Een van Delft kan een Wikkel zijn en een Heemskerk een Aitjekook Amsterdamse Waterleiding heeft het natuurbeheer hecht in hand genomen Leiderdorpse zielenherder reist' 't nieuwe kerkcentrum tegemoet KfAji &ms ZATERDAG 22 FEBRUARI 1975 LEIDSE COURANT Rijnsburg Op 10 augustus 975 schonk de Hollandse graaf Dirk II een kapel aan de bewoners van een nederzetting die wij thans als Rijnsburg kennen. Daarom mogen wij in 1975 zeg gen, dat Rijnsburg duizend jaar bestaat. Het is een plaats met een even oude als rijke historie rond de overblijfselen van de befaamde abdij waar Hollandse - graven en gravinnen hun laatste rustplaats vonden, waar de 17e eeuwse wijsgeer Spinoza eveneens in alle rust zijn „Ethica" kon schrijven, waar de reformatie al vroegtijdig vat kreeg op de „Rinasburgers". Een dorp waarover een dik boek te schrijven valt. Dat is dan ook gedaan, vorig jaar. 4 Door de Rijnsburgkenners J. B. Glasbergen en S. C. H. Leen heer, die een royaal standaard- j werk uit de pen lieten vloeien. Geen aspect van het duizendja rige Rijnsburg werd in dit kloe ke werk overgeslagen. Zonder meer boeiend, leerzaam en tot hilariteit uitnodigend zijn de verhalen die aantonen dat ook de Rijnsburgers de eeuwen door I typisch „menselijke" trekken I hebben vertoond. Vooral uit de I 17e en 18e eeuw komen wetens waardigheden naar voren die de l moeite waard zijn. De heer Glasbergen, die deze zaken op- 4 tekende, moet zelf ook veel ple zier aan zijn voorvaderlijke dorpsbewoners hebben gehad. Zo noteert hij ergens, dit Antje Tijsdochter van der Vei. in 1747 Magdaleentje Lannoij uitschold voor „een dronk dubbeldje en juffrouw Blootegat, zeggende dat zij naakt voor een trommel- l tje heeft gedanst". En laat nou Magdaleentje de huisvrouw van burgemeester Arij Vlaming zijn geweest. Niettemin liet de vier schaar juffrouw Blootegat maar op haar beloop. Men zei ook in die dagen nog weieens wat van elkaar. Bij voorbeeld Seijtje de Koning, die in 1784 200 gulden boete moest 1 betalen omdat zij had gezegd, l dat Arij Nagtegaal „vleselijke I conversatie" had genoten met I Anna Cornelia van Meurs, die het Gasthuis gealimenteerd I werd. Arij was, wat dit aangaat, echter zo onschuldig als een .pasgeboren Rijnsburgs lamme tje. En Ariaantje Kal heeft het geweten, nadat zij haar handen niet had thuisgehouden en '„twee vrouwe hembden en een 'halve gestrikte neusdoek" van "een bleek veld je had ontvreemd: «zij moest een uur aan de kaak t te pronk staan en werd voor l twee jaar uit Rijnsburg verban- t nen. De trekkers van het „geblo- Het duizendjarig Rijnsburg herbergt Roetmoppen Poe jassen. Sikken en die van de Soep" Het telefoonboek, een be ter bewijs dat Rijnsburg rijk is aan Van Delften, Van Eg- monden en De Mooyen is er niet. te mes" waren, ook niet zeld zaam in Rijnsburg. Overmatig alcoholgebruik lag vaak daar aan ten grondslag. Zo had Fre- derik van der Quaak de hond van Pieter van der Linden ge schopt. Toen Pieter vroeg waar om Fred rik zijn hond schopte, antwoordde deze „dat zoud ik jou ook doen" en trok het mes waarop Pieter de benen nam. Fredrik had het vooral op die ren voorzien, dat ondervonden een varken en een paard, of schoon de messteken voor hun begeleiders bestemd waren. Een en ander neemt niet weg, dat van 1623 tot 1805 het in Rijns burg nooit tot moord of dood slag is gekomen. Tot zover enkele „verluchtin gen" uit „Duizend jaar Rijns burg", een boek dat de" geïnte resseerde lezer veel te bieden heeft. Een hoofdstuk apart, evenwel wordt gevormd door de Rijnsburgse familienamen, die in het boek worden aangeduid maar overigens tot een opsom ming beperkt blijven. Een vrij oppervlakkige blik in het tele foonboek van 1975 leert al gauw dat de Van Delften en Van Eg- monds een treffend stempel op de Rijnsburgse samenleving hebben gedrukt Het lijkt zelfs of op iedere vier Rijnsburgers een Van Delft of Van Egmond voorkomt Van Delft kwam in derdaad van Delft, al van vóór 1500. De Van Egmonden kwa men pas een eeuw later afge zakt, maar ook zij tierden welig in Rijnsburg. Het gevolg was. dat de families vaak niet meer van elkaar te onderscheiden waren. Vorige eeuw was het al zover, dat nie mand de naam Gerrit van Delft meer iets zei. Daar moest méér bijkomen. Wel, dat kwam er dan ook: de clans groeiden bij de vleet Als een Van Delft kon je horen tot de groep van de Stuk, de Wikkel (ingewikkeld praten de Van Delften), de Roetmop (hygiënisch te laken), de Keul, de Jut of de Ouwe (nou, dat was een boevesoort, „de rotste die er is", zegt men vandaag nog wel in Rijnsburg). De eerste De Mooy kwam in 1692 ip Rijnsburg Ook zijn na komelingen mengden en ver mengden zich tot een uitgebrei de Mooyen-familie. Men ging voor het gemak op den duur het bestand van De Mooy onder scheiden in de Snoek, de Kak, het opvliegend geslacht van de Fik en de Plier. Dan had je de Sik (Jet maar niet op 'm, het is toch een Sik; dat zijn van die bokkums. De eerste Rijns burgse Van Egmond zal nooit hebben kunnen bevroeden, dat zijn kinds kinderen eens huns- weegs zouden gaan als „die" van de Sik of gekend zouden worden als de driftige de Kloes, of de Naatjes. Als je nu hele maal precies wilde weten om wie het eigenlijk ging (en dat kon verdraaid belangrijk zijn, want als je naam een Rijnsbur ger niet aanstond, ging de deur voor je neus dicht) dan kreeg je te horen, dat Nic van Daan van Klaas van Naatjes iets had uit- gevreten- De Rijnsburgse voorraad scheld- of bijnamen is hiermee nog lang niet uitgeput Soms was alleen de bijnaam bekend; de „gewone" naam was men door de jaren heen domweg ver geten. Vermelden we nog, dat een Ravensbergcn iemand van de Soep kan zijn en die van Heemskerk zijn te verdelen in de Metjes, de Pilo, Lut of Aitje kook want eens zei een Heemskerk: vrouw, kook even een „aitje" voor me. Een Glas bergen kan bij de Pieterburen horen, of bij de Biet of de Drop. Je mag deze dingen in Rijns- burg allemaal zeggen, want het is zo Rijnsburgs als maar zijn kan. Je kunt het al niet helpen als je Driebergen heet, maar een Rijnsburger weet krek wie je bent als hij hoort dat je van Bekkie open bent; die lui liepen voor de drommel altijd met de mond open. Als een Kralt bij Poejas vandaan komt komt hij uit een nest van viezerikken, maar een neef kan een Sok zijn. De mensen van Starkenburg, die pas in de 19e eeuw in Rijns- burg opdoken, werden „veroor deeld" te behoren tot de tak van de Staay of de Piep. De Van Vliet die als de Laks bekend staat staat als zodanig te boek en als je een Bok bent, weet men dat je- eigenlijk Zandber gen genoemd moet worden. En verdraaid als het niet waar is: die van de rooie Big (burgerlijke stand: Van der Vijver) hebben sinds 1651 ai inderdaad iets ros sigs over zich. Dat gaat er nooit meer vanaf, in Rijnsburg. Ton Pieters Nieuwe jachtvorm stek bestand veilig De Zilk/Vogelenzang Een duizelingwekkend cijfer, dat uit de grond komt: per jaar produceert een van de groot ste aaneengesloten duinterrei- nen van West-Europa bijna 80 miljard liter drinkwater voor bijna 800.000 dorstige Amster dammers en omwonenden. Dat is 13 miljoen m3 duinwa ter, de gemiddelde jaarlijkse neerslag in het duingebied van de gemeentelijke Amsterdam se Waterleidingen, en ruim 65 miljoen m3 water uit de Rijn, dat naar de duinen tussen Zandvoort, Bloemendaal, De Zilk, Noordwijk en Noordwij- kerhout wordt gepompt. Er wordt ook nieuw leven naar deze duinen gepompt, want de bijna uitgedroogde grond van jaren geleden krijgt van Vader Rijn weer te drinken. De flora steekt de koppen weer op en de fauna, de dieren, vinden er, samen met de 200.000 tot 250.000 bezoekende recreanten die jaarlijks „van de duinen nippen", een weldadige rust en voedingsbodem. Met de Water leidingduinen gaat het excel- De Amsterdamse Waterleidin gen hebben ter plaatse twee zaken danig in de gaten te houden: de waterwinning en de recreatie. Chef Faunabe heer en Duinwerken, de heer H. J. Verdonk, komt er graag voor uit, dat de eerste functie die van de waterwinning is; tweedens komt de recreatie. „Waterwinning gaat vóór al les", zegt ook de heer W. Gou- tier, voorlichter van het be drijf en oud-raadslid van de Woubrugse gemeenteraad. „We hebben een filosofietje", aldus de heer Verdonk: „een schoon milieu is de ideale waarborg voor recreatie en natuurbeheer. In het totale veld van het beheer der dui nen is de jacht een facet, ofwe- 1: de jacht komt voort uit na tuur- en faunabeheer". We zijn beland bij hetgeen sinds 1 februari j.l. een omme keer betekent binnen de ruim 3400 ha. van de Waterleiding duinen. De jacht is veranderd. Althans de omstandigheden en de doeleinden. „Kijk, tot begin van dit jaar was ons hele ter rein verpacht aan 9 jachtcom- binaties, die elk ongeveer (ge middeld) 400 ha. voor hun re kening namen", aldus de heer Verdonk. „De jachtrechten la gen wat verweven met de voormalige eigendomsrechten van de heren, onder wie nogal wat adel voorkwam. Zo had de bekende 19e-eeuwse schrij ver Jacob van Lennep hier grond die hij inbracht in een door hem uitgedachte water leiding die Amsterdam de helft van de vorige eeuw van drinkwater moest gaan voor zien. Hij bracht zijn eigendom in in een particuliere maat schappij die met Engels kapi taal werd gesticht". Dit terzijde, maar het is duide lijk dat boven het duinwater door de heren werd gejaagd. Amsterdam mocht het water hebben, maar de boutjes ble ven voor degenen die hun land in eigendom aan Amsterdam hadden afgestaan. Men bejoeg o.a. de fazant. Gestreefd werd naar een zo groot mogelijk aantal, wat bereikt werd door het massaal uitzetten van jon ge fazanten. .Juist dit gaf in feite intern bij ons conflictsi tuaties", vertelt de heer Ver donk, „Zo werkt natuurtech- nisch het inbrengen van hoge aantallen dieren voor het tota le natuurbeheer ongunstig. Daardoor degenereert een be stand ook en gaat achteruit Daarbij kwam dat de laatste jaren de recreatie met grote sprongen omhoog is gegaan. In het jachtseizoen werd de recreant niet zelden gecon fronteerd met een drijfjacht op fazanten. Je kreeg een wat wrevelig publiek, maar geen Uit het oogpunt van een goed functionerend natuurbeheer is thans het uitzetten van fazan ten niet meer toegestaan. De heer Goutier: „We hebben ons vastgeprikt op een bepaald be stand. dat dit gebied gewoon kan herbergen. Dat betekent tevens, dat wanneer je een x-bestand hebt, het surplus van vogels door de jacht moet worden weggenomen. De jacht bestaat nu bij ons als sluitstuk van het faunabeheer". De re geling, die tot stand kwam in samenwerking met de directie Faunabeheer van het ministe rie van Landbouw en Visserij, is op 1 februari ingegaan. Sommige pachters hadden een contract tot 1978, maar na overleg stond men unaniem achter de nieuwe regeling, wat door de Amsterdamse Water leidingen erg op prijs werd gesteld. Bij de jachtpachters waren 9 jachtopzichters in dienst. Ze zijn nu ontslagen, omdat het hele faunabeheer in handen van Amsterdam is gekomen. De heer Verdonk: „Vier van hen waren nog vrij jong, ze hebben inmiddels een andere functie, twee waren bijna aan hun pensioen toe en twee zijn in de WW geraakt. Dat is het enige nare. Alles staat nu on der controle van het Duinbe waking-personeel, dat uitge breid zal worden. Men kan dan solliciteren naar de vacan te plaatsen. We kunnen na tuurlijk niet stellen, als open baar lichaam, dat de ontslage nen de meeste rechten en voorrang bij de sollicitatie hebben". Een nieuwe jachtvorm dus voor de Amsterdamse Water leidingduinen, een nieuwe ja gersvereniging ook waarvan lid zijn de „oude" pachters met hun vaste jachtgasten (prins Bernhard jaagt er onge veer tweemaal in het jaar). Alleen moet men zich voor taan bij de jacht geheel opstel len achter het Amsterdamse faunabeheer met zijn eisen. Chef Faunabeheer Verdonk: „De Duinbewaking stelt het bestand vast en het surplus dat afgeschoten kan worden. Zo is het reeënbestand be paald op 200 stuks (in de „ma- laise-tijd" wel eens 500 ge weest), de jaarlijkse aanwas schieten we selectief af: oude, zieke of zwakke exemplaren. We vinden bijna geen „val- wild" (natuurlijke dood gestor ven door ziekte of gebrek aan voedsel) meer". Wetenschappelijk is vastge steld, dat in de duinen „nor maal" 1 fazant per ha. kan leven. De Waterleidingduinen herbergen „dus" ongeveer 3000 fazanten. Konijnen schadelijk wild door hun gra- verij en vreterij zijn er weer bij massa's nadat de stand, sinds in '54 de myxomatose uitbrak, weer aan het herstel len is. „Er komt tegen deze ziekte een zekere immuniteit", meent de heer Verdonk, „maar grote terreingedeelten hebben door toedoen van het konijn flinke schade opgelo pen. Oostelijk op ons gebied komen nogal wat hazen voor". Door de inbreng van het Rijn water, met de infiltratie in geulen en kanalen, heeft het waterwild in dit prachtige na tuurgebied een paradijs gekre gen. Er ontstaan weer moeras jes en de wilde eend, kuifeend, bergeend, slob-eend en taling komen weer tot broeden in een rustig gebied. Verdonk kent ze allemaal: „We hebben ook veel steltlopers; grutto's, tureluurs, kieviten." Een aar dige attractie noemt hij de sinds enkele jaren in de Water leidingduinen rondtrekkende damherten, een stuk of vijf: „daar zijn wel een paar ont snapte „particuliere" exempla ren onder, maar ze doen zich hier te goed aan de malse boomschillen". En dan kijken de r uit r de Scandinavische visa rend, op trek naar het zuiden. „Elk jaar zijn ze aanwezig, zo eind augustus, op vis jagend boven de kanalen. Ze blijven wel een paar weken pleiste- De slimme rakker vos heeft de Het jachtterrein van de Amsterdamse Waterlei ding. heer Verdonk zowaar ook al een paar jaar geleden gespeur- d: „Die dieren kunnen waar schijnlijk door de nieuwe IJs- selmeerpolders gemakkelijker het westen bereiken". Dat de Waterleidingduinen de milieuconjunctuur meehebben laat ook de planten- en bloe menweelde in voorjaar en zo mer zien. Die is exclusief. „Het milieu begint goed vooruit te gaan, de orchideeën staan weer te bloeien, die stellen ho ge eisen aan hun milieu". De „wildzang" wordt aangevuld met het bezoek van „vreemde gasten," zoals de kramsvogels, de koperwieken (lijsterachti- gen uit het noorden), die hier soms zeer langdurig verblij ven, bij duizenden tegelijk. De roofvogels trekken met die horden mee: sperwers, bui zerds, kiekendieven. Ook het uilenbestand noemt fauna chef Verdonk goed: bosuil en ransuil zijn in dit zeer geva rieerde duingebied als kinde- Kortom, het is een rijk gebied, in die verlaten kusttuin van de Randstad. De heer Verdonk trapt een open deur in als hij zegt, dat we daar bijzonder zuinig op moeten zijn in het westen van ons land. Dank zij de waterwinning is dat moge lijk. een waarborg voor veilig stelling. TON PIETERS Pastoor Hammerstein Leiderdorp Als in oktober praat niet alleen over God Menswording-parochie voltooid een gesprek met hem uren kun- zal zijn, is daar een leuk be- nen bezighouden. De voormali- dragje aan reisgeld in geïnves- ge Warmondse professor is een teerd. Dat „reisgeld" is dan de gourmand, een gesecularisecr- som van het aantal entrecgel- de „lekkerbek", die met zorg e~ Hammerstein, die vorige week heil. Neem nou bijvoorbeeld die 58 Jaar werd, probeert dank- „RÖmer Topf'. gebaseerd op baar een slaatje te slaan uit het het principe waarmee de oude feit dat hij een globetrotter, een bereisde Roel is. Op vier avon den (twee daarvan zijn er in middels al geweest) vertelt hij aan een groot aantal liefheb bers van reisverhalen met dia- beelden over zijn duizenden ki lometer die hij achter de rug de Kaag ojp", vooral met onkcr- heeft: in de voetsporen van de apostel Paulus, in het zand van de Sin ai, in de pompeuze aveni- das van Buenos Aires, comfor tabel met de bus van Amerika's oostkust naar de Far West, hui- Romeinen hun met hete klei besmeerd vlees in het eigen „sap" intens gaar lieten wor den. Pastoor Hammerstein kijkt zeven jaar vooruit: een stuk over veertig van die scha len, een gehuurde boot. en dan kelijken. Daar droom ik nv) al van: een keertje eten bij de pastoor, Chez monsieur le Cu- ré, dat geeft het leven weer wut spanning", profeteert de her der, die na zijn emeritaat res- verend bij het ijs van de Noord- taurateur wil worden, want ko kaap of nijmerend langs de Ma- surische meren in vrijheidlie vend Polen. Al deze herinneringen zijn door pastoor Hammerstein geplaatst in het kader van de Aktie „Thuis '75". de reeks van activi teiten als steuntje in de rug van het kerkcentrum, dat architect Jules Kirck op een „schierei- landje" nabij de Winkelhof gaat bouwen. Mensen reizen niet al leen zelf. ze houden er ook van om erover te horen vertellen. De eerste avond was pastoor Hammerstein best meegevallen: ongeveer 150 bezoekers in de Scheppingskerk zaten met de zich voortspoedende zielenher der in de Greyhoundbus, dwars door de USA. „Geen gek resul taat", vindt de pastoor, „als je bedenkt dat K O soms een avond met dia's moet afzeggen wegens gebrek aan belangstel ling". Deze week gaf de heer Hammerstein indrukken weer uit het land van Chopin, Polen, op 20 maart is de bestemming Ierland („toch anders dan an ders") en het laatste uitstapje, op donderdag 17 april, is met een VW-kever van Warmond naar Jerusalem v v in 50 da gen. ken is een van sijn hobby's geworden. „Ofschoon, ik eet nu veel elders, want hier thuis is het te druk geworden. Dat is een probleem tegenwoordig met priesters die op zichzelf wonen". Een andere hobby is de ,Duif. Pastoor Hammerstein wil in de sacrale ruimte van het centrum straks een zilveren vliegende Duif ophangen om de Eucharis tie in te bewaren. „De zweven de Duif. de Geest die in de Kerk leeft Niet origineel, maar voor Nederland een unicum Dit „alternatief" voor een ruim te innemend tabernakel is ont staan in de 10e eeuw in de gemeenschap van Cluny, de eens zo beroemde abdij. Mgr Simonis is erg vóór; hij gaf al 100 gulden voor de Duif. Ook Kirch staat er achter. Maar het vraagt verlof van Rome zelf; oen eucharisitschc Duif is een kwetsbaar iets, bij inbraak met name. Ik vind, dat je een taber nakel niet moet wegmoffelen in een hoekje, of helemaal buiten de directe kerkruimte, zoals dat nogal eens gebeurt In die Duif zit een scheppingselement: bo ven de aarde zweefde de Geest." Op het ogenblik zit pastoor Ham- Terwijl de Duif een nog onzekere merstein veilig en rustig (behal ve al die telefoontjes) in zijn flat aan de Mcrelstraat midden in een intellectueel wereldje van boeken, bekroond door een goede jaagang van een prettige bourgogne boven op de kast Pastoor Hammerstein heeft In Leiderdorp zijn plek gevonden: bij de 4000 nominaal katholie ken hier is alles wat een paro chie ideaal kan maken: „Het is een ongemeen boeiende p&ro- chie, een van de mooiste van het bisdom", vertelt de pastoor; „er is een structuur van jonge mensen, ouderen wonen er nau welijks, 40 tot 50 boven'de 65 jaar hooguit". Pastoor Ham merstein ziet Leiderdorp als een slaapstad, maar dan wel een intelligente... Hij is trots op degenen met wie hij het nieuwe centrum mag voorbereiden: een unieke bouw- toekomst tegemoet gaat. wil pastoor Hammerstein (alvorens te gaun eten) iets vertellen over de relskant van zijn leven. Zijn familie is over de wereld ver spreid. Zij vader was een Rot terdamse zeekapitein en reder, die met het eigen schip San Antonio de wereldzeeën bevoer „Dat gaf verbreding aan mijn interesse. In '46 voer ik met een coaster voor een tientje naar Portugal, Fatima. Dat heeft de reislust aangewakkerd. Als pro fessor had ik later 7 weken vacantle. Daar heb ik gebruik van gemaakt en interessant en goedkoop gereisd. Als pastor assisteerde ik in Engeland en Duitsland. Het zit in de familie, dat reizen en trekken. Mijn oudste broer kan opeens de kinderen in de auto zetten en een dag of wat naar Praag of Stockhom gaan". is een financiële commissie met deskundigen en een com municatiegroep. Uit dit alles groeide een stuurgroep en het kerkbestuur heeft de touwtjes in handen. Honderden werken samen in de richting van de 800 m3, waarbinnen in een grote, uitgebouwde „bungalow" de eigen uitdrukking en de sociale functie van de parochiegemeen schap verwezenlijkt gaat wor den. De sacrale ruimte ziet de pastoor al voor zijn geestesoog. „waar wij ons verzamelen rond de ons gegeven Tafel en Boek. Want primair is het Gods werk Zijn initiatief waarmee we ons bezig mogen houden. Iets daar van zien we misschien aan de zeven lichtkokers, waardoor het licht van boven de ruimte bin nenkomt". De koffiebar, even terzijde, is weer een ander cha piter, maar de sociale functie van het centrum plaatst Tafel. Boek en frisdranken onder één heilzame noemer. Pastoor Hamers te in denkt en Ton Pieters stond met een tent op de Olijf berg, sliep in de grottenstad Petra in de woestijn, verkende de Noordkaap en wilde eens in Kiew een icoon gaan kopen, maar die Russische reis ging niet door wegens moeilijkheden met het visum. Met ontberingen trok hij door de Slnai, bezocht er het oudste klooster ter we reld, waar een handjevol Griek se monniken nog de handteke ning van Mohammed die daar eens belandde bewaart Deze tocht ging vanuit Cairo met twee taxi's (één in reserve om de andere uit het zand te kunnen trekken als het voertuig mocht vast lopen. De gezichts einder van deze geestelijke is verbreed; hij kent het wenkend perspectief. Daarom „rei*t" hij vol vertrouwen het schiereiland van beloften binnen waar zijn kudde eind van het jaar een rustpunt kan vinden. Zo snijdt het Hammersteinse re ismes aan twee kanten....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5