Sleutels unaniem:
Keereweer blijft
In de Afdeling krijg je
een Boshuizerkade-complex
Waarom Gé Dubbeldam
wegging bij Lugdunum en
terugkeerde bij Docos
BESTUURSLID WARMUNDA:
LEIDSE COURANT
LEIDEN Deze „Voetbal-in-de-
krant" pagina is gewijd aan drie
totaal verschillende mensen. Welis
waar hebben zij allemaal iets met
voetbal te maken, zij het dan op
totaal verschillende vlakken.
De een, Gé Dubbeldeman is een
doelman. Hij keerde terug op het
oude nest - Docos - omwille van het
zaalvoetbal. Het hoe en waarom
vertelt hij hieronder.
De tweede, Mat Keereweer is een
trainer. Hij werd wel de meest
talentvolle keeper van Leiden ge
noemd, maar kapte met voetballen
na een ruzie met zijn club Rooden-
burg. Bij Sleutels heeft hij het best
naar zijn zin.
De derde en laatste, Van de Voor-
en, is een bestuurslid. Hij smeedde,
toen zijn vereniging -Warmunda -
naar de Afdeling degradeerde, sno
de plannen om tot een drastische
hervorming te komen. De Afdeling
Leiden rangeerde zijn ideeën voor
lopig op een zijspoor, maar Van de
Vooren is nog niet uitgeteld.
Gé Dubbeldeman: liefhebber
dan maar. „Ik heb vanaf mijn zestiende
in het eerste gespeeld en voel me, on
danks de leeftijdsconcurrentie van mijn
medekandidaten, beslist nog niet te oud,
om nog een jaar of watin het standaar-
team te staan. Een voordeel bij Docos is,
dat ik alle „ouwe" jongens als Van Pola-
nen, Van Zijp, Van der Meel en Van de
Bosch goed ken. Ik geloof dat Docos, met
dat jeugdige talent en mét die wat oude
re, ervaren knapen, dit jaar best een goed
team op de been kan brengen. En van
zelfsprekend hoop ik daarbij te zijn".
Er is ooit is sprake van geweest, dat Gé
Dubbeldeman naar het betaald voetbal
zou gaan. Wat is er van gekomen?
„Niets", zegt Gé, „niets. Toen ik 17 was
en bij Docos in het hoogste team speelde,
wilde ik best wat hogerop. Mijn plan was
toen om naar LFC te gaan dat indertijd
eerste klas voetbalde. Frans van de
Zeeuw, onze toenmalige trainer, zei me,
dat als ik waarlijk „hogerop" wilde, ik
maar naar het betaald voetbal moest
gaan. Maar toen het erop aankwam, deed
ik het niet. We speelden bij Tonegido en
iemand van Holland Sport kwam toen
naar me informeren. Ik heb het aanbod
ik wist niet eens wat ze wilden
meteen afgewezen. „Dom van je", zei Van
de Zeeuw, toen hij het hoorde, maar ik
wou toch maar liever bij mijn vriendjes
blijven spelen. Naderhar^ heb ik er niet
eens spijt van gehad, al vraag je je
natuurlijk nog wel eens af wat je even
tueel niet had kunnen bereiken?"
Voor Gé Dubbeldeman dus geen betaald
voetbal. Hij bleef gewoon „liefhebber".
En als liefhebber wilde hij gewoon zaal
voetbal naast het veldvoetbal kunnen
spelen. En daarom keerde hij terug bij
Docos. Daarom ging hij weg bij Lugdu-
Ad van Kaam
LEIDEN „Het gekke is, dat een aantal
bestuursleden verleden jaar geregeld zelf
kwamen kijken naar het zaalvoetbal. Ze
leken er veel plezier aan te beleven, maar
dan hoor je opeens dat ze ertegen zijn
en dat de selectiespelers voortaan niet
meer in de zaal mogen komen. Voor mij
is zoiets een onverteerbare zaak". En
voor Gé Dubbeldeman betekenen woor
den ook daden. Uit de houding van het
Lugdunum-bestuur trok hij zijn conclu
sies. Hij ging weg, terug naar zijn oude
club Docos. In korte tijd had hij zijn hart
verpand aan het zaalvoetbal. „En hoewel
het veldvoetbal nummero één blijft, laat
ik de zaal niet meer los. Ten slotte ben
ik amateur en maak ik zelf uit wat ik
doe", aldus Gerard Dubbeldeman.
Ondanks zijn vertrek heeft de 29-jarige
doelman geen rancunes ten opzichte van
Lugdunum. „Integendeel", roept „Dub"
uit, „ik ga met bloedend hart weg. Twee
jaar heb ik bij hen onder de lat gestaan
en het er geweldig naar mijn zin gehad.
Maar ja, toen kwam opeens dat stomme
verbod" verzucht hij.
Met de grootste moeite zijn eenjarige
dochter van de bierfles afhoudend
„een aardje naar zijn vaartje", licht zijn
vrouw Yolanda toe vertelt Gé waarom
het met Lugdunum fout gelopen is. „En
kele jongens van de selectiegroep, waar
onder dus mijn persoontje, speelden zaal
voetbal. Dit, onder het toeluikend oog
van het bestuur. Men stelde als voor
waarde, dat we de training niet mochten
verzuimen, hetgeen, wat mij betreft, geen
enkele keer gebeurde. Tot zover dus alles
okay en ik had het bij Swift best naar
mijn zin. Maar toen het zaalvoetbalsei
zoen afgelopen was, kreeg ik opeens te
horen, dat het volgend jaar niet meer
mocht. Frappant détail: we moesten het
uit het clubblad vernemen. Tegen ons
persoonlijk heeft men, tot op de dag van
■vandaag,, nog niets gezegd. Kijk, en van
een dergelijke methode houd ik niet.
Daar ben ik niet van gediend" zegt Gé
verontwaardigd. Hij schenkt nog eens bij
en vervolgt: „Wim de Roo en ik besloten
dan ook onmiddellijk het gebod te nege
ren. Voor hem houdt dat in, dat hij
volgend jaar niet in het eerste zal uitko
men en voor mij betekende het opstap
pen geblazen.
Zij het dan met pijn in mijn hart. Lugdu
num", zo vertrouwt hij me toe „is name
lijk een ontzettend fijne vereniging met
vele mogelijkheden. Neem nu die cata
strofe met de kantine. Binnen drie maan
den stond er zo weer een ander en als
je dan ziet wat zo'n Contactcommissie bij
voorbeeld presteert in deze, dat houd je
niet voor mogelijk. Trouwens ook over
het bestuur niets dan lof, al hebben ze
aangaande „het zalen" dan een blunder
gemaakt.
Wat gaat Gé Dubbeldeman bij Docos
doen?
Onderdrukt lachend zegt hij: „Wel, ik
wordt daar ondermeer de concurrent van
mijn eigen broertje, René. En van de
'gebroeders Burgthouwt natuurlijk, want
die komen ook in aanmerking voor die
ene keepersplaats. Het wordt dus een
strijd tussen twee families".
Je bent dus niet eens zeker van je
plaats?
„Inderdaad, de strijd zal behoorlijk
zwaar worden. Maar ik zal er alles voor
doen om in het eerste te komen" laat
„Dub" weten. Al eerder heeft hij gezegd
niet zo ambitieus te zijn, maar wanneer
we, niet eens opvallend overigens, wat
aandringen blijkt Gé Dubbeldeman toch
niet zondermeer genoegen te nemen met
een plaatsje in het reserveteam. „Nee,
natuurlijk niet", corrigeert hij zichzelf
weer 'meedraaien'. Op welke punten er zat, maar aan inzicht schort het wel.
gaat hij letten? De rust om een bal aan te nemen ont-
„Kijken, hè, dat is het bij ons. Talent zit breekt en dat is ook het punt waar mijn
Leiden Sleutels, uitkomend in de Af
deling Leiden zaterdag, miste verleden
jaar net de boot. Ruim een halve compe
titie draaide de ploeg als een lier en toen
zakte de zaak als een plumpudding in el
kaar. Waarom verspeelde de ploeg het
kampioenschap. Mat Keereweer, toen en
nu trainer van Sleutels, weet ervan.
„Allereerst" zo zet elftalbegeleider Vo
gelenzang ies recht, „heeft de selectie
unaniem om Mafs aanblijven gevraagd.
Men heeft ondanks de teleurstelling van
het gemiste kampioenschap, het volste
vertrouwen in zijn kunne".
Na deze opsteker vervolgt Keereweer:
„Ik heb er niet zo lang ver hoeven pieke
ren, waarom het verleden jaar aan het
eind fout is gegaan. We zijn namelijk
gewoon wat té hard van stapel gelopen.
Overtraind, zeg maar en dat is ons op
den duur opgebroken. Ik ga namelijk nog
al fanatiek tekeer en een aantal jongens
kon die overgang want dat was het ten
opzichte van de (slappe seizoenen daar
voor, eenvoudigweg niet verwerken. Ze
wilden wel meedoen, maar ze konden het
niet opbrengen. En wellicht was de weel
de van een vierpunten-voorsprong wat
teveel van het goede. In ierder geval heb
ik er leer uitgetrokken en bovendien zijn
we nu een jaar verderop. Een jaar rijper
ook, want het gewennen is er vanaf. Ze
weten nu wat ik eis. En dat is niet gering,
want ik prefereer de harde lijn. Ze be
hoeven me niet als een boeman te zien,
maar gewerkt zal er worden", zegt hij
dreigend.
Mat Keereweerwil uiteraard dit seizoen
LEIDEN In een afgelegen kamertje,
ergens hoog in de nok van Peek en
Cloppenburg's winkelpand, vertelt de
heer Van de Vooren, secretaris van de
v.v. Warmunda, wat er terecht is geko
men van zijn plannen. En over het ont
staan daarvan, want hetbleek een nood
greep. „Liderdaad, dat laatste is maar
al te waar", geeft hij toe. „Niet dat wij
erom treuren, dat we naar de Afdeling
Leiden gedegradeerd zijn; zo is het heus
niet. Misschien zo legt hij zijn nogal
verrassende opmerking uit, „is het wel
eens goed om na 23 jaar vierde klas
gespeeld te hebben, eens in een ander
straatje te belanden. Het kan de vereni
ging echt wel een goede impuls geven,
vooral wat mentaliteit betreft. Dat al
tijd maar onder de streep draaien bevor
dert je instelling tenslotte ook niet.
Maar goed, over die plannen. Welnu, toen
wij dus moesten zakken, realiseerden we
ons pas goed waar we in terecht kwa
men. In de Afdeling Leiden namelijk en
die is voor een goed deel totaal doodge
bloed. En wat wil je, met slechts negen
clubs in de eerste klas en met maar acht
in de tweede klas. Daar kun je toch geen
behoorlijke competitie van laten draaien.
Het afdelingsbestuur zag een oplossing in
de anderhalve competitie. Maar daaraan
kleven nogal wat bezwaren. Stel je voor,
dat je vier jaar in de eerste klas speelt
Elk sprietje van de tegenpartij zijn gras
Mat Keereweer: „Ik prefereer de
harde lijn".
mat ken je. Bovendien loop je het risico
soms tweemaal achtereen tegen dezelfde
club te moeten spelen (vergelijk MMO
verleden jaar). Door dit soort facetten
beinvloed je de competitie nu niet be
paald positief. Noch voor de spelers,
noch voor het publiek.
En dan hebben we het nog niet eens
■gehad over de tweede klas. Als je daarin
verzeild raakt - acht teams - dan krijg
je toch zonder meer een „Boshuizerkade-
complex. Om de week moet je daar dan
spelen. (Leidsche Boys - VNA- Oranje
Groen- Unitas) Zit je daar eenmaal in,
dan kom je er ook haast niet meer uit,
want een dergelijke afstomping moet
toch wel funest zijn voor je verenigingsle
ven. Maar goed, nu de plannen", zegt hij'
voor de tweede maal.
„Ik heb getracht de sleur te doorbreken
middels een aantal suggesties. Afwisse
ling stelde ik voor en ik dacht dat te
kunnen bereiken via een poule-systeem.
Je voegt de eerste- en tweede klas samen
en deelt ze dan in vier Boules in. Na een
hele competitie komen de beste achtin
een kampioenspoule, terwijl de anderen
om een plaatsing voor het jaar daarop
spelen. Zo bereik je twee dingen: die
broodnodige afwisseling, omdatje de pou
les indeelt en zodoende eersteklassers bij
tweedeklassers stopt en bovendien houd
je de beste acht over die strijden voor
één of twee plaatsen in de KNVB. Ik heb
variatie op dit thema eveneens op tafel
training voornamelijk op gericht is. In
zicht is alles, zeg ik maar. Een andere
zaak is de té kleine kern, waarmee ik
vorig .seizoen moest draaien. Met een De
Boer (VTL) en een Prehn (LFC), aange
vuld met wat jeugdspelers heb ik dit jaar
wat meer speling. Een plaats bij de eerste
drie moet dan ook mogelijk zijn. Concur
renten? GWS, Hazerswoude Boys en het
vernieuwde Leiden. Woubrugge niet,
want die moeten eerst de klap van de
degradatie verwerken."
Wanneer je met Mat Keereweer praat,
kan je niet onder één bepaald ding uit.
Waarom ben je gestopt met de actieve
wedstrijdsport?
„Nu, dat wil ik dan nu wel eens goed
uit de wereld helpen", zegt hij stijdlustig.
„Het is Roodenburg's schuld geweest. Ik
was geblesseerd geraakt, herstel en train
daarna als een bezetene. Op dat moment
had Boom mijn plaats overgenomen en
hij deed het niet slecht. Maar het was
mijn plaats en toen ik weer voluit kon
draaien zeg ik tegen Smits:'ik wil er weer
in! Hij zegt: 'ik wil je best terug, maar
gelegd,maar helaas is er niet veel van
gekomen."
Waarom niet?
„Twee zaken", zegt de sympathieke be
stuurder. „Ten eerste hebben de betref
fende clubs vanwege de vakanties weinig
overleg kunnen plegen en ten tweede
heeft het Afdelingsbestuur de plannen
terzijde gelgd. Ze gaan doodeenvoudig op
dezelfde voet voort. Discussie was niet
mogelijk. De ledenvergadering is pas
eind september - dan is het seizoen allang
begonnen - en bovendien heeft men twee
plannen ter discussie op de jaarvergade
ring aangeboden. De bekende anderhalve
competitie zal wel worden aangenomen",
verzucht Van de Vooren.
Dus u heeft niets bereikt?
„Ho, ho", wacht even. „We hebben eerst
nog een vergadering met de zeventien
verenigingen, waarvan sommige duide
lijk hebben laten weten erg veel voor een
hervorming te voelen. En dat hoeft niet
te betekenen dat mijn plannen okay zijn;
als ik alleen maar wat losgemaakt heb
ben ik al bijzonder tevreden. Uit de
reacties bemerk ik toch in ieder geval een
duidelijke onvreê met het huidige sys
teem. En als we met z'n allen tot een
positieve bijdrage kunnen komen - al
gaan we alleen maar praten dan heb
ik mijn doel bereikt Wat er dan ook uit
dat kan ik niet maken, want dan gaat
Boom weg. Nou, en toen zei ik op mijn r
beurt: 'dan kan je het wel vergeten; dan
kap ik ermee'. Ik wil niet veel zeggen,
maar het heeft ze wel een hoop ge
kostDe hoofdklas bijvoorbeeld",
want Mat draait er niet omheen. Hij is
het allemaal ook nog niet vergeten, al
drinkt hij zijn pilsje op zondag nog regel
matig bij zijn oude club. „Dat zou overi
gens best eens kunnen veranderen, nu
.maatje' Pennenburg ook om bepaalde
redenen van club veranderde" voegt hij
er aan toe.
Terug bij Sleutels. „Een fijne, gezellige
vriendenkring, waarin veel kan en mag",
zegt bestuurslid Vogelenzang. Mat is het
daar volstrekt mee eens. „Ik heb alle
faciliteiten die ik me maar wens. Een
goed iets, want als trainer moet je be-
paaldemogelijkheden hebben. Zodoende
kan je de spelers motiveren en dan alleen
bereik je wat Mijn instelling is om wat
te bereiken. Wat dat betreft staan bestuur
en spelers achter me. „Een goed uit
gangspunt. 1-0 voor Sleutels alvast.
AD VAN KAAM
moge komen. Ikprobeer gewoon iets los
te slaan. De sleur te doorbreken".
Hoe is het overigens bij Warmunda?
„Uitstekend" antwoordt de heer Van
Vooren, duidelijk blijkt met dit onder
werp. „De degradatie is goed opgevangen
eniedéreen schijnt van zins te zijn er dit
jaar wat van te gaan maken. De eerste
trainingen werden goed bezocht en voor
al bestuurlijk zijn we heel wat van plan.
Ondermeer willen we dit jaar een uitbrei
ding van de kantine realiseren, want dat
is wel hoognodig. Ook ons derde veld
blijft een punt op de agenda. De grond
is aangekocht, maar de Gemeente ziet
■nog steeds geen kans de nodige financiën
vrij te maken, om er een speelveld te
creëren. Met onze negentien teams, met
onze handbalvereninging en mét de inwo
ning van de schaatsclub begint de situa
tie anders wel kritiek te worden."
Een prognose voor het komend seizoen?
„Uiteraard zo hoog mogelijk eindigen.
Gezien onze talentvolle jeugd - verleden
jaar zelfs wat té laat ingezet - moet een
terugkeer mogelijk zijn."
Voornaamste concurrenten?
„ZLC, Stompwijkse Boys, MMO en VNL-
Voor ons allemaal onbekenden en wat
ons betreft dus afwisseling genoeg. Maar
je moet er dan wèl binnen een jaar weer
„uit" zijn", lacht hij.
AD VAN KAAM