blijft verleidelijke vet duivel @B*USS@i Sintt «Sacobsscheipen uit goeie ouwe tijd iMiï/aS 't/lsior? a /t&sZoiWstcrtj PUT OU JOUR TRUfTE MEUMERE P MOUSSELINE MOUWS FRITES 95' AS8BTTE FROiDE 0< petni prrvinci ENTRKOti PRO V 94 CA Li 105 SERVtCl. lé#R Lunchtijd is heilig. Daarom heeft onze vroegere minister van Buitenlandse Zaken het er zo danig naar zijn zin. Nee, voor de Brusselaar geen haastig broodje van Kootje, even ferm weggehapt tussen melk en mosterd. Geen be duimeld plastic zakje, waar Japie's moeder de volgende dag deboterham met pinda kaas weer in kan doen. Want een mens wil immers ook wel eens wat anders. In de Eikstraat, op weg naar $e Grote Markt, zie je door wazig glas-in-lood ontsteld een metershoge vlam. Je reactie neigt naar spuit-elf, totdat je verbijsterd ontdekt ify [Grote Markt is een romantische octopus met ir» culinaire vangarmen. In de vele zijstraten bloeit n- >eie, vadsige leven in voor Nederlandse begrippen lende verscheidenheid. Brussel is in de lage landen de onverbiddelij ke vetduivel, die voortdu rend een recht-voor-de- raap aanval doet op het welzijn en met de lekker bek aan de chlorestorol dat de chef van h'et etablisse ment alvast bezig is „een sfeertje te scheppen" voor het lunchuur. Verderop haalt een bistro baas vier stokbroden weg bij zijn deurpost. Even later krult zijn snor op het rit misch gerinkel van zijn an tieke kassa. Klagers hebben geen nood en pochers heb ben geen brood. De Brussel se horeca klaagt noch pocht Het is er altijd zo geweest en het wordt er steeds beter. Dat is te zeggen „als je goed je plan trekt". Of die plan nen in België dan zoveel be ter zijn of misschien anders worden „getrokken", de Heer zal het weten. Maar het ligt in elk geval zo vast als een kassei, dat de eet- en drink- sector er fier floreert. Frankskes van blik Wie zich op het middaguur van een doordeweekse dag door een stampvol restau rant werkt met de geur van chateaubriand in de neusga ten, krijgt het vreemde ge voel, dat hier de frankskes van blik zijn. Of dat er een levensgrote leeuw uit de Zoo is losgebroken en de straten heeft schoongeveegd. Laten we ook maar niet de preten tie hebben, dat we Brussels hartslag kennen, wanneer we zondags in een overmoedige bui hebben rondgeslenterd over de Marollenmarkt van het Vosseplein: zelfs als je jaren in deze EEG-stad ge woond en gewerkt hebt val je nog steeds van de ene verbazing in de andere. Zo kan het gebeuren, dat ter hoogte van de bedrijvige Grasmarkt nummer twaalf je blik opeens verdwijnt in een begijnachtig steegje. Donkerrood néon in de ver ste hoek onthult, dat in de herberg „Du Bon Vieux Temps" (de goeie ouwe tijd) Centrum van de welriekende Brusselse keuken is de Beenhouwersstraat vlakbij de Grote Markt. Hier vindt men de koks, die weten, hoe de vork in de culinaire steel stpekt. zeker nog wel iets uit opoe's kookboeken is geconser veerd. Chef-kok en „uitbater" Lu- ciën Decker laat hier, direct achter de Sint Nicolaaskerk en op twee stappen van de Grote Markt tegen midden- klasprijzen héél liefdevol in de pan roeren. In zijn sfeer vol zeventiende eeuws huis vind je nog de echte Brusse laars. Ongestraft zitten ze daar urenlang hun zakelijke transacties uit te stellen, geëx alteerd de lof bezingend van een bejaarde St. Emil- lion of een bijdehand Beau- jolaisje. Het woord „inflatie" is hier onverstaanbaar bar- goens en probeer dan ook niet grappig te zijn door iets van dien aard te lispelen tus sen lamsbout en kriekijs door. Want eten met een „cher ami" is voor een Brus selaar altijd nog heel wat plezanter en importanter dan zaken doen. Na het lunchuur de zondvloed. In de „Goeie Ouwe Tijd" ALLES OVER BRUSSEL In Brussel vindt u meer dan 250 uitstekende restaurants, waaronder Italiaanse, Spaanse, Portugese, Chinese, Vietnamese, Franse, Griekse, Turkse. Engelse, Amerikaanse, Russische, Joe goslavische, Noordafrikaanse, Hongaarse en Scandinavische smulparadijsjes. De Dienst voor het toerisme en informatie van Brussel (Heuvelstraat 12 bij de Grote Markt, telefoon 138940) heeft een brochure voor u klaar liggen, waarin de belangrijkste restaurants voorkomen, met opgave van hun specialiteiten, openingsuren en prijzen. De TIB staat ook tot uw beschikking voor het geven van andere inlichtingen en het bespreken van uw hotel of schouwburgplaatsen. Ook vindt u daar een Filatelisti sche Dienst en een wisselkantoor. Aanbevolen markten: de Vogelmarkt, elke zondagmorgen op de Grote Markt, de Bloe menmarkt, elke dag op dezelfde plaats. De Antiekmarkt en oude boekenmarkt op de Grote Zavel, zaterdags van 10 tot 18 uur en zondags van 10 tot 15 uur. De Vlooienmarkt op het Vossen plein, alle dagen van 9 tot 13 uur. Wie zich tevoren wil oriënteren over de mogelijkheden van een weekend-Brussel kan contact opnemen met het Belgisch Verkeers Bureau, Leidseplein 7 in Amsterdam, telefoon 020-245953. brengt Luciën een Coquilles 'St. Jacques op tafel, die zijn weerga niet kent. Als appeti zer voor hongerige Nederlan ders, die zijn zaak nog niet gevonden hebben geeft hij na afloop van de maaltijd het recept: een zorgvuldig bewaard keukengeheim, dat we hierbij haastig aan u doorgeven (zie het smakelijk kader op deze pagina). „Aangemaakt met champag ne en crème", vertrouwt Lu ciën je toe. En passant ver» telt hij ook nog ,hoe zijn kriekijs aan dat hemels sig nalement komt. Onder de in getogen blik van een ge brandschilderde Jacoba van Beieren heeft je maag onder tussen Beierse vormen aan genomen en heeft een zachte rosé je wangen een engelen blos bezorgd. Kriekenlambiek Wie Brussel écht wil indrin ken martele zich tijdens het spitsuur over de Kleine Ring in de richting van de Koekel- bergbasiliek om in een café van een verdeeld Vlaams- Waalse gemeente een pint te pakken. Het is er eeuwig la waaierig en de bekende geur van kriekenlambiek verwel komt je lauw (proef deze lambiek, die van krieken is getrokken). Tegen kwart v<56r acht, wan neer de nieuwslezers hun werk doen op het scherm, dat gesitueerd is boven de vaantjes van de plaatselijke voetbalclub, breekt de dis cussie los. Wat wordt het vandaag: Vlaams of Frans? BRT of RBT? Maken dat je' weg komt of doorzakken? Madame zelf geeft meestal de beslissende draai aan de knop en sust de herriema kers met wat francs voor de trekkast. Lichtspel Brussel in januari is gereser veerd voor de Brusselaars. De zachte winter strekt zich goedmoedig uit over de Markt, het mooiste plein ter wereld. De helrode valavond verdringt het laatste dag licht, dat mat weerkaatst te gen de eeuwenoude gebou wen. De contouren vervagen langzaam en ineens begint daar het best geregisseerde lichtspel, dat je je kunt voor- „Waar is het museum?". „Waar is het stadhuis?". „Waar de bekende winkelga lerij?". „En is het Manneke hier niet vlakbij?". Het zijn de geijkte vragen van dolende toeristen, die nog steeds niet begrijpen, dat Brussel geen zorgvuldig on derhouden hoop stenen is of een kereltje met voortdurend hoge nood. En daarom verzuimen zij te doen wat de Brusselaar zelf doet. Die zit allang aan een ruwhouten tafel vóór het raam van „Le Roi d'Espag- ne" aan de Grote Markt en geniet van zijn dampende chocolademelk, Brussel is kijken naar de ober in witte boezelaar, die bij elke tafel vertelt, dat de dienst is inbe grepen". Brussel is staren in het open vuur met woorden in je oor als „lieveke" en „tot seffens". Je verwonderen over het opgezette paarde- beest naast de trap en de geprepareerde vakensblazen boven je. waarin vrolijke lichten dansen. Hier kun je je verwarde gedachten op or de drinken uit de fles, die Brussel heet. De dikke bloemenvrouw op het plein verpakt haar rozen, alsof ze haar zelf geschonken worden. Een armvol felrode cupido's voor een „amante". Over de Markt rijdt een op gekalefaterd zwart koetsje van Pauwels-Sorgeloos- brood zijn reclamerondjes. De bejaarde koetsier vraagt om een gazet, zo zijn gezicht de kolommen eens zal sieren. Uit zijn overjas diept hij zijn adres op, keurig uitgetikt. Voor het geval düt. Hij kent de interesse van de pers voor zijn anachronisme op wielen. Bij de Beenhouwers En wanneer de maag 's avonds tegen een uur of elf dat bolronde heeft verloren, kuier dan eens door de Been houwersstraat of zijn jongert broer, de korte Beenhou- wersstraat. Vroeger woonde hier slager naast slager en ze houwden zich rijk uit de gro teske rozerode kadavers. Vandaag kun je er volop vlecsbrochettes eten of mos selen of Sint Jakobsschelpen, vers aangevoerd uit Zeebrug- ge. Je kunt marionetten zien dansen in popperige thea ters, luisteren naar gitaarmu ziek bij „feu de bois" of me lancholiek wegdromen bij zi geunerviolen. Wie de sponde wil sparen loopt halverwege de Been houwersstraat nog even de Dominicanenstraat in, waar in bistro ,,'t Ogenblik" bij lage lampjes het sluitingsuur voortdurend wordt uitge steld. Een huiselijk gemaakte paté of een pikante kaas, weggespoeld met een goud eerlijke „Vin du patron" doen je de plasticbuis Jozo- zout op het marmeren tafel blad graag vergeten en ver geven. De ramen zijn beslagen. De flessen transpireren. De bleekselderij, de cichorei en de Brusselse kooltjes vóór het raam zijn doodop en den ken „een ogenblik nog". Rood en blauw Half drie. Je voetstappen klinken hol in de Prinsenga- lerij. In de Korte Beenhou wersstraat hebben de be haarde amateurartiesten hun huisvlijt opgeruimd, die op mottige tafelkleden tever geefs op een koper heeft gewacht De Markt is leeg. Het strijk licht is gedoofd en de eeu wen zijn weer voor een paar uur in de donkere gevels ge vlucht. Eindelijk is de lichtstad moe. Alleen Martini, de dorstles- ser voor zoete kauwen gloeit nog na op het Rogcentrum. Rood. Blauw. Aan. Uit. Morgen is er gelukkig weer een dag van eten en drinken. Bakker Sorgeloos draagt een krakende, stokoude paard en wagen aan het boeiende stadsbeeld van Brussel bij. De koetsier heeft getikte adressen op zak voor toeristen, die zijn anachronisme willei. ^.uteren. „Graag een extra kiekje voor mij", bedingt hij als tegenprestatie voor het poseren. Lucien Decker, chef-kok en "uit bater" van "De goeie ouwe tijd" geeft het volgende recept voor Coquilles St Jacques la diable (St Jakobsschelpen): Zoals alle schelpdieren moeten ze vers zijn, zwaar en gesloten. Alleen op die manier kunnen ze een waardige entrée vormen voor uw maaltijd. Voor vier personen heeft u nodig: 4 schelpen, veertig gram boter, één ui, broodkruim, mosterd en drie lepels bechamel. Laat de schelpen in hun geheel in de oven gaar stomen, totdat ze zich ope nen. Maak ze dan leeg en schoon ert was zc. Hak het vlees fijn en vermeng- het met de in boter ge bakken gehakte ui. een klein stukje oud brood, dat in melk geweekt is en daarna goed uitge knepen en gekruimeld is. Verder op smaak brengen met gehakte peterselie, zout, peper, bechamel, een puntje mosterd en enkele druppels Engelse saus. Vul de schelpen met dit mengsel, be strooi het met paneermeel en gra tineer het geheel. De bechamel- saus is een witte basissaus met een kooktijd van iets meer dan een kwartier. Meng daarvoor der tig gram boter met vijf en twintig gram bloem. Laat dit enkele ogenblikken koken, maar zorg er voor, dat de saus niet verkleurt. Blus de saus met een kwart liter melk. Kloppen tot het kookt en kruiden met zout en peper. Na een kwartier koken behoort de 68us enigszins dik te zijn. De saus wordt nooit lang voor het opdie nen gemaakt. aar ligt zij dan, die ke volgevreten spin in rategische midden van web. Vergenoegd ziet over het glinsterend in autowegen, waar de- chte winter heel wat i insekten overheen e. 1975 blijft een verlei- i vetduivel. Hij zit je echt met een indigestie hielen en toch kom je lit toe om hem een tik neus te geven. el, dat gastvrije moe- raar je vroeger tot aan Idel en nu al tot je kin wijn zakt en smullend imsbout en lof een ge- vaatvernauwing tege- inelt. el. Zie zelf maar. Steek is eens een dag om de van de Belgische gaar- n en je ruikt geheid inders dan Manneke lamions en droogkuis. blijft het kneuterig, e paradijs van brem patisserieën en vlezige ouwerijen. Op weg »f terugkerend van een nomisch weekend in dennen mag je deze oes niet overslaan. Wel aardevol briefje in de want België is duur) en n maar, want zelden zoveel zalige zaken en e eethuisjes bijeen als t tweetalig centrum, dagen nu eenp geen met uitgebakkén spek pijlsnelle boerenkool diepvries met worst uit an. Maar een goudeer- waterzooi, een goed je cassoulette of een neerde gratinée. rieren en is voor een Brusse- etzelfde als brevieren een kloosterling: hij dan onder geen beding ird te worden. Al zou riedubbel geparkeerd een sterke jongen, dig ij zijn karaf en kikker kan wegsleuren. ti a De beslagen ruiten van de honderden Brusselse eetpardijsjes tranen de bedrukte keukengeheimen uit: slakken in knoflooksaus, malse lams-bout, verse forellen en mosselen in de pan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 19