Rijnsburg maakt zich op voor de begrafenis van de graven en gravinnen bij LFC gaat weer op zoek naar nieuwe voorzitter Morgen promotie-wedstrijden zaalhandbal Nolen: had graag mijn werk Alphia willen afma ken..." PAGINA 4 LEIDSE COURANT ZATERDAG 15 MAART 19 A De bouw'van de grafkelder in volle gang. Frans Luyckx gooide al na drie maanden bijltje neer Van onze sportredactie LEIDEN De voetbalvereniging LFC heeft niet lang gebruïK kunnen maken van de diensten van interim-voorzitter Frans» Luyckx. De man die de hamer overnam van de wegens ziekte niet meer beschikbare ex-voorzitter Henk Holswilder beslod I reeds na drie maanden om het bijltje er maar weer bij neet te gooien. Of beter gezegd de zaak maar weer cadeau te doen aan vice-voorzitter Den Dubbelden, want dit bestuurslid had ook in de periode tussen het vertrek van Holswilder en de komst van Luyckx (ruim een half jaar) het voorzittersgereed schap gehanteerd. Tot aan de volgende jaarvergadering zal hij dat blijven doen. Onderwijl wordt nog steeds uitgekeken naar dé geschikte man. Toelichting Vice-voorzitter Den Dubbelden is best bereid om enige toelich ting te geven op de gang van zaken rond het terugtreden van Frans Luyckx. Dit in tegenstelling tot Luyckx zelf, die niet van zins is de beweegredenen rond zijn zo plotselinge en vroege vertrek in woorden gestalte te geven. Vice-voorzitter Den Dubbelden: „Laat ik voorop stellen, dat er evenwel niets aan de hand is. Bij LFC gaan de zaken het gewone gangetje en er is zeker geen reden voor eventuele geruchten of voor allerlei wilde speculaties. Toen Holswilder noodgedwongen terugtrad heeft het bestuur van LFC, na onderling beraad uiteraard, besloten om zijn taken te verdelen en zijn plaats voorlopig open te laten. De constellatie van het bestuur was dermate, dat wij geen heil zagen in onderlinge verschuivingen. Het bestuur functioneerde goed en dus kon er rustig gezocht worden naar een geschikte man die Holswilder's plaats kon overnemen. Welnu, er werd gezocht in de vereniging zelf, maar op dat moment kwam de juiste figuur niet naar voren. Hetgeen bleek op de jaarvergadering in augustus. Geen nood aan de man, want organisatorisch gezien zat alles goed in elkaar, dus we konden de kat uit de boom kijken," aldus Den Dubbelden. Dus bleef de plaats van Holswilder vacant maar de ex-voorzit ter zelf kwam op bepaald moment met zijn vervanger aanzet ten. Het bleek een man van buiten de vereniging; een iemand die het graag wilde proberen- „Ja, Henk kwam dus met de heer Luyckx aandragen en het leek ons een geschikt man om de scepter te doen zwaaien. Hijzelf dacht aan een maand genoeg te hebben om ingewerkt te raken; het bestuur stelde voor om het rustig aan te doen en daarvoor een periode van drie maanden uit te trekken. Met de jaarvergadering in aantocht zou hij dan voldoende op de hoogte zijn van het reilen en zeilen van de club om zich als een goed voorzitter te presenteren", meent Den Dubbelden. Maar het liep allemaal heel anders, want na de periode van drie maanden moest het LFC-bestuur middels een briefje van de heer Luyckx vernemen dat hij van verdere werkzaamheden voor de club afzag. Communicatie bleek niet mogelijk. Den Dubbelden: „De reden van Frans Luyckx om de pijp aan Maarten te geven is persoonlijk, dus daar ga ik liever niet op in. Eén ding is zeker: hij startte misschien wat té enthou siast. Maar een voetbalvereniging leiden is tegenwoordig geen sinecure meer. Het is keiharde werkelijkheid waarin je moet trachten als amateur professioneel te denken. Geen eenvoudige opgave, zeker niet wanneer je in feite geen echte clubman bent. Ben je dat wel, dan neem je veel voor lief; ben je het niet, dan ga je snel tegen allerlei dingen zitten aanhikken". Op de vraag wat er nu moet gebeuren heeft Den Dubbelden zijn antwoord meteen klaar. „Ik heb al gezegd, dat er niets aan de hand is. We hebben net een uitstekend forum achter de rug, we staan aan de vooravond van de 25ste versie van het Zilveren Molentoernooi, terwijl we nog een aantal belang wekkende zaken in petto hebben. We hebben al die tijd zonder voorzitter gewerkt en het zal ook nu wel lukken, tenminste gezien de ervaringen. We concentreren ons op het behoud van het eersteklasserschap en op ons zilveren toernooi. Ondertus sen blijven we rustig uitkijken naar een geschikte figuur voor het voorzitterschap. Geen paniek, dus." Vice-voorzitter Den Dubbelden voelt er overigens niets voor om zelf in aanmerking te komen voor het praeses-baantje. „Nee, dat is beslist niets voor mij. Ik ben zelf van buiten gekomen en hoewel ik mijn bestuursfunctie met volle overgave vervul voel ik mij niet geroepen om op het podium te verschijnen. Het liefst werk j ik rustig achter de schermen. Omdat ik vice-voorzitter ben heb ik je te woord gestaan, maar mijn foto zal je niet krijgen". AD VAN KAAM Van een onzer verslaggevers RIJNSBURG De in 1949 in Rijnsburg bij toeval opgegraven stoffelijke restanten van de graven en gravinnen van het Hollandse Huis, zullen over niet al te lange tijd opnieuw ter aarde worden besteld en dit keer definitief. De vroegere „dragers van de landsheerlijke macht" hebben sinds de dag van hun opgraving een „zwerversbestaan" moeten leiden. Maar in juli komt daar een einde aan. Dan zal het grafmo- mement gereed zijn waaraan het gespecialiseerde bouw- en aannemersbedrijf gebr. Den Hoed uit Ber gambacht, inmiddels vol ijver aan is begonnen. De graven en gravinnen krijgen dan eindelijk rust. In 1948 werden de in totaal zestien skeletten eerst inge metseld in de kelder van het oude raadhuis. Toen er later een nieuw raadhuis werd gebouwd verhuisden de skeletten mee en werden daar, elk opgeborgen in een eikenhouten kist van 50 -bij 50 cm, ingemetseld in de keldermuur. De inmiddels overleden burgemeester Koomans heeft er jaren voor geijverd dat de graven en gravinnen, onder wie Willem I, Floris V, Floris IV, Jan I en Petronella (halfzuster van de Duitse keizer Lotharus van Saksen), zouden worden begraven in een passende entourage. Jaren geleden werden daarom al plannen gemaakt voor de oprichting van een fraai grafmonu ment. Nadat aanvankelijk dat plan als te duur ter zijde werd geschoven (moest drie ton gaan kosten), ging de Rijnsburgse raad vorig jaar december toch akkoord, zij het dat men koos voor een momument dat een stuk soberder was uitgevoerd en dan ook maar de helft van het oorspronkelijke bedrag zou moeten gaan kosten. Het monument begint al aardig vorm te krijgen. Rond het graf wordt, op precies dezelfde plaats waar zich vroeger de fundamenten van de Rijnsburgse abdij bevonden, een nieuw fundament aangelegd. Onder gronds bestaat dat uit normaal metselwerk en het gedeelte boven de grond (de hoogte wordt ongeveer 50 centimeter) zal worden uitgevoerd in zgn. klooster moppen. Daarbij zullen de buitenmuren 1.20 meter dik worden gemetseld en de binnenmuren, alsmede het altaarfundament, één meter. De grafkelder zelf krijgt bodem en wanden van gewa pend beton. Eén meter diep, anderhalve meter breed, drie meter lang en steekt bovendien 30 centimeter boven het maaiveld uit. Op de kelder komt een uit België afkomstige blauwgekleurde hardstenen plaat te liggen. In die plaat zullen de namen gebeiteld worden van de zestien begravenen. Nog niet zeker is welke steenhouwer dit precisiekarwei gaat uitvoeren. De ge meente Rijnsburg kan in ieder geval een keuze maken uit veel aanbiedingen. Evenmin is het zeker hoe het monument officieel in „gebruik" zal worden gesteld. Gemeente-secretaris Broekhuysen: „We kunnen kiezen uit een paar moge lijkheden. Een daarvan is dat we vijftien kistjes alvast in het graf zetten en de laatste officieel laten plaatsen. Maar dan wordt het wel een probleem hoe we die enorm zware steen op het graf krijgen. We kunnen ook kiezen voor het onthullen van een gedenkteken, dat komt te staan vlak naast het nieuwe gemeentehuis, aan het begin van een wandelpad naar het monument Wat we bij de opening gaan doen is nog niet zeker. Een draaiboek hebben we nog niet. We weten alleen dat de ceremonie moet gaan plaatsvinden tussen 1 en 31 juli". Tussen graf en gemetselde fundamenten zullen in mozaïekvorm enkele duizenden „kinderkopjes" worden gestraat. Bovendien zal rond het monument een lichte bebossing worden aangelegd. Herman van Amsterdam (Van onze handbalmedewerker) LEIDEN In de eerste klasse heren zal, na de degradatie van Apollo en San/HVL, opnieuw een team uit het rayon Leiden vertegenwoordigd zijn. Morgen spelen de kampioenen van de tweede klassen een promotie wedstrijd. Dat zijn MSV uit Noordwijk en Northa uit Noord- wijkerhout. Ook bij de dames komt er een nieuwe vertegenwoordigster uit het rayon Leiden in de eerste klasse. Het Ripse NIO speelt een promotie-westrijd tegen de re serves van Bax/Foreholte; bei den werden kampioen in de tweede klasse. Het Voofschoten- se HW kan wellicht de plaats van een van hen gaan innemen, want zij spelen promotie tegen de reserves van HVS en het derde team van Idem/Hellas. Twee van de drie promoveren naar de tweede klasse, warmunda-dames tenslotte spe len met drie Haagse reserve teams om 3 plaatsen in de derde klasse. Al deze promotiewed strijden spelen zich af in de Haagse Houtrusthal. PROGRAMMA DAMES Landel.le klas: 13.00 uur Bax/Foreholte I - Vclo 1 Groenoord; Afdc.2e kl.A 12.30 uur San/HVL 1 - EHC 2 5-Meihnl; AFd. 3e. kl.B: 1-4.40 uur Duinoord 2 - Rijnstreek; HEREN Afd.le ld. 13.30 uur San/HVL I Win«s 1 5-Meihal; Afd. 2e kl. A: 14 05 uur Quintus 2 HW I; Afd. 3e kl.A: 12.40 uur MMO I Elandia 2, Afd. 3e kl. B: 13.50 uur Warmunda I - AHC 3 Groenoord 2; ■IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIlllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllIlM Van onze sportredactie LEIDEN Trainer Ben Nolen van de voetbalvereniging Alphia heeft een zeer druk bezet leven. Buiten zijn werk traint hij niet alleen de zondagafdeling in Alp hia, maar ook de zaterdagsectie en de jeugd. Het kost hem drie avonden in de week, zijn zater dagmiddag en de gehele zondag Hij heeft die tijd er echter graag voor over, want hij is een voet balliefhebber pur sang. Op de medewerking van zijn vrouw kan hij volledig rekenen. We stelden aan hem de tien vragen. hoe lang zit u al bij Alphia en wat deed u daarvoor? Ben Nolen: „Dit is mijn tweede seizoen bij de Alphense club. Daarvoor trainde ik de jeugd van Hazerswoudse Boys, waar ik ook mijn trainersloopbaan (gelach) begonnen ben. Als voet- balie)- ben ik actief geweest bij DOS in Utrecht. Ja, ik ben nog semi-prof geweest en speelde met Tonnie van der Linden, Hans Kraay en Piet Kraak om maar eens een paar bekende namen te noemen. Toen DOS ophield met bestaan en ik ver huisde naar Bodegraven ben ik in de club van die naam gaan, voetballen. Via Woerden en Esto belandde ik tenslotte bij Hazers woudse Boys waar ik me geheel op het trainen heb geconcen treerd". —Hoe lang blijft u nog bij Alp hia? „Tot het eind van het seizoen. Het bestuur heeft me te kennen gegeven niet langer van mijn diensten gebruik te willen ma ken, omdat ik zogenaamd te duur ben voor de club. Ze ver geten gemakshalve, dat ik bijna de hele week in de weer ben voor Alphia. Ik ben nu dus op zoek naar een andere vereniging hier uit de buurt Ja, voor Lei den of omgeving voel ik ook wel wat. Het maakt niet uit welke club, als het er maar een is, waar ik prettig kan werken". —Hebben de prestaties van Alphia nog iets te maken met zijn vertrek? „Zeker niet Toen ik kwam kreeg ik de opdracht om het eerste team te handhaven in de eerste klas van de afdeling en om vooral te werken aan de die successen, die zullen komen. Alphia heeft mij gevraagd voor al veel aandacht aan de jeugd te besteden. Dat heb ik graag gedaan en het resultaat bleef niet uit Verleden jaar drie kam pioenen en ook dit jaar weer bijzonder goede klasseringen. De Al met name doet het uitste kend. Alphia heeft een zeer ge talenteerde jeugd en omwille daarvan vind ik het ontzettend jammer, dat ik mijn werk hier niet kan afmaken", zegt hij met een overdosis aan teleurstelling in zijn stem. Zaalvoetbal? „Daar sta ik wel positief tegen over, maar ik ben blij, dat het hier in Alphen niet gespeeld wordt. Dat staat natuurlijk in tegenspraak met elkaar, maar laat ik zo zeggen: Ik zie het graag, maar dan wel door ande ren gespeeld. Persoonlijk ben ik van mening, dat je niet op twee paarden kunt gokken. Boven dien kom je als trainer onver mijdelijk in de knoop met het vaststellen van je trainingen of met de opkomst van je spelers. Wat dat betreft hoeft het zaal voetbal voor mij niet". —Hoe staat het met de publieke belangstelling? „Ik zal het maar zeggen: ronduit slecht ARC en Alphense Boys trekken heel wat meer volk, maar dat komt natuurlijk door de prestaties. Alphia heeft wat vaste supporters, maar dat zijn er niet bijster veel. Jammer, want een grote aanhang heeft wel degelijk een positieve uit werking op de spelers", meent Ben Nolen. Sponosor? „Nou", zegt hij lachend, „dat is hier grappig geregeld. De zater dag heeft wel een sponsor, maar de zondag niet. Zelf zie ik een sponsor helemaal zitten, omdat je als trainer dan een aantal zaken kunt realiseren die zon der geldelijke steun, niet moge lijk zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de aanschaf van materiaal trainingspakken, ballen etc. of aan het organiseren van uitstapjes. Dat laatste dan om de teamgeest te bevorderen. Te gen een sponsor zeg ik geen „nee". AD VAN KAAM verbetering van de ondergrond. Ik mag wel zeggen, dat ik in die opdracht geslaagd ben. Het re serve-team werd afgelopen sei zoen kampioen, terwijl een drie tal jeugdteams eveneens de titel grepen. Ook dit jaar draaien deze elftallenweer bijzonder goed mee". —Wat is het sterkste punt van Alphia? „Zonder meer de enorme vecht lust die het eerste team ten toon spreidt De jongens vechten om elke meter en dat waardeer ik ten zeerste. In het begin waren ze mij zelfs wat enthousiast want het voetbal ging nogal eens gepaart met ongecontro leerde bezigheden. Dat onbe suisde optreden is er nu wel af, want daar houd ik niet zo van. Ik streef naar technisch voetbal, dat aantrekkelijk is voor het publiek. Vroeger stond het voet bal in de Afdeling bekend als keihard. Die tendens is duidelijk aan het veranderen en ik geloof dat dat komt door de invloed van een aantal jonge trainers. Persoonlijk ben ik erg blij met die ontwikkeling en ik hoop er mijn steentje aan te kunnen bij dragen". —Wat is het zwakste punt van Alphia? „Het scoren; daar hoef ik niet over na te denken. Zoals zovele teams kampen wij met een spit- sprobleem. Op de training knal len ze soms de ballen door het net, maar in de wedstrijd komt dat er maar zelden uit. De ploe gen, want dit geldt ook voor de zaterdagafdeling, scheppen zich wél veel kansen, maar desalniet temin vallen er weinig goals. Maar goed, het is een probleem waarmee bijna elke ploeg kampt". —Hoeveel keer wordt er ge- traint? „Zowel de zaterdag- als de zon dagafdeling traint tweemaal per week. De opkomst is bijzonder goed, de sfeer uitstekend en het werken bij Alphia dan ook erg prettig. Het is alleen jammer, dat ik de resultaten van deze goede samenwerking niet zal mee beleven door mijn vroege vertrek. Want dat die resultaten niet zullen uitblijven staat voor mij als eenpaal boven water". —De jeugd? „Ja, dat is mijn stokpaardje hè en vandaar die uitspraak over

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 4