Grijze eminenties
van de revue gaan
de planken verlaten
,,'t Is niet mijn broer",
kreet die nog steeds
wordt gehoord
Eerste Paasdag, 30 maart,
ordt Herman J. J. Kaldewaaij
iventig jaar oud. Zo op het eerste
(ezicht een mededeling uit de re-
isters van de burgerlijke stand
geen hond warm of koud
onder zou behoeven te worden.
Maar het wordt anders wanneer de
burgerlijke stand van het arties
tenleven verraadt dat die zeventig
jarige meneer Kaldewaaij dezelfde
i» als Willy Walden, nog altijd
tctief op het Nederlandse revue
toneel.
het allerlaatste theatersei-
/oor Willy Walden en zijn
Onafscheidelijke partner-op-de-
planken Piet Muyselaar. De twee
ïrijze eminenties van het vader-
andse amusement zijn aan het uit
drijven na een 38-jarige borstcrawl
tegen de niet altijd even gladde
ilfstroom van het pure amuse-
entsleven in. Hun laatste revue
feet nostalgisch „Waar blijft de
ijd", n dat mag je je inderdaad
ferwonderd afvragen als je beseft
dat beide komieken eens nog bij de
ïote Buziau werkten en samen
tfn dik mensenleven lang al de
danken bevolken. Als zij ophou
den komt er een definitief eind aan
Revue, dat onnederlandse
Hengsel van glamour, glitter, plui-
Heveren, hooggeheven benen van
plslanke dames in strakke trico-
jes én de komische samenspraken
vbor twee heren. De een altijd als
de onnozelaar die met een hoge
Piepstem de wereld verhaspelt tot
een spraakwaterval, de ander als
de immer bekommerde, in tot cho
lerische hoogten opgefokte woede
stikkende tegenvoeter. Ze zullen er
straks niet meer zijn. Een weemoe
dig makende gedachte.
„Dat is het inderdaad", bekent Wil
ly Walden grif achter z'n boterham
met gehaktbal vlak voor z'n zoveel-
duizendste omkleedpartij tot één
van de dames Snip en Snap. „Eind
november is het afgelopen. Offi
cieel afscheid houden we niet. We
willen daarna graag nog eens iets
voor radio of televisie doen als ze
ons vragen, maar op het toneel, nee
dat niet meer. Het is gewoon beter
als we nu stoppen, nu het publiek
nog volop belangstelling voor ons
heeft. Want denk nou niet dat we
alleen nog maar voor de oudjes
onder de mensen spelen. Ga maar
in de zaal kijken. Vijfenzestig pro
cent van ons publiek is jong. En
het leeft geweldig mee. In feite is
't het leukste publiek dat we ooit
gehad hebben. Daarom ben ik de
laatste die je door zal zagen over
die mooie dagen van weleer. We
krijgen nog steeds bloemen van
onbekenden uit de zaal, nog steeds
staan er mensen na afloop op ons
te wachten om ons te bedanken.
Nee, ik heb 't liever over de goeie
nieuwe tijd".
Willy Walden interviewen zonder
dat partner Piet Muyselaar erbij is,
lijkt hetzelfde als stoken in een
goed huwelijk. Het tweetal staat 38
jaar samen op de planken: Nie
mand heeft 't ooit bijgehouden,
maar het zou best eens een wereld
record in theatersamenwerking
kunnen zijn. Menig echt huwelijk
is voor die tijd op de klippen gelo
pen, maar beide grijze heren heb
ben het al die jaren zonder crises,
weglooppartijen en ruzies gered.
,lk zal de gang naar het theater missen"
Een verbijsterend feit „Ach", zegt
Piet Muyselaar, „een kwestie van
gezond verstand en geluk hebben.
Je kan net zo goed een partner
treffen waarmee je constant over
hoop ligt. Misschien komt het wel
dat ik me al die jaren op het toneel
kwaad heb kunnen maken op Wil
ly. In het dagelijks leven hoefde het
dan niet meer".
De functies van Walden en Muyse
laar in de werkelijkheid lijken om
gekeerd evenredig aan hun taak op
de planken. Lolbroek Willy Walden
praat bezadigd zonder ophef,
„Muys" wil er af en toe wel iets
dat op een kwinkslag lijkt tussen
door gooien. Maar na een leven van
interviews is het heilige vuur er wel
af. Beide heren ontvangen je uiter
mate correct, alleen Willy Walden
opent het gesprek met „O u bent
van die krant die altijd slechte
kritieken over ons geschreven
heeft". Het blijkt zijn enige komi
sche bijdrage, zij het met een bitte
re ondertoon want er zijn nogal
eens hautain-hartige woordjes aan
het kolderieke duo gewijd. Willy
Walden: „De kritici hebben zich
altijd een beetje te goed gevoeld
voor ons amusement. Alsof ze zich
schaamden om tussen al die la
chende mensen te zitten. Gelukkig
heeft het publiek zich daar nooit
wat van aangetrokken. We hebben
altijd voor volle zalen gespeeld. En
we doen het nog steeds. Dat de
revue ophoudt, komt ook door de
ongelooflijk gestegen kosten. Zestig
mensen op het toneel betalen met
alle sociale lasten is niet meer haal
baar. Vandaar dat we met dit klei
ne revuetje op een prettige manier
afscheid nemen. En vraag me nou
niet wie de revue-fakkel van ons
over moeten nemen in Nederland.
Dan kan ik wel zeggen het duo
Cox—Halsema of zo, maar dat doe
ik liever niet. Je gooit daarmee alle
anderen overboord en je krijgt er
alleen maar kwaaie gezichten
Voorzichtigheid is zelfs bij twee in
het vak vergrijsde komieken nogal
moeder in de uitsprakenkast. Al
keren zowel Walden als Muyselaar
zich duidelijk tegen een aantal fa
cetten van het modernere toneel
televisie- en filmvertier. Walden:
„Als ik televisie zie vraag ik me wel
eens af waarom dat nou altijd
moet. Je hoort schuttingwoorden of
het niks is. Moet dat nou humor
voorstellen? Wij hebben het altijd
gedaan zonder een onvertogen
'woord op het toneel. Goed, we
zeggen meer dan vroeger. We heb
ben 't nu ook over de pil. Maar we
hebben altijd vermeden dat het
publiek zich aan ons ergerde. Onze
teksten waren altijd zo dat ouders
rustig met hun kinderen naar de
revue konden komen". Piet Muyse
laar valt hem bij: „Aan politiek
hebben we ook nooit gedaan. Er
zitten mensen van misschien wel
honderd verschillende tinten in de
zaal. Als ik aan politiek doe maak
ik of een katholiek kwaad of een
socialist. En we willen voor iede
reen spelen. Ik ben naar die film
Emmanuelle geweest. Nou moet ik
pier wordt door de heren Snip en
Snap bij tijd en wijle weer eens
gniffelend uit de portefeuille gevist
Muyselaar: „Zo lang wij met onze
revue nog mensen met bussen vol
uit de provincie kunnen trekken
zonder een centje overheidssteun is
het toch prachtig genoeg?"
Na november is het voorgoed uit
met de komische kuren van de
heer Muyselaar (75) en de heer
Walden (70). Ze zullen niet onder
luid protest ophouden, maar ge
makkelijk zal die nieuwbakken Stil
te M niet vallen Willy Vlldn „Je
zal die gang naar het theater mis
sen, hé, al staan we dan nu al niet
meer de hele week achtereen op
het toneel. Tenslotte hebben wc 38
jaur lang 300 keer pej jaar zonder
mankeren onze sketches afge
draaid. Maar ik weet best dat Je
niet door kan gaan tot je met stok
jes overeind moet worden gehou
den". Maar het volledige, zoete
niets-doen ziet Willy Walden nog
niet zo zitten. „Ik wil best hier en
daar een gastrolletje doen op de
televisie. In zoiets als je vroeger
had, Pension Hommeles. En Piet
misschien een dramatisch rolletje.
En ik zou best amateurs willen
helpen met de regie van een revue
tje. Nee, niet 't beroepstoneel. Daar
hebben ze mij niet nodig. Daar
hebben ze goeie krachten genoeg.
Ik zie wel wat er van komt Ten
slotte heeft een krant in Den Haag
in 1945 geschreven: Naar wij verne
men is de heer W. Walden omgeko
men bij het bombardement op het
Bczuidenhout. En ze zeggen dat
wanneer je je eigen doodsbericht
leest, je nog heel oud kan worden".
BERT JANSMA
zeggen dat die juffrouw Kristel
meer talent heeft dan ik dacht,
maar waarom nou toch al die sex?
't Is je reinste pornografie en 't
lijkt wel of 't niet meer zonder kan.
Het ergste wat wij zeggen is „Mijn
vrouw is me ontrouw". En tot voor
kort zeiden we nog: „M'n meisje
houdt niet meer van me".
Culturele hoogstandjes hebben
Walden en Muyselaar nooit ge
maakt Maar ze zijn tijdens hun
lange theaterleven wel bijna-huis-
genoten geworden van miljoenen
landgenoten. De kreet ,,'t Is niet
m'n broer", uit een van hun sket
ches, hoort het duo nog geregeld
op straat en in Hoogeveen kwam
kortelings nog een dume ontroerd
uan de artiestenuitgang meedelen
„dat ze het zo jammer vond dat
haar kleine kinderen dit nooit meer
konden zien". Walden: „Die dank
baarheid is 't fijnste dat Je kan
meemaken. Dat het publiek nog
steeds je handtekening wil en je
adoreert. Zonder dat je ooit een
cent subsidie hebt gehad".
Muyselaar: „Daar zijn we trots op.
En Sleeswijk ook. Trouwens, hij
zou nooit subsidie gewild hebben.
Het houdt alleen maar in dat je
dan meteen betutteld wordt over
wat je mag brengen en wat niet".
De enige culturele berichtgeving
rond hot duo stond per vergissing
in een Rotterdamse agenda alweer
wat jaartjes geleden. Onder een in
serieuze rouwrand gevatte aunkon-
digihg van een uitvoering van de
Matthiius Passion, vermeldde de
tekst: Het geheel onder leiding van
de heren W. Walden en P. Muyse
laar. Het desbetreffende stukje pa
i