De grote dag voor een heer van stand Hans Matla maakt ernst met de strip Kapitein Rob*uitgever P.J. Houboit krijgt prijs van het stripschap •Maar er is eindelijk recht vaardigheid. Heer Olivier B(erendinus) Bommel krijgt de helpende hand toegestoken van heel strip- minnend Nederland op zijn ondankbare weg naar de onsterfelijkheid. Neder landse strip-o-fielen staan vandaag een hele dag stil bij het bestaan van de heer van stand en zijn jonge vriend Torti Poes, op d' e-dag van het beeldve ;n Zaltbommel. Bon, T in Bommelstad, Ollie mocht wensen zijn goede vader dat nug had^kunnen meema ken. Een stripfestijn als af sluiting van de jaarlijkse toeristische Bommelweek in het rustieke stadje aan de Waal met een heuse in tocht van Olivier B. Bom mel, Tom Poes en hun geestelijke vader Martëh Toonder, een welkomst woord van de burgemees ter en de uitreiking van de nieuwste serie avonturen in boekvorm onder de subtie le titel „Met mijn teer ge stel" (Bezige Bij, 10,—). Kan het indrukwekkender? Tom Pus en Teddy Björn Tom Poes en heer Bommel zijn uitgegroeid tot de grootste levende Neder landse stripfiguren en hoe wel ze ook al vroeg in het buitenland voet aan de grond kregen als Tom Puss en Ollie B. Bumble (Enge land), Tom Pus en Teddy Björn (Noorwegen), Tommi Lentaa en Heiki Seta (Fin land), Tom Puss en Dr. Bumble (Zweden), Tom Puss en Ole Bumble (Dene marken), Tom Pouce en M. Ollie Bommel (België en Frankrijk), Macickova Do- brodruzstvi (Tsjechoslowa- kije) en Tom Puss en Herr Bummel (Oostenrijk), blij ven het typische landgeno- Kwellende vraag Niet voor niets wordt al sinds jaar en dag de precai- vraag gesteld: Is Heer Striptekenaar Marten Toonder heeft het zijn grote held Ollie B. Bom mel vele duizenden teke ningen lang tot vervelens toe in de mond gelegd: Een heer van stand moet altijd alles alleen doen in deze wereld, en hoewel geld natuurlijk geen rol speelt, stuit zoiets danig tegen de borst, als u be grijpt wat ik bedoel. IN ZALTBOMMEL STAAN EEN HEER EN EEN POES VANDAAG CENTRAAL Bommel Literatuur? Een vraag die op zichzelf even typisch Nederlands is, want ons volkje heeft pas rust en zekerheid als alles veilig en wel in een hokje zit opge borgen. Hoe valt er tenslot te te leven met de kwellen de onzekerheid of Heer Bommel-ja dan nee op de literatuurlijst van de mid delbare scholier mag figu reren. Ook daarop geeft de ze gedenkwaardige Bom meldag een antwoord. Want vandaag ontvangt Marten Toonder uit handen van de samensteller Henk Mondria het eerste exem plaar van de Bommelbi bliografie, het boek over Bommel waarvan de lief hebber al jaren droomt: Een complete opgave van alles wat er aan Bommel strips verschenen is in dag bladen, tijdschriften en boekuitgaven. Alles volgens de laatste stand der weten schap genummerd en voor zien van de prijs die het, desbetreffende werkje in stripantiquariaten moet op brengen. Voor „De Avontu ren van Tom Poes", ge knipt uit De Telegraaf van 1941 moet zelfs 160 gulden neergeteld worden, volgens de informatie van Mondria, maar ook voor 50 gulden heeft men een redelijk zeld zaam werkje als „De Su perfilm-onderneming" in Hans Matla, eigenaar van stripantikwariaat Panda, wilde wel eens iets positiefs bijdragen aan de historie van het Nederlanse beeldverhaal, en kan nu trots de bibliografie van een Heer van Stand omhoog houden. bezit. Bovendien geeft Mon- dria's standaardwerk in de Bommelarij afbeeldingen van diverse uitgaven, ook buitenlandse, en is het boek gelardeerd met een veel heid aan illustraties die vooral zo aardig zijn omdat er zeer overzichtelijk in te zien is hoe Toonder zijn getekende figuren lang zaam aan meer „Schwung" geeft, hoe hij technisch vooruit gaat. Kostelijke stoplappen Ook de inhoud van de Toonder-teksten krijgt een uitgebreide aandacht. De ironie bij de Bommelstrips, de wat archaïsche taal, de overdreven germanismen en de kostelijke stoplappen die inmiddels in de loop van de jaren gemeengoed geworden zijn bij een deel van het lezende publiek. Het interessante is boven dien dat je daardoor goed ziet waarom Heer Bommel zijn jonge vriend Tom Poes langzaam maar zeker ver dringt van de eerste plaats. Met de slimme, altijd oplos singen wetende Tom Poes hanteerde Marten Toonder de formule voor de kinder strip, vandaag de dag is Bommel de hoofdpersoon die weliswaar een onaf scheidelijk moreel duo vormt met de jonge Poes, maar niettemin de smaak maker van de strip is. En het Bommel-lezende pu bliek is daarmee ouder ge worden. Vanaf de middel bare school worden de Bommelse avonturen gele zen en verzameld maar ook het aantal liefhebbers tus sen de 30 en de 50 is uiter mate groot Uitgeverij De Bezige Bij publiceert de herdrukken niet voor niets in haar literaire reuzenpoc ketserie steeds met vele duizenden tegelijkertijd. Liberaal karakter Daarnaast kreeg Henk Mondria toestemming van Toonder enkele niet in boekvorm gepubliceerde- strips in zijn Bommelbiblio grafie op te nemen. Zelf Uitgever van de Bommelbibliografie is de 24-jarige Hans Matla eigenaar van een knus winkeltje aan de Haagse Frederikstraat waar de strips in tot watertanden nodende hoeveelheden liggen opgetast. Hans Matla heeft zijn win keltje nu al vier en een half jaar maar kreeg vele maanden geleden een onbedwingbare behoefte „een positievere bijdrage aan het stripwezen te leveren". Het werd zijn eerste boekuitgave over strips, de Bommelbibliografie van Drs. Henk R. Mondria, de ingenieur van Emmenes van het Bommelwezen. Het 280 pagina's en ontelbare illustraties tellende boek kwam tot stand met de biina belangeloze medewerking van niet naar contanten talende liefhebbers. De uitgave is op exact dezelfde leest geschoeid als Bommelboêken van Hans Matla's zeer grote broer in de uitgeverswereld De Bezige Bij. Matla: „Toonder heeft speciaal het omslag op dat formaat getekend voor ons, en we hopen dat het in de boekhandels naast de stapels van de nieuwe Bom melstrips van de Bezige Bij komt te liggen." Bezige Bij-directeur Geert Lubberhuizen heeft inmiddels privé z'n collegiale zegen over het boek uitgesproken, dat •in diverse nachtelijke sessie's tussen de heren Matla en Mondria alsmaar dikker werd. Vandaar dat de Bezige Bij-prijs van 10,— per boek niet gehandhaafd kon blijven. Hans Matla: „Dat vind ik erg jammer, maar het was niet haalbaar. Nu kost het 14,— en dat moet wel. Geld hoef ik aan die eerste uitgave niet te verdienen, als ik er maar uitspring." Achterop de kaft staat: „Desgevraagd verklaarde Heer- Olivier Berendinus Bommel dat hij met grote tróts voor gaat als eerste in de lange reeks gebi(bli)ografeerden, die de uitgever nog op zijn programma heeft staan." Hans Matla maakt ernst met de strip. B. J. gaat hij in een aantal arti-' keltjes na hoe Bommel en Tom Poes ter wereld kwa men, bewijst hij dat de ver meende protesttendenzen' van de strip in de oorlog op een mythe berusten en geeft hij het liberale karak ter van de denkwereld van Toonder achter de vaak ac- tueel-satirische strip met voorbeelden aan. Kortom, heer Ollie B. Bom mel is met zijn jonge vriend na een aanwezigheid van zo'n dertig jaar in stripland eindelijk waar hij altijd had willen zijn. Zoals een heer van stand betaamt heeft hij zich met hulp van zijn bewonderaars tot we- tenschappelijk-literaire hoogten weten op te wer ken. Een plaats waar de rondborstige beer in zijn .geruite jas met uw welne men al lang recht op had, al zal Markies de Cante- claer de Barneveldt zich even moeten verbijten. Wie weet zal ook Professor Prl- wyt^kofski verbitterd op merken: „Praw! Dit is alles ja gans onwetenschappe lijk", maar in elk geval loopt er vandaag in Zalt bommel een verheugde Marton Toonder rond die ongetwijfeld zijn schepping Terpen Tijn do historische en fijnbesnaarde woorden na zal zeggen: „Eh din ges, vat je makker?" BERT JANSMA Het Stripschap, de officiële fanclub voor stripgekken, heeft dit jaar voor het eerst een Stripschapsprijs ingesteld. Een door de jonge beeldhouwer Ton van Beest vervaardigde bronzen plastiek voor een persoon of instel ling die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het beeldverhaal in Ne derland. Vanmorgen ging die eerste prijs naar een uitgever, de heer P.J. Houboit van uitgeverij Skarabee, een ongebruikelijke keus terwijl er ettelijke knappe, slecht bezoldigde stripteke naars rondlopen die op erkenning wachten. W. Soyer, penningmeester van Het Stripschap, heeft daar een simpele verklaring voor: „Uit gever de Skarabee heeft alle krantenstrips van Kapitein Rob die vroeger in Het Parool hebben gestaan opnieuw uitgegeven. Een ge weldige verzameling waaraan nogal wat ha ken en ogen zaten. De eerste deeltjes liepen namelijk erg goed, maar later ging het stuk ken minder. Het was economisch dan ook nauwelijks meer verantwoord de reeks voort te zetten, maar de heer Houboit heeft dat toch gedaan, waardoor de winst van zijn eerste deeltjes geminiseerd is. Alleen maar om Kapi tein Robs leven in beeld maar compleet te maken. Zoiets is in ons land erg ongebruike lijk en lofwaardig. Met de Stripschapsprijs voor de heer Houboit, willen we dan ook meteen andere uitgevers stimuleren een der gelijke houding aan te nemen". De strips van zeeman Kapitein Rob en zijn hond Skip werden getekend door tekenaar Pieter Kuhn, zelf een fervent zeiler, die op 20 januari 1966 overleed. Hij werd 55 jaar en liet 72 complete strips achter en één onafge maakt deeltje. Simon Carmiggelt noemde Ka pitein Robs avonturen eens „een soort Kee- sings historisch archief voor romantische dwergjes". P.J. Houboit heeft er bij de Skara bee een reuzenwerk van gemaakt. B.J.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 13