Ling vecht
hard tegen
de kritiek
Liever zo
derde dan
kampioen
met paar
gekochte
jongens
"Als ik
in het
veld
rechtop
ga
staan
zeggen
de
mensen
luiaard
tegen
me"
GEEN TSCHEULA:
wél Tschenla
„Wij willen ons
geldverdienen"
KEES VAN
ZWEEDEN:
PEN HAAG Tschenla Ling vecht zich als een
zelfbewust iemand langs de onbarmhartige kritiek,
die hem elke wedstrijd weer ten dele treft. Het
publiek vindt het nieuwe rechtsbuitentalent van FC
Den Haag te eigenzinnig, teveel een orthodoxe pin
gelaar. Dat is niet helemaal terecht. Natuurlijk
maakt Ling soms een pas teveel in zijn spel en
natuurlijk moet dat tekort langzaam verdwijnen,
maar daaraan mag je hem niet ophangen, dat zou
erg kortzichtig zijn. Want wat de 18-jarige Ling
daarnaast laat zien is niet mis. Erg veel indruk op
zelfs internationaal georiënteerde deskundigen
maakt zijn vlijmscherpe, hem helemaal eigen zijnde
kapbeweging, die dit seizoen bijna alle tegen hem
staande verdedigers voor schut zette.
Hoewel voorzichtigheid in deze van plezier zo'n groot talent tot
«periode van de competitie een
vereiste is wint de indruk ter-
trein dat de fysiek behoorlijk
5 sterke aanvaller zijn „door
braak" heeft ingezet. Prettig
'om te weten voor FC Den
Haag, en in het bijzonder de
commissie Bevordering Betaald
Voetbal. Nu is er nog tijd voor
1 het treffen van voorbereidingen
lom straks niet nog een talent
►aan Ajax, of een andere club,
''af te staan.
De houding van Ling in het veld
„voedt" de deels onterechte kri
tiek. „Hoe het komt weet ik niet
maar als ik in het veld al rech
top ga staan hoor ik vaak:
„Kijk die luie donder eens". Die
image draag ik bij me. Dat vind
ik vervelend genoeg maar wie
kan het veranderen? Met mijn
J vader heb ik er vaak ruzie over.
Die man denkt altijd als ik eens
minder goed voetbal, dat ik te
was om uit mijn ogen te
kijken, dat ik niet heb willen
a lopen in het veld. Maar dat is
niet waar. Ik wil altijd wel,
maar ik kan niet. Na zo'n af-
I knapper durf ik haast niet naar
i huis, ik weet wat me te wachten
staat". Ondanks het nadeel
j geen zwoeger, geen harde wer-
ker in de ogen van het publiek
te zijn 'wrijft de Joegoslavische
trainer Vujadin Boskov van FC
Den Haag zich in de handen
Gebrek aan
overzicht
moeilijk
heid
„Ling lijkt op Djajic" betoogt hij,
een tot grote faam gestegen
landgenoot van hem in herinne
ring roepend. „Jonger natuur
lijk en daardoor te weinig ge
routineerd maar met zeker net
zoveel individuele klasse". Bos
kov een internationale vak
man durft; hij windt er geen
doekjes om. „Een van de eerste
dingen die Ling in korte tijd
moet leren is iets minder artiest
te zijn. Niet net weer, dat laat
ste mannetje willen passeren".
Deze terechtwijzing spreekt de
bijna lyrisch geworden Joego
slaaf later op een rustige toon
uit. Hij weet hoe gevoelig dit
aspect door de houding van het
publiek ligt, maar durft dit risi
co te trotseren. Ling moet er
tenslotte eens doorheen breken.
De zeer hoopvol gestemde Bos
kov: „Door de tijd komt deze
moeilijkheid in orde. Vanuit het
verleden ken ik persoonlijk tal
rijke spelers, die hetzelfde pro
ces moesten doormaken. Neem
in uw eigen land Piet Keizer
Geen twijfel
Tschenla Ling, die met Martien
Jol het hoogst staat aangeschre
ven bij de trainer van FC Den
Haag, vindt het plezierig als
zo lovend over hem gesproken
wordt. Maar het doet hem
der weinig. Al vanaf zijn tiende
jaar wist hij voor zichzelf als
voetballer een toekomst te be
zitten. „Dat klinkt misschien ei
genwijs, maar het is de waar
heid, honderd procent. Geen
dag twijfelde ik er ooit aan"
Al die tijd is Ling ook Ling geble
ven. Een moeilijke jongen, die
persé deed wat hem zinde. En
niet anders dan dat. Op school
gaf dat reeds problemen. Er
was geen land met hem te be
zeilen. Hij had lak aan leren,
zat vervelend te doen in de klas
en bemerkte tenslotte dat het zó
niet kon doorgaan. Het was
hem allang best. Dan ging hij
toch in de Mi-fabriek van zijn
vader werken. Als Ling met
voetballen had moeten stoppen
1 Tschenla Ling laat bij FC Den Haag een steeds betere indruk achter. Toch zegt hij nog lang niet in vorm te zijn.
,,Dan pak ik Ruud Krol net zo gemakkelijk aan als een of andere amateur"
(Van o
e sportredaktie)
Tschenla Ling, Nederlander van nationaliteit
met een Chinees uiterlijk, is waarschijnlijk de
enige voetballer in ons land, die niet met
zekerheid kan zeggen hoe zijn naam luidt. In
de volksmond heette hij tot nu toe steeds:
„Tscheula" of „Tsjeula". Ook van Lings kant
klonk geen protest.
geboorte van mijn dochter keek ik in mijn
paspoort en stond er Tschenla. Die naam hou
ik maar aan als de echte, hoewel iedereen me
Tscheula blijft noemen". Deze bijzonderheid
komt een tikkeltje vreemd over, maar daarover
heldert hij niets op. Het zit in de familiestruc
tuur van Ling. Zijn „opa" ook in Den Haag
woonachtig, is de enige die hem zekerheid kan
verschaffen. Met hem praat hij zelden. „Ik kom
hem wel eens in de stad tegen en dan groet
ik. Meer contact bestaat er niet"
(Van onze sportredaktie)
Ook het vorige seizoen was Ling, hoewel later dan spelers
als Swanenburg en Lochtenbergh in beeld, bij FC Den Haag.
Vanaf die tijd kan hij een vergelijking maken. „Toen ik erbij
kwam heerste in het elftal een sfeer van: „Wij zijn jong en
kunnen niets verkeerd doen. Dat ligt thans toch anders. Wij
willen geld verdienen. Toen we de afgelopen zondag het
Zuiderpark opkwamen, leken de zesduizend toeschouwers heel
wat voor een wedstrijd tegen NAC. Dat vonden we fijn voor
onszelf en voor de club"
zou het veel erger op hem zijh
overgekomen. Eén keer in het
eerste jaar bij het toen nog
hetende ADO was het zover
gekomen. Het regende en Ling
heeft er een hekel aan om dan
te voetballen. Zonder bericht
van verhindering sloeg hij de
wedstrijd over. Dat schoot in
het verkeerde keelgat bij de
club en Ling werd geschorst.
Uit nijd pakte hij zijn biezen en
meldde zich bij Texas, een
Haagse amateurclub. Daar
werd hij feitelijk gevormd, ge
hard als voetballer. „In het be-'
gin pingelde ik als een gek. Ik
wilde het gaan maken. Maar ik
had geen lucht en faalde.
Steeds opnieuw. Je had die jon
gens eens moeten horen schel
den. Toch bleef ik pingelen, tot-
ik er bijna bij neerviel. En ik
bereikte daardoor wat ik wilde.
Machine
„Want dat is het hè", benadrukt
Ling opeens, zich de rode
draad herinnerend, die door
Nationale team
een lachertje
Rijswijk Kees van Zweeden
heeft zijn eigen ideëen over top-
volleybal. Een van die eigen
meningen heeft hem zijn func
tie van Nationale volleybal-
coach gekost. „Ze vonden bij de
Bond, dat er conditietraining
nodig was. Maar ik ben ër\ran
overtuigd dat de specifieke con
ditie (zoals bij elke sport trou
wens het geval is alleen maar
wordt verbeterd door veel
doen. In ons geval dus veel
volleyballen, anders niet"
De Rijswijkse trainer volgt de
huidige ontwikkelingen zonder
enige wrok overigens van het
nationale team op de voet. „Het
nationale team in deze opzet
met de komst van de Poolse
coach Krysik, verdwenen alle
routiniers rigoreus uit de ploeg,
omdat ze niet genoeg konden
trainen, red.) is natuurlijk een
lachertje. Het is logisch dat de
oudere spelers niet drie dagen
per week van huis wilden zijn,
als je het de jongeren van nu
over zes jaar vraagt zeggen ze
precies hetzelfde"
De verkeerde ploeg vertrekt de
ze maand naar de wereldkam
pioenschappen. „Als je de acht
beste spelers van Nederland bij
elkaar zet, wordt het nationale
team verpulverd. Op de wereld
kampioenschappen, vind ik,
moet je het sterkste team heb
ben. Men had toen de proble
men zich voordeden, om de tafel
moeten gaan zitten. Dan hadden
we nu een geweldig team ge
had"
Kees van Zweeden: Topvolleybal is hetzelfde als muziek. Ik kan aardig piano spelen, maar ik kan me niet
meten met orofs".
RIJSWIJK Achter zijn pia
no gezeten, valt Kees van
Zweeden nauwelijks op. Al
leen het grijze haar is af en
toe zichtbaar. De bel gaat.
Kees van Zweeden hoort niets
en ziet niets, hij speelt. Het
typeert hem, als hij iets doet,
doet hij het goed. Gaat hij
erin op. Van Zweeden is de
perfectionist bij uitstek. Na
een sportcarrière met hoogte
punten als doelman in het na
tionale amateurelftal, kern
ploeglid in de schaatsploeg,
koos hij voor volleybal. „Van
af dat moment wilde ik me
alleen nog maar met volleybal
bemoeien". Zo maakte hij met
zijn 44ste jaar nog deel uit
van de ploeg (RVC) die kam
pioen van Nederland werd,
bracht hij het nationale team
naar de Westeuropese top.
Toch kwam het moment, dat
Van Zweeden werd afgezet,
een gebeurtenis waaraan SV
Gaggenau het voormalige
Corbulo het te danken
heeft dat het straks als favo
riet voor de topplaatsen de
volleybalcompetitie ingaat.
„Bij het nationale team heb ik altijd
gedacht aan een huis, waar ook een
dak op komt. We hadden nu bij de
eerste vier van Europa kunnen zitten.
De bond vond het tijd om een frisse
wind door de selectie te laten waaien,
ze vónden mijn trainingsmethoden
niet meer bij de tijd. Toen dacht ik:
Dan zal ik eens laten zien, dat ik wel
up-to date ben. Denk erom dat ze hem
zaten te knijpen". Kees van Zweeden,
leeraar lichamelijke opvoeding koos
een goede klas uit en richtte HML, het
latere Corbulo, op. Zes jaar later werd
de eredivisie bereikt, het grootste suc
ces volgde drie jaar geleden toen Cor
bulo derde werd. Intussen had sponso
ring zijn intrede gedaan in de volley-
balsport. Het ene na het andere talent
kon de verleiding van het geld niet
weerstaan en vertrok. Zoals vorig
jaar, toen vier toppers tegelijkertijd
hun afscheid namen in ruil voor geld.
Ze hoeven van Kees van Zweeden niet
meer terug te komen. „Het had geen -
zin meer om een jeugdspeler op te
bouwen. Als je zeven jaar aan zo'n
jongen gedokterd had zei ie: dag, Me
neer van Zweeden en daar ging hij".
Bij het oude
Die voor Kees van Zweeden uiterst
ontmoedigende situatie is de enige
aanleiding om de komst van een
sponsor, deze maand, toe te juichen.
„Ik had liever gezien, dat alles bij het
oude gebleven was. Het is mijn ple
zier, als ik een team zie spelen met
jongens die ik zelf gevormd heb.
Neem bijvoorbeeld Ajax. Daar zeiden
ze van: het is het beste team. Kunst,
als het alleen maar een kwestie van
geld is. Voor Interlancc in de volley
balcompetitie geldt precies hetzelfde.
Het team is alleen maar sterker ge
worden door wegkopen".
Het ging Kees van Zweeden, de impul
sieve, dan ook aan zijn hart, dat Cor
bulo dit jaar ook zelf op de „transfer
markt" actief was. John Groen en
Jurrien Kooien kwamen van Starlift
Blokkeer over. „Ik wordt liever zo
derde dan kampioen met gekochte
jongens". Maar het kan niet anders.
„Topsport is tegenwoordig een onmo
gelijkheid zonder financiële steun. Als
we geen sponsor hadden gehad, was
het afgelopen geweest met Corbulo en
die sponsor verwacht nu iets van ons.
Het team was (nog) niet sterk genoeg
om bij de eerste drie te komen. Het
was de reden om twee spelers aan te
trekken".
Breder
Kees van Zweeden ziet ook, zij het
enkele, voordelen in sponsoring. „Om
dat nu alle clubs in de eredivisie een
sponsor hebben, kunnen ze allemaal
profiteren. De top in zijn geheel is
breder geworden. De krachtsverschil
len zijn niet zo groot meer. Er zal
geknokt moeten worden om de eerste
plaats".
Hij kijkt dan ook naar basketball, dat
een enorme sprong heeft gemaakt.
„Het wil niet zeggen, dat het volleybal
nog veel vooruit zal gaan. Niet veel
clubs kunnen het opbrengen om drie
keer te trainen, het minimum voor een
redelijk spelpeil. In Nederland zit je
met een bepaald niveau, waar je niet
bovenuit komt. Je mag het niet inter
nationaal zien, dat zijn allemaal full-
Kees van Zweeden maakt zijn woor
den, die constant gepaard gaan van
gebaren, graag duidelijk met vergelij
kingen. „In de muziek is het precies
hetzelfde. Ik kan aardig piano spelen,
maar ik kan me niet meten met profs.
En als het met volleybal wel zou kun
nen, hebben we binnen de twee jaar
een wereldteam. Het is hier niet te
realiseren. Ik merk het zo vaak op
school, als ik ze probeer over te halen
om te trainen. Dan krijg je het ant
woord: Ja maai- ik heb ook nog ande
re dingen. Ik weet, dat we die situatie
in Nederland hebben. Ondanks de
sponsoring zijn we pure amateurs.
Inernationaal stelt het nog niets voor.
Wat geeft het. Als het maar leuk gaat
in de nationale competitie. Ik zeg al
tijd „sport met plezier".
Kunst
Prestaties komen, hoe gek het ook uit
de mond van een perfectionist mag
klinken, op de tweede plaats. „Het is
de kunst om de jongens te stimuleren.
Je moet niet in de eerste plaats resul
taten zien. Kijk naar het moment van
heden, de prestaties komen vanzelf'
De 59-jarige leraar, die er veel jonger
uitziet („het omguan met jonge men
sen houdt je jong") is in zijn element.
Praten over volleybal. Met een
komst eindelijk zonder spelersbesog
nes. Voor Corbulo is een rustperiode
aangebroken. „Als er geen kink
kabel komt, zijn we over een jaar of
drie een fantastische club". Met het
geld van de sponsor wordt ook de
jeugd bedacht. Er wordt zo snel moge
lijk begonnen'met een volleybalschool.
De vier leraren verbonden aan Corbu
lo (Dolf Taekema, John Groen en de
gebroeders Kees en Jan van Zweeden)
kijken uit naar talent om een klas met
een stuk of vijftien adspiranten op te
richten en die langzaam maar zeker
te laten doorstromen. Kees van Zwee
den: „Ondanks de moeilijkheden bon
ik toch nog idealistisch ingesteld. Het
is mijn ideaal met de jeugd bezig te
zijn en er iets mee te bereiken. Er
moet zich iets ontwikkelen. Net als
met een boom. Jij bent de voedingsbo
dem, als de jongens dat maar in
Als je de zaak maar goed in handen
houdt, dan komt het moment waarop
ze zeggen: verrek, we zijn nog kam
pioen van Nederland ook".
zijn carrière loopt. „Je nioet
initiatieven durven nemen, je
moet het steeds blijven probe
ren. Anders word je een machi
ne, een onwezenlijke automaat.
En pas je bijvoorbeeld in het
voetbal van Oost-Duitsland.
Als toeschouwer zou ik er
nooit naar gaan kijken"
Hoewel Ling zich met deze opvat
ting niet naast het elftal wil
plaatsen en bereid is water bij
de wijn te doen voor het elftal,
volhardt hij steeds weer. De
aanval prevaleert. Toen Boskov
een aanslag deed op zijn gewt^
ten en zei: „Leg die bal tochi
eens terug, kwam moeizaani
het hoge woord eruit. Dat is laf.
Als ik in het bezit van de baj
ben kan ik alleen maar aait
passeren denken. Zo is mijn
instelling. De gedachte aan te-;
rugspelen komt niet eens in mo
op" Met deze verklaring neemC
Boskov genoegen. Hij koestert'
Ling als een kasplantje en ont
loopt een schoktherapie. Dat^
hét effect daarvan minimaaC
zou zijn leerde de trainer, toen
Ling tegen zijn zin tot spit»
werd gebombardeerd. „Ik zag
er geen brood in. Ik wil moor
voetballen, een mannetje passe-i,
ren. Dat kan ik op die plaats*
niet. Je moet rauwdouwen zoals.
Kees van Kooten van Telstar
doet. Hij drukt de bal met zijn
lichaam desnoods langs de te
genstander. Misschien kan ik
dat ook wel, want ik ben er
sterk genoeg voor, maar ik hou
er niet van". Ling kreeg na de-
oefenwedstrijd tegen Eindho
ven de wind van voren. Boskov
verweet hem glashard: Je loopt
niet genoeg. Je saboteert do
boel. „Dat was ook een beetjes
zó, legt Ling uit „Ik ben toen.
geschrokken van zijn reactie. Ik
werd onmiddelijk uit de selectie
gekieperd" Door toeval kwam
Ling in een beter daglicht te-
staan. Enkele dagen na het inci
dent werkte Ling op zijn oude
plek in het B-elftal, zich op tot
uitblinker en maakte twee
goals" Die wedstrijd opende
Boskovs ogen. Ling was een
rechtsbuiten, geen spits. Dat'
vanuit jezelf bewijzen plaatst
hem op een voetstuk bij de
trainer. Hij noemt het klasse.'
En Ling zegt daarover: „Bos- -
kov luistert denkt en beslist..
Als je Keine Discussion hoort"
is het afgelopen. Je komt er bij.'
hem niet meer tussen. Die in-"
stelling ligt me wel. Beter in eik-
geval dan die van Theunissen."
Hoewel hij technisch en tac-«
tisch ook erg goed was miste!
hij de ervaring zelf een groot-
voetballer te zijn geweest. Dat*
merk je aan Boskov wel. Hij'
staat tussen de jongens maar er
toch net boven"
Centraal
Zichzelf blijven en toch de on-'
barmhartige kritiek weerstaarr
staan centraal bij Tschenla
Ling. Daarbij onderscheidt hij1
zijn tekort. „Ik mis nog het
overzicht. Als ik bij het doel,
kom durf ik nog niet rustig te
zijn, ben ik te wild. Alleen als'
ik in vorm ben is het anders.
Ik stap dan net zo gemakkelijk
op Ruud Krol af alsof het een
amateur is", Een tikkeltje bra
voure die Ling niet misstaat.
Door zijn individuele klasse
(Mansveld „Als ik kon wat hij
kan verdiende ik binnen een
paar jaar goud geld") mag hij
bluffen, opscheppen, Zoals toen
hij zei: „Ik voetbal momenteel
nog steeds op halve kracht.
HANS DE BRUYN