asopos-de vliet: jong, sterk
Sen vereend onder nieuw dak
Jan Hendrik Sira: tweede vader
voor een Stedelijke" generatie
sleuteldrager
Een gymnasiale sleuteldrager neemt afscheid
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
.Voorstelling
Litteris Sacrum
bijna in alle
opzichten
geslaagd
Leiden Een dag na De Tinv
delerclub ia ook de toneel
vereniging Litteris Sacrum
met de oerste première van
dit seizoen voor het voetlicht
gekomen. De keuze was dit
keer gevallen op een moder
ne „moraliteit" van Max
Frisch (met een duidelijke
knipoog naar „Elckerlyc"),
getiteld „Biedcrmann en de
brandstichters". Voor een
nmatcurvereniging beteken
de dit een zware opgave,
enerzijds door de fragmen
tarische opbouw en de moei
lijk hanteerbare scènes met
een koor, dat rechtstreeks
uit een Griekse tragedie kon
£jn weggelopen, anderzijds
door de inhoud, die een dui
delijke aanval doet op het
reactionaire gedragspatroon
van de conservatieve bur
german.
Dat de voorstelling in bijna
alle opzichten geslaagd ge
noemd mag worden, was to
danken aan verschillende
factoren waarvan niet de
minst belangrijke was, dat
de sfeer van het LAJC-thea-
tcr bij uitstek geschikt is
voor een dergelijk stuk. Het
schijnbaar simpele decor
van Bob Hagcman en Ton
Droste kon hierdoor opti
maal functioneren en de
doordachte regie van Kees
Schutte deed de rest Welis
waar heeft hij niet kunnen
verhinderen dat nu en dan
een scène (en ook wel een
lange clause) tegen het einde
wat inzakte, maar daar staat
tegenover dat zijn behande
ling van de koor gedeelten
een vondst op zich was. Het
levensgrote probleem hoe Je
zo'n groep spelers moet la
ten bewogen loste hij op
door ze helemaal niet te la
ten bewegen, maar ze a.h.w.
in het decor in te bouwen.
De spelers vormden «en ge
routineerd en volkomen op
elkaar ingespeeld ensemble.
Het noemen van bepaalde
namen zou zelfs onrecht
vaardig zijn ten opzichte
van de anderen. Dat er mot
het geluid af en toe iets niet
helemaal goed ging, bleek
niet de schuld van Litteris te
zijn: de geluidsbanden,
roods lang voor tie voorstel
ling besteld, arriveerden pas
na de generale repetitie.
Paul Korenhof
Leidse agenda
Leidse Bioscopen
»or 5uiion«w*g iw, ui zizjv:
«cblJ*M*n van Trinity" 14 )aar da«. 14 00
n 20 00 uur. tondag 14 00, 17.00 en 20 00
LEIDSE COURANT
PAGINA 3
AND AG 25 NOVEMBER 1974
voor de vrouwelijke leden be
vat. Dit spontaan ingezette clu
blied vormde tevens de verbin
dende schakel tussen de officie-
Ie opening, die verricht werd
door prinses Beatrix en die
daarmee in de voetsporen trad
van haar man, prins Claus, die
de eerst verworven accommo
datie van Asopos aan de
Dwarsweteringkade, zes jaar
geleden, opende. Daarop volgde
een ongedwongen rondgang
van gasten, waaronder de com
missaris van de koningin in
Zuid-Holland, de heer Vrolijk,
de heer Van der Have, burge
meester van Leiderdorp en de
heer Vis, burgemeester van Lei
den, die door Asopos-de Vliet-
praeses Ronald Maaskant en
racecommissaresse Hetty Dek
ker werden rondgeleid door het
nieuwe complex en langs de
foto-expositie die het geschiede
nisverhaal van de vereniging
nog eens in visuele beelden te
voorschijn toverde.
De officiële opening was er een
zoals een roeivereniging het be
taamt. Door een dubbele rood-
wit-paarse haag van Asopos/de
Vliet-leden met "geheven" roei
riemen wandelde prinses Bea
trix naar de steiger, waar een
jacht genaamd "Asopos- de
Vliet" even later afmeerde. Na
het uit water halen van deze
boot, leidde de prinses de acht
naar het nieuwe complex, waar
zij de officiële opening verricht
te door het slot van de nieuwe
loodsen open te breken, waarna
de loden van Asópos-de Vliet,
begeleid door de politiekapel
van de gemeente Leiden, het
clublied ten gehore brachten.
Een clublied, dat na het verle
den ook over heden en toe
komst verhaalt. "Alweer een
blik in ons bezit; verliezen kan
eigenlijk niet, weer zegeviert
het paars-rood-wit van Asopos-
de Vliet".
Na het in gebruik nemen van
deze nieuwe accommodatie kan
Asopos niet meer verliezen en
wanneer de laatste fase van het
bouwproject afgesloten zal wor
den is de zege inderdaad com-
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitniiiiiiiiiiiiiiiiM
Beatrix bij de nieuwe acht van Asopos- de Vliet.
'EIDEN Nog een maand of twee en daarna ziet de „klassieke"
gemeenschap van het Stedelijk Gymnasium aan de Fruinlaan de
rijzige en zorgende figuur van de conciërge niet meer dagelijks
aan en af lopen. Op 1 januari "75 wordt Jan Hendrik Sira (pas
er op: met één enkele-i) 65 jaar. Januari dient hij nog uit, daarna
moet-ie weg. „Een goede wet overigens, ofschoon: zinnigheid hou
je altijd wel hoor, in je werk. Duvoel nu wel, dat het gaat knellen,
dat ik een rustiger bestaan wiL Want bepaald rustig'is het hier
niet. Ik ga nu naar een passiever staatje. Ik houd een klein taakje:
huismeester van de Groeneveldstichting aan de Oude Vest met
acht huisjes waarin predikantsweduwen mogen wonen. Mijn
vrouw, zoon (ik heb zes kinderen, één is er nog thuis) en ik worden
hoofdbewoners aan de voorkant".
[iemand geeft Jan Sira 65. Ook
rector Coebergh v.d. Braak
niet, die ruim een jaar geleden
tot zijn schrik te horen kreeg,
dat claviger Sira nog maar kort
op school „te leven" had. Direct
werd er een (toegestane) tweede
conciërge toegevoegd aan de
Openingstijden
Iet Leids City Centrum heeft de
grootwinkelbedrijven en de
middenstand het volgende ad
vies gegeven inzake de opening
stijden in de Sint Nicolaas- en
Kerstperiode:
bnderdag 28 en vrijdag 29 no
vember van 9.00 tot 21.00 uur;
zaterdag 30 november van 9.00
tot 18.00 uur, maandag 2 de-
13.00 tot 21.00 uur,
n woensdag 4 de-
9.00 tot 21.00 uur
en donderdag 5 december ten
slotte van 9.00 tot 17.00 uur.
h de Kerstpèriode gelden de vol
gende openingstijden: donder
dag 19 en vrijdag 20 december
van 9.00 tot 21.00 uur, zaterdag
21 december.van 9.00 tot 18.00
uur, maandag 23 december van
13.00 tot 18.00 uur en dinsdag
24 december zowel als dinsdag
31 december van 9.00 tot 17.00
Promoties
SJj Burgerlijke stand
Aan de Leidse Universiteit is de
heer M. van Empel, bedrijfsju
rist, gepromoveerd tot doctor in
de rechtsgeleerdheid op een
proefschrift, getiteld „The gran
ting of European patents". Pro
motor was prof. mr. W.L.
Haardt.
De heer A.C.P.M. Kolen promo
veerde tot doctor in de wiskun
de en natuurwetenschappen op
een proefschrift, getiteld „De
katalyse door heterocyclische
aromaten, tijdens een aminoly-
se reactie in acetonitril". Pro-
motor was prof, dr. E. Havinga.
ruim 500 leerlingen tellende
schooL Claviger Sira, de sleu
teldrager. Intimi vertalen het
woord met „knotsdrager". Ook
dét is Jan Sira niet aan te zien.
Tenslotte werd een koster in
hervormde zin ook wel „honde
jager" genoemd, de man die de
honden de kerk moest uitjagen
als ze te lastig werden. Sira is
ook koster geweest, maar die
honden heeft hij niet meege
maakt Wel het stoven zetten in
een pieterskerk zonder verwar
ming. Koster en kosteres Sira
hebben dit semi-gewijde ambt
van '46 tot november '60 volge
houden. Jan Sira, die een gron
dige studie van de Pieterskerk
had gemaakt teneinde excur
sies verantwoord te kunnen op
vangen („Ik wilde de mensen
geen fabeltjes vertellen"), ver
telt ons van het koppeltje vuur
makers, dat 's zondags heel
vroeg de briketten liet gloeien
en ze op draagbaren de kerk
indroeg: een kleine 600 stoven,
in de hoofdzaak voor de dames.
Custos
„Voor de trouwerijen maakte ik
zelf de testjes en gaf ze door".
Mevrouw Sira hield de ingang
in de gaten en als het bruid
spaar binnenschreed drukte ze
op een knopje en dan ging de
organist een plechtige riedel
spelen. „In 1960 ben ik custos
van de universiteit geworden.
Ik moest colleges op de borden
bekendmaken en hele ritsen
aankondigingen, ook verhinde
ringen van profs wegens onge
steldheid. Ik verdeelde de taken
van de huishoudelijke dienst en
trof college-voorbereidingen. Ik
leidde vreemdelingen rond, na
dat ik (weer) een studie had
gemaakt, ditmaal van de uni
versiteit".
Vóór '46 zat de heer Sira in het
verzekeringswerk en was hij
koster van de Oosterkerk. In de
crisisjaren vertegenwoordigde
hij een grossier in huishoudelij
ke artikelen en reed op zijn
fietsje tot aan Kudelstaart, het
Westland of tot Bodegraven
met het monsterkoffertje op de
i bagagedrager. „Mijn boterham
metje at ik op de fiets op. Hdt
waren hele ritten. Ik had van
de baas een nieuwe fiets van 37
en een halve gulden gekregen,
daar was ik erg groots op. Van
een baas heb ik nooit een auto
gehad, want ik had geen HBS",
vertelt Sira met ondeugend
glinsterende oogjes.
Begrafenisondernemer
„Ooit ben ik - da's wéér ook -
begrafenisondernemer geweest,
tijdens de oorlog, om uit mof-
fenland vandaan te blijven. Ik
had de gevaarlijke leeftijd. Veel
klanten heb ik niet gehad: een
levenloos geboren kindje en een
oude oom van me. Ik liep in vol
ornaat en hoorde de toekijken
de jeugd zeggen: die meneer
mag nooit lachen. Maar ik had
meer moeite om m'n tranen bij
.het graf in te houden dan de
familie zelf, die geintjes stond
te maken. Ik werd wel veel als
drager betaald, 5 gulden per
keer. Zo'n kindje in een kistje
bracht niet veel op, maar aan
m'n oom hield ik zo'n 200 gul
den over".
In de hemel
In de Pieterskerk waren de Sira's
met het hele gezin in de weer.
Jan Hendrik wilde liever maar
weer in het burgerleven, „maar
de universiteit is niet geworden
wat ik me ervan had voorge
steld. Dat was mijn stijl niet
De samenwerking, ambtelijk
gezien, was niet prettig. Daar
had je trouwens een knokker
voor moeten zijn en een ellebo-
genwerker. Op 1 mei 1964
kwam ik op het Stedelijk. Men
wist, dat ik daar op mijn plaats
zou zijn, al vroeg rectrix juf
frouw Smit zich wel af wat ik
in mijn hoofd haalde: van de
universiteit naar het „gym", dat
was een statusverlaging. Maar
om die status gaf ik niks. Dat
is nu ruim 10 jaar geleden. Ik,
heb er nooit spijt van gehad; ik
kwam destijds - zo voelde ik het
nu eenmaal - in de hemel. Ik
hoefde hier niet steeds op mijn
tenen te staan. Dat gevoel is
gebleven".
Ze doen maar
Wat veranderde, was bijvoor
beeld de mentaliteit van de
jeugd. „Maar je leeft en groeit
erin mee. Ik krijg wel eens het
typische idee, dat er tegenwoor
dig leraren zijn die in de rich
ting van de jeugd willen leven
met lange haren en coltruien,
ook al zijn er die nog keurig
in colbertkostuum komen. Op
een feestje vroeger waren de
jongens en meisjes heren en
dames, de heertjes in donker
blauw kostuum, die de meisjes
afhaalden met een bloem in een
doosje. Er werd keurig netjes
gevraagd of pa en ma het goed
vonden. Vandaag doen ze maar,
ze komen en gaan wanneer ze
willen, in gerafelde en gevlekte
dingen: „heeft u een touwtje
voor me, mevrouw Sira, als m'n
schoen maar vast zit..."
Een enkele keer moet Jan Sira
een leerling onder handen ne
men. Men wil nog wel eens de
stafkamer „bezetten". Een rede
lijke opmerking wordt geno
men. „Eens greep ik een knaap,
die lastig was, in de kraag, 's
Avonds kreeg ik een doosje si
garen van hem: „De ben me lam
geschrokken, toen u me zo
greep". Als ze op „die rot-
school" schelden, adviseer ik
weieens: ga dan weg, neem een
krantenwijk of ga naar de am
bachtsschool, als je eerst maar
met je ouders overlegt. Maar
dat kAn natuurlijk helemaal
niet.."
Wie stemt er nou CHU?
Later zegt Sira wel eens tegen
zijn vrouw: die ene is tóch nog
een fatsoenlijke jongen gewor
den. „Ach, die jongelui maken
hier een episode in hun jonge
leven mee. Je moet je wel eens
inhouden, maar ik ben ook jong
geweest en geen lieverdje, al-
«lan Hendrik Sira: tweede vader.
leen wat Anders misschien. In
de verkiezingstijd hingen hier
pamfletten van PSP, PPR,
CPN, WD ook, en andere kre
ten, maar de conciërge plakte
vellen op met: stem CHU. Wie
stemt er nou CHU?, hoor je dan
schamper vragen; daar snap
pen ze niets van".
De gezamenlijke toekomst van
het „Stedelijk" mag haar clavi
ger weL Een meisje was ge
slaagd: ze bakte een cake voor
Sira, die een soort vader voor
haar was geweest Sommigen
hebben het weieens moeilijk en
komen bij hem uithuilen.
„Straks moet ik weer bij de
Sint komen. De heb al heel wat
flesjes sherry van de jongens in
al die jaren gekregen. Lang lag
er elke 5e december een zelfge-
bakken borstplaten hartje op
m'n bureau. Ik weet nu nóg niet
van wie. Ik bedoel maar: je
hoort er helemaal bij op die
school. Ze willen straks met
spandoeken naar het stadhuis
om te protesteren: laat Sira bij
Voor iedereen
Zo was Jan Hendrik Sira be
schikbaar voor iedereen. Hij
moest alle stopcontacten weten,
kapotte ruiten laten repareren,
's avonds het gebouw rond,
lichten en kranen nakijken, ab
senten ophalen, ouders aan
schrijven, proefwerken stencil-
len, koffie zetten voor de docen
ten, afwassen, telefoontjes, bel
letjes, die zoekt dit en een an
der dèt, spijbelende kinderen,
ziekmeldingen en ongelukjes.
De huisbel gaat. Sira moet even
weg. Een meisje in de gymzaal
is gevallen. Gebroken arm.
Even opvangen. „Eigenlijk heb
je een claviger nodig met EH
BO, dat diploma héb ik ook".
Een nieuwe melding komt bin
nen: het hóéft al niet meer, met
dat meisje. Het was al over
„Maar ze weten me wél te vin-
Sira is het manusje van alles,
geen a-manu-ensis, wat er wel
op lijkt, maar die doet weer
heel wat anders. Het minst
prettige vindt claviger Sira het
in de vakanties betrokken blij
ven bij de school: „dan worden
er veel werkzaamheden binnen
het gebouw uitgevoerd. Dat
voelde ik wel eens aan als een
beetje „zielig", want je hebt zelf
ook wel je vakantie nodig. Het
fijnst vond ik de sfeer van het
geheel, van de leraren en de
leerlingen, een grote jonge ge
meenschap waarin je bent op
genomen".
Fecst-herrie
Eerst nog het kerstbal. Sira, die
in 1928 één van de oprichters
was van het thans befaamde
korps Kunst en Genoegen
(K&G), weet als synoniem voor
een feest op het Stedelijk: veel
herrie en dansen en gebroken
flesjes; de leerlingen van de
lagere klassen willen nog we
ieens een sketch opvoeren". Als
er een feest is, stopt mevrouw
Sira steevast watjes in de oren
vóór ze naar bed gaat. Maar
waar niemand in huize Sira
tegen kan is de alarmbel bij
storing in de verwarmingsin
stallatie: „als die gaat, word je
wakker, ook al ben je bewuste
loos..." En dan praten we maar
niet een8 van de overlopende
gootstenen en lekkende w.c.-
stortbakken. „Ik doe geen spe
ciale moeite, je doet gewoon je
werk. Misschien juist daarom
word ik gewaardeerd. Je moet
niet om 5 uur klaar willen zijn.
En verder hoor je dienstbaar te
zijn in zo'n functie. Dat moet
van binnen uit komen; niet om
een goede beurt te maken, dat
hou je niet vol". Volgend jaar
komt een nieuwe sleuteldrager
in de plaats van Jan Sira; „één
uit 84 sollicitanten. Dat wordt
een goeie, moet je maar den-
TON PIETERS
Van een onzer verslaggevers
LEIDERDORP - "Wij zijn op ver
schillende winden gekomen;
wij voelen ons jong, sterk en
machtig vereend; wij vloeien
tesamen uit verschillende stro
men, dat is waar de eenheid
haar kracht aan ontleend". Dit
zijn de eerste frasen van het
nieuwe clublied van de Alge
mene Leidse Studenten Roei
vereniging Asopos-de Vliet.
Het is het geschiedenisverhaal
op muziek van een groeiende
vereniging, voortgekomen uit
het onvermijdelijk samenko
men van twee stromingen in de
Leidse studentenroeisport.
Stromingen, die niet getem
perd konden worden door de
perikelen van noodgedwongen
verhuizingen en nieuwe fasen
van opbouw en samenwerking.
Aan die toen noodzakelijk gewor
den fusie, die volgde op een
korte periode van samenwo
ning van het toen nog jonge
Asopos en de oude damesroei
vereniging de Vliet werd de
kracht ontleend een sterkere en
gezonde vereniging te worden
en zich een aparte plaats in de
Leidse studentensportwereld te
verwerven. Zaterdagmorgen,
rond de klok van half twaalf
klonk dit geschiedenisverhaal
m een uithoek van Leiderdorp
bij de opening van het eerste
gedeelte van het nieuwe sport
complex van Asopos-de Vliet,
dat een werkplaats, botenloods,
sociëteit en een kleedlokaal