Bouwmeesters n van morgen „Doperse beweging" 450 jaar VOORPROEFJES VAN TOEKOMSTIGE WERELD IN WOORD EN BEELD KORTE METTEN 'Kom over de Brug" sluit op bijna zestig miljoen PAGINA 6 DONDERDAG 23 JANUARI 1975 LEIDSE COURANT zichten. „Le Corbusier, de grote Franse bouwmeester, behoeft niet bang te zijn dat wij een vis- of een fruitschaal in de muur van zijn eetkamer zullen hakken of een naakt in zijn slaapkamer. Wij maken geen plaatjes, zelfs geen- abstracte plaatjes om dat ons andere middelen ten dienste staan om de identiteit van een bepaalde ruimte accentueren." Inderdaad, daar hebben de resultaten al van gezien: van een gelaste schroothoop tot beelden en plastieken die geen zinloze dingen zijn maar tekens in de ware zin van he» woord. Bel jon heeft bij herhaling zijn eigen werk als exempel van zijn betoog genomen en dat is zijn goed recht, het is niet mooier of lelijker dan dat van zijn collega's maai toont wel overtuigend aan hoe zeer alle andere dingen buitén de traditionele het motief voor een kunstwerk- kunnen zija Hij zal het ons echter niet euvel duiden, als wij de torens te Watts door Rodia ai de architectonische versieringen „Bouwmeesters van morgen" is een aanbe velenswaardig boek, de Wetenschappelijke Uitgeverij B.V. te Amsterdam gaf het voorzien van vele duidelijke illustraties. be I Nieuwenhuis, Friedman, Soleri en Kenzo Tange die ieder hun eigen ideeën en be grippen hebben over die wereld van beto nen staal en andere bouwmaterialen die men nog wel zal ontdekken of samenstel len. Zou het b.v. mogelijk zijn b.v. plastic zó te verharden dat het de eeuwen kan trotseren? Men zou de teneur van dit boek eigenlijk kunnen vergelijken met de geest die de torenbouwers van Babel bezielde: „Laten wij een stad bouwen met een toren waar van de top tot de hemel reikt en laten wij ons daarmee een naam maken opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid wor den". We weten uit het bijbelverhaal dat dit plan niet door ging. Dat zal de heden daagse bouwers er natuurlijk niet van weerhouden hun ideeën gestalte te geven: de mens van vandaag en zijn nageslacht moet op de een of andere manier onder dak. Volgens de schrijver zal de aarde binnen vijftig jaar vijf miljard bewoners tellen. Als wij doorgaan met bouwen zoals nu gedaan wordt zal de helft daarvan nog niet gehuisvest kunnen worden. Hij vindt dan ook dat de architecten van vandaag* op enkele uitzonderingen na, niet tegen hun taak opgewassen zijn en dat zij in de toekomst daar ook niet in zullen slagen. Dat klinkt vrij pessimistisch. Maar het is geen Evangelie dat die bevolkingsaanwas op deze manier doorgaat en dan zou het wel eens kunnen zijn dat men in de nabije of verre toekomst meer behoefte zou heb ben aan bejaardenwoningen in een rustige omgeving dan aan overkoepelde metropo len waarin het niet zo leuk wonen zal zijn, naar onze huidige begrippen. En daar komt nog iets bij: „Beeldhouw kunst en architectuur" zegt Beljon, „moe ten in onze dagen noodzakelijkerwijs een experimenteel karakter dragen. Zij lopen beide vooruit op hun interpretatie. Zij zijn voorlopig zonder inhoud. Het wachten is op de mythe die hen bezwangert met bete kenis". Rest dus het functionele en alles wat er mee samenhangt Maar neen dat gaat óók niet op, want „functionalisme heeft als zodanig nooit bestaan" zegt de auteur „het is een expressievorm in de jaren twintig van onze eeuw toen wij ons emotioneel verzoenden met de gevolgen van de mechanisatie". Als we het boek doorlezen en het is zeer onderhoudend geschreven, ook voor de outsider, dan ko men we ongetwijfeld tot de conclusie (alsof we dat al niet wisten.dat ook in déze sector „net als bij alle toekomstplannen, het chaotische element sterk naar voren komt. En dat ligt in de aard van de zaak: Wij kunnen slechts vermoeden en niet wéten hoe die toekomst zal zijn. Het staat allerminst vast dat de nieuwe Babelse to ren wel ooit de hemel zal bereiken. Een spraakverwarring is er in ieder geval reeds. Maar reeMaar de gigantische plannen, nog afgezien van de vraag of ze al dan niet verwezenlijkt kunnen worden, bieden inte ressante facetten te over om er ons enige tijd mee bezig te houden. Beljong besteed veel aandacht aan de „maquettes voor morgen". Het plan van de Italiaanse bou wer Paolo Soleri" Mesa City" ziet er niet zo afschrikwekkend uit: hij wil een stad voor twee miljoen mensen gesitueerd op een plateau naast dorpen die hun landelijk karakter moeten behouden. Natuurlijk zul len er krachtinstallaties moeten zijn en een wegennet voor auto's en treinen. Bruggen en viaducten staan op het programma maar ook: „grond die zoveel mogelijk vrij gehouden moet worden voor veeteelt en recreatie". In de city zelf wil hij torens en platforms. Drie torens van 1000 meter hoog, twee om reizigers en onderwijzend personeel te huisvesten, en een andere baai moet liggen. De stad heeft een hoofd as, een soort gigantische transportband waarop de zijwegen loodrecht aansluiten. Bij de kruispunten raakt de hoofdweg de grond. Deze transportband is cyclisch en bestaat uit een serie aan elkaar gekoppelde ringbanen. Deze baan is berekend op S miljoen mensen per dag en 200.000 auto's per uur. „Misschien blijft het maar een maquete" zegt Belion maar „Tokyo, noch Parijs, noch New York zullen kunnen blij ven wat zij zijn, indien zij weigeren con cepten als die van Tange te aanvaarden". Plastisch kunstenaar zijnde besteedt de schrijver van „Bouwmeesters van morgen" grote aandacht aan de stoffering van toe komstige gebouwen en steden. Het is ge vaarlijk hier het woord „versiering" te gebruiken, hoe wel sommigen, zoals de postbode Cheval, toch weer terug gaan op het oude begrip sier. Ook hier, vooral hier hebben we te doen met een voortgezette totaalverandering van opvattingen en in- Yona Friedman, een bekende hedendaagse architect heeft gezegd dat architecten en stedebouwers een overdreven voorstelling hebben van hun aandeel in de veranderin gen van de wereld. Dit geeft de eenvoudi ge burger die bezorgd is over de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen weer enige moed. Want moet hij de prognose van de meeste grote plannenmakers gelo ven, dan zullen er in die toekomst de laatste woestijnen en oerwouden slechts aangetroffen worden op de bodem van de oceanen. De wereldzeeën zelf zullen zwem bassins worden en huizen, straten en fa brieken zullen de hele aardbodem in be slag nemen met wat groenstroken er tus sen. Die huizen zullen óp andere gebou wen staan zodat men slechts stukjes van de hemel zal kunnen zien. Maar het is óók mogelijk dat wat men dan nog steden kan noemen, 's winters afgesloten zal worden door een enorme schuifkoepel. Dat die komende wereld er heel anders uit zal zien dan déze waarin wij nü nog leven, staat wel vast. J. J. Beljon. beeldhouwer en directeur van de Koninklijke Academie voor beeldende kunsten te Den Haag heeft daar zo zijn gedachten over laten gaan en deze enorme problematiek besproken en neergelegd in een studie van 223 pagina's met als titel „Bouwmeesters van morgen". Hij is daarvoor de rade gegaan bij figuren als Gaudi, Brancusi. Sam Rodia. Constant Torens te Watts (V.S.) van Sam Rodia Plastiek van Beljon „De drie bomen voor administratieve doeleinden. De bega ne grond moet voor de voetganger vrij blijven, het verkeer er boven of er onder. Hij wil aantonen dat grote bevolkingsdicht heden zich niet noodzakelijkerwijs tegen het individu moeten keren maar integen deel kunnen helpen om „het leven rijker en schoner te maken". Met de problemen waarmee Tokyo te kam pen heeft, zijn we door veelvuldige publi caties ietwat op de hoogte. Kenzo Tange streeft drie doeleinden na: Het systeem van de straalwegen van uit het middenjAint (A'dam b.v.) omzetten in een lineaire ont wikkeling: het transportsysteem en de ar chitectuur moet georganiseerd worden en de architectuur moet demobiliteit en de diverse functies tot hun recht laten komen. Met simpele woorden: er moest een stad komen buiten het oude centrum door Bel jon „stadsas" genoemd, een stad boven de baai van Tokyo uitgebouwd die een recht hoekig plan heeft en 50 meter boven de Kezo Tange: Het nieuwe Tokyo boven de oceaan. Waarschijnlijk op de avond van de 21ste januari 1525 kwamen in het huis van Felix lYlantz te Ziirich enige tegen standers van de kinderdoop bijeen. Een van hen, de voor malige priester Jörg Blaurock werd daar op zijn verzoek ge doopt door de jonge geleerde Konrad Grebel. Blauroch doopte vervolgens de andere aanwezigen. Met deze huiselij ke ceremonie was de „Doper se beweging" geboren en zon dag herdenkt de Doopsgezin de Broederschap in Nederland bijgevolg het 450 jarig be staan daarvan. Aan deze afscheiding was een verschil van mening met de bekende hervormer Zwingli voorafgegaan. Zwingli bijvoor beeld wilde de hervorming in Zurich krachtig doorvoeren met behulp van de overheid, hetgeen bij velen op tegen stand stuitte. De latere „do pers" stonden dan ook een strikte scheiding van kerk en staat voor. Men wilde wel in, maar niet vén de wereld zijn. Bij het begin al werd vastge legd, dat het een christen niet betaamt een overheidsfunctie te bekleden. Men wilde probe ren te komen tot het opnieuw leven inblazen aan de Nieuw testamentische gemeenten. Een volkskerk en kinderdoop werden door hen afgewezen. De doop mocht alleen geschie den aan hen, die werkelijk ge lovig waren en verlangden haar te ondergaan. Zwingli was in die onverbiddelijke tijd niet mis met zijn reactie: hij eiste in achtneming van de kinderdoop op straffe van ver banning van de ouders. De dopers beweging breidde zich niettemin snel uit. De ver volging door de verschillende overheden en later ook door de andere reformatorische kerken is vanaf het begin zeer zwaar geweest. Het aaqtal martelaren in Nederland al leen wordt geschat op 2500. Menno Simons, die in 1536 te Witmarsum de r.k. kerk ver liet. heeft veel gedaan om de verstrooide groep weer bijeen te brengen. De dopers werden doopsgezinden of mennonieten genoemd. Vanuit ons land heeft de be weging zich via Noord-Duits- land verspreid naar het vroe gere Westpruisen. Vandaar is men vanaf 1788 verder getrok ken naar de Oekraine, waar in 1926 circa 120.000 doopsgezin den woonden. De mennonieten in de Sowjet-Unie zijn altijd „Volksdeutschen" gebleven, wat hen tijdens de revolutie van 1917 en in de tweede we reldoorlog duur is komen te staan. Velen zijn omgebracht, anderen zijn verbannen naar Siberië een klein deel wist West-Europa te bereiken. De laatste jaren is de oor spronkelijke doperse theologie beter bekend geworden. Dit is vooral te danken aan de uitga ve van de bronnen. In Neder land werd in 1968 de „commis sie tot uitgave van documenta anabaptistica Neerlandica" opgericht, waarvan prof. dr. J. N. van den Brink voorzitter en prof. dr. Irvin B. Horst secre taris is. Het eerste deel, archi valia van Friesland en Gronin gen van circa 1530 tot 1550, bewerkt door dr. A. F. Mei link, zal in de loop van dit jaar verschijnen. Thans zijn er in 46 landen doopsgezinde gemeenten met in totaal bijna een half miljoen leden. Nederland telt 142 ge meenten met in totaal 27.772 leden. In de Verenigde Staten zijn 183.773 doopsgezinden. Het aantal leden in de Sowjet- Unie wordt geschat op 40.000. Van de ruim 66.000 Afrikaanse doopsgezinden wonen de meestèn in Zaire. In Indonesië en India zijn de meesten van de bijna 60.000 Aziatische le den gevestigd. Van 8 tot 14 juli zal nabij Bazel een Europese doopsge zinde conferentie plaats vin den. Thema's op deze confe rentie zullen zijn: de zaligspre kingen en de „broederlijke vereniging", een overeenkomst op zeven punten uit de begin tijd van het doperdom. Ter voorbereiding heeft de doops-- gezinde Historische Kring dé „broederlijke vereniging" in de serie „Doperse Stemmen" uitgegeven, vertaald en inge leid door ds. H. W. Meihuizen, lector aan het doopsgezind se minarie, en toegelicht door de professoren dr. J. A. Ooster- baan en dr. H. B. Kossen, hoogleraren aan de theologi sche faculteit van de universi teit van Amsterdam en het doopsgezind seminarie. Met algemene instemming van de wetenschappelijke raad heeft de Sorbonne-uni- versiteit van Parijs een ere doctoraat toegekend aan dom Helder Camara, aartsbisschop van Olinda en Recife in Brazi lië, dit vanwege diens ver diensten voor vrede en ge rechtigheid in de wereld. Be gin maart zal dom Helder Ca mara in Parijs het ere-docto- raat in ontvangst nemen en mede namens de andere ere doctoren het dankwoord spre ken. Na het officieel van kracht worden van de nieuwe abor tuswetgeving in Frankrijk heeft kardinaal Marty, aarts bisschop van Parijs en voorzit ter van de Franse bisschop penconferentie opnieuw de af wijzing van de abortus door het episcopaat bekrachtigd. In een verklaring voor de Franse televisie heeft kardinaal Marty gezegd, dat abortus kwaad is en kwaad blijft. Daaraan ver andert een wetstekst niets. De Franse wetgeving staat abor tus toe tot de tiende week van de zwangerschap. De abortus moet worden verricht door een bevoegd arts. Volgens het Amerikaans-jood se jaarboek 1974/1975 be draagt het aantal joden over de gehele wereld nu 14.150.000, dat is ruim 220.000 minder dan vorig jaar. In de VS waar de meeste joden wonen daalde het aantal van 6.115.000 naar 5.732.000. In Frankrijk wonen 550.000 joden, in Argentinië 475.000, in Groot Brittannië 410.000 en in Canada 305.000. Israël telt op zijn bevolking 2,5 miljoen joden. Het kapittel van de Nederland se provincie van de Karmelie ten heeft, or vacature die was ontstaan door het overlijden van pro vinciaal drs. V. Hoppenbrou wer als vicaris-provinciaal aangewezen drs. J. Egberink te Oss. Voor de evangelische en de rk kerk in West-Duitsland blijft zondag de eerste dag van de week, ondanks het besluit van de Verenigde Naties om van 1976 af de week op maandag te laten beginnen. Alle protes tantse uitgevers van kalen ders en bladen zijn van dit standpunt op de hoogte ge steld. De evangelische kerk zegt, dat wanneer het begin van de week niet langer wordt gesteld op de dag van de verrijzenis van Christus, dit ernstige moeilijkheden mee zal brengen voor het li turgische en bijbelse karakter van de week. In de loop van vorig jaar zijn in Polen 638 mannen tot pries ter gewijd, 486 seculiere en 152 reguliere. Het is het hoogste aantal van de afgelopen zes jaar. Er zijn op het ogenblik 4.216 priesterstudenten in Po len. KERK EN WERELD De grote gezamenlijke actie van tien Nederlandse kerken (negen kerken der reformatie, het Leger des Heils en de R.K. kerk) en vele interkerkelijke instellingen, die in 1972 onder de titel 'Kom over de brug' begon, heeft haar voorlopig eindpunt bereikt. In totaal werd voor de hulpverlening aan de landen van de derde wereld ontvangen een bedrag van 56.781.000 gulden, waar- Kardinaal Willebrands voor H. Stoel in Canterbury Bij de intronisatie van Do nald Coggan als aartsbisschop van Canterbury morgen zal kardinaal Willebrands aanwe zig zijn als vertegenwoordiger van de II. Stoel. Het is voor het eerst, dat bij een introni satie van een nieuwe angli- kaanse primaat een officiële vertegenwoordiger van de H. Stoel aanwezig is. Onder de meer dan honderd buitenlandse kerkelijke hoog waardigheidsbekleders. die de plechtigheid bijwonen, bevindt zich ook mgr. M. Kok, aarts bisschop van de oud-katholie ke kerk in Nederland. Hij gaat als afgevaardigde van de Unie van Utrecht, waarin alle oud- katholieke kerken zijn ver enigd. Reeds enige tijd bestaat er tussen de oud-katholieke kerk en de anglikaanse kerk een "open communie". Bij de plechtigheid worden te vens verwacht de aartsbis schop van Parijs, mgr. Marty, en de aartsbisschop van Brus sel en Mechelen, kardinaal Suenens. Voorts zijn aanwezig premier Harold Wilson opposi tieleider Edward Heath en kroonprins Charles, als verte genwoordiger van koningin Elizabeth. aan tot eind 1974 een bedrag aan rente kon worden toege voegd van 2.499.195 gulden. Voor 830 projecten van hulp verlening werd ruim 54 mil- joen gulden uitgekeerd; 28 van de 38 kerkelijke organen za gen al hun projecten voor hon derd procent gehonoreerd. Van de 23 overige projecten, alle ingediend door grotere participanten, tezamen een be drag van bijna drie miljoen gulden vertegenwoordigend, kon nog gemiddeld zeventig procent ten laste van 'Kom' over de brug' komen. Dit was mogeljjk omdat nog iedere - dag gelden op giro 7600 bin nenkomen, al is de stroom thans uiteraard bescheiden ge worden. Toch kon in de laatste maanden van 1974 nog 23.000 gulden aan giften worden ge noteerd. De organisatie achter 'Kom over de bru£' bestudeert mo menteel de mogelijkheid van een derde actie. De resultaten van deze studie zal tezijnertijd aan de deelnemende kerken en organisaties ter beoordeling en besluitvorming worden voorgelegd. De verwezenlij king van een derde actie zal echter minstens anderhalf jaar in beslag nemen. Een derde 'Kom over de brug' zal dan ook niet eerder dan begin 1978 gehouden kunnen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 6