Graskarper
vreet
onze sloten
schoon...
maar is geen liefhebber
van waterranonkels
ALLEN
zes, zeven uur wachten
voor je naar Texel kunt
Het wordt steeds drukker op
Texel. De Parel der Wadden
blijkt een lokker voor rente
niers en hippies uit alle wind
streken. Jaarlijks gaan er zo'n
half miljoen auto's het Mars
diep over. Texels Eigen Stoom
boot Onderneming groeide uit
van 'n locaal verbindingsboot
je voor de eilanders tot een
groot, winstgevend vervoersbe
drijf. Iedere zomerse zaterdag
staan er ruim tweeduizend au
to's in de rij om naar de over
kant gebracht te worden. Iede
re zaterdag wordt er gekankerd
en gevloekt op de parkeerter
reinen, want de kreunende bo
ten kunnen het aanbod niet
aan. Wat een snelle rit naar
strand en bos moest worden,
verandert in vijf tot zeven uur
(Van een onzer verslaggevers)
KRIMPENERWAARD Over enkele jaren neemt
de graskarper in vele sloten in ons land het
onderhoud over. Chemische en mechanische be
strijding van waterplanten is dan daar niet meer
nodig. De graskarper, een verwoed planteneter uit
de Chinese wateren, gaat de waterplanten op een
rigoureuze manier te lijf. Bij zomerse temperaturen
vreet hij twee tot drie keer zijn eigen gewicht aan
waterpest, veenwortel, kikkerbeet, draadalgen,
kroos, riet, lisdodden, enzovoort. Drs. Van Zon,
werkzaam bij het Instituut voor Biologisch en
Scheikundig onderzoek van landbouwgewassen, se
cretaris van de werkgroep, die zich met het gras-
karperproject bezighoudt, is er vast van overtuigd,
dat over enkele jaren de uit de Chinese rivier de
Amur afkomstige vis, een taak krijgt bij het beheer
van de waterlopen. Zoals nu reeds, als proef,
gebeurt in enkele percelen watexleiding in de
Krimpenerwaard. Volgend jaar vermoedelijk ook
in het gebied van het Twentse waterschap Regge
en Dinkel.
Bij het IBS heeft drs. Van Zon tot taak na te gaan
wat de consequenties zijn van de chemische bestrij
ding van waterplanten voor het milieu. Daarbij
wordt ook naarstig gespeurd naar alternatieven. De
inschakeling van de graskarper lijkt daarbij de
beste perspectieven te bieden.
Alle proeven zijn overigens nog niet afgesloten. De
graskarper vreet bijvoorbeeld geen waterlelies en
gele plomp. Voor natuurliefhebbers een goede zaak
en voor het waterschapsbeheer niet zo belangrijk.
Maar waterranonkels vreet hij evenmin en met die
plant zijn de mensen, die de watergangen schoon
moeten houden, minder in hun sas. Er is een
uithongeringsproef genomen. De karper werd enke
le dagen niet gevoerd.
Vervolgens werden hem wat waterranonkels voor
gezet. De vis nam er met duidelijke tegenzin iets
van. Wat zijn nu de gevolgen voor de waterplanten,
die hij niet vreet? Gaan die zich bovenmatig uitbrei
den, omdat de concurrentie van andere waterplan
ten vervalt? Vragen, die nog op een antwoord
wachten.
Een plaag zal de graskarper nooit kunnen worden.
Geen risico, dat over enkele jaren honderden ^kar
pers sloot, plas en hele natuurreservaten leegvreten,
want de karper kan zich in ons land niet voortplan
ten. De graskarper kan alleen in zijn eigenlijke
leefgebied, de rivier Amur voor nageslacht zorgen.
Daar komt snelstromend water voor, dat gedurende
geruime tijd een temperatuur van twintig gradea
heeft. Alleen daar wordt de paringslust opgewekt
en kunnen de eitjes van de graskarper uitkomen.
Een deel van de parkeerruimte waar de duizenden auto's moeten wachten op overtocht.
stank en ergernis in een blik-
woestijn
Als de eerste veerboot om vier
uur 's ochtends uit de heiige
Marsdieplucht opduikt staan er
al tientallen auto's te wachten.
En op het parkeerterrein, dat
rijkswaterstaat aan Texels Ei
gen Stoomboot Onderneming
heeft afgestaan, staan wat cara
vans, waarin de eigenaren lig
gen te slapen. Het zijn gerouti
neerde Texelgangers, die de
wacht-ellende al eens mee heb
ben gemaakt, en er niet weer
intrappen.
Wat duf kijkend proberen zij
zich warm te houden onder een
plaid, alleen het tochtraampje
van het automobiel open om
wat frisse morgenlucht binnen
tè krijgen.
Twaalf uur 's middags een vol
komen ander beeld. Zo'n dui
zend wagens op het pleintje van
de veerhaven, het grote parkeei-
terrein onder de dijk en op Den
Helders invalweg. De sfeer is
drukkend, overal lopen TESO-
werkers en politie-agenten. De
zonnewarmte die over de gelak
te autodaken spoelt geeft ieder
interieur een eigen tropische kli-
maatje. De "Donnerwetters" en
Hollandse equivalenten vliegen
over de parkeerterreinen. De
terreur van het blik houdt de
vakantiegangers in z'n greep.
Jaloers kijken de gladgeschoren
vaders met weekendshirt en
sandalen naar voorbijlopende
hippies, die met hun rugzak als
enige bagage altijd met de eerst
volgende boot mee kunnen. Ook
fietsende schoolklassen hebben
nergens last van, rustig pedde
len zij langs de honderden au
to's om zich meteen in te sche-
"Een tunnel,, verdorie," roept
een boze man tegen een TESO-
man die hem op de wachttijd
wijst, "waarom maken jullie
geen tunnel naar dat schapenei
land. Dit kan toch niet". De
brave man wordt ook kwaad,
hij staat al acht uur op z'n
benen. "Dan ga je toch terug,
ik heb toch niet gevraagd of je
kwam, je kunt nog wel tussen
de file uit. Moesten we dat maar
doen?" De getergde automobi
list trekt met een ruk het portier
dicht en kijkt nors naar het
dashboard-instrumentarium. De
lange file langzaam optrekken
de auto's geeft een geweldige
stank, die in de warme juni
lucht blijft hangen.
Als de auto's in lange rijen op
het parkeerterrein worden opge
steld wordt de schrik nog gro
ter. Iedere auto krijgt een volg-
nummertje, wie vooraan geen
nummertje heeft kan weer ach
teraan aansluiten. „Zeg chef,"
probeert een brutale Amster
dammer „als ik je nou es één
geeltje geef, ken je dan niet
zorgen dat ik vooraan kom." De
vakantiewerker van de TESO is
niet te vermurwen in de weten
schap dat wannéér één automo
bilist dat door krijgt de hel los
breekt. Er komen toch al genoeg
toerisjen als kleine kinderen
klikken. Op een zeurderige toon
van „mam ze doen het weer"
Na een paar uur begint het wachten iedereen en de
kinderen in het bijzonder ontzettend de keel uit te
hangen.
melden ze, dat de meneer voor
hen achter hen hoort. Een paar
gebruinde schonen in een snelle
bolide proberen de nummeraar
met hun natuurlijke gaven te
verleiden. „Voor een kusje", li-
sSelt er een. De werkstudent
heeft moeite om het buitenkans
je af te slaan, maar even later
staan de dames keurig met
nummer zoveel achteraan in de
rij.
Met een ongelooflijke hardnek
kigheid blijven de mensen in
hun wêlvaartsbewijzen zitten.
Krantje lezend, pinda's dop
pend, sinaasappeltjes schillend
of zomaar wat voor zich uitkij
kend. De kinderen achterin be
ginnen te drenzen en te zeuren.
"Makkunnijssie," en 'kwil pa
tat." "Kop dicht," zegt vader, "je
hebt zonet al ijs gehad, op het
eiland gaan we weer eten." In
de loop van de ochtend heeft
het klittende blik een hoop han
del aangetrokken. Zure bom
men, ijs, patat en bier, kranten,
maar. ook ansichten worden ge
sleten. Ook loopt er een Jeho
va's getuige, die Wachttorens
aan de man probeert te bren
gen.
En tenslotte loopt er nog een
morsig mannetje tussen de au
to's die aan de binnenkant van
z'n colbert een horloge-etalage
heeft gecreëerd. Vooral Duitsers
worden door hem aangespro
ken. Op de dijk langs het par
keerterrein liggen groepjes men
sen te zonnen, of jaloers te kij
ken naar de af- en aanvarende
veerboten, die op deze drukke
dag volgens het dienstrooster
vol-weg varen.
Na vier uur dashboardstaren
wordt de apathie weer doorbro
ken. De mensen worden het zat,
het geklieder met washandjes,
baby's die in de auto gezoogd
en verluierd moeten worden, le
dereen, die er maar van ver
dacht wordt met de drukte-coör-.
.dinatie belast te zijn wordt aan
geklampt. "Meneer, ik heb num
mer 835, hoe lang duurt het nou
nog?".
Later in de middag loopt de
drukte terug, alle auto's kunnen
op het parkeerterrein geborgen
worden. Het wordt frisser en de
stemming beter. De boten
„Marsdiep" en ..Tesselstroom"
varen nog steeds af en aan.
Er komt ruimte op het parkeer-
terreintje. Als dan laat in de
avond de zeedampen weer bezit
nemen van het Marsdiep zit ie
dereen in z'n vakantiehuisje,
pension of in de tent. Het gekan
ker en de ellende van het wach
ten zijn voorbij en alweer verge
ten, de vakantie is begonnen.
GERRIT HOLLEMA
In ons land moet de vis kunstmatig worden ge
kweekt en uitgezet. Als de graskarper zes jaar oud
is kan het in vele gevallen noodzakelijk zijn, hem
weer weg te vangen. Dan wordt de slanke, zilver
kleurige vis, die meer op onze meun dan op de
inheemse karpersoorten lijkt, te groot voor ondiepe
sloten. De graskarper kan meer dan een meter lang
worden en een gewicht van honderd pond bereiken.
De Organisatie tot Verbetering van de Binnenvisse
rij, die ook een vertegenwoordiger in de werkgroep
heeft, heeft al met succes kweekproeven genomen.
In ons land uit het ei gekropen graskarpertjes
hebben hier en daar in ons land de strijd tegen
de waterplanten al aangebonden. De OVB onder
zoekt eveneens de hengelwaarde van de graskarper.
In principe zou hij ook viswater onkruidvrij kunnen
De sloot in de Krimpenerwaard, voor
dat de graskarper werd uitgezet.
houden. Dat mag echter nooit te rigoureus gaan,
zodat de inheemse vissen geen schuilplaats meer
zouden kunnen vinden en geen plekje, waar ze zich
voort kunnen planten. Vooral de ruisvoorn schijnt
niet gebaat te zijn bij het uitzetten van de graskar
per in zijn leefgebied.
De O.V.B. heeft in 1972 de eerste proeven genomen
in op haar terrein aanwezige modelsloten van 52
meter lang. De resultaten bleken behoorlijk en
daarop werd in 1973 begonnen in de Krimpener
waard, waar enkele stukken sloot, die volkomen
waren dicht gegroeid, met gaashekken werden afge
zet. Hierin werden graskarpers uitgezet met een
gewicht van ongeveer een kilogram per stuk en éen
totaal van 360 kilogram per hectare. Na twee en
een halve maand waren de percelen geheel schoon-
gevreten.
Met 360 kilogram graskarper per hectare werd de
plantengroei in een sloot die 95 procent bedroeg,
in twee en een halve maand teruggebracht tot 15
procent. Met 180 kg graskarper per hectare, kon
de vis het niet aan en werd de begroeiing terugge
bracht tot 75 procent. Een uitgebaggerde sloot kon
echter met deze halve bezetting schoon worden
gehouden. Wordt de graskarper straks in de prak
tijk gebruikt - en daar ziet het volgens drs. Van
Zon wel naar uit - dan wil men vissen uitzetten
van twee decimeter, die een ons wegen. De vis is
in principe te gebruiken in watergangen met een
minimum, constant waterpeil van een halve meter.
Dat houdt meteen in, dat van een algemene inzet
van deze onkruidverdelger nooit sprake kan zijn.
Veel sloten staan gedurende de zomer immers
droog. De graskarper is zo'n grote vreter, omdat
hij zijn voedsel slecht verteert. „Hij poept vreselijk
veel", zegt drs. Van Zon „en ook dat houdt gevaren
in. Welke gevolgen zal dit hebben voor de bemesting
van het water? Volgend jaar wordt de graskarper
uitgezet in een poldertje. Dan kan worden geconsta
teerd, wat de vis doet in sloten, die diepe en ondiepe
percelen hebben. Trekt hij zich dan terug in de
diepe delen en laat hij de ondiepe dichtgroeien?
Mijdt hij gedeelten langs een autoweg? Allemaal'
vragen, waarop we in de komende vier en een half
jaar antwoord moeten weten", aldus drs. Van Zon.
Langer mag het volgens hem niet duren. Dan moet
worden beslist, of de graskarper inderdaad een
functie krijgt bij het beheer van de watergangen.
Het kweken van voldoende graskarpers kan geen
probleem zijn. Eén wijfje produceert 800.000 eitjes.
Groter probleem is: hoe krijg je van die eitjes goede
vissen, van zo'n 20 centimeter? Voor ze groot genoeg
zijn, om te worden uitgezet, zal met gras gevoerd
dienen te worden. Een vrij dure zaak en erg arbeids
intensief. In Oostenrijk zijn ook proeven genomen
met de graskarper. Daar snijdt het mes echter aan
twee kanten. Karper hoort in Oostenrijk op de
kerstdis en daarom heeft de visindustrie de snel
groeiende vissen uit China ingezet in de meren rond
Wenen. In Oost-Duitsland, waar alleen mechanische
bestrijding van de waterplanten is toegestaan, zijn
graskarpers uitgezet in tientallen kilometers sloot
in verschillende gebieden. Men hoopt daar de gehele
onkruidbestrijding in het water toe te vertrouwen
aan de graskarper. In de proefgebieden kwamen
de Oostduitsers tot een kostenbesparing van 1.383
Oostduitse marken per hectare, ten opzichte van
mechanisch onderhoud van de watergangen.
De graskarper is trouwens al vele decennia geen
onbekende meer in Europa. Hij werd ge'importeerd
en in viskweekvijvers uitgezet, om als consumptie-
vis te dienen. De graskarper als waterplantenbestrij
der is nieuw. Een nieuwe pion in de strijd tegen
milieubederf.
De sloot, nadat de graskarpers er
tweeëneenhalve maand te gast waren.