Kinderbijslag tot 18 jaar;
AOW-premie omlaag;
WW-uitkering tot pensioen
Iedere Nederlander
f 150,- minder
belasting
De uitgaven
van de staat.
Sociaal beleid
menselijke noodzaak
Contractloon gemiddeld 1,5hoger
De
inkomsten
van de staat.
DINSDAG 17 SEPTüiVüiDrt 1974
Werkgelegenheidsnota op komst
Sociale zekerheid voor bejaarden
(Van onze pari. red.)
Den-Haag - Het kabinet heeft
besloten de sociale premiedruk
te verlichten door 520 miljoen
gulden extra beschikbaar te
stellen voor het algemeen ou-
derdomsfonds. Daardoor kan
de premie voor de AOW/AWW
een half procent lager uitval
len. Dit heeft een gunstig ge
volg voor het besteedbaar in
komen van zowel zelfstandigen
als werknemers.
In de begroting van het ministe
rie van Sociale Zaken is voorts
het volgende aangekondigd:
De nog in te dienen wet voor een
volksverzekering tegen Ar
beidsongeschiktheid (V.A.O.)
moet op 1 juli 1976 ingaan.
Hierdoor komen ook de zelf
standigen onder een regeling
zoals thans voor werknemers
geldt via de W.A.O. Via de
nieuwe wet zullen ook vroeg-
gehandicapten van hun 18de
jaar af voor een uitkering in
aanmerking komen.
De financiële positie van oudere,
langdurige werklozen zal wor
den verbeterd. Het is de bedoe
ling de uitkeringsduur via de
wet werkloosheidsvoorziening
te verlengen tot 65 jaar. De
Sociaal-Economische Raad zal
hierover om advies worden ge
vraagd.
Er zal een voorziening worden
getroffen voor zelfstandigen,
die na beëindiging van hun be
roep of bedrijf aangewezen zijn
op arbeid in dienstbetrekking.
Men wil eventueel de wet werk
loosheidsvoorziening op hen
toepassen
De kinderbijslagwetgeving zal
worden herzien. In samenhang
met de te ontwerpen Studiefi
nancieringsregeling en de nieu
we V.A.O. zal de leeftijdgrens
van kinderen, die recht op kin
derbijslag hebben, op 18 jaar
worden gesteld.
De verlaging van de AOW-pre-
miedruk houdt mede verband
met het gestaag stijgen van het
niet actieve deel van de be-
roepsbevolking.Een zesde deel
van de totaleberoepsbevolking
neemt niet actief deel aan het
arbeidsproces door ziekte, inva
liditeit of werkloosheid. Een
kleiner wordende actieve be
roepsbevolking moet in de
vorm van sociale premies en
belastingen steeds meer op
brengen voor de groter worden
de groep niet-actieven. Dit ge
geven is van invloed op het
gehele sociale beleid. Want het
individuele welvaartsniveau
mag dan hoger zijn dan ooit
tevoren en dank zij het stelsel
van sociale voorzieningen mag
de Nederlander dan gevrij
waard zijn van armoede, naar
de mening van de minister kan
men de ogen niet sluiten voor
deze ontwikkeling. Het mense-
Minister Boersma: werk
gelegenheid in de eerste
plaats een menselijk pro
bleem
lijke en maatschappelijke as
pect stelt hij hierbij voorop. Hij
wil komen tot een integrale
aanpak van het vraagstuk van
de niet actieve beroepsbevol
king vanuit verschillende de
partementen. In de eerste
plaats zal er meer aan werk
loosheidsbestrijding worden ge
daan en zal een verbetering van
de arbeidsomstandigheden
door een sociaal beleid binnen
de onderneming moeten wor
den nagestreefd.
De sociale wetgeving moet gelijke
tred houden met wat een veran
derende samenleving op dit
punt vraagt. De minister kon
digt een wet aan tot toekenning
van het recht van beroep aan
de ondernemingsraden tegen
kennelijk onredelijke onderne
mingsbeslissingen. Er aan. Er is
een wettelijke regeling van het
klachtrecht in studie. Het Sta-,
kingsrecht zal ook nader gere
geld worden vanuit de ministe-
riëlefilosofie, dat staking als ui
terst middel een erkend strijd
middel is. Voorts wordt ge
werkt aan vernieuwing van de
Arbeidswet en de Veiligheids
wet. En bovenal moet er zo
spoedig mogelijk een wetsont
werp komen, dat het kader zal
vastleggen voor het te voeren
sociaal beleid in de onderne-
Het kwalitatieve aspect komt vol
gens de minister ook meer en
meer naar voren als verklaring
voor de kortsluiting tussen
vraag en aanbod op de arbeids
markt. Bestrijding van de
werkloosheid kan dan ook niet
langer alleen bestaan uit een
algemene economische stimule
ring of een verruiming van het
aantal arbeidsplaatsen. In de
komende werkgelegenheidsnota
over de bestrijding van de
werkloosheid zal het beleid na
der worden uitgewerkt.
In zijn toelichting op de begroting
stelt de minister, dat hij een
beleid, gericht op een recht
vaardiger verdeling van inko
mens, belangrijk vindt. Hij
hoopt op wezenlijke deelname
van alle betrokkenen: werkge
vers, werknemers en beoefena-
ren van een vrij beroep.
DEN HAAG- De regering heeft de minister van
Financiën een miljard gulden beschikbaar ge
steld om de belastingdruk wat te verlagen. Het
merendeel van dit bedrag komt uit de hogere
aardgasopbrengst en voorts neemt de minister
genoegen met een gtoter begrotingstekort. Een
van de wijzigingen is: Over de eerste driedui
zend gulden van de eerste schijf van het schij-
ventarief wordt niet 25 maar 20 pet geheven.
Dit betekent in feite voor vrijwel iedereen een
belastingverlaging van 150 gulden per jaar. (Ge
lijktijdig is besloten de zogenaamde inflatiecor
rectie voor 80 pet te laten doorgaan. Dit bete
kent, dat men over recente loonstijgingen als
gevolg van kostencompensatie niet de volledige
belastingstijging hoeft op te brengen). Met haar
beleid stelt de regering verder voor:
Minister Duisenberg. iets minder belas-
'ting vooral voor de laagstbetaalden.
i-percentage van het bijzondere ta
rief (voor gratificaties, vakantiegeld, tantième e.
d.) wordt in verband met het vorige eveneens
van 25 naar 20 pet gebracht. Dat bijzondere
tarief varieert nu van 20 tot 50 pet, afhankelijk
van de hoogte van het inkomen.
2. De grens van neveninkomsten (bijverdiensten)
wordt verhoogd van 400 naar 600 gulden. Pas
als men meer bijverdient, moet men over de
neveninkomsten dus belasting betalen.
3. De vrijstelling, die geldt bij staking van (ge
deelten van ondernemingen wordt verhoogd tot
15.000 gulden. Deze is nu 10.00 gulden.
4. Het reserveringspercentage voor de fiscale
oudedagsreserve voor zelfstandigen wordt ver
hoogd van 8,75 tot 10, waardoor het maximum
percentage reeds nu bereikt is, eerder dan in een
vroeger schema de bedoeling was. Het bedrag
van de maximale toevoeging wordt 6000 gulden
is thans 4186), het minimumbedrag wordt 569
gulden (is nu 525 gulden).
5. De belastingvrijstelling voor, in het kader van
bedrijfsspaarregelingen verkregen, spaarpremies
en winstaandelen wordt verhoogd tot 750 gulden
(thans 500 gulden).
Bij de verlaging van de loon- en inkomstenbelas
ting heeft de regering de voorkeur gegeven aan
een methode, die de belastingdruk billijker ver
deelt en de inkomenstenverhoudingen wat recht
vaardiger doet worden. Vandaar dat de verla
ging sterk is gericht op de lagere inkomers.
De verhoging van het vrijgestelde bedrag bij
staking van een onderneming is met name van
belang voor kleine zelfstandigen. Wat betreft de
derde fase van de fiscale oudedagsreserve voor
zelfstandigen is het voorgenomen maximum per
centage reeds bereikt. Er rest nu nog de optrek
king van het maximum-bedrag. De optrekking
van de grens van het onbelaste (ook voor de
AOW-premie) bedrag aan neveninkomsten is de
eerste sinds 1965 en kan dan ook worden be
schouwd als een sort 'inflatiecorrectie".
Hangende de studie inzake de belastingheffing
in de vermogenssfeer zullen het tarief van 8
promille en de verhoogde belastingvrije sommen
zoals die voor 1974 gelden, worden gehandhaafd.
Wel wordt een verlichting van de vermogensbe
lasting voor zelfstandigen zo dringend gevonden,
dat hier een voorlopige maatregel nodig is. Daar
om zal het in eigen onderneming belegde vermo
gen tot een maximum van 50.000 gulden van
belasting worden vrijgesteld.
De reeds jaren bestaande praktijk, dat degenen.
die (vrijwel) pitsluitend AOW of AWW ontvan- I
gen, geen inkomstenbelasting behoeven te beta
len. wordt voor een half jaar voortgezet Om-
streeks 1 juli 1975 hoopt de minister van Finan- I
ciën een nieuw fiscaal regime voor deze uitkerin
gen te kunnen introduceren.
Recht op werk en op rechtvaardig loon.
Den-Haag - Het Centraal Plan
bureau acht, met enkele slagen
om de arm, de perspectieven
voor onze economie voor 1975
niet ongunstig. Maar dan moet
de binnenlandse loonstijging
wel worden beperkt en moet de
prijsontwikkeling verder wor
den ingedamd.
Die prijsstijging moet op 8,5
pet als maximum worden ge
houden en de loonsom mag niet
met meer dan 13 pet stijgen. In
die situatie resteert voor reële
inkomensverbetering circa 3,5
Het Centraal Planbureau acht
het niet onmogelijk, dat zich in
de loop van 1975 enige verbete
ring zal voordoen in de situatie
op de arbeidsmarkt Waarmee
echter niet wordt ontkend, dat
ook het komende jaar het ni
veau van de werkloosheid hoog
zal zijn: 155.000 werklozen tegen
140.000 dit jaar.
Het CPB voorziet een vertra
ging van het inflatietempo als
de loonstijging beneden die van
1974 blijft. Dit jaar zal ze 14,5
pet zijn (bruto uiteraard) en ko
mend jaar moet ze tot 13 pet
beperkt blijven. Bovendien
moet het prijsbeleid worden ge
handhaafd, waardoor de in 1974
verwachte prijsstijging van 9,5
pet voor de kosten van levens
onderhoud in het komende jaar
kan worden teruggeschroefd tot
'8,5 pet.
Eigenlijk zou er in 1975 ruimte
moeten zijn voor een reële inko-
Maar hoewel de belastingen om
laag gaan en de sociale premies
(vrijwel) niet stijgen moet van
die ruimte toch 65 pet naar de
collectieve sector, met name
door de stijging van de aardga-
sprijzen voor de industrie.
Een verbetering van het reëel
besteedbaar inkomen met 3.5
pet zou betekenen een gemiddel
de contractloonstijging van 1,5
pet. Daarbovenop komt dan de
incidentele loonsverhoging (pe
riodieke loonsverhoging, verbe
tering bij verandering van
werkgever e.d.) en een belas-
v tingverlaging.
Staatsloterij
loopt goed
DEN HAAG- Het ministe
rie van Financiën is zeer
tevreden over de gang
van zaken bij de Staatslo
terij. Hoewel min nu
maandelijks één loterij
houdt is de omzet gemid
deld 90 pet van de loterij
en in de tijd, toen er nog
maar zes loterijen per
jaar waren.
Ziekenfonds
bejaarden
DEN HAAG- De premis-
tijging voor de zieken
fondsverzekering van be
jaarden en voor de vrij
willige ziekenfondsverze-
kiring van minder-draag-
krachtigen zal in 1975
worden beperkt. Dit blijkt
uit de begoting van volks
gezondheid voor 1975.
Rente voor
leningen
DEN HAAG- De rente,
die men moet" betalen
over geldleningen, blijven
aftrekbaar van het inko
men voor de inkomsten
belasting. De regering
heeft besloten, dat op dit
punt geen wijziging in het
bestaande belastingregi
me behoeft te worden
aangebracht, zo is in de
toelichting op de rijksbe
groting medegedeeld.
Kostprijsverhogende belasting.
a. invoerrechten 1200
b. omzetbelasting 14.200
c. bijzondere verbruiksbelasting personenauto's 710
d. accijns van lichte olie 2.325
e. accijns van minerale oliën 455
f. tabaksaccijns 1.325
g. alcoholaccijns 630
h. bieraccijns 270
I. wijnaccijns 95
j. suikeraccijns 25
k. accijns van alcoholvrije dranken 125
1. belastingen van rechtsverkeer 860
m. motorrijtuigenbelasting, 1 exclusief opcenten 410
2 opcenten ten behoeve van het rijkswegen
fonds 705
n. grondbelastingen (rijksopcenten) 45
Belastingen op inkomen, winst en vermogen.
a. inkomstenbelasting 7.950
b. loonbelasting 19.400
c. dividendbelasting 570
d. kansspelbelasting 40
e. vennootschapsbelasting 5.825
f. vermogensbelasting 490
g. successierechten 450
h. personele belasting (rijksopcenten) 15
Totaal 58.120
aandeel van het gemeentefonds
aandeel van het provinciefonds
aandeel van het rijkswegenfonds
aandeel van de Europese gemeenschappen in de
invoerrechten
ten bate van de rijksbegroting
niet-belastingopbrengsten
48.750
9.450
ontwerpbegroting 1975
huis der koningin
hoge colleges van staat en kabinet d?r koningin 69
algemene zaken
kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaansc
zaken 1®®
buitenlandse zaken 1.851
justitie 1.681
binnenlandse zaken 5.609
onderwijs en wetenschappen 14.498
nationale schuld 4.033
financiën 1.314
defensie 6.837
volkshuisvesting en ruimtelijke ordening 6.211
verkeer en waterstaat 5.655
economische zaken 1.199
landbouw en visserij 1.603
sociale zaken 3.744
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk 5.486
volksgezondheid en milieuhygiëne 2.062
744