,IK GELOOF
NIET AAN
BETALINGEN'
John
Dusbaba:
„Bij Ajax
voetbal ik
makkelijker"
HERMAN FERINGA,
VOORZITTER VAN DE LBA
MOEITELOOS DOORGEDRONGEN
TOT HET EERSTE ELFTAL
50NDERDAG 15 AUGUSTUS iitfs
1974
i!'!." }prlv,t'j'pTlf'.r
I
AMSTERDAM Herman Feringa, voor
zitter van de Landelijke Bond van Ama
teurverenigingen, vraagt zich af hoe
lang de LBA nog op dezelfde voet door
zal kunnen gaan. Achter een „kopstoo
tje" zittend in een bruin café in Amster
dam maakt hij melding van zijn ideëen
en twijfels omtrent de toekomst. „Het
kan, volgens mij, niet uitblijven dat er
iets zal moeten veranderen in de wer
kwijze van de LBA. Op een gegeven
moment moet het voor een belangenor
ganisatie, en dat geven wij toch voor te
zijn, mogelijk zijn een beroep te doen
op specialisten. Zo zullen wij bijvoor
beeld moeten kunnen beschikken over
een financieel expert die in staat is voor
ons de overzichten van de KN'VB kri
tisch door te nemen. En is een dergelijk
iemand niet op vrijwillige basis te vin
den dan zal voor mijn kennis betaald
moeten worden. Het lijkt mij een reële
zaak. Wil men iets in de reglementen
wijzigen, neem dan een jurist in de arm.
In de toekomst zal ook blijken dat een
bondsbureau onmisbaar is. En dan denk
ik niet aan een gebouw van drie of vier
verdiepingen, maar wel ergens aan een
kamertje waar iemand, desnoods in het
begin op parttime basis, in dienst van de
LBA is om al het lopende werk vlot af
te handelen. Het is eigenlijk toch te gek
dat er nu werk blijft liggen omdat de
bestuursleden geen tijd meer kunnen vin
den. En wat zou een dergelijke opzet nu
•kosten voor een vereniging met toch on
geveer 900.000 leden? Misschien een paar
tientjes per club. En is dat nu zo veel?
Voor mi.j is deze ontwikkeling niet tegen
te houden. Het kan drie jaar duren maar
voor hetzelfde geld over zes maanden
ook al zo ver zijn".
Woorden van Herman Feringa die een
nauw betrokken zijn bij de amateurs
verraden. „Zo zullen wij straks ook moe
ten komen tot een amateurbestuur. Ik
kan niets anders dan mijn hulde uitspre
ken voor de manier waarop de beide
andere organisaties, VZV (Vereniging Za
terdag Vereniging) en de Christelijke
VZC, en de LBA elkaar proberen te
vinden. Met z'n allen kunnen we dan een
groot blok vormen waarmee door de
KNVB terdege rekening gehouden zal
'moeten worden. Er is nu al in zekere
mate sprake van een federatieve samen
werking".
Waarde
De grootste waarde van de LBA is op
dit moment, zo laat Herman Feringa
horen, het overleg met de bondsafge-
vaardigden.
„Ook daar groeit het besef dat het niet
noodzakelijk is dat wij met geheven vuist
tegenover elkaar staan. Voor ons is het
mogelijk de wensen van wat dan met een
rotwoord de achterban heet door te laten
Herman Feringa, de voorzitter van de Landelijke Bond van
Amateurverenigingen is overtuigd van de noodzaak tot een meer
professionele aanpak te komen.
sijpelen".
Om meer te weten te komen van wat
onder de verenigingen leeft, organiseerde
Herman Feringa in het district West I
diverse bijeenkomsten, waarbij hij tot
zijn spijt moest constateren dat het op
komstpercentage zeer gering was. „Toch.
is daaruit wel i
bijvoorbeeld de salariëring v
bij veel clubs een zaak is waar men mee
worstelt. Dat was voor de LBA een mo
tief om hiernaar een onderzoek in te.
stellen, hetgeen echter niet al te vlot
verliep. Reden: veel verenigingen weiger-
i gekomen dat' den de juiste cijfers op tafel te leggen dingen uitstekend leert, trainen en finan-
daar er veel te vaak onder dezelfde tafel
geld naar de trainer werd geschoven. Als
LBA zijn wij echter van mening dat veel
trainerssalanssen te hoog liggen. Zo heb
ik wel eens gekscherend opgemerkt dat
men in Zeist tijdens de cursus twee
ciéle eisen stellen. Zonder al te
kritiek te willen uiten, vind ik toch dat
een punt in de trainersopleidmg nog veel
te weinig aandacht krijgt, namelijk de.
opvang en begeleiding van de speler.
Iemand kan misschien wel een uitstekend
technisch trainer zijn maar na een paar
maanden kan evengoed blijken dat hij
iedereen wegjaagt. Een oplossing? Mis
schien een trainer, voordat hij voor zijn
B-diploma opkomt, eerst een jaar stage
laten lopen. Concludeer hier niet uit dat
de LBA zich alleen hiermee bezighoudt.
Andere zaken zijn bijvoorbeeld het bekij
ken van de terreinhuur en de gemeente
lijke subsidie, het heffen van entreegel
den en adviezen voor subsidiering bij de
bouw van clubhuizen".
Problematiek
Afgezien van deze problematiek op lan
gere termijn ziet de I.BA zieh ook be
trokken bij momenteel spelende moei
lijkheden.
Heiman Feringa, voorzitter van de Am
sterdamse eersteklasser DCG. laat dan
ook niet na de hoop uit te spreken dat
het bestuur van de Nijmeegse hoofdklas
ser Quick, waar zes spelers bedankten
voor het eerste elftal omdat zij geen
vergoeding van honderd gulden per wed
strijd kregen, op zijn standpunt blijft
staan. „Ik geloof niet in al die verhalen
over betalingen. Als voorzitter van de
LBA heb ik altijd het standpunt van de
leden verkondigd en me tegen een hoofd
klasse opgesteld. Dat ik persoonlijk als
voorzitter van DCG er een andere me
ning op na houd. staat daarbuiten. Ik
weet ook niet van gevallen van betalin
gen in de amateurwereld. Zou dat wel
het geval zijn, dan is het mijn plicht de
KNVB daarvan in kennis te stellen. En
waar zou trouwens het geld vandaan
moeten komen, vooral tegenwoordig met
die teruglopende toto-inkomsten? De be
kende man met de dikke portefeuille. Als
ze al bestaan, dan is dut voor mij oen
totaal verkeerde vorm van clubliefde.
Wat moeien dan de mensen achter dc bar
wel niet zeggen. Hebben zij dan niet veel
meer recht om hun hand op te houden.
Men zal mij nooit horen zeggen dat er
betaald wordt om de eenvoudige reden
dat ik een dergelijke uitspraak nooit zal
kunnen bewijzen. Het instellen van een
onafhankelijke klasse zou misschien de
gezondmaking van het amateurvoetbal
kunnen, let op kunnen, betekenen. Indien
het strak gereglementeerd wordt, zou
men misschien over kunnen gaan tot het
instellen van vergoedingen. Maar laten
we ook realist blijven. Ik wil geen Don
Quichotte lijken die tegen allerlei wind-
molens aan het vechten is, en ik wil tuet
liet idee hebben door collega-bcstuursle-
don bedonderd te worden. Of de hoofd
klasse nu inderdaad een succes gaat wur-'
den, zullen we moeten afwachten. Er
spelen verschillende factoren mee Gaan
veel verenigingen gesponsord worden;
hoe ligt de interesse van het publiek en
wat gaat er gebeuren in het betaalde
voetbal? Misschien verzuchten we over
jaar wel: „Waren we er maar nooit
i beg
PAUL HOVIUS
John Dusbaba heeft het bij Ajax best naar zijn zin. ,,De medewerking van
Piet Keizer valt mij honderd procent mee".
DEN HAAG „Van dromen
hou ik niet. Zij zijn onwerke
lijk". Het blijft even stil in de
typisch Haagse bovenkamer van
de Van Osstraat. John Dusbaba,
de jongste fullprof bij Ajax, pro
beert zijn bliksemcarrière te be
grijpen. Het lukt hem niet. Alles
kwam de afgelopen weken ei
genlijk te onverwachts op hem
af. Meegetrokken door de drang
om bij Ajax een „new look" te
introduceren gaf de in Amster
dam ook wel als „het neefje van
Aad" bekend staande voorstop
per dit seizoen tot nu toe een
verrassend fraai visitekaartje
af. Mooier in ieder geval dan hij
in zijn stoutste dromen had ge
hoopt. De uitleg daarbij verrast
nog meer: „Het gemak waarmee
ik bij Ajax voetbal verbaast me
zelf misschien wel het meest. Ik
loop persé niet op mijn tenen en
ik heb het gevoel veel gemakke
lijker dan bij FC Den Haag te'
voetballen".
Het mysterie is compleet. De jonge reser
ve. die werd gekocht voor het geval
spelers als Hulshoff niet helemaal de
oude zouden worden, kreeg alle kansen
die hij maar hebben wou. Vanaf de
eerste oefenwedstrijd van Ajax stond zijn
plaats in het eerste nauwelijks in discus
sie. „Dat heeft me overrompeld. Toen ik
het contract bij Ajax tekende ging ik
ervan uit, dat ik de eerste tijd niet aan
de bak zou komen. Dat leek me logisch.
Alle grote spelers van nu, neem Stuy en.
Krol maar. hadden een of twee jaar op
de bank moeten zitten. Daar rekende ik*
ook op. Alle graantjes, die ik het eerste
jaar dan zou meepikken waren meegeno
men". Maar het liep voor hem gunstiger
dan verwacht. Neeskens mocht weg naar
Barcelona, waardoor bij Ajax een gat
viel. En de daaivoor gekochte Peters
kwam niet langs de keuringscommissie.
Een andere meevaller was de langer du
rende blessure van Barry Hulshoff. Voor
Dusbaba kwam toen nog meer ruimte
vrij om zijn ontluikende klasse te demon
streren. „Vanaf de allereerste dag ont
dekte ik enorm veel plezier in het voetbal
bij Ajax. Bij FC Den Haag moest je. hoe
dan ook, ongeveer anderhalf uur achter
een speler aan hollen, omdat de ploeg
weinig op de aanval speelde en meer op
de counter. Maar bij Ajax is het precies
andersom. Je moet vlug een speler uit
schakelen en dan onmiddellijk mee naar
voren gaan. Dat is het louter op de
aanval afgestemde spel van de ploeg wat
me veel beter ligt".
Wennen moest Dusbaba niet alleen spel-
technisch. Ook voor, tijdens en na de
wedstrijden van Ajax ontmoette hij to
taal andere gezichten. Merkwaardig ge
noeg gaf dit aanpassingsprices zelden
problemen. „Spelers als Miihren. Suur-
bier, Krol en zeker ook Keizer vangen
je enorm op. Zij praten met je, laten je
zelden aan je lot over en roepen je er
altijd bij als ze een kaartje gaan leggen.
Dat is me enorm meegevallen. Ook in het
veld manifesteren ze zich anders dan je
als publiek zou vermoeden. Ze helpen je
tijdens de wedstrijd en geven je zoveel
mogelijk aanwijzingen. Het voordeel, dat
je als jonge, betrekkelijk onervaren spe
ler daarvan hebt, is onnoemelijk".
Bevriend
Hij keert even terug naar het oude nog
pas enkele maanden verlaten honk in
Den Haag.
„Ik heb nooit onder stoelen of banken
gestoken dat Aad Mansveld mijn carrière
voor een groot deel heeft gemaakt. Ik
was bevriend met hem en ik leerde ont
zettend veel van hem. Nu moet je je
voorstellen, dat ik niet één Aad, maar
drie of vier Aadjes achter me heb staan.
Dat geeft een onvoorstelbaar groot ver
trouwen in het veld".
De spelers van Ajax wilden dat ook. Zij
probeerden het Haagse „piechempje" uit
met goedbedoeld jennen en kwamen al
snel tot de ontdekking een geduchte te
genspeler te treffen. „Ik heb met die
typische Amsterdamse humor geen enke
le moeite. Ik laat het gewoon over me
heen komen en doe hetzelfde terug, maar
dan op zijn Haags".
Tot nu toe waardeerde Ajax zoveel flair.
Alle wedstrijden maakte hij deel uit van
het eerste En eigenlijk kon niemand
onderscheiden dat hij een „debutant"
was. Het enige waar ik erg aan moest
wennen was het publiek. Als je 's mor
gens om negen uur bij Ajax komt trainen
moet je niet verbaasd zijn wanneer twee
duizend bezoekers staan te kijken. De
eerste keer wist ik niet wat me over»
kwam. Alleen bij de training van Ajax
stonden bijkans meer toeschouwers dan
bij een competitiewedstrijd van FC Den
Haag. Ook de ervaring tijdens vriend
schappelijke ontmoetingen vergt aanpas
sing. Waar Ajax ook speelt bijna altijd
moet je vluchten voor de horde handteke
ningenjagers. „En dan het reizen. Ajax
is de wereldciub en wordt overal in
Europa uitgenodigd". Dat is ook een
aparte belevenis. Die vind ik erg interes
sant. Je moet rekenen overal waar ik
kom is nieuw voor mij".
Leuk
Dat is het grote spel waarin Dusbaba
momenteel meedraait. Zijn dankbaar
heid straalt van zijn gezirht af. Hij
krijgt er eigenlijk steeds meer plezier in
omdat het allemaal zo leuk gaat.
„Alles is anders bij Ajax. Bij FC Den
Haag was je er, als je de zekerheid van
een plaats had. Je nam daarom sommige
trainingen misschien niet voor dc volle
honderd proeent op, je wandelde rustig
achteraan de groep mee. Bij Ajax bestaat
dat niet. De spelers zelf zorgen daarvoor.
Zij maken je direct duidelijk, dat je door
te lanterfanten aan hun boterham
knaagt". Dit professionele, keiharde van
het vak komt in méér tot uitdrukking.
Was het bij FC Den Haag de gewoonte
om na de training naar huis terug te
keren en 's middags bijvoorbeeld een
bioscoop te bezoeken. De Ajacieden krij
gen zoveel vrijheid niet. Zij blijven mees
tal 's middags bij elkaar in de stad en
dat schept natuurlijk een totaal andere
sfeer. „Ik heb bij Ajax veel meer dan
bij FC Den Haag het idee, dat ik fullprof
ben. Ik ben nagenoeg de hele dag met
voetballen bezig. Ook al, doordat de spe
lers zelf veel meer praten, veel meer
nadenken over een wedstrijd". Daarom
openbaren zich andere perspectieven.
„Als ik in het veld sta kan ik de bal
meestal naar drie. vier kanten kwijt. Dat
was bij FC Den Haag in het verleden
moeilijker. Wie een gat zog moest dp bal
direct spelen anders kreeg de tegenstan
der de kans op balbezit".
Praten
Zo zelfbewust praten over profvoetbal
leek het vorige seizoen onmogelijk voor
de op dat moment jongste betaalde voet
baller van Nederland. Behalve dan voor
Johan Neeskens, die zijn opvolger hij
AjaxFC Den Haag wellicht zelf aan
wees. „John, siste de nu naar Barcelona
vertrokken Ajacicd in het veld tegen
hem, doe je best. Ajax komt dadelijk
met je praten".
Drie maanden later kwamen deze woor
den uit. De jonge Hagenaar, du- een
beperkende clausule van oen verkoop
prijs van een ton in zijn contract had
laten opnemen, voelde zich de koning te
rijk toen Ajax nog een vorstelijk hand
geld voor hem wilde neertellen ook.
Zijn kostje is gekocht. Het geld vloeide
met een lawine van mogelijkheden bin
nen. Maar ook nu blijft John Dusbaba
dezelfde. Hij heeft een degelijke, op gas
rijdende Mercedes gekocht om de dage
lijkse afstand naar Amsterdam te over
bruggen en piekert er niet over om nu
al het geld over de balk te gooien. „Ik
blijf heerlijk bij mijn ouders in Den Haag
wonen en doe niets liever dan met ken
nissen en vrienden optrekken. Gewoon
net als anders. Dat is een sfeertje waar
ik nooit afstand van kan doen". John
Dusbaba verandert niet. Dat is een
enorm voordeel.
HANS DE BRUYN.