JE KUNT MET MI J ALLE KANTEN UIT" DE LEIDSE DOELENS GROEIDEN UIT TOT OORDEN VAN VERMAAK Alice Oppenheim: huisvrouw- omroepster- presentatrice ZATERDAG 13 JULI 1974 LEIDSE o^URANT PAGINA 5 ,Dat drammerige van andere omroepen; daar wordt ik huiverig ,Je kunt met mij alle kanten op' ,Dat wil natuurlijk nog alleen uit Hoogendijk en Hiiterman' ,De AVRO bestaat echt V „Ik kan echt nog wel wat anders dan alleen omroepen" „Een plakplaatje; ik geloof niet dat ik daar genoegen LEIDEN-„Toekomstpl an- nen? Ach nee, wat mijn werk betreft leef ik mer van de ene dag in de an der. Ik zie wel wat de toe komst brengt; je kunt met mij alle kanten uit". Alice Minderaal-Oppenheim ten voeten uit. Leidse Alice (34), begonnen als omroepster bij de AVRO, nu een veelgevraagd la dy-speaker overal in het land, presentatrice van een eigen ra dioprogramma „Jumbo-set", dat ze elke donderdag samen met Chris van Hoorn life vanaf Schiphol brengt, is naast deze werkzaamheden, eigenlijk op de eerste plaats, gelukkig getrouwd (zet dat er maar bij, want dat hoor je zo weinig tegenwoordig) met musicus Frank Minderaa. Vijf jaar geleden betrok ze sa men met hem een onder monu mentenzorg vallend huisde aan de Oude Singel, dat nu bijna he lemaal is opgeknapt. „Alleen de voorpui moet nog opnieuw gevoegd worden, maar verder is er van de puinhoop die we kochten weinig meer terug te vinden. Mijn moeder vroeg zich af waar we in vredesnaam aan begonnen, maar tot nu toe hebben v/e geen moment spijt van onze koop gehad"., zo ver telt Alice die sinds 1 jaar en twee maanden haar werkzaam heden wat heeft moeten beknot ten door de komst van dochter Heieen. De benedenkamer is nu als studeerkamer voor Frank ingericht, die hoboïst is bij het Residentie orkest en de woonruimte, met een schitte rend uitzicht op de Oude Singel, vinden we op de eerste etage. ,,Ik doe nu zo'n zes jaar het om- roepwerk in ik vind dat eigen lijk het moeilijkste wat er is. Het moet allemaal perfect lo pen, fouten kunnen er niet ge maakt worden; de camera is meedogenloos. Zelfverzekerd Men vindt over het algemeen wel dat ik nogal zelfverzekerd over kom, maar zo voel ik me zeker niet. Je moet ontzettend gedisci plineerd en geconcentreerd wer ken. Een voordeel van het om roepen is wel dat je altijd goed verzorgd moet zijn, op tijd naar bed moet gaan om er niet a'ls 's vaatdoek uit te zien. Je kan je als omroepster gewoon niet per mïüteren je uiterlijk te verwaar lozen, zeker in het begin niet. Als je eenmaal een paar jaar zit dan hebben de mensen je wel geaccepteerd en zijn ze niet meer zo snel me telefoontjes." Gebrek „Het vervelende van Hilversum is wel dat er duidelijk een gebrek is aan goede begeleiding. Je moet het altijd maar zelf uitzoe ken, waardoor je natuurlijk de kans loopt om af te gaan. Ik heb het vak free-lance moeten leren. En er was echt niemand tuurlijk wel zien dat zo lang zij nog blijven, nieuw talent nooit een kans krijgt, maar dat wie natuurlijk nog niet zeggen dat er geen talent is. Deze mensen draaien al een flinke tijd mee en op zo'n moment gaat de er varing ook een woordje mee spreken. Je moet wel erg stevig in je sdhoenen staan om op te vallen. Je wordt tenslotte con stant vergeleken met de „Gro ten". Toen de televisie pas be gon kon je niet vergelijken, je was blij met wat er was, dat ligt nu natuurlijk anders. Maar dit komt vooral ook door het ontbreken van goede begelei ding. Er moet iemand achter je staan; als niemand iets in je beginnen. Neem Sonja Earend. Zondermeer een bekwaam intelligent iemand. Was ge trouwd met Ralph Inbar, werd goed gegeleid en maakte uitste kende programma's. Ze ging naar Israël, kwam terug Jumbo-Set „Ik doe nu ook aan Jumbo-iet life vanuit Schiphol. Een geweldig leuk programma, je weet nooit wat er gebeurd dus het blijft improviseren. Laatst nog zagen we Willem Oltmans. Ik had een leuk gesprek over zijn boeken, over huns en over de Club van Rome. Hij vertelde me dat er binnenkort weer een nieuw boek uitkomt. De improvisatiesfeer van het programma komt bij de luisteraars over. Ik draai de banden later thuis altijd nog een keer af, daar leer je veel Alice loopt r gees hoek. Doodzonde, Sonja gens mij ontzettend goed zijn documentaires." ir de tape-recor- n stukje horen, met een Portu- wereldkampion- schap voetbal. Ondanks pogin gen in het Spaans en in het En gels kunnen ze elkaar maar moeilijk verstaan. Tolerant „Ik heb van het begin af aan voor de Avro gewerkt en zit daar best. Ik kan doen en laten wat ik wil en heb daarover nooit problemen gehad. Ik vind het eigenlijm een van de meest tolerante omroepen. Dat dram merige dat je bij andere omroe pen zo vaak vindt irriteert me mateloos en maakt me tegelij kertijd pessimistisch. Dat volko men gebrek aan respect voor die je adviezen gaf over hoe je het beste je het beste kon kle den, of met welke sterkte je het bes>te kos spreken. Vroeger za ten de omroepsters met alle mensen die die avond op het scherm kwamen in een studio: onder de hand dat jij het pro gramma aankondigde liepen de acteurs van een toneelstuk, dat even later uitgezonden werd om je heen. De omroepster kon in zo'n geval in haar aankondiging wait van de sfeer in de studio over brengen. Ik heb die tijd niet meer mee gemaakt. Nu krijg je een draaiboek en tussen de programma's door maak je een tekst en kijk jezelf wat tv. Heieen Ondertussen komt haar man Frank even binnen om te zeg gen dat hij weggaat en om te vragen hoe laat Alice vasavond weer thuis is." Ik geloof dat He len een vrouw van deze tijd tot tien voor elf loopt maar kijk maar even in de gids". „Ik ben waarschijnlijk de enige vrouw die haar man in de radiobode laat kijken om hem te doen we ten hoe laat ik thuis komt", lacht ze. beelden in de samenleving, die fflfltoleranMe, daar word ik hui verig van. Precies zoals nu in Dennendal: men is daar zo overtuigd van het eigen idee, dat een compromis gewoon on denkbaar is. Structuurverande ringen, oké, maar dan wel in onderling overleg. Ik vind ook niet dat je kan zeggen: de Avro dat zijn Hiiterman en Hoogen dijk, dat gaat echt niet op. Ik heb nog nooit problemen over de keuze van mijn teksten gehad. We zitten aan niemand vast. De VPRO is ook tolerant, alleen op een ironische manier. Deze om roep betekent voor mij een avond lachen. Ik weet wel niet of dat de bedoeling van de jon gens is, maar ik vind het amu sement. De vraag is wel of het verantwoord is". Trotse moeder „Zoals ik nu werk bevalt me best, ik moet het alleen tot drie hoog stens vier dagen per week zien te beperken. Ik werk ook liever niet meer buiten de Randstad, dat vind ik vervelend voor He- leen. Zo'n kind is geweldig; sinds zaterdag loopt ze. Je weet niet wat je ziet, zomaar op eens met die handjes omhoog; dan gaat er wat door je heen en dan voel ik me echt moeder, ik ben dan ook heel trots. Als ik weg ben is ze gelukkig in goede han den. Mijn buurvrouw. Tante Stien, zelf al grootmoeder, zorgt dan voor haar. Al van het begin af aan zijn ze zijn ontzettend op elkaar gesteld. Zolang dat kan is het geweldig, andere werkende vrouwen zorgen ervoor dat ik ook kan werken. Dat is ideaal. Frank heeft het ook steeds aan- gemcedig. Als het niet meer kan zien we wel weer, je past je toch aan aan de situatie, an ders is het niet vol te houden." Plakplaatje Het wachten is intussen ook nog op Heieen die haar middagdutje doet. waarna we een aantal fo to's bij „moeders" op schoot willen maken. „Allemaal best", vindt Alice, „maar dan wel bin nen want Heieen is pas verkou den geweest". De hulp in de huishouding, zoals dat altijd netjes heet, wandelt even binnen om te zeggen dat ze weggaat. Na nog een kort te lefoontje zetten we het gesprek voort, want hoe zit dat nou met Willem en Mies, waar nog maar steeds geen vervangers voor te krijgen zijn. „Ach je moet na- andere groeperingen -en denk Het Nederlandse publiek is haar in ieder geval nog niet zat, an ders was ze al lang wegge weest. „Dat is natuurlijk wel zo, maar je bent toch een plak plaatje; men verwacht gewoon niet van een omroepster dat ze ook nog iets anders kan dan aankondigen. Je moet toch steeds aan een verwachtings patroon voldoen. Daar hoef je je natuurlijk niets van aan te trekken, ik geloof ook niet dat ik dat doe." Voorlopig bevalt het me zo wel. Ik heb er nog steeds plezier in. Zolang jezelf kritisch blijft gaat het wel. Ik lach vaak al om mijn fouten op het moment dat anderen nog moeten beginnen". .Is we weggaan, na de foto's met Heieen en tante Stien houdt ze ons voor het naar buiten gaan nog even tegen. „Die foto met tante Stien zet je er toch wel in hè. Ze mag best 'ns in het zon netje, want zonder haar zou ik dit werk nocit kunnen doen en zou ik echit niet weten wat ik LEIDEN In het gebied van de derde stadsuitleg, dat we vorige week schetsten, lagen lange tijd twee grote stukken grond, die niet of nauwelijks bebouwd waren: het terrein van de Doelens en de Raamlanden. Een Doelen was vroeger een terrein, waarop schut terijen van een stad zich oefenden in de schiet- kunst. In die schutterijen verenigden zich bur gers, die hun aandeel wilden leveren in de weer baarheid van hun stad. Behalve uit een paar schietbanen bestond een doelen ook uit een ge bouw, dat voor verschillende doeleinden gebruikt werd: om te vergaderen en om uit te rusten en wat te drinken. De functie van een Doelenkom- plex beperkt zich dus niet tot die van een kazer ne. Dat zullen we ook zien bij de Leidse doelens De eerste Leidse doelen was er al, voordat de stad begon aan de derde stadsuitleg, dus voor 1386. Het was de St. Jorisdoelen, die lag tussen de hui dige Hogewoerd en de Korevaarstraat. Aan het eind van de 15e eeuw is het geheel verhuisd naar het terrein waar nu de Doelenkazerne ligt. Ter plaatse werd in 1608 het Cathrijne Maartens- dochterhof e gesticht, waarna de Cathrijnestraat is genoemd. De St. Jorisdoelei. liet als herinne- i achter in de St. Jorisstee Schietbanen Op het terrein, dat nu omsloten wordt door de Wit te Singel, Groenhazengracht, Doelengracht en Paterstraat, lagen sinds de komst van de St. Jo- risdoelen twee oefenplaatsen, de St. Bastiaan (Achterste doelen) en de 9t. Joris (Voorste doe len). Op de eerste oefenden de handboogschutters en op de laatste de voetboogschutters. De schiet banen van de twee doelen werden van elkaar ge scheiden door een sloot. De ingangen lagen dan de Paterstraat. Met de jaren verminderde de schietfunctie van vooral de St. Bastiaandoelen. Dat kwam omdat de noodzaak om te oefenen voor de schutterijen vrijwel verdween. Na de 80-jarige oorlog kregen ze alleen nog een „wakende" taak. Rembrandt's Nachtwacht laat goed zien, hoe we ons de bezig heden van de schutterijen in de loop van de 17e eeuw moeten voorstellen. Meer en meer werder de doelens het decor voor handelingen die slechts zijdelings de functie van soldaten raakten: scher men, paardrijden en bier drinken. steeds meer beplanting. In 1645 werd nog wel een nieuwe poort aan de kant van de Groenhazen gracht gebouwd, maar dat was meer een uitbeel- dig van ruim uit het verleden dan van het he den. iwe functie van het doelen- i vermaak compleet: er wa ren mooie tuinen ,een manege, een schermschool, Tekst: Roen v.d. Geest Foto: Theo Ringers een herberg. De Groenhazengracht waar vanouds vrouwen woonden, „die in 't leven saten" paste voortreffelijk in dit geheel. In tegenstelling tot de functie is de naam van de gracht niet achter haald. Het verval van de doelen eindigde met de sloping: in 1732 verdween de achterste. De voorste doelen hield het tot 1820 uit. Het andere open terrein werd zoals we in de aan hef al schreven gevormd door de Raamlanden. Dit stuk grond werd begrensd door de huidige vierhoek Douzastraat—Raamsteeg—Korevaar- StraatJan van Houtkade. Op de 'Raamlanden stonden houten stellages (ramen), \>^arop fabri kanten en eigenaren dekens, lakens etc. te dro gen hingen. Het gebied werd hiervoor al gebruik voor 1386. Uit een aantekening op een kaart van Van Merwen uit 1582 kunnen we concluderen dat de Raamlanden toen nog niet door bebouwing verdwenen waren: „dit sijn de hoeven, die noch Toch moeten deze hoeven (van hof is open terrein) korte tijd later plaats hebben gemaakt voor hui zen. Rond 1600 zijn er straten aangelegd, die her inneren aan de hoeven met de ramen: Raam steeg, Hoefstraat. De ramen waren elders, buiten de stad, opgesteld o.a. buiten de Maresingel ter hoogte van het huidige slachthuis.. De Raam straat aldaar is ook een aanwijzing. Nog meer straatnamen herinneren aan handelingen en ambachten die bij de textielindustrie hoorden, In de Kaardesteeg woonden leden van het gilde van kaaroers. Een kaarde is een ijzeren wolkam. De krauwel (kromme haak) werd gebruikt om de draden van een te weven stuk aan te trekken, De Krauwelsteeg is de klankrijke herinnering aan dat handwerk. In de Kolfmakerssteeg wer den koiven of knotsen gemaakt, een mini-wapen- industrie dus. Ook namen als GareMnarkt, Oude Varkenmarkl passen in dat kader van bedrijvigheid. De Doelenpoort werd in 1645 gebouwd naar een ontwerp van stads- Orcivtekt Arent van 's Gravenzande,» Bovenop de poort is St. Joris U.gehecht met de draak. De poort is het laatste overblijfsel van de gebouwen, die deel uitmaakten van het oude doelencomplex.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 5