Boekje open over kwalijke eigenschappen van Rijnsburgers ,Waar blijft Pleuntje?" NEDERLANDSE LES VOOR BUITENLANDSE MOEDERS: „EEN BITTERE NOODZAAK" Hans de Raad gewillig oor schaak- jeugd Katwijk ZATERDAG 22 MAART 1975 li LEIDSE COURANT PAGINA 5 RIJNSBURG Abortus provocatus, kindermis handeling, overspel, echtscheiding en zelfmoord zijn geen specifieke handelingen waarop de moderne 20e eeuw patent heeft. Eeuwen geleden ging het er al net zo aan toe. De geschiedschrij ver J.B. Glasbergen heeft op papier gezet wat er zich zoal aan ongebruikelijke handelingen en misdrijven in Rijnsburg afspeelde tussen 1600 en 1800. Een speuractie die hem niet al te veel problemen zal hebben opgeleverd want zijn informatie kon hij putten uit gaaf gebleven Rijnsburgse criminele dingboeken, waarin een boekje wordt opengedaan over een groot aantal vaak pikante, in Rijnsburg gevoerde rechtzaken. Een bloemlezing daarvan komt voor in het boek "Duizend jaar Rijnsburg". Hieronder een een greep daaruit. Abortus Provocatus „Wille^ Baron, alias De Ruyter, herbergier in het Rechthuis, had al een half jaar tevergeefs getracht zijn dienstmaagd, de 17-jarige Leunt je Gerritsdr. Colijn, "tot oneer te brengen". Op zekere avond, toen Maartje Ariendr. Lipsius, zijn vrouw naar Leiden was, had hij het meisje gelast zijn bed opnieuw op te maken. Terwijl zij daar mee bezig was, had Baron de voordeur gesloten en nam, op kousenvoeten genaderd, "haar onver hoeds ende verradelijk van agteren aangetast ende met het ijterste geweld op het bedde gewor- Echtscheidin°r maal bij nacht en ontij het bed en het huis uitgejaagd, "haar dreigende met een mes in de huit te willen brijen, zodat zij genoodzaakt is geweest in de stal bij de koeijen of te ergens in de schuur te vernachten". pen. Toen zij hem later vertelde dat zij zwanger was, had Baron gezegd: "Het sal geen nood hebben, ik weet wel raad daartoe. Hij gaf haar enige kruiden, die zij moest koken en innemen en als dat niet zou helpen zou zij zeepsop moeten drinken". Mishandeling Ingetje Leendertsdr. van der Voet had het niet erg getroffen met haar echtgenoot, Comelis Si- monsz. Groenendijk. In het dingboek staat: "In zijn dronkenschap behandelde hij zijn vrouw op beestachtige wijze," "haar bont en blauw nijpen de en met voeten het huis uit schoppende". In de winter van 1709 had hij haar meer dan vijftig In 1739 verklaarden Willem Langeveld en Maart- je Glasbergen dat zij waren getreden in de "Heiligen Egten Staat, maar dat zij ter contrarie, zijn geraakt in veele hooggaande verschillen, twisten en oneenigheden", zover zelfs, dat hun huwelijk "heeft gestrekt tot ontstigting en ergenis van hun eevenmensch, tot ophooping van veele zonden, waardoor de naam Gods onteerd en hun verderf na ziel en lichaam te wagten was." Na een vergeefse verzoeningspoging keurden sche penen, zij spraken destijds in Rijnsburg recht, het contract goed. Overspel "Overspel was strafbaar. In 1650 had de baljuw Herman (rechterlijk ambtenaar) op deze beschuldiging Pieter Cornelisz, Coetsier en Maritgen Pietersdr., de huisvrouw van Claes Gerrtsz Wielmaker, laten arresteren. De hoofdofficier wilde ten aanzien van Maritgen van strafvervolging afzien als ze binnen drie maal 24 uur de heerlijkheid zou verlaten. Indien ze binnen zes jaar terugkeerde zou ze "exemplairlijek" worden gestraft. Hoe Pieter Cornelisz gevonnist werd, is niet bekend. Waarschijnlijk heeft hij met de baljuw een schik king getroffen, waardoor hij van strafvolging gevrijwaard bleef." Tot moord of doodslag, zo blijkt uit de dingboe ken, is het in Rijnsburg in beide eeuwen nooit gekomen. Wel zijn twee gevallen bekend van dood door schuld. Beide keren betrof het i ongeluk met een vuurwapen. Glasbergen schrijft dat de voorouders van de j Rijnsburgers mensen waren van vlees en bloed, die veel kwalijke eigenschappen niet vreemd I waren. "Maar ze bezaten ook veel goede kwalitei- aalidachr'11 kreS'n die rechUaken mmder Hel gebouw dat in vroeger dagen mede als de a Amsterdam gevangenis van Rijnsburg diende. Noordwijkerhout Haar bed staat opgemaakt. Het zilveren bestek voor het eten ligt gereed in de keukenkast. De verwar ming kan zo worden aangesto ken. Toch blijft Pleuntje, het veelbesproken eenzame vrouw tje, dat jarenlang met talloze honden en katten gelukkig woonde in een vervallen huisje midden in het uitgestrekte bol lenland in De Zilk, weigeren haar intrek te nemen in een riant houten huisje dat de ge meente Noordwijkerhout voor haar heeft laten neerzetten vlakbij het Steengrachtkanaal. Zoals wij al eerder schreven brandde vorig jaar op onver klaarbare wijze haar sterk ver vuilde huisje volledig uit, vlak nadat de brandweer het met speciale apparatuur had onts met. De gemeente Noordwijker hout trok zich toen het lot van Pleuntje aan en liet voor haar een fraai nieuw onderkomen neerzetten met alles d'r op en Een paleisje vergeleken met het schamele krotje waar ze vroeger in woonde. Maar het lijkt er nu op dat de gemeente Noordwij kerhout ruim tienduizend gul den voor niets uit gaf want Pleuntje, die de sleutel van het nieuwe huisje bij zich draagt, laat zich in Noordwijkerhout nog steeds niet zien. Ze zwerft de laatste maanden wat rond in de omgeving en het enige teken van leven zijn de brieven die zij regelmatig naar de gemeente stuurt. üvde laatste brief, ongeveer een rr^and geleden, schrijft ze dat ze de gemeente een proces gaat aandoen. Ze vindt het maar niets dat nieuwe huisje met die deftige meubelen, dat warme bed en zo'n grote warme kachel. Ze wil dolgraag weer terug naar het oude vertrouwde lapje grond langs de Zilkerduinweg waar ze zo gelukkig leefde met al haar honden en katten. In haar „gemeentewoninkje" mag Pleuntje maar een paar dieren houden. Maar beslist niet Het „gemeentewoninkje" van Pleuntje van Poelgeest (boven), de „deftige" meubel tjes in de eetkamer (links onder) en het volledig ingerichte keukentje (rechts onder). die twintig of dertig, die zij ge wend was rond haar heen te hebben. De gemeente is name lijk bang dat het anders bij Pleuntje weer een janboel wordt. Pleuntjes houten huisje staat inmiddels vanaf Kerstmis leeg. En zolang Pleuntje niet voor Pleuntje bestemd en dat komt opdagen blijft dat zo. Wet- blijft voorlopig zo", houder Leo Koelewijn: „We we- Vlak bij het Steengrachtkanaal ten dat tientallen mensen er dol- woont ook Noordwijkerhouter graag hun vakantie in zouden Gerard van der Slot. Zoals wij willen doorbrengen. Maar we een paar weken geleden reeds hebben het huisje nu eenmaal uitgebreid schreven, woont Van der Slot, die altijd een zwervers bestaan heeft geprefereerd bo ven een vaste woonplaats, daar onder erbarmelijke omstandig heden. Vlak bij de vuilnisbelt woont hij tussen wat houten schotten. Hij wordt er belaagd door ratten en koude want Van der Slot's „huisje" zit vol sple ten en gaten en de regen valt door het dak naar binnen. Van der Slot is vlak bij de belt bezig met de bouw van een gro ter en steviger huisje om daar in de toekomst met zijn aan staande echtgenote en haar twee kinderen te gaan wonen. Maar de gemeente wil dat niet want v.d. Slot woont er illegaal. Hij moet vertrekken. De moei lijkheid echter is waar naar toe?' Is het huisje van Pleuntje soms geschikt als tijdelijk onderko men voor Gerard v.d. Slot, die na moeilijkheden in zijn leven, toch nog met een gezinnetje ge lukkig wil worden? Wethouder Koelewijn ziet het niet zo zitten dat V.d. Slot ver huist naar het huisje van Pleun tje. „De moeilijkheid", aldus Koelewijn, „is dat de eigenaar van het stukje grond waarop het huisje staat, wel Pleuntje daar wil laten wonen. Maar we weten niet of hij toestemming geeft aan Van der Slot. Deze heeft inmiddels laten doorsche meren dat hij eventueel wel in een caravan wil gaan wonen. Als hij dat persé wil zullen wij zeker overwegen hem daarbij te helpen. Maar de moeilijkheid wordt dan weer dat we die cara van illegaal ergens moeten plaatsen. En eigenlijk kan dat alleen op het woonwagenkamp in Leiden. Maar daar kampt men met ruimtegebrek. We kunnen ze onmogelijk in de steek laten. Ze horen bij ons, ook al houden ze er een wat vreemde manier van leven op na". Herman van Amsterdam LEIDERDORP „Het ondenvijzen van Nederlands aan vrouwen van buitenlandse werknemers is gewoon een noodzaak". Dit is de mening van Liesbeth Thielen, medewerkster van de stichting bijstand buitenlandse werknemers „Rijn en Lek". Vandaar dat sinds septem ber vorig jaar Leiderdorpse moeders onder haar leiding les geven aan Turkse en Marokkaanse moeders. Sinds een jaar bezoekt Liesbeth Thielen gezinnen van buitenlandse werknemers voor de stichting „Rijn en Lek". Zij probeert de vrouwen, die meestal pas sinds twee jaar of korter in Nederland wonen, wegwijs in de Nederlandse samenleving te maken. Al spoedig bleek haar dat het zelfstandig functioneren van de buitenlandse gezinnen afhankelijk was van het vermo gen van de vrouw zich verstaanbaar te maken. „De meeste vrouwen spreken geen of zeer gebrekkig Neder lands. Wanneer je daar geen verandering in weet te brengen, is het helpen van deze gezinnen hetzelfde als het dempen van een bodemloze put", zegt Liesbeth. „Zij blijven dan afhankelijk van hulp van buitenaf'. wethouder Tichler van Leiderdorp. Er waren wat moeilijkheden met de buitenlandse kinderen, die de gewone basisscholen bezoeken. „Toen heb ik het onder werp onmiddellijk aangekaart. De flatcommissie van de Schansen en de Dreven was daarna bereid mede werking te verlenen bij het zoeken naar vrijwilligsters". Er melden zich zestien vrouwen, waarvan er nu tien lesgeven. Zij bezoeken de buitenlandse vrouwen, een uur of twee uur per week. „Er is vreselijk veel geduld voor nodig", aldus Liesbe th. „De meeste vrouwen zijn nog nooit naar school geweest en kunnen dan ook niet tellen of lezen in hun eigen taal". De stichting verlangt van haar vrijwillig sters geen speciale opleiding in het lesgeven, maar wel moeten zij minstens een jaar vrijwilligster blijven. Eenmaal in de drie maanden houdt Liesbeth een bijeenkomst met haar vrijwilligsters. „Op die bijeen komst worden ervaringen uitgewisseld. Je staat er dan versteld van hoeveel creativiteit de lesgeefsters ontwik kelen in hun methodes". Tevens zijn deze bijeenkom sten bedoeld om de vrijwilligsters te motiveren. Vrijwilligsters Afgehaakt Het idee van de stichting „Rijn en Lek" kreeg vorig jaar vorm toen Liesbeth een gesprek engageerde met Van de groep, die in september begon, hebben verschil lende buitenlandse vrouwen afgehaakt. „Het vergt van hen ontzettend veel. Sommige van de vrouwen, waren niet gemotiveerd. Hun man had mij gezegd dat ze het wel wilden, dat bleek achteraf niet waar te zijn. Een andere vrouw wilde persé terug naar haar eigen land en zag er dus de noodzaak niet meer van in". Aanvankelijk werd er geprobeerd in groepjes les te geven. „Dat werd een fiasco", vertelt Liesbeth Thielen. „De ene vrouw bleek veel meer te kunnen of al te weten, dan de andere". Vandaar dat er nu door de lesgeefsters bij de buitenlandse vrouwen thuis wordt onderwezen. „Soms gebeurt het dan wel dat de lesgeef- stér het hele gezin Nederlands geeft". Ook in Leiden is men actief in het geven van Neder lands aan buitenlandse vrouwen. In de Merenwijk werkt Greetje Kemperman met groepjes van Turkse vrouwen. Het zijn er daar in totaal vijftien. Tevens is de werkgroep Leiden voor buitenlandse werkne mers op dit gebied werkzaam. Elisabetb Vogels Van onze correspondent Katwijk „Hoe zetten we koning nu in één zet mat?"Ecn I van de twintig jongens steekt zijn vinger op maar hij is nau welijks klaar met die beweging of hij schreewt al: „Heel een voudig meester, gewoon het paard naar F1". Het gebeurt in een handarbeid- lokaal van de Mr. van den Brugghenschool, een lagere school in de Katwijkse wijk „Hoornes" De tafels liggen niet bezaaid met houtkrullen, spij kers of hamers, maar met schaakstukken. Tegen het bord is een demonstratie-bord ge plaatst en een schaakinstructeur legt probleempjes voor aan de enthousiaste scholieren. Het is Hans de Raad. 26 jaar oud. pedagogie student, jeugd schaakleider van de schaakver eniging „Katwijk" en sinds en- kele jaren op scholen in Katwijk actief als schaakinstructeur Be- halve de mr. Van den Brugg henschool zijn er nog 16 andere j Katwijkse onderwijsinstellin gen, waar hij schaakles geeft. ENTHOUSIAST Hoe is 't zo gekomen, is dan de geëikte vraag. „Vanuit de schaakvereniging, waar ik jeugdschaakleider ben, ontstond het plan een competitie voor de lagere scholen te organiseren", aldus Hans de Raad. „De onder wijzers juichten het toe en za gen ook hoe enthousiast de jon gens en meisjes waren. Het ont brak velen echter aan kennis van de spelregels en zo rolde ik, ik weet niet meer precies hoe dat destijds is gegaan, in het les geven. Het begon bij één, maar al gauw vroegen ook andere scholen mij schaakonderricht te geven", zo vertelt schaak-,.mees ter" De Raad. Het aantal scholen groeide in twee jaar naar maar liefst 17. Hoofdzakelijk zijn het basis scholen (13), verder 2 Mavo's, 1 Havo/Atheneum en 1 LTS. Op de lagere scholen zijn het vooral leerlingen uit de vierde, vijfde en zesde klassen die in groepjes van 10 tot 20 schaakles krijgen. Hier en daar zijn er ook kinde ren van lagere klassen bij. „Wanneer ze zo jong beginnen wordt het wel eens te moeilijk voor ze. Vooral de paarde- sprong levert dan vaak proble men op. Ik heb ervaren, dat je het beste bij de vierde klas kan beginnen." zegt hij, nadat hij een jongen nog eens uitlegt dat een pion alleen schuin naar vo ren kan slaan. I Deze schaaklessen worden op de meeste scholen in vrije uren gegeven. Kan het nog niet inge- past worden in het lesrooster? „Als het aan mij of aan de meeste onderwijzers ligt. dan is het antwoord direct ja. De in specteur is echter de man die het voor het zeggen heeft" Het zou wel geweldig zijn, want er moet nu wel eens het een en ander geïmproviseerd worden. MATERIAAL Dc meeste scholen hebben geen behoorlijk materiaal. Meer dan een enkel schaakspel is er niet. De schaakborden die we gebrui ken zijn van de schaakvereni ging „Katwijk"." Hans de Raad geeft momenteel al zijn beschikbare tijd aan het jeugdschaken in Katwijk. De kinderen betalen 0.50 per les (van één uur). DIPLOMA'S Behalve stencils met theorie ge bruikt hij het boek „Jeugd- schaak". Wanneer de leerlingen de spelregels beheersen en en kele eenvoudige spelsituaties aankunnen, worden zij in de gelegenheid gesteld het „Pion- nendiploma" te behalen. Heel wat Katwijkse scholieren heb ben inmiddels dat papier boven hun bed hangen. Het is 'n diplo ma dat wordt uitgegeven door de K N.S.B., de Nederlandse schaakbond.Er zijn nog twee of- fidële examens. Een bezitter van het „pionnendiploma" kon opgaan voor het „torendiploma" en daarna (op basisscholen komt men hier niet aan toe) het ..koningdiploma". Zelf blijft Hans dc Raad ook studeren. Eind februari behaal- de hij in Roosendaal het diplo ma „Jeugdschaakleider" en in Utrecht volgt hij nu Weer een cursus „schaakinstructeur". In Leiden staat hij dan ook nog eens ingeschreven als student „Pedagogie". Daar heeft hij ech ter helemaal geen tijd meer voor. Het schaken slokt hem op. Het kan ook niet anders wan neer je op 17 scholen onderricht geeft en cursussen moet volgen Het is allemaal niet voor niets. Integendeel. Zowel jongens als meisjes volgen enthousiast de lessen. Aandachtig volgen ze de tien minuten theorie en duiken daarna, als na de toestemming bij het zwemmen om het water in te gaan, in een schaakspelle- I tje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5