Kardinaal Alfrink I Dialoog voor hem van het grootste belang HOLLANDSER EEN HOLLANDER KAN ZIJN Pas daarna geeft hij meestal •zijn eigen mening, die dan altijd weer blijk geeft niet alleen van grote wijsheid maar ook van jarenlange ervaring als bestuur der, die hem geleerd heeft een' beleid nooit te baseren op im pulsen. Daarnaast heeft zijn jarenlange studie als biblicus hem geleerd teksten van pastorale brieven en communiqué's zeer zorgvuldig te bestuderen. Hij beseft maar al te goed dat men geneigd is in officiële verklaringen andere dingen te willen lezen dan be doeld zijn. Vandaar zijn scherp te van formuleren. Wereldkerk Het tweede Vaticaans concilie heeft ook voor kardinaal Al- frink, zoals voor zovele bis-» schoppen, de wereld openge gooid. De wereldkerk is voor hem niet een abstract begrip maar een werkelijkheid, waar mee hij door zijn talrijke reizen in en buiten Europa heeft ken nis gemaakt. Zijn voorzitter schap van de internationale Pax Christi-beweging. heeft hiertoe ook heel veel bijgedragen. Daardoor is de kardinaal ook sterk in de publiciteit gekomen, zowel in binnen- als buitenland en de pers is, meestal aanwezig wanneer hij op Schiphol terug keert van een van zijn reizen. Daardoor heeft hij ook een gro tere openheid gekregen tegen over de pers dan toen hij pas bisschop was. Maar met de bedachtzaamheid die hem eigen is zal hij er altijd voor waken dat zijn informatie Ontmoeting met paus Joannes XXIII geen schade doet aan de zaak waar het om gaat. Daarbij 'neemt hij ook altijd zeer con sciëntieus de stelregel in acht* dat de personen die bij een zaak betrokken zijn eerder ingelicht .moeten worden dan de commu nicatie-media. Kerkprovincie Is de wereldkerk voor kardinaal Alfrink een realiteit die voort durend bij al zijn oordelen een rol speelt, dit geldt uiteraard in veel grotere mate nog voor de kerkprovincie in haar geheel. Altijd heeft hij er voor gewaar schuwd dat wat in het ene bis dom gebeurt, ook per se reper cussie heeft in een ander bis dom. Dit geldt heel in het bij zonder voor Nederland, een klein land met slechts zeven bis-* dommen. Dit vraagt van de bis schoppen een grote collegiali teit Er werd mij eens in een inter view gevraagd of de kardinaal nooit kwaad werd. Ik heb toen geantwoord dat ik „kwaad" niet het juiste woord vond, maar wel heb ik grote teleurstelling bij hem moeten constateren wan neer inderdaad niet collegiaal gedacht of gesproken werd. Zelf is hij altijd bereid om mocilijk- heden en zorgen met anderen te delen en daarom is hij inder daad zeer teleurgesteld wanneer belangrijke beslissingen niet in overleg met elkaar genomen worden. Hij zal nooit in al deze zaken zich erop laten voorstaan dat hij de voorzitter is van de bisschop penconferentie want hij is er zelf van overtuigd dat in over eenstemming met het kerkelijk recht iedere bisschop in zijn ei-* gen diocees de verantwoorde lijkheid draagt, maar hij ziet de collegialiteit als een van de kost baarste vruchten van het laatste concilie. Dialoog De dialoog is voor hem van het grootste Ix-lang en geldt dit bin nen bisdom, kerkprovincie en wereldkerk, dan is dit gesprek even noodzakelijk met het hart van de wereldkerk, Rome. En het is voor hem altijd buiten gewoon verdrietig te moeten er varen dat deze dialoog met Ro me dikwijls sterk gedeformeerd wordt door sensatie-verhalen en onjuiste berichtgeving ook van katholieken in eigen land die gedeeltelijk - of verkeerd geïn formeerd zich wenden tot Ro meinse instanties. Het is daarom voor hem een teleurstelling, als die dialoog met Rome en binnen Nederland schade lijdt. Onlangs sprak hij over- zijn voorganger kardinaal De Jong in de moeilijke oorlogsjaren. Hij zei toen: „Wie wat dichter bij hem leefden, weten uit ervaring welke last hij als bisschop In dragen had. En hoeveel hij er* onder geleden heeft. Maar een omstandigheid gaf hem sterkte en moed. De zekerheid, dat heel .het volk achter hem stond in gesloten rijen, in verering en dankbaarheid". Het is de tragiek van zijn opvol ger, Alfrink, dat deze eenheid niet meer kenmerkend is voor *de kerkprovincie. De kudde is verdeeld en de situatie i.* verge lijkbaar met de kerk van Ko- rinthe, waarvan Paulus schreef:! Ieder van u schijnt een eigen leus te hebben. „Ik ben van' Paulus - ik van Apollo - ik van' Ki'fds". De smartelijke polarisatie, die hij altijd heeft willen voorko men en waarvoor hij steeds* heeft gewaarschuwd is - zonder zijn schuld en ondanks alles J toch een feit. Voor hem bete kent dit een grote pijn omdat het zo in tegenspraak is met dii opvatting van zijn taak: heel de geloofsgemeenschap als een eenheid naar Christus te leidon. Volgens de kardinaal gaan wij gebukt onder het verleden, dat ons'niet geleerd hegft om"te_ gaan met redelijke, legitieme eni verantwoorde pluriformiteit. Het is voor de kardinaal en niet voor hem alleen een.grotc zorg. Voor allen en van allen te willen zijn en steeds van links cr\. rechts, van boven en beneden te moeten ervaren dat dit zo dik-* wijls niet lukt. Dat kardinaal Alfrink door allo teleurstellingen en alle duister nis heen zich nooit aan zijn verantwoordelijkheid heeft ont trokken'; tekent hem'als een man van groot geloof, waarmee IJj .zijn broeders in het ambt on zovele anderen heeft bemoedigd en gesterkt. Hij iR er diep van doordrongen, dat de leerling niet beter is dan de meester, da- kwam om te dienen en niet om gediend te worden. Moge God la m zegenen en nog lang voor ons bewaren. TH. H. J. ZWARTKRUIS BISSCHOP VAN HAARLEM. Bij gelegenheid van dit gouden jubileum heeft zijn collega in het ambt, mgr. Th. II. J. Zwart kruis, bisschop van Haar lem, voor ons blad een kenschets gegeven van do ^persoon van de kardi naal, die de lezer hierbij, vindt weergegeven. Ontmoeting in Utrecht met patriarch Paximos IV van Antiochië. Hij denkt nooit in uren, zelden in weken en nauwelijks in maanden, maar hij denkt als gelovige in jaren en eeuwen. Dit houdt hem staande in de meest moeilijke omstandigheden. Vaticaans concilie Tijdens het tweede Vaticaans Concilie was ik nog geen bis- •Ontmoeting op paleis Soestdijk, tiidens een onderbreking van een intern congres schop, steeds'weer hoor ik van over geweldloosheid. Geheel rechts Don Heider Camara. Geheel links van de Boeddhisten |hen, die dit persoonlijk hebben Thich Nhat Hanh Toen aan Bernardus kardinaal Alfrink eens gevraagd werd of hij nog enig plezier beleefde aan zijn taak, of hij de rol, die hij krijgt opgedrongen in het wereld-katholicisme nog met enige vreugde speelt, gaf hij een antwoord, dat tekenend voor hem is: „Het zou prettig zijn als anderen het altijd met mij eens waren. Met enig vermogen tot relative ring en wat gevoel voor humor is de toestand wel te dragen. Ik heb mij nooit ongelukkig ge voeld in mijn ambt. Ik kan niet zeggen dat de manier waarop alles gebeurt mij altijd voor komt als een grote genade van de hemel. En natuurlijk zijn er bijzonder pijnlijke en spijtige ervaringen. Aan de andere kant denk ik bijvoorbeeld aan de ge weldige verbreding van horizon die het tweede Vaticaans conci lie voor mij betekend heeft". Nieihand zou hem met zo weinig woorden zo scherp kunnen bete kenen. Gedurende de laatste ja ren heb ik hem mogen meema ken als collega, als broeder in het bisschops-ambt, en ik heb hem in die periode steeds beter leren kennen en steeds meer leren waarderen. Het is een man met een scherp en helder vestand, met een ver mogen tot relativering in de meest ernstige situaties en tot humor in de meest trieste om standigheden. Een priester' met een groot geloof en een grote liefde voor Christus en zijn, kerk, het is een collega met een Warm - zij het niet onstuimig - hart, die nooit ontrouw zal zijn aan de mensen met wie hij te maken heeft. Scherp analyserend weet hij ■met veel wijsheid en met groot geduld belangrijke en onbelang rijke dingen te scheiden en bezit hij als geen tweede het vermo gen een problematiek te ver woorden. Hij is bovendien Hollandser dan een Hollander zijn kan en hij vervult zijn ambt nuchter, zake lijk en met grote toewijding. Hij is zich er goed van bewust, dat de kerk niet bij hem is begon nen en niet bij hem zal eindigen. Hit geeft hem zekerheid en rust. Kardinaal Alfrink, voor zitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, zevenzestigste bisschop van Utrecht sinds St-Wil-. librordus en zeventiende' aartsbisschop sinds het herstel der hiërarchie,* viert op 15 augustus zijn vijftigjarig priesterschap.. meegemaakt, hoe bepalend dit gebeuren is geweest voor hun leven. Ook voor kardinaal Al frink is dit, zoals hij zelf zegt, van geweldige betekenis ge weest, een hoogtepunt in zijn leven. Bij de concilie-vaders er vaar je vaak mildheid en begrip voor andere meningen. Zij heb ben blijkbaar geleerd met veel geduld te zoeken naar de waar heid en te luisteren naar wie anders denken en anders willen dan zij. Teruggekeerd in Nederland heeft kardinaal Alfrink zich tot taak gesteld de papieren conci lie-wereld vlees en bloed te laten worden in het kerkelijk leven van zijn land. Met een voor zijn leeftijd wonderbaarlijke sou plesse en veerkracht maakt hij de ontwikkelingen in kerk en maatschappij mee. Hij-is gaan staan in het hart van de plaatselijke kerk. Daar wil hij bemoedigen en bevestigen, daar wil hij luisteren en verbin den. Hij wil voorgaan in de verkondiging van de schrift, „Evangelizare Divitias Christi" is zijn 'wapenspreuk. Hij wil geen heerschappij voeren over het geloof vananderen, maar medewerken aan hun blijd schap, evenals Petrus. Hij wil niet slaan, het geknakte riet niet breken en de kwijnende vlaspit Spreken of zwijgen Bij zijn veertigjarig priester feest werd hij gefeliciteerd door' de toen bijna 90-jarige bisschop Huibers. De oude, wijze man zei toen tegen de feesteling: „Als het stormt heeft het weinig zin Ontmoeting met paus Paulus VI tijdens een audiëntie naar de opvarenden van het schip te roepen. Blijf liever aan het roer en wacht rustiger tijden af, je kunt toch niet over de storm heen komen". Het is niet de aard van de kardi naal snel te spreken, zijn lank moedigheid is groot totdat zijn •kerk en zijn volk worden ge raakt. Hij weet, dat hij is aange-i ■steld tendienste van de gemeen schap, ten dienste van het volk Gods en pas als spreken in dit .perspectief heilvol is zal hij dit doen, anders zal hij zwijgen. de invloed van het gezag doet verminderen. En wanneer hij dan een uitspraak doet is deze altijd gebaseerd op bezinning,, beraad en ervaring. Van de gro te kardinaal Newman heeft hij ook geleerd dat het noodzake lijk is voortdurend je- te ver plaatsen in de persoon van een ander, als het ware in zijn huid te kruipen. Vandaar dat hij ook goed kan luisteren, voordat hij Als collega ervaar je het vooral ook in bisschoppenvergaderin gen waar hij altijd aan ons vol-: op gelegenheid geeft om eerst- onze visie ter tafel te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 13