Elke abortus beëindiging begonnen menselijk leven VERKLARING NEDERLANDSE BISSCHOPPEN: Magnetron-oven: een wonderdoos voor haastige eters LEIDSE COURANT DINSDAG 15 OKTOBER 1974 Zoals beknopt gemeld hebben de bisschoppen van Nederland een verklaring uitgegeven over het vraagstuk van de abortus provocatus. Door voor tijdige publikatie van gedeelten hieruit blijkt enige verwarring ontstaan over de inhoud ervan. Daarom en ook, omdat het document op zich van actuele waarde is, menen wij er goed aan te doen de tekst in haar geheel te publiceren. Hieronder laten wij haar volgen. Inleiding In een schrijven van 24 februari 1971 hebben de bisschoppen zich uitgesproken over de zedelijke beoordeling van de abortus provocatus en over het christelijk handelen in de betreffende situaties. Zij hebben daarin gewezen op de waarde van elk menselijk leven ook het ongeborene in >het licht van de humaniteit en van het christelijk geloof, op de plicht tot aanvaarding van het nog ongeboren leven. Zij hebben aandacht en bijstand gevraagd voor degenen die tegen hun wens zwanger zijn, maar ook gewezen op het aankweken en instandhouden van het verantwoordelijkheidsgevoel en het norm besef, waardoor het ontstaan van ongewenste zwangerschap wordt tegengegaan. Ook schonken zij aandacht aan het maatschappelijk klimaat dat de verbreiding van de abortus indirect bevordert Terwijl zij naar deze verklaring verwijzen vinden de bisschoppen thans opnieuw aanleiding zich over de abortus provocatus uit te spreken, voor eerst vanwege de ontwikkeling in de openbare mening en in de praktijk in ons land, vervolgens vanwege de discussies over een wijziging van de Nederlandse strafwetgeving betreffende de abor tus provocatus. De ontwikkelingen van de laatste jaren doen ons het volgende opmerken: 1. Wij zien, dat in de openbare voorlichting en discussie de zwaarte van de beslissing tot abortus dikwijls wel wordt erkend voorzover deze beslis sing een psychischebelasting betekent voor de betrokkene(n) en invloed heeft op de geestelijke gezondheid. Maar wij moeten hierbij vaststellen, dat dikwijls verzwegen wordt, dat de ernst van zulk een beslissing nu juist hierin ligt, dat een menselijk wezen-in-ontwikkeling wordt gedood. Wij constateren de verbreiding van een spraakge bruik rondom de abortus provocatus, waarin dit wezenlijk aspect wordt verhuld of zelfs verzwegen. 2. Tevens stellen wij vast, dat ter rechtvaardiging van de abortus provocatus niet alleen gewezen wordt op de psychische nood en het conflict bij de zwangere vrouw en haar omgeving, maar ook op het toekomstig belang van het ongeboren kind. Soms wordt in het ongewenst zijn van de zwanger schap op zich zelf reeds een aanwijzing gezien, dat het voor het kind beter is om niet geboren te worden, zodat het in zijn belang zou zijn, om abortus op te wekken. Bovendien wordt" beëindi ging van de zwangerschap ter wille van het kind wenselijk gevonden, wanneer door medisch onder zoek tijdens de zwangerschap komt vast te staan, dat de vrucht ernstige afwijkingen vertoont. Uite raard betekent deze wetenschap een zeer zware belasting voor de aanstaande ouders. In beide gevallen zien wij, dat niet slechts de belangen, de nood en de geestelijke draagkracht van de aan staande moeder in de overwegingen worden be trokken, maar ook het belang of de „waarde" van het kind. 3. Wij stellen verder vast dat de abortus provoca tus in toenemende mate beschouwd wordt als een onderdeel van de geboorteregeling in en buiten het gezin, wanneer namelijk de anti-conceptie om welke reden dan ook gefaald heeft. 4. Tenslotte vernemen wij de mening dat in een preventieve gezondheidszorg of ook in een bevol kingsbeleid, zowel met het oog op de grootte als op de kwaliteit van de bevolking, aan de abortus provocatus een regelmatige plaats zal moeten worden toegekend. Dat elke abortus beëindiging van begonnen mense lijk leven is, lijkt in toenemende mate minder zwaar te wegen. Deze ontwikkelingen verontrusten ons in hoge mate. Een verandering van de wetgeving, in de zin van een in verschillende gevallen wettig toe laatbaar of niet strafbaar verklaren van abortus provocatus zou deze mening nog verder kunnen versterken. Het behoort tot onze taak als christenen en als mensen om voor menselijk leven op te komen, vooral waar dit leven erg zwak en bedreigd is en niet in staat om zichzelf te verdedigen. Dit geldt voor de slachtoffers van onrechtmatig geweld in allerlei vormen. Het geldt evenzeer voor het nog ongeboren menselijk leven. Daarom gaat het pro bleem van de abortus provocatus ons allen aan. Morele beoordeling De eerbied voor het menselijk leven ook als dit zwak en beginnend is behoort tot de grond slagen van de menselijke samenleving. Werkelijk respect voor elkaar is slechts mogelijk op grond van eerbied voor het menselijk leven dat in een samenleving veilig behoort te zijn. Bij elke zwangerschap is er sprake van een nieuw individueel menselijk leven in ontwikkeling, dat hoezeer ook afhankelijk van het leven van de moeder daarvan toch te onderscheiden is. Dit is een vaststaand feit. Er is in de stadia van ontwikkeling geen grens te trekken, waarvóór de vrucht nog geen individueel menselijk leven zou hebben en waarna zij dit wel zou bezitten. Van dit beginnend menselijk leven erkennen wij, dat het aangelegd en geroepen is tot de gemeen schap van de mensen en tot de gemeenschap met God. Daarin zal het zijn eigen menselijke ont plooiing vinden. Daarom staat het ons niet vrij om over het ongeboren menselijk leven te beschikken, evenmin als wij mogen beschikken over het reeds geboren leven. Daarom hebben de bisschoppen, terwijl zij de noodsituatie onder ogen zagen, waarin een ongewenste zwangerschap de vrouw en haar om geving kan brengen, er in hun brief van 1971 op gewezen, dat ons het recht ontzegd is de hand te slaan aan een leven in wording, ook al is het niet geboren, ook al is het niet gewenst. Wij hebben de plicht om het ongeboren menselijke leven te aanvaarden en het zich te laten ontwikkelen. Alle voorzorgen die terecht genomen worden om kinderen onder zo gunstig mogelijke omstandighe den ter wereld te brengen, mogen ons niet ertoe verleiden onze aanvaarding en zorg te onthouden aan het leven, dat ondanks deze voorzorg, zelfs tegen onze verwachtingen en plannen in, reeds tot het bestaan is gekomen. De eerbied voor het leven van een mens dient zich ook uit te strekken tot het pas begonnen menselijk leven, dat niet volgens onze plannen ontstaan is of dat niet aan onze verwachtingen beantwoordt. Bestrijding Wij zijn ons ervan bewust hier een houding te vragen die niet gemakkelijk is in een tijd waarin planning met recht zoveel aandacht ontvangt. Mis schien is veel persoonlijke nood en verwarring rond de ongewenste zwangerschap de weerslag van een algemeen en maatschappelijk verbreid onvermogen tot aanvaarding van hetgeen niet voorzien werd of lasten met zich brengt Aan de grenzen echter van onze mogelijkheden tot voor zorg, preventie en planning ontdekken wij de betekenis van een gelovige en vertrouwvolle aan vaarding van het niet-berekende als een onmisbare waarde in het leven en in het samen leven van mensen-. Wij achten het de taak van de christenen om door hun aanvaarding en zorg jegens het niet-verwachte of niet-voorziene leven getuigenis af te leggen van de hoop, die in hen leeft. Tot de effectieve bestrijding van het maatschappe lijk kwaad van de abortus provocatus behoort een versterking van het besef, dat seksuele omgang verantwoordelijkheid vraagt van man en vrouw. Wij hebben hierop gewezen in onze brief van 1971. Evenzeer behoort daartoe een goede voorlichting en een goede seksuele opvoeding, alsmede de toepassing van een in geweten verantwoorde ge- boortenregeling. Het is niet juist de geestelijke problematiek ron dom abortus provocatus alleen maar in verband te brengen met veranderde opvattingen over een beleving van de seksualiteit; het gaat evenzeer om de aanvaardende houding waarover we boven spraken, als nl. de omstandigheid zich voordoet, dat ook bij een in geweten verantwoorde en met zorg toegepaste geboortonregeling een niet-ver wachte zwangerschap is ontstaan, als ook wanneer tijdens de zwangerschap of bij de geboorte on voorziene teleurstellingen kunnen optreden. De pastorale zorg dient zich dan, naast de eerder genoemde zaken, ook om de bevordering van de aanvaardende houding te bekommeren. Hulpverlening Wanneer wij erkenning en respect vragen voor de waarde en het recht van het ongeboren menselijk leven, dan moeten wij ook begrip vragen voor een opgroeiend of volwassen mens die in nood is. Wij denken dan aan die persoonlijke menselijke nood welke achter de vraag om abortus aanwezig is. Als wij alleen maar een veroordelende houding aannemen tegenover een vrouw die om abortus vraagt, verzuimen wij menselijke nood te beluiste ren en de bemoediging die van een christelijke levenshouding moet uitgaan tot gelding te bren gen. De christelijke houding van de hulpverlener brengt mee, dat hij zijn bijstand richt op aanvaar ding en positieve verwerking van een zwanger schap door de betrokken vrouw en haar omgeving. Aan een vrouw die abortus overweegt omdat zij opziet tegen de overmatige belasting die straks het kind voor haarzelf, eventueel voor haar gezin, zal betekenen, dient alle beschikbare individuele en sociale hulp te worden toegezegd en gewaarborgd, zonodig ook ten behoeve van het kind zelf. Wij zeggen dit niet alleen aan de professionele hulpverleners, piaar aan allen die in de situatie betrokken zijn en van wie hulp verwacht mag worden, met name de echtgenoot, vriend of part ner van de vrouw en aan haar ouders en familie. Veel hangt er van hun houding af. En indien een kind ter wereld zal komen dat de ouders niet willen of niet kunnen opvoeden en verzorgen, zullen steeds andere mogelijkheden, zoals adoptie, gezocht en benut moeten worden om het toch een menswaardig en door liefde gesteund bestaan te verzekeren. Rechtsorde/wetgeving Er bestaan in onze samenleving verschiuende op vattingen over de waarde van het menselijk leven in het algemeen en over de waarde van het ongeboren menselijk leven. En de opvattingen over de abortus provocatus lopen helaas uiteen op een wijze die voor ons volk pijnlijk is. Toch behoort de eerbied voor menselijk leven ook als dit nog zwak en beginnend is, tot de grondsla gen van onze samenleving. De staat heeft een verplichting tot bescherming van de rechtsgoederen en van de rechten van personen tegen opzettelijke aantasting door ande ren, ongeacht of dezen hierbij handelen volgens eigen zede of overtuiging. Zo is het de plicht van de staat om het menselijk leven rechtens te be schermen en deze rechtsbescherming strekt zich ook uit tot het ongeboren leven; dit is een onder deel van het leven dat de rechtsgemeenschap te beschermen heeft. Zelfs al zou de rechtsorde de zedelijke norm van respect voor het ongeboren leven niet of niet voldoende tot uitdrukking bren gen, dan blijft deze zedelijke norm onverkort van kracht en behoudt ook haar volstrekt eigen gel ding. Immers niet de rechtsorde fundeert primair 'deze norm, maar een in de mensheid diepgewortel de overtuiging die oproept tot een gewetensvolle eigen verantwoordelijkheid. Toch willen we hier ook duidelijk uitspreken, dat het prijsgeven van de rechtsbescherming van het ongeboren leven het einde zou betekenen van een openbaar erkende, in het recht verankerde maat schappelijke verplichting jegens een weerloze vorm van menselijk leven. Tevens zou dit een vacuüm scheppen, waarin op de duur zelfs een tegengesteld beginsel zou kunnen worden' geïntro duceerd, namelijk de verplichting of minstens het recht om in het algemeen belang een zwanger schap onder bepaalde omstandigheden te"beeindi- gen. Tenslotte is het te verwachten dat het terug- •trekken van de rechtsbescherming aan het ongebo ren leven niet zonder invloed zal blijven op de rechtsbescherming van het menselijk leven in het algemeen. De wet beschermt het leven o.a. door straffen te stellen op misdrijven tegen het levèn. Wij zijn van mening, dat de strafwet het ongeboren leven van deze bescherming niet kan uitzonderen. Tegen aantasting van het ongeboren leven moet ingegrepen kunnen worden. Hierbij moet men eraan denken, dat voor de vrouw, die om abortus vraagt en voor degenen die de ingreep verrichten, ieder een eigen toerekenbaarheid geldt. Psychische of sociale nood, welke een verzachtende omstan digheid kan zijn bij de straftoepassing ten aanzien van de vrouw die zich heeft laten aborteren, is dit nog niet voor degenen die de ingreep hebben verricht. Deze laatsten hebben dikwijls krach tens hun beroep tot taak om voor menselijk leven op te komen door samen met de vrouw die om abortus vraagt, een andere uitweg uit haar situatie te zoeken. Daar abortus provocatus het doden van menselijk leven is, kan deze ingreep niet beschouwd worden als een rechtmatige daad die in bepaalde gevallen van iemand geëist kan worden. Daarom moet het uitgesloten zijn dat tegen iemand die geweigerd heeft abortus provocatus te verrichten of daaraan mee te werken, juridische maatregelen genomen kunnen worden op grond van deze weigering. Zo mag het niet mogelijk zijn dat een medicus of een lid van het verplegend personeel ontslagen wordt, omdat zij weigeren aan abortus mede te werken. Evenmin mag schadeloosstelling geëist kunnen worden voor eventuele als nadelig aan te merken gevolgen, die zouden kunnen voortvloeien uit de weigering abortus te verrichten. Natuurlijk is het vaststellen van strafsancties niet het enige middel, waarmee de wet het ongeboren leven kan beschermen. Nog belangrijker zijn wet ten en maatregelen, die gunstige omstandigheden scheppen voor het uitdragen en verzorgen van het ongeboren leven. Maar dat neemt niet weg, dat het ongeboren leven evenals het geboren leven het recht heeft om ook door strafsancties te worden beschermd. Besluit De plicht om het menselijk leven te beschermen geldt voor iedereen. Wie zich laat normeren door Gods Woord, weet zich tot deze beschermplicht bovendien uitgenodigd door zijn geloof in het betrokken zijn van de scheppende God bij het ontstaan van iedere mens, in de persoonlijke relatie van de Vader van alle leven met elk mensenkind, vanaf het eerste begin van zijn be staan. Wij kunnen denken aan het Woord van de psalmist: „Gij toch hebt mijn nieren gemaakt, mij geweven in de schoot van mijn moeder.Uw ogen zagen mij, vrucht, ongeboren en in Uw Boek is alles beschreven, de dagen die vorm ontvingen, vóór één ervan was gekomen". (Ps. 139, 13 en 16). De Katholieke Kerk heeft altijd maar in het bijzonder de laatste tijd bij monde van het tweede Vaticaans Concilie,-van de paus en talrijke bis schoppenconferenties evenals andere kerken abortus provocatus afgewezen als een inbreuk op menselijk leven. Zij pleit tevens voor begrip en bijstand aan moeders in nood. Het afwijzen van abortus provocatus is echter geen specifiek chris- 'telijk standpunt. Het vloeit voort uit de eerbied voor het menselijk leven. Het gaat hier om alge meen menselijke waarde, waarvoor ieder mens moet opkomen. Utrecht, 8 oktober 1974 De bisschoppen van Nederland EINDHOVEN: Als het niet waar is, is het in elk geval aar dig gevonden, maar het verhaal gaat dat er tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog een troep soldaten in het veld, vlak- bij een radarstation aan het oe fenen was, toen plotseling een koppel eenden, gaargekookt tus- sen hen neerstortte. Een verkla ring lag niet onmiddellijk voor de hand, maar men kwam er na onderzoek achter dat ze door een sterk geconcentreerde bun del radargolven gevlogen moes- ten zjjn en dat die verantwoor- HelIjK waren voor het gaarko ken. Verder wetenschappelijk onderzoek wees uit dat micro golven dus radargolven van een bepaalde frequentie snel in voedsel warmte opwek ken. v Daarmee was de eerste stap ge zet naar een nieuwe wijze van voedsel bereiden. De magne tron— of microgolfoven was ge boren. Maar het zou 1955 wor den voor in Amerika de e rste magnetronovens op de markt Jtwamen. Louter en alleen voor de restaurants, ziekenhuizen, snackbars enzovoorts. Het oc trooi lag bij de Amerikanen. Toen dit in 1968 verviel stortten de Japanners zich erop. Zij richtten zich echter niet op de professionele markt. Zij gingen zich toeleggen op de fabricage van magnetrons voor het huis houden. Aanmerkelijk kleinere apparatuur dus met veel kleine re capaciteit. Met groot succes. Men telt in Japan gewoon niet meer mee als men geen magne tron in huis heeft. Dat de mag- netronische oven in Japan zo snel werd geaccepteerd, is mede zo niet vooral te danken aan de omstandigheid dat dit land voor de introductie van de magnetronische oven nauwe lijks fornuizen kende, en dat staat in schrille tegenstelling tot .de situatie in Amerika en Euro pa. Bovendien wijken de Japan se eetgewoonten in belangrijke 'mate en in veel opzichten af van de Amerikaanse en Europese. In Japan is het gebruik van diepvriesapparatuur, diepvrie- sprodukten, nauwelijks aan de orde. Bovendien leent het Japanse voedsel kleine hoeveelheden zich uitstekend voor micro- golfverhitting. Een aantal van deze kleine oventjes zijn de Ne derlandse keuken al binnenge drongen. Zij zijn al een poos op de Nederlandse markt verkrijg baar. Philips zou Philips echter niet zijn als het de mogelijkhe den niet gezien zou hebben. De zer dagen verschijnt in de win kels dan ook de eerste Philips 600 watt magnetronische oven voor huishoudelijk gebruik. Be tekent dit nu, dat we onze gezel lige fornuizen maar aan de ou- dijzerman moeten meegeven en een wonderkastje als de magnetronoven moeten gaan kopen? Beslist niet, want het mag dan zo'n wonderding zijn, bakken en braden kan het niet. Wel ontdooien, koken en verhit ten. Maar dat gaat dan wel zo razendsnel, dat debetiteling „wonderdoos" zeker op zijn plaats is. Een diepvrieskarbo- naadje bijvoorbeeld kan men via deze wonderdoos in drie en een halve minuut dampend gaar op tafel zetten. Maar voor een kip heeft de oven tien minuten nodig. Vlugger kan het eigenlijk al niet meer. Het gaat allemaal razendsnel. Waarmee tevens duidelijk is ge worden, hoe de restaurants dat toch altijd zo snel doen. Een sausje over het karbonaadje en in vijf minuten staat het maal op tafel. Uit te leggen hoe zo,n ding werkt wordt te technisch. Heel in het kort: er zit een buis in, het magnetron, die microgolven uitzendt. Die microgolven hebben de ei genschap vochtmoleculen in be weging te brengen. Zij doen dat razendsnel: de moleculen wisse len 2450 miljoen maal per secon de. Door deze razendsnelle be weging ontstaat wrijving en dus warmte. Die warmteontwikke ling vindt overal en tegelijker tijd in het voedsel plaats. Alleen in het voedsel. Alles daarbuiten blijft koel en reukloos: de schaal waarop het voedsel ligt, de oven zelf en de keuken. Heel vreemd als men er voor het eerst mee geconfronteerd wordt, maar wel gemakkelijk. De schaal wordt niet warm, men kan dan ook gerust een karton nen bordje of bakje nemen. Geen metalen bakje, want dat weerkaatst de golven. Wie kunnen nu zo'n ovengebrui- ken? In principe iedereen na tuurlijk. Het beste zal hij echter tot zijn recht komen bij alleen staanden en kleine gezinnen of gezinnen met op onregelmatige tijden thuiskomende leden. Wel moeten we even het werkelijke nut afwegen tegen de prijs. De Philips magnetronoven gaat in de winkels 1695 gulden kosten en vormt daarmee in feite de duurste keukenhulp die er is. Gerard Croné Van onze correspondent ZOETERWOUDE De 6-jarige Wilco Hoogervorst is gister middag om half twee in het trappenhuis van het flat op de hoek Ambachtsherenweg Kerklaan van zeven hoogte ge vallen en met zijn hoofd op de betonen vloer terecht gekomen. Dokter Kortman was spoedig ter plaatse waarna het jongetje in een diepe coma met grote spoed naar het ziekenhuis werd Zoeterwoudse kleuter valt zeven meter overgebracht. Gisteravond was zijn toestand zo ernstig dat ope ratief ingrijpen noodzakelijk was. Het ongeluk ontstond toen het slachtoffertje bij het glijden langs de trapleuning zijn even wicht verloof en naar beneden K—U8 Het dreigde met Mol verkeerd af te lopen. Met grote grijphanden stapte Euca- lypta naar hem toe. toverwoorden mum melend en voortdurend opgehtst door Krakras. die gilde: ..Pak hem bif zijn zwarte lurven, smijt hem voor de wur men, mól de mol.'" Oehoeboeroe wacntte tot het laatste ogenblik toen haalde hij uit en gaf Eucalypta zo'n formidabele oorvijg dat ze drie keer over de kop sloeg en er toen krijsend vandoor ging, met Krakras op haar hielen. „Bravo!" roef Salomo. Coedzojubelde Paulus. Alleen Mol keek zwart en sprak teleurgesteld: Had dat nou aan mij overgelaten.' Ik sta mijn mannetje heus wel en ik hac haar zo graag eigenpotig gevloerd!" OE TOESTAND IS ONHOUO- BAAR VANNACHT GA IK BUITEhJ oe STAO OP ZOEK NAA^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 6