Pater Onderwater keert terug
naar z'n eerste liefde
PORTEFEUILLE
HOLSTER
GEEFT DIEVEN
GEEN KANS
9 9
Afvalstoffen centraal verzamelen"
Praktisch idee van
Estec-ingenieur
Diaconessenhuis
draagt niet bij tot
bedden over schot'
WDM geïrriteerd
door Kamervragen
over overplaatsing
van de Kokschool
DONDERDAG 30 JANUARI 1975
I EIDSF C Ol'RANT
PXI.IN
De oortefeuille-holster: veilig, handig en soms charmant.
i
Voordwijk Nog niet zo lang
geleden bracht de bij Estec
werkende jonge Franse inge
nieur Antoine Jongchans
(grootvader was nog een Ne
derlanden een vriend met zijn
auto naar Schiphol. Bestem
ming: Parijs. Het was 's avonds
een uur of 6 en de vertrekhal
lag er verlaten bij. Antoine
ging kijken hoe laat het vlieg
tuig vertrok en nadat hij zich
daarvan had vergewist en af
scheid van de vriend had geno
men begaf hij zich op een draf
je naar zijn geparkeerde auto.
fiet was niet koud en Antoine
had over zijn pullover geen jas
je aan. Nog geen drie kwartier
later hij was amper thuis
stond bij hem in de Lissese
Poelpolder de politie voor de
deur; twee man, een eindje ver
derop een politiewagen met
zwaailicht en vlak daarbij in de
buurt een politiebusje vol agen
ten. Het politie-apparaat had
feilloos gewerkt: men was een
terrorist op het spoor De
Poelpolder was omsingeld.
Al deze gewapende plotselinge
activiteiten waren te danken
aan een idee, dat Antoine's col
lega, de 35-jarige Italiaanse in
genieur Giuliano Berretta, een
paar jaar geleden op een goede
dag had. Europees ruimtevaart
man Berretta was toen al een
bereisde Roel, die om de haver
klap in Amerika of Oost-Euro
pa zat en zon op een middel om
gauwdieven van het lijf te hou
den. Als je altijd op pad bent,
is je portefeuille zó verdwe
nen Een Mexicaanse pis
toolholster deed bij hem een
lichtje branden. Maak er een
leren tasje van, doe er je geld
en waardepapieren, je paspoort
en desnoods je spaghetti in, en
hang het zaakje onder je linker
oksel. De „geld-holster" was ge
boren; Giuliano kreeg patent op
zijn vinding.Het zeer praktische
geval is verkrijgbaar bij de Ita
liaanse boetiek Maria Louisa
aan het Noordeinde in Den
Haag. Voiló, eccola
De politie, die Antoine op Schip
hol had zien rennen en de hol
ster had bemerkt rook groot
waardering voor een slagvaar
dig beleid, hoewel een volbloed
terrorist nimmer met de „hol
ster" over een pullover rennend
op Schiphol de benen zal ne-
wnct en noteerde het autonum
mer. Eenmaal in Lisse beland
had de versterkte politiemacht
maar een paar minuten nodig
om achter de werkelijke identi
teit van het „apparaat" te ko
men. De beambten zo vertel
de Jongehans later hadden
om hun vergissing zelf hartelijk
moeten lachen. „Maar", zo zegt
Giuliano nu", het toont ook
aan, dat de Nederlandse politie
erg efficient en snel te werk
kan gaan Buitenlandse
De „borsello" van Berretta wordt
al geruime tijd geproduceerd in
Italië. Patent of geen patent,
Giuliano weet te melden, dat er
drieste patentblinde Fransen
zijn geweest die zijn vinding
gekopieerd hebben en er nu een
fikse markt mee bedienen. Met
Italiaanse luchthartigheid haalt
hij daarover zijn schouders op:
die Fransen konden het óók
niet weten, van dat verkregen
octrooi. In elk geval vond Ber
retta zijn holster een goed idee,
best geschikt voor iemand die
veel reist, want in een vliegtuig
wordt niet zo zuinigjes gestolen.
„Geen zakkenroller zal je nu
verrassen. Die onder-armse
beurs is overigens ontworpen
voor „multiple use", velerlei ge
bruik. Hij is ook erg geschikt
bij het skiën of bij het paardrij
den. Ik ken mensen die er een
zakflaconnetje whisky in mee-
Giuliano werd, toen hij naar de
V.S. vloog, al eens aangezien
voor een „Israëlische veilig
heidsfunctionaris" toen men
zijn holster ontdekte. Zijn voor
komen is nu eenmaal zuidelijk.
Een ander zag hem weer als
„beschermer" van de passa
giers; één van hen zei tenmin
ste: „Wat zorgt die luchtvaart
maatschappij toch goed voor
ons met zo'n gewapende kerel
bij de hand De controles
op vliegvelden heeft nu v
Berretta een speciale bekoring
als hij de fouillerende ambte
naar een ogenblik ziet verstar
ren als de man, met zijn han
den glijdend over de Italiaan
z'n colbertje, op de hangbeurs
stuit
Ook vrouwen dragen de holster.
Onder het personeel van Estec,
het centrum voor Europese
ruimtevaart, draagt al ruim 100
man de Brosello van Berretta:
„safety first" verstaat daar ie
dereen. Na aankoop van deze
„waardevaste" verd ach tinaker
kun je op reis in elk geval de
meest vreemde avonturen
wachten. Beretta zal hem weer
hard nodig hebben, als hij c
een paar weken met een paar
Italiaanse en Franse collega's
naar Brazilië vertrekt om er
o.a. in Rio het gevaarlijke car
naval mee te gaan vieren: een
snoepreisje, dat ongeschonden
voltooid moet worden
Ton Pleters
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
s
-M:
HUIIIIlllllllllllllllllIIllllllllllilllIllllllllllilIllllllillllllIllilllillllllllllllllilllillIllllllllIlllllllllllilllllllllllllllllllllllllllll!Illilllli
'niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|||i||||,||lll>l,||l|||llllll>lllllnl11
i:,:..,-,v..i....iiij/,!,:,..!,11,,1,!,:;'.'.'!.'!.!!;;!!:!,:!,!!,
LISSE Nog een paar weken
en dan gaat pater Leo Onder
water zijn koffers weer pak
ken. Waarschijnlijk voor de
laatste maal keert hij dan
van verlof terug naar Kame
roen, het land waar hij ruim
veertig jaar een dienstbaar
leven leidde als pater van de
congregatie van Mill Hill. De
plaats van bestemming is dit
maal Njinikom. Pater Onder
water zelf noemt het „de te
rugkeer naar mijn eerste lief
de".
In 1931 zette hij er als jonge
onervaren pater, met nog drie
collega's uit Lisse, voet aan
wal. Als kapelaan en pastoor
beet de zoon van de Lissese
bollenkweker daar de spits af
van zijn levenstaak. Hij zette
er, dikwijls onder barre om
standigheden. zijn eerste wan
kele stappen op pastoraal ge
bied.
„Dat was nog in een periode dat
er nog volop zieltjes gewon
nen werden", zegt de pater
thuis aan de Heereweg in Lis-
se, terwijl hij stapels foto's uit
die tijd nog eens de revue laat
passeren. Prenten van massa-
bekeringen, de pater tijdens
instructieles voor de Eerste
Heilige Communie en de pa
ter, die aandachtig toeluiste
rende negertjes tekst en uitleg
geeft bij een zelfgemaakt
kerstkribbetje.
„Zelfs in 1950 heb ik nog massa
bekeringen meegemaakt, zegt
hij. Maar zieltjes winnen is er
tegenwoordig niet meer bij.
Sinds de periode dat wij er
kwamen is het aantal christe
nen gegroeid van 10.000 tot
130.000. We leven nu in een
periode van consolidatie. On
ze taak ligt nu meer op het
sociale vlak en de oecumene.
„En waarschijnlijk zal ons die
taak binnen een jaar of dertig
ook wel uit handen worden
zend gulden op.
Maar voor de meesten zit dat er
niet in. Want veel mensen zeg
gen tegenwoordig: „Oh, die
pater heeft zijn AOW. Die
heeft het geld niet meer no
dig. Maar daar vergissen ze
zich in. Een missionaris heeft
tegenwoordig wel degelijk
geld nodig. Gelukkig dat de
Memisa ons zo geweldig
steunt Zonder die aktie zou
den we het nooit zo ver kun
nen schoppen in Kameroen.
Ik denk er wel eens over na om
hier in de omgeving te gaan
preken. Maar ik ben eenmaal
geen bedelaar. Sommige pa
ters kunnen heel brutaal zijn.
Vragen gewoon om geld als ze
ergens op bezoek komen.
Zoiets lukt mij nooit Ze heb
ben me ook niet besteld voor
een bedelpreek. Dan maar
geen geld."
Pater Onderwater keert nu te
rug naar zijn eerste liefde. „Ik
wacht af hoe het me daar
bevalt", zegt hij. „Zolang ik
het gevoel heb dat ik nog wat
voor de mensen kan doen
blijf ik me inzetten voor Ka
meroen. Maar zodra ik merk
dat ik niet meer met de tijd
mee kan dan zet ik er een
punt achter. Dan ga ik naar
huis."
De Lissese pater zal over een
aantal jaren bij zijn definitie
ve terugkeer in Lisse, Kame
roen onmogelijk kunnen ver
geten. Al de jaren die hij er
vertoefde droeg hij steeds de
fotocamera paraat bij zich.
Hij schoot ruim drieduizend
foto's en dia's. Zijn archief
heeft dan ook een nauwkeuri
ge registratie van wat hij in
Kameroen opbouwde. Pater
Onderwater zal het verleden
altijd binnen handbereik heb
ben.
HERMAN VAN AMSTERDAM
Pater Onder
water
Pater Onder
water (met tro
penhelm) tus
sen de inlandse
bevolking.
genomen door mensen uit het
land zelf. Want het aantal roe
pingen is hier enorm groot. In
september *73 zijn we zelfs
nog van start gegaan met een
groot-semenarie. Er zijn nog
maar weinig plaatsen waar de
paters absoluut niet gemist
kunnen worden. We schatten
dat we hier nog zo'n twintig
hooguit dertig jaar nodig zul
len zijn."
.Ook het onderwijs heeft er een
enorme omvang genomen.
Toen ik er kwam stonden in
een gebied zo groot als bijna
twee maal Nederland, maar
drie schooltjes. Nu zijn het er
„/vis uc zo eens achterom kijk
is er enorm veel veranderd in
Kameroen. Ik herinner me
nog de tijd dat we alles per
voet moesten doen. Dan
moest je een gebied zo groot
als een kwart van Nederland
betippelen om mensen te kun
nen bezoeken. Soms was je
zes weken onderweg, sjouwde
je met een aantal dragers
door het heuvelachtige land.
Wandelingen van een uur of
zeven waren toen heel nor
maal. Wij noemden het „kam
peren op lange termijn".
toch was het een gelukkige tijd.
Als ik een keuze zou mogen
maken zou ik weer terug wil
len naar toen. Ook in Neder
land had men toen wat meer
belangstelling voor je werk
daar Als je dan tijdens je
verlof een lezing hield met
lichtbeelden dan trok je volle
zalen. Toen vond men het nog
reuze interessant dat een pa
ter in de rimboe tussen de
wilde leeuwen en tijgers
woonde. Uan was succes ver
zekerd. Maar de belangstel
ling neemt af.
„Alleen bij de bejaarden krijg
je nog volop gehoor. En waar
schijnlijk ook alleen omdat
zo'n diamiddag een welkome
afleiding is in de sleur van
alledag. Het verschilt overi
gens toch van plaats tot plaats
of men belangstelling heeft
voor je werk. Ik weet een
plaats in Brabant waar de
plaatselijke bevolking een
rimboe-bal organiseerde voor
twee missionarissen op verlof.
Dat werd toen een geweldig
succes. Leverde een paar dui-
Techisch directeur Rijnland meent:
Van een onzer verslaggevers.
LEIDEN „Om de vervuilUng
van ons milieu effectief te kun
nen bestrijden zullen we zowel
afvalwater als vaste afvalstof
fen centraal moeten verzame
len om deze te zuiveren cq. te
vernietigen". Dit stelde de
technisch directeur van het
Hoogheemraadschap Rijnland,
ir. H. de Groot, gisteravond op
een vergadering van de streek-
commissies voor Leiden en de
Bollenstreek.
Volgens ir. De Groot zullen ver
spreid over heel Nederland gro
te regionale vuilverwerkingsin
stallaties moeten worden ge
bouwd, zoals er thans al een in
het Rijnmondgebied draait
Daarnaast zal ook het afvalwa
ter centraal moeten worden
verzamels en gezuiverd. Dit
staat in de naaste toekomst in
Rijnland al te gebeuren als de
grote zuiveringsstallaties bij
Katwijk (voor de gemeenten
Rijnsburg. Valkenburg. Kat
wijk. Oegstgeest en de uitbrei
ding van de Leidse Universiteit
op het buitenterrein) en
Zwaanshoek (voor oa. Hille-
gom. Bensdorp en Hoofddorp
gereed komen. Wanneer dat
zover is, zullen er meer moge
lijkheden zijn om alle inwone
requivalenten afval (gemiddel
de hoeveelheid afval per inwo
ner) te verwerken. „Die capaci
teit is er nu nog niet, „beweert
ir. De Groot." In het Hoog
heemraadschap Rijnland wor
den thans 850.000 inwoner-equi
valenten afval geproduceerd
door burgers en nog eens
400.000 door de industrie, ter
wijl we slechts in staat zijn er
750.000 te verwerken. Het is
bovendien de vraag of met de
zuiveringsinstallaties, waarvan
die bij Zwaanshoek alleen al
60 miljoen kost. het probleem
helemaal is opgelost, „aldus ir.
De Groot," want de prognose
voor 1985 is dat we dan ruim
een miljoen inwonersequivalen
ten van de bevolking zullen
moeten verwerken en 450.000
van de industrie". Daarom
vindt de heer de Groot het ab
soluut noodzakelijk, dat ook de
gemeenten in hun planologisch
beleid meer rekening gaan hou
den met de eisen die aan een
Als voorbeeld haalde de techni-
sch-direkteur van Rijnland de
gemeente Rijnsburg aan. die
villa's heeft laten bouwen zon
der een goede riolering aan te
leggen, waardoor nu allerlei
problemen ontstaan. Met zijn
cijfers toonde de heer De Groot
overigens aan, dat het nog al
tijd de bevolking is die voor het
meeste afval zorgt en niet de
industrie. „De leuzen van ver
schillende milieu-actiegroepen
tegen de milieubelasting („geen
belasting op ontslasting, wi
talen niet voor poep") berusten
dus duidelijk op fabeltjes. De
verwachting is bovendien dat
de hoeveelheid afval die door
de bevolking wordt geprodu
ceerd aanmerkelijk sneller zal
groeien, dan die van de indus
trie, die in de milieubelasting
enerzijds en de eisen en voor
waarden voor vestiging ander
zijds een duidelijke aansporing
ziet de vervulling tegen te gaan,
„aldus De Groot
Van een onzer verslaggevers
Leiden He Diaconessenhuis draagt volgens zijn eeonomiseh
directeur mr. J.W. Filippo niet bij tot het „beddenover
schot", dat in de Leidse regio zou bestaan.
Aan de hand van het beddenbezettingspercentage concludeert
mr. Filippo. dat het Diaconessenhuis een tekort heeft van
30 bedden voor volwassen patiënten, waar tegenover staat
een overschot van 6 kinderbedden.
Volgens mr. Filippo is echter een zeker overschot onvermijde
lijk, daar het beschikbaarheidsnut hoger kan zijn dan het
gebruiksnut Een mooi voorbeeld hiervan vormen onze vier
couveuses, die een laag gebruiksnut hebben (37.5% in 1975).
Het is in het afgelopen jaar echter voorgekomen dat twee
babies in een couveuse moesten liggen, omdat de overige
drie couveuses bezet waren" aldus mr. Filippo.
Groei
De activiteiten van Het Diacones
senhuis hebben overigens de af
gelopen tien jaar een belangrij
ke groei meegemaakt.
Het aantal opnamen steeg van ca. 7.300 naar 8.800. Deze
toename was mogelijk door de verkorting van de gemiddelde
verpleegduur van 14.3 dagen in 1965 naar 12.4 dagen in 1974.
Het beddenbezettingspercentage is op een uitschieter in
1968/1969 na tamelijk constant gebleven: globaal 90%.
Het aantal operaties nam toe van 4260 in 1965 naar 6351
in 1974 een toename van 49%.
Het aantal bevallingen binnen het ziekenhuis vertoont een
interessante ontwikkeling: Na een snelle stijging tussen 1965
en 1971. volgt na 1971 een daling tot 1973 waarna 1974 weer
een opleving te zien geeft. Opmerkelijk is de steeds verder
gaande verschuivingen van klinische naar poliklinische be
vallingen.
De personeelsbezetting van Het Diaconessenhuis steeg de
afgelopen tien jaar met 33% tot 481 medewerkers, de specia
listen niet meegerekend. Hiermee schaart Het Diaconessen
huis zich onder de „grote" werkgevers van Leiden (na
gemeente, universiteit en Academisch Ziekenhuis).
Volgens voorlopige cijfers vergden de exploitatiekosten 1974
een bedrag van 17.8 miljoen. De directie verwacht op de
exploitatierekening een verlies van rond 150.000. DU
verlies wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere pen
sioen- en sociale lasten dan in de begroting was voorden.
Van een onzer verslaggevers
Leiden Do afdeling Leiden van de Vereniging van Dienst
plichtige Militairen heeft de Tweede Kamerleden Keja en
Scherpenhuizen uitgenodigd voor een gesprek. Aanleiding
daartoe zijn de vragen die de beide WD-komerleden de
minister van defensie hebben gesteld over de eventuele
overplaatsing van de Kokschool naar het noorden van het
land.
De afdeling Leiden van de WDM is er over verwonderd, dat
de heren Keja en Scherpenhuizen vooraf geen overleg
hebben gepleegd met de betrokkenen. In een brief aan de
liberale Kamerleden schrijft de afdeling: „Uw vragen en
bedoelingen gaan volkomen voorbij aan de belangen van
de dienstplichtige militairen." In een toelichting op de brief
zegt WDM-woordvoerder Glasbergen „Wanneer dit in het
burgerleven zou zijn gebeurd, dan had alles op zijn kop
gestaan. Dit zou niemand hebben gepikt'
In de brief stelt de WDM: „Verplaatsing van de Kokschool
naar het noorden, uit de bevolkingscentra vandaan, zou voor
de meeste hier gelegerde militairen betekenen, dat de reistij
den aanzienlijk zouden toenemen. Dit zou inhouden dat de
dienstplichtige minder tijd thuis zou kunnen doorbrengen
en dat van zijn wedde een nog groter deel dan al het geval
is door reiskosten wordt opgeslokt"
Over de eventuele overplaatsing van de Kokschool schrijft de
WDM: „Dat verplaatsing naar het noorden van een dergelij
ke kleine kazerne geen extra werkgelegenheid met zich mee
zou brengen, zou u naar onze mening kunnen weten."
„Wij staan achter het spreidingsbeleid van de regering, maar
zijn van mening, dat dit niet mag gebeuren zonder zelfs te
overleggen met de vakbonden."
Het ligt in de bedoeling van de plaatselijke WDM'ers niet
alleen over eventuele overplaatsing van de Kokschool met
de Kamerleden te spreken, maar hen ook op de hoogte te
stellen van de omstandigheden waaronder de militairen in
de Leidse kazernes bivakkeren. Woordvoerder Glasbergen:
„De accommodatie hier in Leiden is verschrikkelijk. Onder
houd wordt er vrijwel niet meer gepleegd. Dit alles onder
het mom van: de kazernes gaan hier toch weg. Maar dat
wordt al tien Jaar gezegd. En nog steeds wordt het heel
gewoon gevonden dat 35 soldaten samen op één zaal slapen,
dat de sanitaire voorzieningen abominabel zijn en dat er
in de kazerne zelf nog niet eens douche-gelegenheid is."
De commandant van de Leidse WDM'ers, de luitenant kolonel
A. van Buuren, heeft positief gereageerd op hun initiatief.
Hij is bereid hen toe te staan de WD-kamerleden in de
Leidse kazernes rond te leiden. WDM-woordvoerder Glas
bergen: „Wij hopen dat de Kamerleden naar aanleiding van
hun bezoek hier vragen zullen stellen aan de minister. Er
is alle reden toe."
Postzegel 400 jaar Leidse
universiteit
LEIDEN Met de uitgifte van een „historische serie" van
drie zegels op 26 februari 1975 vestigt de PTT de aandacht
op drie gebeurtenissen van internationale betekenis, name
lijk het 700-jarig bestaan van de stad Amsterdam, het
300-jarig bestaan van de Portugees-Israëlitische Synagoge
van Amsterdam en het 400-jarig bestaan van de Rijksuniver
siteit te Leiden; de derde zegel herdenkt tevens 400 jaar
universitair onderwijs in Nederland.
Bovendien is deze emissie een novum in de Nederlandse
postzegelgeschiedenis, omdat de Amsterdamzegel ook zal
worden aangemaakt op postzegel rollen welke tweezijdig
getand zijn.
De zegels zullen verkrijgbaar zijn aan de loketten van de
postkantoren zolang de voorraad strekt. De geldigheidster
mijn voor de frankering is onbepaald. De Amsterdamzcgel
en de Synagogezegel werden beide door de Amsterdamse
kunstenaors Jan van Toom en Paul Mijksenaar gerealiseerd,
de Haagse kunstenaars Sjoerd de Vries en Ab Gratama
verzorgden samen de herdenkingszegel van de Leidse univer
siteit