0.00
8.48
0.54
1.42
4.30
0.24
2.54
0.24
0.36
0.12
0.06
1.24
8.06
0.54
1.06
5.12
0.36
2.42
0.30
0.24
0.18
0.06
1.54
0.54
0.01
0.24
0.36
1 00
1.36
4.00
0.18
3.00
0.30
0.18
0.12
0.06
1.48
1.18
0.06
0.48
0.24
0.00
8.06
0.48
0.48
2.24
0 24
0.24
0.36
0.06
1.42
0.48
0.06
0.24
048
0.00
De doorsnee-Nederlander besteedt dagelijks 36 minuten
aan zijn hobby.
Beoefening van wedstrijd- en prestatiesport blijft in Neder
land beperkt tot 10% van de bevolking tussen 15 en 50
jaar. De doorsnee-Nederlander trekt er 6 minuten per dag
voor uit.
De Nederlandse vrouw kijkt dagelijks meer dan een uur
naar de t.v. Voor het lezen van kranten en boeken trekt
zij gemiddeld zo'n 50 minuten uit.
Flevocentrale
op „vismarkt"
Flevocentrale - Een reiger wiekt laag over het
water. Hij ruikt vis, maar hij kan er niet bij. Ook
tweebenige visliefhebbers zouden hier vergeefs
proberen een zootje aan de haak te slaan. De
regenboogforellen bij de Flevocentrale zijn net zo
veilig in hun. gazen kooien als een lustmoordenaar
in een gevangeniscel. De forellen zijn veel te
kostbaar om ze door onbevoegden in te laten
pikken. Ze leveren niet alleen smakelijk visvlees,
maar ook belangrijke biologische gegevens. In de
striemende regenvlagen, die de dijk van de Flevo-
polder geselen, blijven we maar even kijken naar
de vlotten met hun onderwaterkoolen. De vissen
hebben het behaaglijker. Ze zwemmen in opge
warmd water en ze voelen geen zuchtje wind. Wij
zouden dus wel gek zijn om nog langer de koude
regen in ons gezicht te laten zwiepen. We vluchten
naar het kantoor van bedrijfsdirecteur ir. K. Gor
ter om het verhaal te horen, hoe een elektriciteits
bedrijf op de vismarkt kwam.
„In 1964 zijn we hier maagdelijk gestart", zegt ir.
Gorter. „Ik voer toen met een bootje om het kunst
matige eiland, dat uit het IJsselmeer verrees. Er
stond nog niets. Nu hebben we hier een centrale,
die 460 Megawatt stroom kan opwekken en het plan
is om dat tot 4000 uit te breiden. Je begint niet
zomaar aan zo'n project Dus is er een uitgebreid
koelwateronderzoek aan voorafgegaan. Toen in '68
de eerste eenheid draaide, zijn we meteen met een
hele serie metingen begonnen. In samenwerking met
de Kema voeren we in bootjes rondom het eiland.
Op drie niveau's werden de temperaturen gemeten.
Je moet weten, of de werkelijkheid klopt met de
prognoses. Het viel allemaal goed uit. Wij willen
onze handen hier schoon houden, dus hebben we
van het begin af allerlei milieuonderzoeken gedaan.
De Flevocentrale ligt daar uitermate gunstig voor:
geen andere verontreinigers in de nabijheid. We
weten vrij nauwkeurig wat we de lucht insturen en
we hebben dat door een ander stooksysteem al
belaogrijk kunnen verbeteren. De uitworp van stik-
stofoxyden kon met de helft verminderd worden.
Ook het biologisch onderzoek is direct begonnen.
Het heeft geen zin om van alles te beweren over
milieuvervuiling, als je de feiten niet exact kent.
Daarom zijn hier regelmatig biologen van de Kema.
Ze vissen plankton uit het water en verzamelen
slakjes en torretjes".
Ir. Gorter was van huis uit meer archeologisch
géinteresseerd (hij is voorzitter van de Vrienden van
de IJsselmeermusea), maar nu vist hij zelf ook
Biologen en elektriciteitsmensen inspecteren de levende have van de Flevocentrale.
enthousiast mee. Of hij nu ook al die soorten
beestjes kan onderscheiden? „Welnee, die wormen
kennen mij toch ook niet".
Het bleef niet bij klein grut. Ook de vissen' werden
bestudeerd. Niet zozeer door de heer Gorter, maar
wel door drs. Koops en drs. Hadderingh. Biologen
van professie, die van Arnhem uit nagaan, wat de
Nederlandse elektriciteitscentrales in ons milieu
In het koelwater van de Flevocentrale drij
ven vlotten, waaraan gazen kooien zijn ge
hangen. De gezondheid van de vissen in die
kooien dient als graadmeter voor de milieu
reiniging.
winterslaap houden. Ze groeien dan niet of nauwe
lijks. Je zou ze naar zuid Frankrijk moeten brengen
om die groei door te laten gaan. De O.V.B. vroeg
ons, of ze ons opgewarmde koelwater niet kon
gebruiken. De investering bleek niet lonend, maar
waarom zou je in zo'n geval niet het spelletje van
Mohammed en de berg spelen? Er werd dus beslo
ten, dat de vissen naar ons water zouden verhuizen.
Eerst hebben we de koelwateruitlaat leeg gevist. Er
kwam maar even 17 ton vis uit dat stukje kanaal.
Het is nu afgesloten en de „wilde" vissen hebben
een strop. In onze eigen werkplaats hebben we
vlotten gebouwd met daaronder gazen kooien van
elk 6,5 kubieke meter inhoud. Daar worden de visjes
in gekweekt. We begonnen met vier eenheden, maar
door het vlotte verloop van de proef zijn er straks
twaalf vlotten en zal de O.V.B. helemaal commer
cieel gaan draaien".
's Winters gaan er forellen in de kooien en zodra
die voldoende gegroeid zijn, worden ze door „zomer-
vissen" vervangen, met name karpers. De vissen
worden automatisch gevoerd. Ze kennen na twee
dagen al het geheim van de voeder-silo die op het
vlot staat. Als ze met hun neus tegen een palletje
stoten, komt het voer omlaag. Het is met antibiotica
vermengd en de vissen krijgen een medische bege
leiding door de rijksuniversiteit te Utrecht. De 54000
forellen die in november '73 uitgezet werden, wogen
toen samen 2200 kg. Op 19 maart vorig jaar, dus
binnen een half jaar. waren ze zo gegroeid, dat er
7120 kg vis uit de kooien gehaald kon worden. De
karperproduktie van vorige zomer bedroeg 24000
kg.
Dat zijn aantallen om over naar huis te schrijven.
De experimentele fase is dan ook beëindigd en met
de O.V.B. is een contract gesloten. Wanneer alles
volgens plan verloopt, kan er per jaar 50 tot 60 ton
karper en 15 tot 20 ton forel uit het Flevokoelwater
komen. Dan zal de O.V.B. kunnen bogen op de beste
kweekresultaten ter wereld.
De vissen zijn buitengewoon gezond en dat vindt
ir. Gorter nog plezieriger voor de centrale dan voor
de O.V.B.
De Nederlander besteedt meer aandacht aan de verzor
ging van zijn kinderen dan de meeste andere aardbewo-
Forel vissen met een schepnet uit
kooi. Niet erg sportief, maar het gaat De
om de vangst. De vissen zijn vooral „thei l°n
meters" voor het milieu.
in
too
„Als het met die vissen goed gaat, betekent he, 5p(
wij hier met schone handen werken". Want
gaat het de Provinciale Elektriciteits Maatsch...,
Gelderland (waartoe de Flevocentrale behoort:
slotte om. Het is een milieu-experiment en Uit
blijft men aan doorwerken. Ir. Gorter: „Het cor onl
met de O.V.B. houdt in, dat zij in ons water J^el
„liggen", maar dat alle biologische informatit we
ons doorgespeeld wordt. Daar zijn we dan wee:
geheimzinnig mee. Alle resultaten van het milii j
derzoek, ook die van buiten de „kwekerij", leri
ongezien naar de Rijksdienst voor de IJsselme* j}T(
ders en internationaal wisselen we ook alle k< mi
uit. Wat dat betreft zijn de elektriciteitsmeftjp
verder dan de politici".
Italiaanse ingenieurs van het staatselektricil
drijf Enel, die in de Povlakte de biologische
gen van het opwarmen van koelwater bestuc
zijn in Lelystad de kunst al komen afkijke
omgekeerd hebben zij ontdekkingen gedaan,
men in Nederland weer van profiteert.
„Je maakt eiwitten en dat is natuurlijk belanj
zegt ir. Gorter. „Maar het belangrijkste is,
forellen ons de moed geven om verder
breiden. Je mag er nooit van uitgaan, dat iets j pi'
loopt, zolang er niets verkeerds gebeurt. Je
weten, dat je het goed doet".
Ik zeg niet, dat wij hier nu de wereld
hebben, maar er is nu toch meer duidelijkhei
de gevolgen voor het milieu bij het gebruil
„gekoelde" elektriciteitscentrales. Dat is allei
een spelletje. Het hoort er gewoon bij in hel
ne bedrijfsleven. Het spelletje van nietes-^
zinloos. Als wij het nu over het koelwatereffect]
de fauna hebben, weten we tenminste
ADRIAAN Blij
-t k0
ud»bi<