„GLAASJE OP" WORDT 1 NOVEMBER BITTERE ERNST Alcohol werkt als stuk grijs glas De grens van het „te veel" Geen enkel middel, koffie incluis, kan de uitwerking van alcohol op de herse nen wegnemen. Koffie, thee, melk en frisdranken zijn gewenste vervangings middelen van de geestrijke versnape ring, maar geen tegengif, aldus het Ame rikaanse Insurance Institute for High way Safety in een enkele jaren geleden uitgebracht rapport over alcohol en verkeersveiligheid. Vastgesteld is dat de alcohol snel wordt opgenomen door de bloedvaten van de maag en de inge wanden en vervolgens via de bloedbaan reist naar alle lichaamsdelen ook hersenen. De in het lichaam opgenomen alcohol verandert 'de verhouding van de drinker tot zijn omgeving en tot zichzelf. Duidelijk is gebleken, zo staat in het rapport, dat alcohol geen stimulerend middel is, maar als een verdovend middel op de hersenen werkt. Het schijnbaar opgewekte gevoel (euforie) dat meestal na gebruik optreedt, is het gevolg van de onderdrukkende aktie op de mechanismen in de hersenen die onder normale omstandigheden ons gedrag matigen en in toom houden. Een van de onderzoekers heeft geconstateerd dat het ge bruik van alcohol een uitwerking heeft alsof men een stuk grijs glas voor de ogen houdt. Hoe meer men drinkt, hoe grijzer het wordt. Alcohol beperkt de rijvaardigheid over de hele linie: van waarne ming via beoordeling tot reaktie. In het boekje „Kijken onder Invloed" vermelden prof. dr. W.' Buikhuisen en dr. R. W. Jongman de resultaten van hun experimenteel onderzoek naar de invloed van alcohol op het waarnemen van verkeerssituaties. Aan de proeven namen frisdrin kers en alcoholgebruikers deel. Hierbij bleek dat voor het overgrote deel van de proefpersonen gold dat het gebruik van 5 glaasjes sterke drank de waarnemingscapaciteit sterk aantastte. Ruwweg 10 percent van een reeks potentieel gevaarlijke ver- keersaspecten werd over het hoofd gezien. Boven dien bleek men duidelijk trager te reageren in die zin dat men de wel waargenomen verkeersaspec-. ten pas relatief laat in het oog kreeg. De distributieve aandacht had eveneens te lijden onder de sterke drank. De alcoholdrinker was minder flexibel in zijn waarneming, hij „switchte" minder gemakkelijk en verloor in drukke situaties snel het overzicht. Hij bleek zich dan ook voorna melijk te concentreren op een vrij smalle strook van de weg vóór hem. Er was als het ware sprake van aandachtsvernauwing. Deze capaciteitsvermindering bleek nog eens in versterkte mate te gelden voor de groep die na het gebruik van vijf glaasjes een nystagmus ver toonde: een onwillekeurige, door de betrokkene niet te voorkomen trilling van het oog. Bij 66 percent van de proefpersonen was sprake van een nystagmus. In de afgelopen vijf jaar werden ruim 36.000 mensen door de rechter veroordeeld wegens het rijden onder invloed. Jaarlijks gebeuren er meer dan 300 ongelukken met dodelijke afloop waarbij alcoholgebruik wordt geconstateerd. En ook weer over een jaar gerekend wordt ongeveer 5.500 automobilisten de rijbevoegdheid ontzegd wegens een alcoholmisdrijf. Grote vraag, nu de nieuwe, strenge wet zich per 1 november aandient: wat is precies die magische grens van 0,5 promille? Wat moet ik doen om eronder te blijven en wanneer zit ik er boven? Antwoord van Veilig Verkeer Nederland „Er zijn ongetwijfeld mensen die denken u precies te kunnen vertellen hoeveel drankjes men kan drinken om beneden de 0,5 te blijven. Een wijze raad: luister er niet naar. Nie mand kan u dat vertellen. Het hangt namelijk van teveel faktoren af, zoals: wat heeft u gedronken, heeft u snel achter elkaar gedronken of met lange tussenpozen, heeft u daarna nog een behoorlijke maaltijd genuttigd, en gebruikt u naast alcohol ook medicijnen? Er is maar één absoluut veilige manier om het blaaspijpje dat op 1 november kracht van wet krijgt, niet te doen verkleuren van onschuldig geel naar strafbaar groen: met een borrel op niet achter het stuur." Oppassen geblazen zal het worden voor allerlei ademtestbuisjes die mogelijk in omloop zullen komen om de weggebruiker in staat te stellen zijn eigen promillage te bepalen. Veilig Verkeer Neder land wijst erop dat de enige echte en betrouwbare apparatuur exclusief in handen is van de politie. Hetgeen betekent dat een gunstige uitslag met andere ademtestbuisjes best eens negatief zou kunnen uitvallen bij verkeerscontroles door de. politie. Wantrouw tenslotte alle middelen die wor den aangeprezen als zouden ze het alcoholgehalte in het bloed kunnen terugdringen. Het Gerechte lijk Laboratorium heeft daar enkele jaren gelden een onderzoek naar ingesteld. Conclusie: ofwel ze werken niet, ofwel men zou er zoveel van moeten nemen dat men geen borrel meer door de keel kan krijgen. Op 1 november worden nieuwe bepalin gen in de Wegenverkeerswet van kracht met betrekking tot deelneming aan het verkeer na gebruik van alcohol. Hier volgen de regels zoals die straks zullen gelden. Daarbij gaan we uit van de gang van zaken bij controle door de politie. 0 Er is geen dranklucht; er zijn geen uiterlijke tekenen dat er drank gebruikt is. De politie laat de bestuurder zonder meer verder rijden; 9 Er is een zware dranklucht; er zijn zeer duidelijke tekenen van drankge bruik zoals wartaal, slingerende gang en rooddoorlopen ogen, de politie kan zon der blaastest of bloedproef proces-ver- baal opmaken terzake van artikel 26 lid 1 w.v.r. (onder zodanige invloed dat hij niet tot besturen in staat moet worden, geacht; Er is een lichte dranklucht of de geur van pepermunt, drop, Kotiieoonen, Kno flook en dergelijke. Verder zijn er niet of nauwelijks tekenen van drankge bruik. In deze twijfelgevallen openbaart zich het eerste grote verschil tussen de oude en de nieuwe wet. Onder de huidi ge (oude) wet moet de politieman aan de hand van uiterlijke verschijnselen beoordelen of hij al dan niet zal over gaan tot het opmaken van een proces verbaal. Hij zal dit pas doen als hij de sterke overtuiging heeft dat er voldoen de bewijs is. Het komt er op neer dat bij twijfel geen proces-verbaal wordt opgemaakt. Volgens de tekst van de nieuwe wet verzoekt de politieman de besiuurder aande blaastest mee te werken. Met dit blaaspijpje heeft de opsporings ambtenaar een belangrijk hulpmiddel in handen gekregen om te beoordelen of er al dan niet teveel gedronken is. Hij hoeft niet meer uitsluitend op zijn subjectieve interpretatie van uiterlijke kente kenen af te gaan. Anderzijds is het blaaspijpje ook niet meer dan een hulpmiddel. Het is geen bewijs materiaal. Het vormt slechts een selectiemiddel voor de politieman. Als de bestuurder in het pijpje blaast, doen zich drie mogelijkheden voor: het buisje verkleurt niet en de politieman zal de automobilist zonder meer laten doorrijden; het buisje verkleurt, maar de 0,5 streep wordt niet overschreden. Nu zal de politieman moeten beoordelen of hij het nodig vindt de bestuurder een rijverbod op te leggen. Hij kan dit doen voor een tijdsduur van maximaal 8 uur; het buisje verkleurt «n de 0,5 grens wordt overschreden. In dit geval neemt de politieman de automobilist mee naar het bureau waar hij hem een tweede blaastest afneemt. Deze tweede proef moet men zien als een extra waarborg om zoveel mogelijk te voorkomen dat bloedproeven genomen worden die achteraf onnodig geweest blijken te zijn. De omstandigheden op het bureau zijn gunsti ger: er is meer licht om de buisjes af te lezen, en de automobilist kan de mond spoelen om eventuele alcoholresten uit de mondholte te verwij deren. Medewei ld ng aan de blaastest is verplicht. Weige ring w„:U. als een overtrading aangemerkt. Als ---1 „roef de uitslag van de eerste bevestigt, hoeft hierop nog niet onherroepelijk verwijzing naar de bloedproef te volgen. Het buis je blijft een hulpmiddel voor de beoordeling van de politieman. Hij zal alle omstandigheden in aanmerking nemen en dp grond daarvan besluiten tot bijvoorbeeld de oplegging van een rijverbod. Mocht hij een bloedproef geboden achten, dan moet hij hiervoor toestemming vragen. Weigering 'levert echter een misdrijf op. Bovendien kan vervolgens bevel gegeven worden door daartoe aangewezen personen. Het afnemen van bloed dient door een arts te geschieden. Wijst die test later uit dat het bloed-alcoholgehalte te hoog was,- dan is het laatste woord aan de rechter die zal bepalen welke strafmaat wordt opgelegd. Zo'n veroordeling kan inhouden een gevangenisstraf van maximaal drie maanden alsmede ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal vijf jaar. In de nieuwe wet is vastgelegd, dat ook hij een rijverbod kan krijgen die aanstalten maakt om te gaan rijden en daartoe als gevolg van drankge bruik niet in staat is. De beoordeling van de politieman is doorslaggevend. Hij kan gebruik maken van de blaastest om zijn oordeel te vormen, maar hoeft dat niet. Bij verkleuring van het buisje boven 0,5 zal hij echter zonder meer een rijverbod opleggen. De maximale duur is 12 uur en rijden ondanks een rijverbod levert een misdrijf op. Glaasje op - laat je rijden is indertijd gestart als een aktie die nogal paste in de ouwbollige sfeer van bruiloften en partijen waarop wij Nederlanders het internationale patent lijken te hebben. Sjakie Schram, onovertroffen galmgat van onze zieleroerselen, sleepte er zelfs een carnavalshit uit waarop - mag men gevoeglijk aannemen, - menig politie man in het zuiden heeft meegehost zon der gekweld te worden door de kommer van plichtsbesef of gewetensnood. Maar 1 november wordt het bittere ernst. Dan treedt de nieuwe alcoholwet in werking, en gaat de dreiging van het blaaspijpje - gelijk weleer in de groene hel van het Amazonegebied - de jungle van het mo derne verkeer beheersen. Geeft de ademtest meer dan 0,5 promille alcohol in het bloed aan, dan is men er onher roepelijk bij. Zelfs onder die grens mag niemand zich brandschoon wanen. Vei lig is men pas bij 0,0. Slechts zij die geen druppel hebben genuttigd, gaan voor de nieuwe wet vrijuit. Ongetwijfeld een hard gelag voor onze welvaartsstaat waar de geestrijke slok 1 is gaan behoren tot het alledaagse ge dragspatroon. Enkele cijfers: het bier- verbruik bedroeg vorig jaar 73.5 liter per hoofd van de bevolking: in 1971 werd de twee liter al ruimschoots over schreden. Met wijn en gedistilleerd is het niet anders gesteld. Groei-artikelen bij uitstek worden die in commerciële krin gen genoemd - met name wat betreft jonge gezinnen waarvan bij een steek proef is vastgesteld dat 97 percent van de ondervraagden tot de min of meer geregelde afnemers van sterke drank behoorden. Dit stukje geneugte gaat de wet ons nu afnemen, willen we tenminste op eigen motorkracht nog thuiskomen ook. Is dat nodig? Ja, zegt de stichting Wetenschap pelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV zonder aarzelen. Een sinds 1971 lopende, uiterst gedegen enquête heeft de volgende feiten aan het licht gebracht: vroeg in de avonden van de weekends heeft 10 procent van de automobilisten de grens van 0.5 al overschreden. In de vroege ochtenduren is dat opgelopen tot 40 procent. Een op de vijf bestuurders heeft dan zelfs een promillage dat hoger is dan 1. Wetenschappelijk vertaald, be tekenen de gegevens van het SWOV, dat een van elke vijf Nederlanders die in een weekendnacht na twee^uur met de auto onderweg zijn, zichzelf vanwege zijn alcoholgebruik een ongevalskans bezorgt die vijf tot meer dan tien maal zo groot is dan normaal. Wanneer iede reen strikt onder de 0.5 zou blijven, zou dit alleen al tijdens de nachten van vrij dag, zaterdag en zondag een daling tot gevolg hebben van 25 percent van de lichte ongevallen en ruim 40 percent van de ernstige ongevallen. Op het jaarlijkse totaal zou een consequente naleving van deze regel een vermindering van 7 per cent lichte en 12 percent ernstige onge lukken betekenen. Een omrekening naar dodelijke ongevallen geeft aan dat een -absolute en volledige opvolging van de 0,5 grens in de weekends minstens 100 en over het hele jaar minstens 250 ver keersdoden scheelt. „Een slok op een borrel", zullen cynici zeggen. De injectiespuiten voor de bloedproef, die beslissend is voor het promillage alcohol in het bloed. In het SWOV-onderzoek zijn gegevens genoteerd over opleiding, inkomen, be roep, soort bedrijf, leeftijd en geslacht. Een duidelijk verband tussen bepaalde sociale klassen en alcoholgebruik in het verkeer blijkt naar deze maatstaven niet te onderscheiden. Wel staat vast dat vrouwen veel minder met drank achter het stuur worden aangetroffen dan man nen, hoewel er ook bij zijn met meer dan 1 promillage in het bloed. Bij de mannen constateert het SWOV enig ver schil in de leeftijdsgroepen. De jeugd blijkt niet zozeer meer te drinken als wel meer gebruik van de auto te maken tijdens weekendnachten. Hoe groot het gevaar van de combinatie alcohol-wegverkeer is, bewijzen de resul taten van onderzoek waarbij het bloed- alcoholgehalte van bestuurders die be trokken waren bij ongevallen, vergele ken werd met dat van bestuurders die geen ongeval hadden. Gebleken is dat de kans op een ongeluk versneld toe neemt naarmate er meer is gedronken. Zo loopt hij vanaf 0.5 geleidelijk op om vervolgens sterk te stijgen. Bij 1 promil lage is de kans op een ernstig ongeluk al vijf maal zo groot en een automobilist met een bloed-alcoholgehalte van 1,2 percent heeft zelfs tien maal meer kans op een err.stig ongeval Jan een nuchter iemand. Het blaaspijpje, dat per 1 november ge hanteerd zal worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 19